Donderdag 31 maart 2005
David, Hebrew King and Psalmist, c. 1086 B.C.
Talkative, to
say the least. Mijn goede vriend Ira Cohen (70), die mij in 1964
in Amsterdam opzocht om een misverstand met een Vlaamse drukker uit
de wereld te helpen, maakte zijn opwachting, en heeft - als altijd -
aan éen stuk door gepraat, van vijf tot elf uur, ook tijdens
de Koerdische maaltijd.. Niet dat het ons veel kan schelen; als je er
eenmaal op bent voorbereid, accepteer je dat maar al te graag, want
uit zijn mond komen de mooiste verhalen, de smeuigste anecdoten, de
meest verrassende opmerkingen en altijd zijn de woorden op hun plaats
en heb je niet de indruk dat iemand je omver praat: gesprekken gaan
over de onderwerpen die ook jou interesseren, en vragen worden luisterrijk
beantwoord.
In Antwerpen heeft hij met René Franken goed contact gehad; zijn
optreden was succesvol - hij betreurt het dat er geen audio- of video-opnamen
gemaakt zijn, maar alla. Een nieuwe bundel poëzie verscheen bij
Elik Press in Salt Lake City, Utah, 2004: Chaos & Glory.
Ira Cohen: Walking Hologram
If you break a hologram
on a glass plate,
every fragment will
contain the whole
In this fashion I suppose
every cell of my body
bears my face
every memory contains
my life's trajectory
In this way I am
actually, page by page,
line by line, word by word,
my own book walking
around in a world where
very few people can read.
Zo is het, regel voor regel. See you later, alligator!
Twee boeken aangekomen,
die ik straks mee naar de tuin zal nemen, waar het echte handwerk ons
wacht. Ten eerste het door Tessa van der Waals majestueus vormgegeven
boek van Peter Hofman: Lichtschikkend en zingend: de jonge Lucebert,
vorig jaar bij De Bezige Bij verschenen; voor mij zeer interessant door
de openbaar gemaakte briefwisseling (onder meer met Frieda Koch), geschreven
in mijn woning in Clichy, eind 1950, toen ik Lucebert leerde kennen.
Hij was toen al de enigmatische persoon die hij altijd voor velen geweest
en gebleven is. In zestien hoofdstukken, uitbundig in kleur verlucht,
worden de jaren 1922 tot en met 1954 besproken, van Lubertus Jacobus,
de vader, de zoon, tot aan de Keizer der Vijftigers, die zijn plek in
de samenleving als dichter en schilder heeft gevonden.
Tot mijn verbazing werd mij december 2004 door de redactie van het eerbiedwaardige
tijdschrift De Gids (sinds 1837) gevraagd of ik een stuk, geschreven
voor het Gids-nummer Het pak van Sjaalman (november 1984) beschikbaar
wilde stellen voor een boekuitgave, die ik nu thuis ontvang en die aanstaande
zondagmiddag 3 april om 15 uur in het Haarlemse Teylers Museum feestelijk
zal worden gepresenteerd: Trots en twijfel. Kopstukken uit de Nederlandse
natuurwetenschap van de twintigste eeuw, onder redactie van
Frans W.Saris en Rob Visser. Wat ik met dit illustere gezelschap te
maken heb, moet ik nog uitvinden; ik heb er nog geen blik in kunnen
slaan.
Ik ben er natuurlijk wel blij mee, aan de hand van een Multatuli-onderwerp
te hebben kunnen schrijven over Sirius als middelpunt van een zonnestelsel.
Dankje, Douwes Dekker, dankje, De Gids, dankje dag & nacht. Gegroet
voor vandaag, Simon Vinkenoog.
Woensdag 30 maart 2005
Concordia, Salus et Pax (R.), Concord, Health and Peace
Edith al vroeg tuinwaarts:
om half tien een afspraak met Fred, de loodgieter. Bij het ontsluiten
van de waterleiding bleek gisteren een lekkage te zijn ontstaan. Een
uurtje later (ik achtergebleven met koffie, krant en deze dagelijkse
rek-en strekoefening) belt zij opgewekt, vanaf ons mobieltje, dat de
operatie geslaagd is.
Als dit schrijven voltooid is, geef ik een seintje, komt zij me met
de voiture halen en brengen wij inderdaad de rest van de dag in de ontluikende
natuur door. Mooi woord: ontluiken, alsof de luiken zijn weggehaald
en het licht weer naar binnen stroomt.
Groen licht als bodembedekker; kleurige bloemkopjes boven de grond:
dat komt ervan, als je in het najaar bolletjes in de grond stopt, of
die van voorafgaande jaren zich opnieuw vertonen. Rondom de clematis
bij de ingang van Morgenland (tuin 23) zal ik een nieuwe bamboe-constructie
moeten installeren; zie mij bezig met binddraad! Toch neemt Edith het
merendeel van de tuinactiviteiten voor haar rekening - aan mij de taak
op een bepaalde plek de heg te fatsoeneren.
En het liefst verdiept dit leesbeest zich in een boek. En ik weet ook
welk boek ik straks meeneem naar de tuin (te zwaar om in bed te lezen):
Geert Buelens' Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse
poëzie, in 200l uitgegeven door Uitgeverij Vantilt, Nijmegen
en de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in
Gent.
1302 pagina's, jaja - ik ben gevorderd tot pagina 49 en maakte vijf
pagina's aantekeningen. Ter verduidelijking een citaat van pagina 36:
"Zo zal Van Ostaijen - al dan niet postuum - een sleutelrol spelen
tijdens zowat alle vernieuwingsbewegingen in de twintigste
eeuw: de drietrap[sraket tijdens zijn eigen leven (humanitair-expressionistisch,
nihilistisch-dadaïstisch, organish-kritisch-onthecht), de krachteloze
injectie rond de Cahiers van de Waterkluis in de jaren dertig, de overbewuste
diepte-analyse van Gilliams, de humanitaire reflex vlak na de Tweede
Wereldoorlog (Van de Kerckhove, Walravens), de kritische herontdekking
van een taalgoeroe in de jaren vijftig, de autonome geluksdichter bij
De Roover, de luchtige goochelaar die met lege handen achterblijft bij
Gils, de bijna volstrekt onthechte Zen-metafysicus bij Van Ruysbeek,
de Peetvader van de Concrete Poëzie bij De Vree, de Moeder van
alle dandy's bij de Pink Poets, de wegwijzer naar de werkelijkheid bij
de Nieuw-Realisten, de eerste stemloze versteende bij de Impuls-dichters,
de uitvinder van het literaire cabaret bij Lanoye, de subliem-subversieve
experimentator bij de Vlaamse postmodernen... Van Ostaijen has been
there, done that."
Al eerder in het boek wijst Buelens op het feit dat elk dichter,
die over Van Ostaijen schrijft, hem verschillend ziet: als romantische
poète maudit, als dogmatische theoreticus, als de bedenker van
schijnbare kinderversjes, als sublieme platonische pessimist, als Vlaams
nationalist of kosmopoliet. Daarnaast is hij performer én beschikt
over boekenwijsheid, postmodern avant la lettre, klassiek, intellectualist,
rock-n-roller en mysticus.
En alles is van mijn gading: hoe groot het Glazen Paleis van de Poëzie,
die autonome burcht in het literair landschap, dat wel eens de Republiek
der Letteren wordt genoemd! Ik blijf er ontdekkingen doen. Gillis Dorleijn
wordt geciteerd, die in 1996 schreef: 'Als Van Ostaijen niet bestaan
had, had de schrijver van literair-historische overzichten hem moeten
uitvinden.'
Zo zit dat dus, gauw Van Ostayen herontdekken: Edith gebeld; zij
komt naar huis om deze tekst op mijn webstek geboren te doen worden
via enkele, mij nog altijd intrigerende handelingen; ik wens de lezer
een goede dag. Op de valreep nog een telefoongesprek, met een Spinvisser:
opnamen in mei. Hoera! Simon Vinkenoog.
.
Dinsdag 29 maart 2005
Menes, legendary first king of Egypt, s.d. 4700 B.C.
Allen Ginsberg: Litanie
(Uit
Kaddish en andere gedichten 1958-1960,
voor Naomi Ginsberg, 1894-1956)
O
moeder
wat heb ik eruit weggelaten
O moeder
wat heb ik vergeten
O moeder
vaarwel
met een grote zwarte schoen
vaarwel
met de Communistische Partij en een kapotte kous
vaarwel
met zes donkere haren op de wrat op je borst
vaarwel
met je oude jurk en een lange zwarte baard rond de vagina
vaarwel
met je hangbuik
met je angst voor Hitler
met je mond vol slechte korte verhalen
met je vingers van rotte mandolines
met je armen van vette Paterson veranda's
met je buik van stakingen en rokende schuren
met je kind van Trotzki en de Spaanse Burgeroorlog
met je stem zingend voor de vervallen meer dan gebroken arbeiders
met je neus van slecht naaien met je neus van de lucht van de augurken
van Newark
met je ogen
met je ogen van Rusland
met je ogen van geen geld
met je ogen van vals China
met je ogen van tante Elanor
met je ogen van hongerend India
met je ogen pissend in het park
met je ogen van Amerika dat een val maakt
met je ogen van je mislukking aan de piano
met je ogen van je familieleden in Californië
met je ogen van Ma Rainey stervend in een ambulance
met je ogen van Tsjechoslovakije aangevallen door robots
met je ogen die naar de schilderklas gaan's avonds in de Bronx
met je ogen van de moordenaar Grootmoeder die je ziet op de horizon
van de Brand-Ladder
met je ogen naakt rondrennend het huis uit schreeuwend in de gang
met je ogen weggeleid door politieagenten naar een ambulance
met je ogen vastgebonden op de operatietafel
met je ogen van alvleesklier verwijderd
met je ogen van blindedarmoperatie
met je ogen van abortus
met je ogen van eierstokken weggehaald
met je ogen van shock
met je ogen van lobotomie
met je ogen van echtscheiding
met je ogen van beroerte
met je ogen alleen
met je ogen
met je ogen
met je Dood vol van bloemen
Verschenen in de Bezige Bij-uitgave Proef m'n tong in je oor,
een keuze uit de dichtbundels Howl, Kaddish en Reality
Sandwiches, alsmede enkele andere teksten, vertaald uit het Amerikaans
door Simon Vinkenoog, 1966, herdrukt 1977.
Aanstaande vrijdag 1 april hoop ik in de Antwerpse Beat Bookstore het gedicht Howl van Ginsberg voor te lezen. Des avonds, volle bak heb ik begrepen, info bij www.demian.be
Tijdens
het Poëziefestival 2004 in Landgraaf werd de tweejaarlijkse Jo
Peters Poëzieprijs toegekend aan de dichter Hagar Peeters voor
haar bundel Koffers zeelucht. Zij kreeg de opdracht een bundel
nieuwe gedichten te schrijven, hetgeen geschiedde.
Het eerste exemplaar van de bibliofiele uitgave Nachtzwemmen zal
Hagar Peeters worden uitgereikt tijdens een dichtfeest op 1 april vanaf
20u bij Poëziecentrum Perdu aan de Kloveniersburgwal 86 in Amsterdam.
Andere optredende dichters Maria Barnas, Tjead Bruinja, Florence Tonk
en Tommy Wieringa. Presentator Arie van den Berg. Job Chajes saxofoneert.
Open
Ateliers (van 12 tot 18 uur) van 54 deelnemende kunstenaars op
de Oostelijke Eilanden in Amsterdam op 2 en 3 april. Centraal informatiepunt
Van Gendthallen, www.saoe.nl
(Ik zie Ruigoordvriend Hans Gritter aan het Entrepotdok 39 en Lieve
Prins aan de Binnenkadijk 331: zij publiceerde kortgeleden een prachtig
boek Touch).
Duizenden foto's van City Art worden op de Art in Cities-tentoonstelling in Galerie De Meerse aan het Raadhuisplein 3 in Hoofddorp (wo/za 12-17u) vertoond. Kick-off op 3 april om 16 uur, met een forumdiscussie over de stad als museumgalerie met kunstenaars, architecten, historici en een inleiding door Influenza. Meer weten? www.artincities.com
Zondag
10 april Het Woord in Ruigoord (maandelijks, aanvang 16u; vrij
entree) met De Dichters uit Epibreren (Tjitse Hofman, Bart
FM Droog, Jan Klug) en gasten. www.epibreren.com.
www.ruigoord.nl
te consulteren voor het totaalprogramma; Mogelijke plannen voor het
aanstaande Landjuweel (21/25 juli) in te dienen bij landjuweel@ruigoord.nl.
Een hartelijke groet op de valreep, Simon Vinkenoog.
Maandag 28 maart 2005
Teresa (C.), mystic,
b. 1515 A.D., d. 12/10/1582
Al Kindi, Arabian Neoplatonist, 9th cent. A.D.
De afgelopen week
heb ik
- de laptop van zwager Gerard bewonderd,
- drie levensverhalen gehoord of afgeluisterd,
- honderden mensengezichten bestudeerd voor levenstekens,
- een bezoeker van een voorjaarsdepressie afgeholpen,
- met taxi's door twee binnensteden gereden, Amsterdam en Den Haag,
hoofd- en hofstad,
- niet aan Jan Cremer gedacht,
- drie nieuw binnengekomen boeken, een CD en een DVD besnuffeld,
- het waanzinnig interessante boek van Tommy Wieringa Joe Speedboot
uitgelezen,
- me afgevraagd hoe het ooit te verfilmen is,
- de tentoonstelling van Ori Ben Zeev en Jan van der Veer geopend,
- de gecorrigeerde tekst naar Galerie Goncourt gemaild, voor website
www.goncourtgallery.com,
- me elke dag met plezier voor deze pagina gezeteld -
de gedachten zetelden
zich in mijn hoofd (moedigt Edith mij verder aan):
overal gingen mensen gewoon met elkaar om
er viel niets te doen of af te dwingen
(mij bespringen rijmende herinneringen).
Komma's werden gebiedende wijzen: Wacht, tijd!
Speel, goed! Druk, werk!
In alle mensen zag ik openingen
nergens begrenzingen
dingen en bevindingen:
mensen, kortom, van wie je ogen nooit zult kunnen afhouden!
Een 24-jarige bezoeker
van het Guest House op deze webstek, stelt mij vragen naar de 'belangrijkste'
boeken of degenen die me heel erg aanspreken. Hij laat weten welke boeken
hem aanspreken, hij raadt ze me aan en hoopt dat ik ze misschien ergens
kan vermelden. Nog een andere vraag betreft de dood, ook hier weer wat
belangrijk om te lezen is, 'en wat zijn belangrijke methoden (Yoga technieken
enz.) manieren om met de dood om te gaan? Ik word alvast hartstikke
bedankt, krijg vriendelijke groeten en mij wordt veel geluk en gezondheid
toegewenst. Antwoord even nog niet hier; sta me toe na te denken. Of
moet ik weer eens nadenken over zo'n boekje: De Honderd Boeken Die
Mij Iets Gedaan Hebben?
Welke bestaande versie van het Tibetaanse Dodenboek te vermelden? In
elk geval de droomyoga van Norbu (levende Tibetaanse leraar in Italië)
en zeker eerder de oerteksten dan de afgeleide Amerikaanse newage-erige,
die mijn jonge onbekende vriend uit zijn vaders boekenkast haalt!
Ik zou op Aldous Huxley's Eeuwige Wijsheid willen wijzen,
onlangs door Servire Uitgevers herdrukt, en hier op mijn bureau liggen
diverse andere boeken waarover ik hier nog ter sprake wil komen.
Te voorschijn haal ik, om deze kakelverse bijdrage aan de Hogeschool
van het Leven vandaag af te sluiten: Amit Goswami, Het Visionaire
Venster. Een kwantumfysicus over verlichting. Voorwoord van
Deepak Chopra, Uitgeverij Ankh-Hermes bv - Deventer 2002, ISBN: 90 202
8266 2.
Uit de twee pagina's, gewijd aan het werken met het archetype 'de schaduw':
"Zo gezien is de schaduwloutering eigenlijk geen louteren, maar
integreren. Werken aan bewustmaking van uw schaduw loutert uw ik en
vergroot uw ontvankelijkheid voor uw kwantumzelf. In dat stadium van
spirituele groei is het ego, dat nu op een bewuste en krachtige manier
kan functioneren, een voordeel in de omgang met de existentiële
angst waarmee de creatieve ontmoeting met het kwantumzelf gepaard gaat.
Alleen een sterk en gezond ego kan ontvankelijk blijven voor transformatie
tot het moment van overgave aan de modaliteit van het kwantumzelf is
gekomen."
Interessant? Nou, ik vind van wel. À vous tous, Simon
Vinkenoog.
Zaterdag/zondag 26/27 maart 2005
26: Walt Whitman,
poet and mystic, d. 1892 A.D., b. 31/5/1819
27: Meister Eckhart (C.), mystic, d. 1329 A.D., b.1260.
Video's, cd's, dvd's:
ze komen binnen, al naar gelegenheden opgerakeld worden. Andere
tijden, dat vanmiddag herhaald gaat worden, trok bij de eerste
uitzending vorige week zo'n kleine miljoen kijkers: het was een waar
genoegen aan deze kleurrijke documentaire over de Jaren Vijftig mee
te werken. In de beperking (van mijn verbale aandeel) heeft zich de
kracht en de eenvoud getoond; je moet beelden niet bedelven onder woorden.
Een 4-CD-Luisterboek verscheen: Ode aan de Nacht, het beste
uit De Nacht van de Poëzie, samenstelling Anneke van Dijk
en Koen Vergeer, resp. muziekprogrammeur bij het Utrechtse Vredenburg,
waar de Nachten zich nu al zo'n kwarteeuw afspelen, en poëziecriticus
en schrijver van het boek Poëzie in Vredenburg. Met 55
dichters en 182 gedichten is dit luisterboek, in de fraaie vormgeving
van Gert-jan Wessels volgens Uitgever Rubinstein (www.rubinstein.nl)
'een must voor iedere poëzieliefhebber. Bij het digitaliseren is
de atmosfeer in de zaal, het gonzen en de zindering, zoveel mogelijk
behouden. Alleen zo kon dit luisterboek werkelijk een feestelijke ode
worden, waarin de mooiste momenten uit de Nacht opnieuw tot leven komen.
Voor wie er altijd bij is geweest, en voor wie het allemaal heeft gemist.'
Ik ben gek op het woord zinderen. Ooit vroeg Albert H. mij, of ik met
een zinderend woord een expositie wilde openen. Er staat mij vanmiddag
zo'n opening te wachten, maar al te graag, bij de Galerie Goncourt aan
de Oude Molstraat 14b, 2513 BB Den Haag, 070-3621722, waar tot 29 april
(wo/za 11-18u, zo 13-17u) schilderijen van Ori Ben-Zeev en ruimtelijke
werken en tekeningen van Jan van der Veer tentoongesteld worden. Fraaie
catalogi begeleiden de expo, en ik zal er weer getuigen van mijn privé-ontdekking
uit 1961, verwoord in een langer gedicht: 'mijn stem mag met mij een
heel leven mee.' So what, zullen velen nu zeggen; zoiets spreekt
toch vanzelf? Dat was niet het geval bij de aanvang van de jaren zestig,
toen de poëziebeleving nog voornamelijk uit lezen en herlezen bestond:
papier was het medium. Met de nieuwe media, en ook podia, kwam daar
een ingrijpende wijziging in.
Stemmen van schrijvers noemde Em. Querido's Uitgeversmaatschappij
in 1961 een serie 45-toerenplaatjes, die ondertussen collector's items
geworden zijn. In het gedicht dat ik hiervoor schreef Stem uit de
groef maakte ik gebruik van de hoorspelmogelijkheden, die de microfoon
bood: ik kon Houzee! Houzee! scanderen, of de kreet Vrijheid
Arbeid Brood!, die ik in mijn jeugd te horen kreeg op straat, ik
kon een liedje zingen (ABCDEFG, meester de jongens nemen knikkers mee),
lachen, gapen en huilen, met de vingers trommelen terwijl ik een stukje
Modern Jazz Quartet neuriede. Kortom: een ontdekking van onbekend
terrein, voor mij althans...
De vier Vredenburg-cd's (CD's?) zijn chronologisch gerangschikt.
Op de eerste zijn dat Paul Snoek (1933-1981), Dick Hillenius (1927-1987),
Simon Vinkenoog (1928) en Bart Chabot (1954) die in 1980 optraden, uit
1982 Jean Pierre Rawie (1951), uit 1983 Adriaan Morriën (1912-2002),
Remco Campert (1929), J.A.Deelder (1944), uit 1985 Fritzi Harmsen van
der Beek (1927) en C.Buddingh' (1918-1985), en uit 1986 Hanny Michaelis
(1922), Leo Vroman (1915) en Herman de Coninck (1944-1997).
Dit om een voorbeeld te geven; de andere drie CD's zijn op dezelfde
wijze opgezet, van 1987 tot 1991, van 1992 tot 2000, en van 200l tot
afgelopen jaar met de allerjongsten Tjitske Jansen (1971) en Mustafa
Stitou (1974). Ik ontwaar anderen, die niet meer in levende lijve aanwezig
zijn: Annie M.G.Schmidt (1911-1995), Hans Faverey (1933-1990), Lucebert
(1924-1994), Kees Stip (1913-2001), Eddy van Vliet (1942-2002), en C.O.
Jellema (1936-2003).
Het is, zeker voor hen, een waar eerbetoon, aan hun eigen gedichten,
zelf uitgesproken: straight from the horse's mouth, als het
ware. Toen ik na de stemmen van Paul S. en Dick H. mijn eigen Rood
goud groen...(ongepubliceerd) te horen kreeg, wist ik
er opeens weer de bron van - ik had toestemming gegeven, zonder te beseffen
waarom het ging - en ik sprong op om het minieme, uit India afkomstige
notitieboekje te voorschijn te halen, 5 bij 6 1/2 cm, bijna 2 cm. dik,
pagina voor pagina
beschreven, met stempeltjes en plaatjes verlucht, dat ik in Amsterdam
op een Surinaams feest had voorgelezen, en in Utrecht weer wilde overdoen.
Het onstuimig resultaat is te horen, een opzwepend crescendo-relaas:
action poetry in optima forma. Dank je voor het bewaren, Vredenburg:
leuk voor de literatuurgeschiedenis, en het raphiphopwezen.
Op een andere binnengezeilde dvd (DVD?) kom ik wellicht ooit terug;
eerst zelf bekijken. Pop vs Poetry, 'de ultieme strijd tussen podiumdichters
en popartiesten om de macht over het woord, uitgave productiehuis
Oost-Nederland, Deventer (www.ONinternet.nl),
een experiment in de Amsterdamse Melkweg, waaraan ik meedeed op de dag
van de verkiezing van de Dichters des Vaderlands. Weerwoord-festival,
27 jan.2005. Ik trad in de ring tegen Hans Vandenburg (van Gruppo
Sportivo)- ik won die avond, bevestigt Edith mij. Publieksapplausmeter.
En o, wat kan ik nu nog zeggen over de opgetogen party gisterenavond
in de overbevolkte bovenzaal van Kapitein Zeppos aan het Amsterdamse
Gebed zonder End (Grimburgwal). Tommy Wieringa vierde de uitverkochte
tweede druk (volgende week de derde) van zijn fantastische boek Joe
Speedboot en Erik Jan Harmens de verschijning van zijn indrukwekkende
bundel Underperformer (Nijgh & Van Ditmar, 1952). Gesprekken
en gesprekjes met Mathilde Santing, Eus, Sven en Leonora, Bernard Wesseling,
Mustafa Stitou, Rick de Leeuw, de beide feestvarkens, Felix van
Festina Lente e.t.q. Ik zeg: 'opgetogen' en ik meen het: niets
dan blije gezichten, geen poeha of poespas, geen aanstellerij, of kijkmijnou
(en het deert mij allerminst, de oudst aanwezige te zijn: ik blijf mijn
ogen uitkijken!).
Enthousiast telefoontje van René Franken uit Antwerpen: de avond
met Ira Cohen was een groot succes, en ook de avond van 1 april a.s.,
als ik onder meer Allen Ginsbergs's Howl ga voorlezen (D.V.) is volgeboekt.
Aldus doende opgewekt het voorjaar binnenstappend: een nieuwe lente
een nieuw geluid. En, zoals het in het Evangelie en de Passie van Mattheüs
luidt (28:20) En zie, Ik ben met u tot de voleinding der wereld.
En zover is het nog bij lange na niet. Voor Christenen, mensen
met het Christus-bewustzijn, nog heel wat werk aan de winkel voordat
de Prins van de Vrede zijn opwachting zal komen maken. Niet vergeten:
wij zijn de weg, de waarheid en het leven. Doe jezelf niet te kort.
Paashaasgroeten, Simon Vinkenoog.
Vrijdag 25 maart 2005
Our Sovereign Lady,
Isis.
Lady Day.
The Virgin Mother
Resurrection of Tammuz, Dionysus, Adonis and Attis
Amsterdam, 18 juli
1928 (niet 18 juni, zoals vermeld in Remco Campert's Schrijversleven,
Dagboekaantekeningen, in 2004 bij de Bezige Bij verschenen - herdruk
van een gesprek met mij door Remco Campert en Jan Vrijman in het tijdschrift
Podium van september 1963.)
18 juli 1936. Op mijn achtste verjaardag breekt de Spaanse burgeroorlog
uit; generaal Franco grijpt naar de macht. Geen ver van mijn bed-show:
in Amsterdam wordt een inzameling gehouden om een ambulance te kopen
en naar het front te sturen; de wagen komt in de Govert Flinckstraat
te kijk te staan, alvorens naar Spanje te vertrekken. Ik kijk nieuwsgierig
naar binnen.
10 mei 1940. Op weg naar school, van de Pijp naar de Prinsengracht,
even voorbij de Leliegracht, merk ik aan de atmosfeer, dat er iets aan
de hand is. Onderweg hoor ik, uit een open raam, een radio-stem die
meedeelt dat de afgelopen nacht Duitse troepen Nederland zijn binnengevallen,
en eenmaal op school aangekomen krijgen we te horen dat die voorlopig
dicht is. Terug naar huis, een week of wat later krijgen we te horen
dat de scholen weer open gaan. Hoe? Lazen wij het in de krant? Ik ben
het vergeten, weet niet eens meer of wij een krantenabonnement hadden.
1940-1945. Niet nu hier .
4 mei 1945: 's avonds wagen mensen zich op straat, die via clandestien
beluisterde Engelse radio-uitzendingen gehoord hebben dat de vrede gesloten
is. Duitse politiepatrouilles jagen mensen weer de huizen in; gedurende
de oorlog was het Sperrzeit: niemand mocht op straat tussen acht uur
's avonds en - ik meen - zes uur 's morgens.
5 mei 1945. Ik meng me, luisterend oor, tussen de mensen die op straat
in groepjes discussiëren over hoe het nu verder moet. De Canadese
bevrijdingstroepen trekken via de Berlagebrug Amsterdam binnen; op de
Dam wordt door Duitse mariniers geschoten vanuit de sociëteit op
de hoek van de Paleisstraat; er vallen doden. Wij komen onder Militair
Gezag te staan.
Mijn moeder zoekt een jongste-bediende-baan voor me; in 1944 heb ik
mijn MULO-examen behaald en ik moet aan de slag, geld verdienen. Ik
kom bij een reclamebureau te werken (grote oplichter) waar ik met ruzie
vertrek en vind dan emplooi bij Em.Querido's Uitgeversmaatschappij,
waar ik na twee jaar vertrek.
Ondertussen ben ik op mijn 18e getrouwd met de zwangere Jenny Lefevere
en word vader: 11 april 1947 wordt zoon Robert geboren. Ik neem na een
half jaar de benen uit Betondorp (zie Zolang te water, verschenen
1954), ontmoet Judith (Juc) Cohen die op een goed moment, na het innen
van een erfenis van 1200 gulden, voorstelt naar Parijs te vertrekken.
Ik ga twee dagen op verkenning en teruggekeerd pakken wij ons boeltje,
dat wij kunnen stallen bij mijn moeder in de Govert Flinckstraat en
vertrekken.
September 1948 - december 1956 PARIJS. Ne quittez pas l'écoute,
chers auditeurs!
December 1948: Gary Davis verscheurt zijn Amerikaanse paspoort
en op het extra-territoriale terrein van de Verenigde Naties, die in
het Palais Chaillot hun jaarvergadering houden, roept hij zich uit tot
Wereldburger Nummer 1, en slaat er zijn tentje op. Voorpaginanieuws.
Winter 1948/9: Ik poseer voor Ossip Zadkine, Académie de la Grande
Chaumière, Académie Julien, les Beaux Arts en Fernand
Léger.
Mei 1949: Ik vind emplooi bij de UNESCO, 19 avenue Kléber, baantje
mooi beschreven in het eerste verhaal van Eendjes voeren door
Remco Campert, waar ik de naam Otto Ombach voer.
1949: eerste gedichten in Podium.
1950-1951: acht nummers van Blurb, debuutbundel Wondkoorts,
bloemlezing Atonaal.
1954. Voor de Unesco twee maanden naar Uruguay, Montevideo.
1956. Twee maanden India, New Delhi, eveneens als Unesco-stafmedewerker.
Januari 1957. Terug in Amsterdam, ik kijk rond. Iedereen schnabbelt.
Zo ook ik.
(Wordt vervolgd).
Een goede Vrijdag toegewenst, vrienden en vriendinnen, bekend en onbekend.
(Jezus stierf niet aan het kruis). Simon Vinkenoog.
Donderdag 24 maart 2005
Lao Tsze, c. 604-
500 B.C.
Sanctus Gabriël, Archangel (C.)
"Was fällt,
das soll man stürzen, damit es schneller falle." Uitspraken
van Nietzsche zijn altijd welkom in crisis-tijden. En crisis is goed
voor de poëzie, stelde eens Johnny van Doorn vast; terecht. Crises
zijn hoogst noodzakelijk, om veranderingen en wijzigingen aan te brengen,
die op geen enkele andere manier te bereiken zijn.
Marcel van Dam stelt in de Volkskrant vanochtend, even terecht:
"De lijdensweg komt voort uit een volkomen vastgelopen bestuurlijk
systeem in Nederland, waarin de bestuurlijke macht is verdeeld over
zoveel organen en mensen die voor hun eigen bestaan afhankelijk zijn
van het voortbestaan van het systeem, dat zij niet bereid zijn mee te
werken aan wijziging ervan. Dat geldt voor de volksvertegenwoordiging
op alle niveaus, maar vooral ook voor alle ambtelijke diensten en de
mensen die daar werken."
De grote opruiming; hoeveel menen hebben hun eigen werkzaamheden achterhaald
gezien, omdat machines en computers het werk even zo goed kunnen overnemen?
Hoeveel zekerheden zijn niet weggeslagen bij mensen die dachten onmisbaar
te zijn, en die met al hun kennis en ervaring op een gegeven ogenblik
buiten boord vallen, alleen maar wegens hun leeftijd en omdat zogeheten
baby boomers om een plaats staan te dringen in de pikorde, die in een
samenleving schijnt te moeten bestaan.
Voorpaginanieuws in de Volkskrant, dat een plaatsje heeft gekregen
naast de bedroefde hondenkop van Minister (ex-minister?) De Graaf. 'Dichter
Driek giet historie Nederland in lang rijm'.
Samen met zijn vriend Jean Pierre Rawie schrijft Driek van Wissen, dit
jaar tot Dichter des Vaderlands verkozen, in opdracht van uitgeverij
Prometheus een ultralang gedicht over de Nederlandse geschiedenis, dat
dit najaar in boekvorm dient te verschijnen. Het Groningse duo, meldt
John Schoorl, is er nog niet uit hoe de geschiedenis precies verteld
moet worden.
'Driek is van huis uit katholiek en ik niet, en zoals u weet zijn de
godsdiensttwisten van historisch belang. Hij ziet Balthasar Gerards
als een held, en ik natuurlijk niet. Maar dat lossen we wel op.' Het
vormvaste dichtersduo moet volgens Rawie ook de 'brave poging' van Bertus
Aafjes en Piet Worms doen verbleken, die in de jaren vijftig De
vrolijke vaderlandse geschiedenis publiceerden.'Zij schreven nog
dat wij de Tweede Wereldoorlog hebben gewonnen. Wij, Driek en ik, denken
daar anders over.'
Om zijn functie als poëzie-ambassadeur meer invulling te geven,
wil Van Wissen een jaarlijks 'Landjuweel' organiseren waarin poëziegenootschappen,
amateurdichters en rederijkerskamers 'het tegen elkaar opnemen.' Hij
is wellicht niet op de hoogte van het feit dat de Ruigoord-gemeenschap
al jaren ieder jaar een dergelijk Landjuweel organiseert? Dit jaar vindt
het van 21 t/m 25 juli plaats. Zie de uitgebreide website www.ruigoord.nl.
Het Antwerpse programma van de Beat Bookstore (Wolstraat 2a) biedt elke
vrijdag een ander facet van deze Amerikaanse alternatieve poëziegeschiedenis:
werd voor morgen, de 25e maart, Diana di Prima verwacht, zij heeft om
gezondheidsredenen moeten afzeggen. In plaats van de dichteres uit San
Francisco zal nu de New Yorkse kosmopolitische dichter-fotograaf Ira
Cohen op René(Demian) Franken's veertigste verjaardag
zijn opwachting maken; aan hem is de nodige aandacht op deze mijn webstek
besteed: zie de link naar Shamanic Warriors.
Ira is sinds 1964 een telkens weer oplichtende verschijning op
mijn levenspad geweest, ik hoop hem in Antwerpen te ontmoeten waar ik
volgende week vrijdag 1 april samen met Hans Plomp verwacht wordt, voor
een volgende stap in dit grote avontuur.
Nu neem ik de Volkskrant mee naar de tuin, waar wij heel wat
werk te verrichten hebben, onder meer om een groot interview met collega
Van Wissen op de Voorkant-pagina te lezen. Zon wenkt; ook mijn bezoekers
hier een zonnige dag toegewenst: laat muizenissen verstuiven, het leven
is en blijft een wonder, wat je ook overkomt. Zie het vooral niet als
een beproeving, niemand heeft het op je gemunt: You're not the target,
schreef ooit Laura Huxley - titel van een mooi boek. Gegroet. Simon
Vinkenoog.
Woensdag 23 maart 2005
Aquiba ben Joseph, Hebrew martyr, c. 50 - 130 A.D.
Van vliegvelden gedroomd: ik zag
godenzonen, dichters en politici, temidden van het massa-toerisme dat
er vroeger nog niet was. Waarschijnlijk met de beelden van de jaren vijftig
uit Andere Tijden nog op het herinneringsnetvlies, toen grenzen
nog nauwelijks overschreden werden.
Het toerisme heeft de wereld wel zeer veranderd, ten goede en ten kwade,
als we die splitsing dan toch moeten aanbrengen.
De Galapagos-eilanden en de koraalriffen overal ter wereld bedreigd door
liefhebbers, anderszijds maken heel wat mensen kennis met culturen die
zij eerder niet tegenkwamen, als zij zich tenminste niet vergenoegen met
louter zon, zee en disco..
Op vlieghavens de meest interessante ontmoetingen, tijdens een oponthoud
van vier uur kwamen Edith en ik ooit in Cairo niet eens aan een spelletje
reis-scrabble toe, dat wij voor onderweg hadden meegenomen; conversaties
namen over.
Ik heb ook niets meer tegen groepsreizen: laat anderen de route maar uitstippelen
en het hotel uitzoeken. Hier spreekt natuurlijk niet de jonge onderzoeker,
die in zijn eentje uit avonturieren gaat; ontdekkingen overdoen die anderen
al duizend keer gemaakt hebben. Ook het liften, zo in zwang eind jaren
veertig, begin jaren 50, nee het is er niet meer bij. Wat dat betreft
doen Koning Aap, Shoestring, Djoser en Kras hun best voor je. Leve de
nieuwsgierigheid, leve datgene wat nog voor je ligt, geniet van elk moment,
pluk de dag en tel je zegeningen.
Op deze dag trek ik er op die manier uit, autoritje Hilversum voor
voice-over (nieuw beroep!) en daarna Tuin. Wonder, o wonder, dat
leven heet. Julie Simon V.
Dinsdag 22 maart 2005
Avicebron, Arabian Neoplatonist, s.d. 1020 - 1070 A.D.
Ik moest me losrukken
uit Tommy Wieringa's steeds spannender wordend boek Joe Speedboot
- nog honderd pagina's te gaan - om hier mijn dagelijkse
duit in het zakje te doen. Soms grijp ik met mijn woorden ver van mij,
dan weer ben ik heel dichtbij.
Zoveel om met iedereen te bepraten, herinneringen op te halen, kennis
over te dragen, een glimlach doen ontstaan. Over alles is een boom op
te zetten, mensen en dingen - wat je gezien, gedaan, gehoord of gelezen
hebt - de boeken die je leest, of koopt en krijgt en inkijkt, het orde
houden in het doen en laten, het weten afstand te doen van oud papier..
Soms gaat het om een opnieuw schudden van de kaarten, als claudicatio
intermittens zijn intrede in je leven heeft gedaan, en een gebroken
rib (stel u gerust: alweer drie weken geleden, maar nog wel te voelen)
je weer eens extra doet beseffen hoe kwetsbaar het leven is, met al
die ongelukjes die zich in kleine hoekjes bevinden. Hoe de toestand
in de wereld er opeens steeds minder toe doet, vooral omdat je tevens
weet hebt van het feit dat ijzer niet met blote handen te buigen is,
tenminste niet in de alledaagse werkelijkheid.
Hoe heerlijk om dan een goed boek te kunnen lezen, dat zich van de zogeheten
werkelijkheid niets aantrekt, maar waarvan de schrijver je een wereld
voor ogen tovert, waarin je gaat geloven, met mensen die gaan leven,
ook al worden de meest waanzinnige situaties beschreven.
Een vergelijkbare leeservaring, die mij op deze wijze raakte, was Het
leven van Pi, een jaar of wat geleden, al moet ik bekennen dat
de naam van de auteur daarvan mij ondertussen even ontschoten is.
Het 'even niet meer weten' mag; hinderlijker wordt het als je korte
geheugen wordt aangetast, en als er iemand is die je zo nu en dan met
dat euvel confronteert, wordt je geduld duchtig op de proef gesteld.
Voorjaarsloomheid, de eerste zonnestralen integreren, knoppen zien botten:
de eerste bezoeken aan onze aan elkaar grenzende tuinen (Ediths Eden
en Simons Morgenland) hebben mij weer tot stille extase gebracht,
ook binnenshuis, in het liefdevol ingerichte tuinhuisje, met de uitspraak
van Mae West op een koperen wandbordje: 'Too much of a good thing
is wonderful!' en de betegelde uitroep van buurman Bill God
is een tuin voor het raam. De boekenplanken boven en onder het
hoge bed dat uitzicht biedt op de wereld van tsjilpende en kwinkelerende
vogels in het groen. De gehaakte gordijntjes, die wij 15 jaar geleden
aantroffen, het blauwe pannengerei, het petroleumstelletje, en de weelde
van zonne-energie dankzij lichtpanelen op het dak. Edith was bij de
budleja met de takkenschaar in de weer en ik met bisonkit voor mijn
uit zijn winterslaap te herrijzen Totem, en inderdaad de vraag wat te
doen met de vracht papieren die ik bij mijn vertrek van Bres wilde meenemen,
al langer dan een jaar opgeslagen, niemand in de weg staand. Eigenlijk.
Eigenlijk houd ik er nu even mee op. Eigenlijk doe ik nu even iets anders;
verder lezen bijvoorbeeld. Goed idee. Dag, Simon.
Maandag 21 maart 2005
Sun enters Aries
Eostre, Goddess of Spring and Dawn
Spring Festival, the Vernal Equinox
Benedict, patriarch of western monks and founder of Order of Benedictines,
b. c. 480 A.D., d.543.
Welkom, Twaalfde Week. Zeer
Welkom, Voorjaar! Op het terras van Café Marcella, hoek Prinsengracht/Amstelveld,
koesteren mensen zich in de nog bleke, maar zeer energiserende, voorjaarszon.
(Nooit 'zonnetje' zeggen over onze grootste krachtcentrale!). Edith
struint over de bloemenmarkt, ik zie haar praten met onze voormalige
apothekeres, die altijd zulke prachtige orchideeën tussen de
medicamenten had staan (de Utrechtsestraat een buurtstraat voor ons
bevoorrechten). Wij gaan kleur aanbrengen in de tuin, zij koopt viooltjes
en primula's in alle kleuren van de regenboog, ik wil haar omhelzen,
de eerste ochtendkus verlengen...Onderweg naar onze Hortus in Noord
komen wij telkens duidelijker wordende gebouwen tegen, groeiend etage
voor etage, aan de Van Hassseltweg afslag Meeuwenlaan - de hele buurt
krijgt een opknapbuurt, veel heesters gesnoeid, meer verkeersuitkijkjes
en zicht op de twee parken langs de Leeuwarderweg die weer éen
moeten worden in de toekomst. Dan wordt pas duidelijk waarom bij de
bouw van deze wijken vroeger sprake was van Tuindorp Nieuwendam, Tuindorp
Oostzaan. Het idee in een tuindorp mijn eerste herinneringen te hebben
liggen, en nu de laatste: het is weer een van de cirkels die gesloten
wordt. Een uur in de zon in de tuin gezeten; een kwartiertje met takken
gesjouwd, een kwartier gewerkt aan (gespeeld met) mijn Totem van Totaal
Nutteloze Dingen, een gedicht in Dingtaal, voorbij het woord. Unbedingd.
De dingen voorbij. Howl and Beyond. Het nieuwe uitzicht,
dat inzicht wordt. Ik lees in de NRC van afgelopen vrijdag een gesprek
met Tommy Wieringa, wiens splendid boek Joe Speedboot ik
aan het lezen ben, nu halverwege - vanavond waarschijnlijk UIT. Jammer,
dan. Opnieuw, als in een eerder gesprek, dat ik hier citeerde, het
bronverhaal van Wieringa, die eerder de (door mij niet gelezen) boeken
Dormantique's manco, Amok en Alles over Tristan schreef.
Hij vertelt Maartje Somers (en ons) dat hij in 1997 voor het tijdschrift
Rails in Ethiopië was.
"Het moment dat ik het écht zag, kwam toen ik in Harar
geweest was. Daar heeft Arthur Rimbaud een handelsmissie gedreven.
Trossen kinderen wezen me de weg naar het 'Rimbaud-house', een schitterend
koloniaal koopmanshuis, gebouwd na zijn tijd. Rimbauds échte
huis is een vervallen, onaanzienlijk lemen huisje. Dat zette me aan
het denken over hoe mensen van mythes houden. Hoe ze steunen op verhalen
die groter zijn dan zijzelf.
"Vervolgens stapte ik in de trein naar Addis Abeba. Ik zat op
een zak suiker en kreeg qat aangeboden, de geestverruimende plant
waarop veel mensen daar kauwen. Ik zat die struik af te grazen, tegenover
me gaf een vrouw haar kind de borst. Uitkijkend over de steenwoestijn
kreeg ik een megalomaan visioen. 'Mijn boeken moeten vleugelslag krijgen',
dacht ik, 'er bestaan nergens anders grenzen, dan in mijn eigen hoofd.'"
Het klinkt als een mythe, oppert de NRC-medewerkster, 'maar dat vindt
Wieringa geen punt. "Een mythe ligt als een schaduw over mensen
en dingen. Hij maakt het leven groter, niet kleiner. Dat is de rode
draad die Alles over Tristan met Joe Speeboot verbindt."
Gisteren teruggekomen van een
familiebijeenkomst in Den Haag, als altijd opwekkend en onderhoudend,
waar Ma's 82ste verjaardag gevierd werd, om de Amsterdamse presentatie
van Diana Ozon's nieuwe dichtbundel Bronwater bij te wonen,
door haar groningse uitgever Anton (Passage) Scheepstra georganiseerd
en gepresenteerd in de Chiellerie (Hang Plek Voor Kunstenaars) aan
de Raamgracht 58, aan de voet van de Zuiderkerk. In deze omgeving
liggen voor mij talloze herinneringen voor het oprapen, als ik de
moeite zou nemen om me naar ze voorover te buigen, Kloveniersburgwal,
Groenburgwal, Oudezijds Achterburgwal, Nieuwmakt, Zeedijk, Koningstraat,
Kromboomsloot - o, ik zou er mij als een verlorene uit Het groene
gezicht van Meijrink in kunnen verliezen; Oude Schans, Binnenkant,
Kromme Waal. Prins Hendrikkade. Bruggen vol sterren van carburundum
en mescaline. Sprookjestijd mythes Anno Nu. In de gloria. De bijeenkomst
in de HPVK bleek tussen drie en zes uur, de eerste voorjaarsdag, uit
te lopen in een zeer genoeglijk samen-zijn en ont-moeten: Meeting,
Be-In, Happy Hour Etc. Weer zo'n honderdtal mensen tussen wie zich
nieuwe of oude draden spinnen, opnieuw opkomende wegduikers, tussendoorglippers
- degenen die je kent en zij die dat willen.
Diana ken ik vanaf haar achttiende. Ik hóorde haar, nog voor
ik haar - even later - ontmoette. Ik liep in de Oude Leliestraat richting
Torensluis, waarop een tent was neerget voor een poëziemiddag
georganiseerd door Willem (?), zich noemende de Duizenddichter, die
in de Torensteeg een poëzieboekwinkel had opgezet. Ik was nog
niet bij de brug aangekomen, toen ik in de verte een vrouwen(meisjes)stem
vanonder het tentdoek gedichten hoorde voordragen. En wel zó
dat ik mijn stap verhaastte om te weten van wie die zelfbewuste, enigszins
spottende en sneldenkende zeer dichterlijke stem was, en hoe de behoedster
van die stem er uit zag, uiteraard. En zo kwam de kennismaking en
de daaruit volgende vriendschap tot stand.
Het belangrijkste wat ik over Diana te zeggen had, was dat zij voor
mij een van de voorbeelden was van het adagio, het proces DO YOUR
OWN THING.
Ik leerde haar ook beter kennen toen zij in het Zebrahuis woonde,
in deze straat een ietsje verder voorbij het Weesperplein: prachtig
beschilderd door Diana's geliefde van toen, de sjablonen-graffiteur
Hugo Kaagman. Ik raadde haar aan een archief bij te gaan houden, om
groeiende chaos-mogelijkheden in te dammen. Zij ging in de literatuur
haar eigen baan, kon ijzingwekkende verhalen vertellen en beschrijven,
en stortte zich terzelfdertijd in de punk-scene die ontstond rond
Ivar Vics, dr. Rat, de Koekrant van Christiaan Kanstadt,
diens Art-o-maat en andere hoofdstedelijke interventies. Namen bij
de vleet; lieve hangjeugd rond het Getal Nul, de Krater en
hetantiCitycircus, dat zich nomadisch vestigde op wat de bouwplaats
voor de Stopera zou worden, de Waterloop-lijn. Resten Vrijplaats de
Etna in de Rapenburgerstraat, deze hangplek en herinneringen.
Haar reizen naar Afrika, waarover zij in Bres schreef. De
kennis die zij opdeed als docente en onderzoekster. Haar digitale
gedichten, van voor Internet. Dat er nog geen landelijk dag- of weekblad
was, dat haar om columns vroeg, betreurde ik. Immer actief ken ik
haar, niet bang voor marokkaanse hangjongeren voor de deur, met een
website die staat als een klok
(www.diana-ozon.nl)
en ook sinds enige jaren met partner en metgezel Frank een volkstuin.
Een hele klus.
De heren Bindervoet & Henkes, die Diana uit Cybertag-Art-BBS
Hi-speed 24 hours a day-dagen kent, lazen een mooie Ode aan Diana
voor.
Het was voor mij een genoegen dit opzienbarenwekkend duo, die o.m.
James Joyce en de Beatles vertaald hebben, met eigen werk te horen,
en ook was het weer een bizonder genoegen hier te hebben kunnen kijken
en luisteren naar de Dichters uit Epibreren (Bart F.M. Droog,
Tjitse Hofman, Jan Klug) die een minishow van jewelste weggaven, en
ook mij (au) tot een dansje wisten te verleiden. En daarna weer de
eigen vertrouwde geuren tegemoet, ha heerlijk huiswaarts.
Morgen wordt het televisiekijken, Andere Tijden.Nederland 3.
Vrijdag, lees ik in Edith's handschrift in mijn agenda een hoera-borrel
in het Gebed zonder End.
Vrijdag in Antwerpen: zie www.demian.be.
Zaterdag open ik, D.V.(tussen 16 en 19u), een tentoonstelling van
Ori Ben-Zeev en Jan van der Veer in Galerie Goncourt, Oude Molstraat
14b, 2513 BB Den Haag, 070-3621722, www.goncourtgallery.com
En toen was er nog zon. Helios:
ik ben die ik ben.
Let the sun shine in... Simon Vinkenoog.
Koetshuis, ‘s-Gravenhage, zaterdag/zondag 19/20 maart 2005
19: Mencius (Meng-Tsze), disciple of Confucius, c. 373-288 B.C.
20: Mystical Death or Aphanismos of the Christos
Ovid (R.), poet, b. 43 B.C., d. 18 A.D.
De buitenwereld maakt
aanstalten voor het langskomen van de City-Pier-City hardlooprace, die
straks gehouden gaat worden met een record aantal deelnemers, 18.000.
Weet je dus niets van af, als je niet in Den Haag e.o woont. Hoe regionaal
is het Nederlands krantenbedrijf?
Het plan van uitgeversbedrijven PCM en Wegener om acht dagbladen op te
heffen en te fuseren tot een enkele combinatie (Algemeen Dagblad, Utrechts
Nieuwsblad/Amersfoortse Courant, Rotterdams Dagblad, Rijn en Gouwe, de
Dordtenaar en Haagsche Courant/Goudsche Courant) betekent de grootste
fusie uit de vaderlandse persgeschiedenis, genoodzaakt door een gezamenlijke
oplagedaling van 989.000 exx in 1995 tot 643.000 vorig jaar, en daaruit
voortvloeiende verminderde advertentie-inkomsten.. Hoewel de nieuwe krant
nog geen eigen naam heeft (het Algemeen Dagblad-redactie heeft bij voorbaat
geeist dat de naam AD niet mag verdwijnen) zal die in augustus in half
formaat dienen te verschijnen. In de Haagsche Courant van gisteren durft
hoofdredacteur Peter ter Horst na lang handenwringen te zeggen dat de
nieuwe krant een kans verdient, en hij vraagt zijn lezers te reageren:
nieuwekrant@krantvanhier.nl.
Op de voorpagina van hetzelfde nummer slaat Jan Paul Bresser een geheel
andere toon aan bij de verdwijning van het 120 jaar bestaande dagblad,
dat al eerder Het Vaderland opgeheven zag.
“Ach, het hoofd wil altijd een rekenwonder zijn, maar hoe staat
het met het hart? Hart voor de stad, hart voor de Hagenaars, hart voor
de eigen straat, de voetbalclub, de schouwburg, de school en het strand,
voor de operettevereniging, de volkstuin en het koffie3huis, voor het
museum, de haven en de tramtunnel, voor de markt en het bejaardenhuis.
Hart voor de eigen geschiedenis, de eigen aard en de eigen streken. Hart
voor het Statenkwartier en de Schilderswijk, voor het Belgisch Park en
het Laakkwartier. Hart voor Helga en Harrie, voor Paul en Sjaak, voor
Willem en Beatrix, voor Eline en Jantje. Hoe staat het daarmee, straks,
als de Haagsche Courant er niet meer is, na 120 jaar iedere dag opnieuw
trouw op de deurmat te zijn gevallen, tot in alle uithoeken van de stad?
Zijn hoofd en hart er dan nog om samen kritisch van Den Haag te houden?
Dat is de vraag.”
In de HC van zaterdag antwoordt topman Jan Houwert van Wegener vragen
van Erik van der Struijs en Jeroen de Vreede. Op de vraag of voor de beoogde
vernieuwingen per se een fusie nodig is, antwoordt Top: ‘Ja. Die
veranderingen kunnen niet bij afzonderlijke kranten worden doorgevoerd.
Daar zijn ze te klein voor. Samen kan het wel. Voortgaan op de oude basis
heeft geen zin als je de voortdurend dalende oplagen ziet. Ik geloof niet
dat er in het grootstedelijke gebied als de Randstad.nog bestaansrecht
is voor regionale kranten in de huidige vorm. Dat geldt ook voor Het Parool.
De Volkskrant en de Telegraaf zijn de kranten in Amsterdam.’
Daar ben ik het dus niet mee eens. Voor mij is en blijft Het Parool een
hoofdstedelijke krant, met landelijke uitstraling, met meer Amsterdam
in de genen dan de Volkskrant of De Telegraaf, en ik ben er zeker van
dat dit ook geldt wat betreft de huidige redacties van de Haagse en Rotterdamse
kranten, die het veld moeten ruimen voor nieuwe boekhoudinzichten.
CityPierCity komt langs; ik ga kijken! Uwe roadie wenst u een prettig
weekeinde. Simon Vinkenoog
Vrijdag 18 maart 2005
"Wiens brood
men eet, wiens woord men spreekt.' Terugkijkende, precies 4 maanden
voor mijn 77ste verjaardag, heb ik enkele malen met deze zegswijze te
maken gehad: dat je je vereenzelvigt met datgene wat je 'voor de kost'
aan het doen bent, om den brode zogezegd. Het maakt natuurlijk wel uit,
of datgene waarmee je je vereenzelvigt, waar en waarachtig kan zijn,
als het niet strookt met je eigen woorden - de woordenschat die van
niemand anders is en die je opbouwt aan de hand van aangesleepte ervaringen,
zover teruggaand als je hersenen maar reiken kunnen - Ausnamesituationen
daarbij inbegrepen.
Ik heb me met de vijftigers vereenzelvigd, aangezien ik de eerste samensteller
en bloemlezer mocht zijn van een ere-elftal dichters, halverwege en
aan het begin van de jaren vijftig. Niets ten kwade, Remco Campert waarschuwde
me ervoor niet de Victor van Vriesland van de vijftigers te worden,
en Gerrit kouwenaar stelde in een vrij-Nederland-artikel heel duidelijk
('Geheel namens mijzelf' was er de titel van) dat ieder dichter 'uiteraard'
voor zichzelf sprak.
In de literatuur, de brieven en interviews, hoe de wegen van deze dichters
ieder een eigen kant uitgingen, uiteraard. Een groep valt immer in eenlingen
uiteen, wanneer het groepsbelang algemeen belang is geworden en ieder
op eigen benen kan staan. In Parijs was ik werkzaam van mei 1949 tot
december 1956, als special requests documents officer (mooi
klinkende functie, schaal D) bij de Documents & Publications Distribution
Division), met welke kennis ik twee keer een reis maakte van twee maanden,
Monteviodeo (Uruguay) eind 1954 en New Delhi(India) novem-decemer 1956.
Meer dan genoeg prentbriefkaarten dus, opgeslagen, mooi meegenomen.
Ik kreeg na acht jaar genoeg van Parijs. Het conflict met de Algerijnse
Front National-terroristen/vrijheidsstrijders nam in hevige mate toe
en de stad die van Licht was geweest, deed me met de mitraillette-gendarmes
op elke straathoek teveel denken aan de stad die duister was, Amsterdam,
in de oorlogsjaren - die ik van mijn 11e tot mijn 16e meemaakte, onderging.
Niet zo mooi meegenomen.
In de hoofdstad teruggekeerd, kwam ik via Hans Gabriëls, die ik
er op aanschoot in het journalistencafé Scheltema, bij de
Haagse Post terecht, waar de onvergetelijke mevrouw Sylvia Brandts-Buys
mij wist te betoveren. Van los werd ik vast medewerker, voor halve dagen,
halve weken en voor je het weet zit je tot over je oren, in de WIJ-zang.
Tot je het beseft, en je hoort het jezelf zeggen: 'wij van de HP' en
dan heb je weer genoeg van het avontuur, dat vijf jaar duurde, wil je
weg, hoe leuk en alomvattend ook, naar iets anders.
'Al wat beweegt zal in beweging blijven!", hield ik mezelf
ooit in een gedicht voor, en mijn internist Julius Calmer R. (29.X.1941)
legde er vanochtend weer de nadruk op.'In beweging blijven.
Blijven lopen. Tot het pijn doet.' Ja, dat weet ik, dat voel ik, en
verder was de hartslag normaal, bloeddruk 140/90, de gebroken rib zou
ik nog wel even blijven voelen, en dat ik al twee maanden geen nicotine
meer tot me nam, meer dan een pakje Gauloises per dag, goed
zo - ik kan weer drie maanden vooruit met de ditjes en datjes van de
Medicijnman.
In 1962 zou mijn boek Hoogseizoen uitkomen, mooie gelegenheid
op eigen benen verder te gaan. Een idiote zomer in Ibiza, een waanzinnig
najaar, met de happening Open het graf, de Shehererezade-avonden
jazz & poetry, de strubbelingen met politie en justitie wegens marihuanagebruik
(zes weken Huis van Bewaring in Utrecht) en wat al niet. Schrijfboeken,
verzamelboeken, boeken te vertalen, het tijdschrift Randstad, etc.
In 1968, ik blijf bij mijn opsomming, vroeg uitgever-eigenaar-hoofdredacteur
van Bres/Planète, Ted Klautz mij of ik aan zijn tweemaandelijks
tijdschrift wilde meewerken, en een artikel over LSD-25 schrijven. Maar
al te graag , en - bijna einde verhaal - dit avontuur duurde, met een
constante redactiewisseling na zijn overlijden, tot twee jaar geleden.
Met Dries Langeveld aan het bewind, was het niet eens van mijn kant
uit, dat er een einde aan de verhouding kwam. Het blad raakte in financiële
moeilijkjheden, werd door uitgeverij Synthese overgenomen en
ik hoefde aan welke doorstart dan ook niet meer mee te doen.
Het boek Herem'ntijd bundelde een deel van de kronieken, die
ik van 1968 tot 1998 bijhield, onder de naam Wereld in Beweging.
En het laatste jaar van mijn redacteurschap van Bres had
ik mijn poëtisch credo Goede Raad is Vuur Uitg. Passage,
niet uitv.) geschreven, dat blijkbaar diende als visitekaartje voor
mijn alternatieve regentschap als ad interim Dichter des Vaderlands,
een narrenfunctie die ik gedurende 2004 vervulde. (Met Plezier!) Nu
ben ik weer bizonder blij, me daarmee niet meer te hoeven vereenzelvigen.
Ik ben
pas van nu af aan kan ik zeggen: Geen zout meer op mijn staart. En uiteraard
breek ik, al jaren, mijn eigen brood. (D.w.z. wij hebben de beste bakkerij
van Nederland, Hartog, hoek Ruyschstraat/Wibautstraat.)
Op naar Edith's moeder in Den Haag, die haar 82ste verjaardag viert.
In je eentje, met een trouwe gade, de wereld in beweging houden: niets
leukers. Join your ship: set out to sail the ocean of humanity! Simon
Vinkenoog.
Donderdag 17 maart 2005
Patrick (C.),
Patron Saint of Ireland, c. 373 - 463 A.D.
Marcus Aurelius, Roman emperor, d. 180 A.D., b. 121
Vroeg op; om twaalf
uur verwacht in de Rotterdamse Doelen, waar BulkBoeks Dag van
de L:iteratuur wordt gehouden met heel wat activiteiten voor
de jeugdige lezertjes. Een uitgebreid programma-overzicht, mededelingen
en aankondigingen in het glossy geschriftje van 64 pagina's dat de
dag van 10 tot 16 uur uitvoerig annoteert. Meer dan 50 dichters, zangers
en musici treden op, ik tel een achttal mogelijk-gemaakt-hebbende
sponsoren. (Sponzen in hun oren?)
Om 13.00 uur treden in de Grote Zaal op: Spinvis, Simon Vinkenoog
en Menno Wigman, daarna om 13u45 in de Van Capellenzaal (er zijn acht
zalen en foyers in constant creatief gebruik) tot 14u15 Ilja Leonard
Pfeijffer en Simon Vinkenoog.
Ik houd het voor het ogenblik hierbij, in afwachting van de autorit
erheen (Edith als immer zeer geconcentreerd achter het stuur, ik op
de uit- of inkijk). Wellicht dat ik hier later op de dag terugkom
om het Kersvers te verversen, D.V. Tot dan, Simon Vinkenoog.
Kwart voor zes.
Terug van een verrijkend tripje naar Rotterdam. De zeven zalen - Grote,
Willem Burger, Rabobank, Fortis Bank, Jurriaanse, Eduard Flipse en
Van Capellen - alsmede de Hallen & Foyers hadden zesduizend middelbare
scholieren te gast, uit Vlaanderen en Rotterdam en Ommelanden (de
Hoeksche Waard altijd creatief achterland!) De inktaap zal rond deze
tijd uitgereikt zijn;
www.inktaap.com - na de twee optredens kozen wij de weg terug
naar Amsterdam. Op het podium van de Grote Zaal werd ik begeleid door
de 'ongrijpbare' Spinvis en band (Rinske Wels in Het Parool), waarvan
de muziek bij eerder beluisteren zeer genietbaar was. Op verzoek van
presentator Leon van der Zanden, die mij eerst vroeg wat ik 'met jongeren'
had, begon ik uiteraard over mijn 'jongere-bejaarde' vader- en grootvaderschap.
Om een boodschap gevraagd, gaf ik als credo te kennen: It Don't
Mean A Thing, If It Ain't (Has Not )Got That Swing.
Op een volgende vraag zei ik gekomen te zijn om gedichten
te lezen, en zette meteen hoog in met het gedicht Helios: Ik ben
de Zon, een aantal vereenzelvigingen, die hopelijk voorgoed de
jonge toehoorders overttuigden van de band tussen Zon, Aarde en Mens.
In elk geval hun docenten, in ruime mate aanwezig. Daarop liet ik
het gedicht Het beloofde land horen, het ooggetuigeverslag
van Ahasverus, de Eeuwig Wandelende Jood, van het splijten van de
Rode Zee en de terugkeer naar het Beloofde Land op de vlucht voor
het achtervolgende Egyptische leger.
Laatste regels:
'Als ik sterf, valt de muur van water op
mij en verzwelgt mijn herinneringen. Kom,
roep ik het eeuwige levenswater, mij
dorst. Hoor mij o God in de hoogten en
diepten, zie mij o mens, uw dankbare
getuige.'
Beide gedichten komen voor in wat ik de Gentse bundel noem, een bloemlezing
uit mijn poëzie van 1949 tot 1993, verschenen in 1994 als Dichters
van Nu 4 bij het Poëziecentrum in jawel, Gent, verschenen.
Ik hoop ooit te mogen horen (als opname) hoe het heeft geklonken:
concentratie alomme, op het podium bij de muzikanten en de articulerende
dichter, en ook in de zaal. Bravo. Dankje, Spinvissers!
Deelden Spinvis, Menno Wigman en Uw Dw Dr een half uur in de Grote
Zaal, in de Van Capellenzaal deelde Uw dichter een halfuur met Ilja
Leonard Pfeijffer, hij eerst (hij was al begonnen door de uitloop
in de Grote Zaal). Ik begon met wat ik een begrijpelijk gedicht noemde,
C.Buddingh's Ode aan de poëzie, een Absolute Must voor
voortgezet onderwijs in de letteren, liet Lucebert en Brian Patten
horen en eindigde met mijn Mimicri, un déjà disparu,
ooit geschreven voor een poppenspeler. Laatste twee regels: 'Ware
taal is onbegrijpelijk, / mimicri, vermomd als raadsel.'
Met het gedicht Lieverd eindigde ik mijn optreden(s) en met
haar ook aanvaardde ik de terugreis: Volvo Voldoet! In Amsterdam hadden
wij een pakketje op te halen dat bezorgd was tijdens onze aanwezigheid
(Bibliografie Claus uit Antwerpen) in het Postkantoor Waterlooplein.
Op een bankje in de entree Amstelzijde van het stadhuis kwamen wij
Jean Ruiter tegen, die volgens het periodiek Mozaiek van
vorige week na 25 jaar dienstbaarheid is afgetreden als spil van het
culturele, interreligieuze gebeuren in de Mozes & Aaronkerk. Wij
vroegen hem niet naar toekomstplannen of redenen van...Hij was ongetwijfeld
een der genen, die je kent als Mens van Goeden Wille - en ik ben van
mening dat we het juist van dat specimen Mens moeten hebben, in de
huidige existentie-ronde, waar Tijd, Ruimte en Kennis op zo'n bizondere
wijze met elkaar in verband worden gebracht.
Wij reden verder naar het KNSM-eiland (Edith ontdekte de Jan Schaefferbrug
als toegangspoort tot de eilanden!) waar wij ons lieten inschrijven
als abonnee op het SBK Uitleenprogramma; uiteraard moest ik terudenken
aan de pionierende Pieter Kooistra, die als Utopist eindigde met zijn
nog steeds o zo valabele UNO-basisinkomen voor iedereen (op
Aarde).
Zoek de desbetreffende literatuur op, if you like..
Peter de Groot toonde trots zijn debuutbundel een nieuwe god de
nieuwe regels gedichten & aforismen, (Howl and Beyond)) en
wij zaten zeer gemoedelijk twee keer in een artisten-medewerkersfoyer
en converseerden met Rick de leeuw, Henk Spaan, Anna Enquist, de Woorddanser
Jeroen, Kader Abdolah, Wilfried de Jong, Matthijs van Nieuwkerk, Hafid
Bouazza en wie nog meer langs: 'Meneer Appel, mooie boeken!' en ik
meende het. Laat ik nou alles menen, zonder er een mening over te
hoeven hebben. Meen je niet! Etc/, vermoeidheid slaat toe: rustige
avond tegemoet. Gegroet. Simon Vinkenoog.
Woensdag 16 maart 2005
De 49ste Nationale Boomfeestdag.
Ik leef des zomers
omringd door de bomen, ik ga als het waait slapen bij het geruis van
de bladeren in de bomen, en ik word wakker in de schaduw van de bomen
in het W.H.Vliegenbos, waarachter even later bij onbewolkt weer de
zon stralend zal verschijnen.
Bomen zijn mijn vrienden, al vanaf het moment dat ik als jongetje
verblijvend in een kinderkolonie op de Veluwe tijdens wandelingen
het ontastbare gevoel gestalte probeerde te geven, dat je ervaart
bij het lopen tussen bomen, struiken, heesters, planten, bloemen.
Hoe het lééft, hoe volop ontkiemen, groeien, ontbotten,
bloeien en al wat verder des natuurs is. En daarbij komt dan de uitspraak
van de Spaanse schilder Joan Miró binnenvallen: 'Als ik een
boom zie, krijg ik een schok, is het net alsof hij zal gaan ademen
en praten. Een boom heeft iets menselijks.'
De levensboom: de stamboom. Hier geen boom op te zetten; een herinnering
aan het gedicht van Jakob Boehme, Aurora, waarin de ganse
schepping in de beelden en metaforen van de boom vervat ligt, taal
van een man op papier, van hout gemaakt.
In een vredestijdschrift een cartoon: een grote Engel met vlammend
zwaard, die Adam en Eva uit het Paradijs verjaagt. Wat laten zij achter?
De tekening laat zien, tot aan de horizon, een woud van gekapte bomen,
niets dan boomstronken. Zal het zover komen? In de Vierde Preek
tot de Doden van Carl Gustav Jung is sprake van twee duivel-goden,
de ene het brandende, de ander het groeiende.
"Het brandende is Eros in de gestalte van de vlam. Deze
geeft licht, doordat zij verteert. Het groeiende is de boom des
levens; hij ontbot, doordat hij al groeiend levende stof ophoopt.
Eros vlamt op en sterft weg; de Boom des levens groeit langzaam en
gestadig door onmetelijke tijden heen. Goed en kwaad verenigt zich
in de vlam. Goed en kwaad verenigt zich in de wasdom van de boom."
Monumentale gedachten in een monumentaal bomenboek. In het besef ooit
van een boom levenskracht te hebben verkregen, in een moment van uiterste
wanhoop. Sindsdien elke boom dankbaar. In het besef ook dat Sigrit
Undset onder woorden bracht: 'Sommige mensen zijn niet geboren
om in de boom der kennis te klimmen.'
Als bomen konden spreken, zouden wij kunnen luisteren?
Eerder gepubliceerd in het boek Waardevolle bomen in Amsterdam. Poëzie, wetenswaardigheden en de lijst van waardevolle bomen in Amsterdam. 1993, Stichting STOA 75)
Goed, tijd te over voor Jan Cremer, Hans D. Gegroet, eenieder! Simon Vinkenoog
Dinsdag 15 maart 2004
Kobo Daishi (B.), founder of Shingon School of Buddhism, c 774-835 A.D.
Alles kan, als
het maar kan. Als je er maar zin in hebt. Zonnige early morning sunrise.
Om tien uur vanochtend een voice over in Hilversum, gebouw
Ciris, Mediapark - www.ciris.nl
- opgenomen voor een 50 minuten durende Jubileumuitzending over
De Andere Jaren Vijfttg (nooit zeggen: Vijftiger jaren), gemaakt
ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van het NPS/VPRO televisieprogramma
Andere Tijden - waar Edith en ik althans, als wij maar even
kunnen, naar kijken. www.anderetijden.nl
Een maand precies geleden werd telefonisch contact gelegd voor een
eerste ontmoeting , die de 23e februari plaats vond. Bezoek van Hein
Hoffmann en Judith Meulendijks; een videoband van 1 uur 10 minuten,
voor 60 % in elkaar gezet, en of ik maar even (niet Even, herhaaldelijk)
naar die beelden wilde kijken, en waar nodig, commentaar leveren.
Wat ik op papier zette, was uiteraard teveel - het groeide uit tot
een essay waaronder de beelden verloren zouden gaan. En de bedoeling
was juist, voor het eerst in kleuren, te laten zien hoe die jaren
er uit zagen.
Meldt een persbericht: 'Het geschiedenisprogramma van NPS en VPRO
heeft stad en land afgezocht naar kleurenfilms uit de jaren vijftig,
zowel professionele als amateuropnamen. Ze komen dan ook uit de meest
uiteenlopende archieven.'
De begeleidende tekst kwam er, in wederzijds overleg, lean &
clean. Wat ga ik doen met al die feiten en feitjes die ik verzameld
had, en sneuvelden in de montage, teruggebracht tot 50 minuten
- ik kreeg opnieuw een ruwe versie, nu 90% klaar, in handen.
Muziek, stemmen uit die tijd, perfect.
Een filmploeg van RTL Boulevard kwam langs om een en ander vast
te leggen, voor een uitzending over Andere Tijden, een dag voor het
wordt uitgezonden: dinsdag 22 maart, 20.50, ijs en weder dienende.
Mooi begin van het voorjaar, hoop ik.
Bij het opruimen
van papieren (het is en blijft hier een pampieren wereld, zeer levend
en beweeglijk, stuit ik op de prints die ik heb gedownloaded (is dat
het woord?) van Thomas S.Kuhn. Ik heb hier (21 pagina's) met Outline
and Study Guide voor zijn magistrale werk The Structure of Scientific
Revolutions, en blader door het programma van eisen, gesteld
aan de gemeenschap, om paradigma-veranderingen in werk en leven op
te nemen.
En dan moet ik ook onmiddellijk denken aan die rare Kwibus, die rondspringt
met een Onafhankelijkheidsverklaring onder zijn waterstofperoxide-pruik.
Wat is die man een vreemde anachronistische verschijning, wat een
marginale verschijning in de lunatic fringe die, doofstom
voor de ware problemen van deze tijd, zich met politiek bezig houdt.
Wat een onmogelijke terugkeer naar de Middeleeuwen stelt die man zich
toch voor, met zijn opgetrokken prikkeldraadversperring tegen al wat
de zoete rust van zoveel mensen blijkbaar verstoort. Niet eens een
Don Quichote, of een Hofnar. Hoofddoekje leggen. Niemand zeggen.
Hoe provinciaal kan een gidsland zijn. Een mooie chaos is een eerlijk
begin.
"The developmental process described by Kuhn is a process of
evolution from primitive beginnings - a process whose successive stages
are characterized by an increasingly detailed and refind understanding
of nature. This is not a process of evolution toward anything."
Inderdaad, Professor Frank Pajares van de Emory University (www.emory.edu/EDUCATION/mfp/Kuhn.html.)
We hoeven nergens heen. We zijn er al. Nu nog wat kosmisch gezond
verstand, en alles ligt voor de hand. Voor het grijpen. Open staan,
na lust en onlust de rust. De mooie middag in. Tel je zegeningen.
Pluk de dag. Tot genoegen. Simon Vinkenoog.
Maandag 14 maart 2005.
Firdusi, Sufi
mystic, d. 1020 A.D., b. 935
Albert Einstein, genius, 1879, d. 18/4/1955
Welkom, Week Elf,
op de dag die in het boek The Secret Language of Birthdays
van Gary Goldschneider en Joost Elffers the Day of Relativity
wordt genoemd. Mooi zo, midden in de geschiedenisboekenweek.
Elke dag raak. Morgen gij. Heden ik.
Enige relativering hebben we in de snelkookpan, die Nederland dankzij
oververhitte media en politiek gestuntel dreigt te worden, wel van
node. Geweldloosheid is het eerste gebod en enkele blikken op andere
tijden doen je beseffen dat elke generatie opnieuw met de immerdurende
strijd tussen goed en kwaad te maken krijgt. Mij houdt het licht in
stand, of omgekeerd: het is Een. Heel Alleen Eén Aarde. (One
World or None, uit het stof te halen slagzin van de wereldfederalistenbeweging,
die nog in enkele vergaderruimten bestaat, vermoed ik).
Een groot relativist tref ik in de Opinie & Debat-bijlage
van NRC Handelsblad (zazo121342005) aan: de Amerikaanse econoom Jeremy
Rifkin in gesprek met Marc Leijendekker.
Over de volle breedte twee kopregels De stelling van Jeremy Rifkin:
Europa moet durven geloven in zijn eigen droom.:
Enige aanhalingen hieruit: goed begin van de week.
"Wij zitten nu tussen twee historische tijdvakken in, dus
het is logisch dat er twijfels leven in Europa, zoals overal in de
wereld. Onze vertrouwde manier van doen levert steeds meer problemen
op, onze ideologische constructies staan onder druk. In Europa denken
sommige mensen dat de Europese Unie een krakende verzameling oude
instellingen is die binnenkort in de prullenbak van de geschiedenis
belandt. Maar onder de oude epidermis groeit een nieuwe realiteit.
Misschien zien jullie dat niet, omdat je te dichtbij zit. Het is het
vreemdste politieke experiment in de geschiedenis, dus logisch dat
er verwarring heerst."
"Europa staat nu, na vijftig jaar, op een keerpunt. In het debat over de grondwet gaat het in feite over de vraag of Europa volwassen wil worden. Of het de eerste transnationale ruimte in de geschiedenis wil worden. Bekend is de uitspraak van Kissinger, die zei dat niemand de telefoon opnam als hij Europa wilde bellen. Maar het interessante is juist dat iedereen de telefoon opneemt, dat er niemand is, geen land, geen groep, die machtig genoeg is om de baas te spelen. Dat is een breuk met het idee van politiek in termen van command and control van de top naar beneden."
"De Amerikaanse droom richt zich op aarbeidsethos, productiviteit, efficiëntie. Nietsdoen is laksheid. Maar iedere Europeaan die ik heb ontmoet zegt dat je moet werken om te leven, niet dat je leeft om te werken. De Amerikaanse droom gaat over groei, de Europese droom over duurzame ontwikkeling: Kyoto, het verdrag over biodiversiteit, belasting op benzine, energiebesparing. Jullie zijn dichter bevolkt, wij konden simpelweg ons nest bevuilen en dan verder gaan naar de volgende plek. Jullie moesten leven in de context die je had."
"Het is een mythe dat Amerika een grote economische supermacht
is, en dat de Europese Unie dreigt te bezwijken onder het gewicht
van de sociale programma's. Het Europese bruto nationaal product gaat
nek aan nek met het onze. Het was groter dan het onze in 2003, ongeveer
hetzelfde nu. De Europese Unie is de grootste exporteur in de wereld,
niet de Verenigde Staten. De Europese Unie is de grootste internetmarkt
ter wereld, niet de V.S. Van de 140 grootste Fortune-500
bedrijven, zijn er 61 Europees en slechts 50 Amerikaans. Veertien
van de twintig grootste banken zijn Europees. Europa is de grootste
in de verzekeringssector, in de vliegtuigbouw met Airbus, de bouw
en techniek, de chemische industrie, de groot- en detailhandel. "
Dit gesprek zou ik onder ieders derde oog willen brengen, zelf ben
ik het van ganser harte met deze Amerikaanse Europa-lobbyist eens.
Het gesprek eindigt met zijn antwoord op de opmerking van zijn gesprekspartner:
'Goed, u blijft erbij. Europa moet durven dromen. Maar wij zijn niet
zulke dromers; we zijn eerder sceptisch, pessimistisch.'
"Alles wat ik zeg is irrelevant als de jongere generatie Europeanen
niet gelooft in die nieuwe visie op de wereld. Niemand buitensluiten,
diversiteit, kwaliteit van leven, duurzame ontwikkeling, universele
mensenrechten, vrede. Daar gaat Europa over, dat is de kern van de
Europese droom. Er wordt in Europees verband teveel gepraat over wetgeving
en marktkrachten. Daarvan vallen mensen in slaap. Het heeft niets
te maken met hun leven. Waar het echt om gaat, is of je een droom
najaagt om de eerste transnationale ruimte in de geschiedenis te worden,
om een nieuwe standaard te stellen in een globaliserende wereld.
Hier kunnen Amerikanen helpen. Wij kunnen op een soms naïeve
of arrogante manier optimistisch zijn. We houden ervan risico's te
nemen. Europa mag hier wel wat meer van hebben. Je kan geen droom
koesteren als je cynisch bent of sceptisch, pessimistisch, defaitistisch.
Dan heb je de toekomst opgegeven. Ik weet niet of het Europa lukt.
Het kan ook de Napster van de politiek worden; een goed model dat
mislukte, maar later wel door iedereen is overgenomen. Een groot deel
van de wereld kijkt naar Europa. Wat gebeurt daar, is dit de manier
waarop de wereld eruit gaat zien? Als Europa deze nieuwe visie op
een onderling afhankelijke wereld niet kan waarmaken, dreigen we terug
te vallen naar het 19de-eeuwse idee van ieder voor zich. Waarom zo
sceptisch, Europa? Het is een uitdaging. Je krijgt waar je om vraagt
in het leven."
Ik zou zeggen:
gedachten om je voordeel mee te doen. Ik las geen van Rifkin's boeken:
The End of Work (1995), The Biotech Century (1998), The Age of Access
(2000), The Hydrogen Economy (2002), The European Dream (2004).
Dream on, Europe, dream on; it's your Awakening!
Simon Vinkenoog. 14 maart 2005.
Op www.foet.org is
de in 1977 in Washington DC gestichte Foundation on Economic Trends
aan te treffen.
Zondag 13 maart 2005
Diotima, teacher of Socrates.
Duizenden handen jeuken. Spielereien
allerlei Aard. De Beginselverklaringen van Jaeggi (www.jaeggi.nl)
enerzijds, al die spitsvondige modieuze muizenisjes, en daarnaast de
kwieke Kees Kousemaker met Lambiek.Net,
waar ik even langs struinde, van de ene verrasing in de andere vallend!
Zo uniek als zijn locaties kriskras door de Kerkstraat waren, zo uitgestrekt
is het universum dat hij nu op het wereldwijd web bestrijkt. Ik kwam
al spoedig bij de Rip Off Press terecht, 'proudly corrupting
the minds of America and the world since 1969', waar een Fabulous Furry
Freak Brother je verwelkomt.
Ik ben op de site nog op zoek naar Olaf Stoop, de Real Free Press
(zo vele biografieën te beschrijven, zo vele verhalen), 'your lost
connection for solid facts.'
Alexander Trocchi, Angry Young Scotchman, twee biografieën, had
een even interessante benaming van het idee sigma:' a new dimension
in the dissemination of knowledge.'
Eigen credo's hadden immer te maken met de Free Flow of Information,
alle waarheid boven, Tegels Tillen, heilige huisjes ondersteboven -
maar daar zijn we wel heel erg ver in gegaan. In elk geval speelt mijn
eigen verhaal in de Boekenweek 2005, gewijd aan de Nederlandse geschiedenis,
een bescheiden rol mee.
Gisterenavond om tien uur, trof ik een honderdtal mensen op de begane
grond van de Haagse Centrale Bibliotheek, op de Leesnacht,
hoge ramen met uitzicht op het Spui, in afwachting van het komende halfuurtje,
waarin ik poëzie zou voorlezen, en dat dus ook met genoegen deed.
Het genoegen was wederzijds, dacht ik. En ik kon twee aardige mensen
de hand schudden, Herman Pley en Frédérique Spigt, die
ons haar Dit is geen lied - alle liedteksten schonk. Heftige
tekeningen, zei ik bij doorbladeren, heel hartelijk dank.
Uit de dichtbundels die ik bij me had las ik de meest bij de tijd-betrokkene.
De leeuwenkuilen en heksenketels, de fatwa tegen Salman Rushdie, de
Golfoorlog, Amnesty International, alles kwam voorbij, evenals de latere
berichtgeving: 'uit de hoorn des overvloeds/niets dan goeds/in de toekomende
tijd' (uit De ware Adam, 2000) en de in memoriam Victor IV
geschreven Koraalzang, met als slotregels: 'Wij kunnen in al
wat wij doen//voorop en vooruit gaan./// Zo zij het.'`
Uit de drie gedichten, die ik overhield van een reis naar New Delhi
in India, november-december 1956, komen regels als de volgende:
"'Als het volk leert tellen en van ellende spreken
als de honger naam krijgt, in bloed geschreven
hoedt u dan voor de wraak, Europa.
Nu is het al te laat."
(Spiegelschrift-gebruikslyriek, de Bezige Bij, 1962, blz.40)
Ik zag het wat somberder in, die jaren. En zo'n waarschuwing is natuurlijk
altijd aan dovemansoren gericht. Wat betreft Zuid-Afrika zag ik het
ook zeer duister in, getuige het gedicht et aller et retour
halverwege het Avant en Après van het gedicht Heren Zeventien
- proeve van waarneming,{De Beuk, 1953, met een nawoord van R.A.S.Cornets
de Groot herdrukt als Bezige Bij Poëziepocket 9, 1987} maar dat
is dan ook weer heel apocalyptisch. Om even te benadrukken: ik ben van
mening veranderd, sindsdien!
Je krijgt het hier in zijn geheel, als tijdsbeeld - zal ik maar zeggen.
Uit de tijd van de Watersnoodramp 1953. Na lezing beangstigd, verward?
Zwem dan maar weer gauw terug naar het Heden, geen geschiedenis zonder
reden, geen toekomst zonder begrip.
et aller et retour
"Het water weg uit de zee
de bomen weg van het land
en het land weg
uit de zee zonder water.
Geen zon meer aan de hoogte van
de dag
en geen hagel om de mens te teisteren
die geteisterd wordt.
De laatste brit is weg uit Kenya
er is geen soldaat meer in Berlijn
de laatste adem waait op Hiroshima
en bevriest aan de scherven van de polen.
Geen frans meer gesproken in
Afrika
er is geen missieschool meer in Basutoland
geen U.S.I.S. in New Delhi, Singapore
of Kaapstad - waar zelfs geen Boer
meer aan de bomen hangt.
Geen prikkeldraad meer
of mislukte castraties,
om de laatste mens,
die doldriest de dronkenschap
niet meer vreest, in stand te houden.
Geen dwang of zelfbeheersing,
harnas, tucht of vrijheid meer van node,
en evenmin een lafaard
om dit alles op te schrijven.
Simon Vinkenoog, 1953. Woord voor woord. Eindredactie.
Zaterdag 12 maart 2005
Gregory the Great
(C.), d. 604 A.D., b. 540
Hypatia, martyr to the Ancient Wisdom, d. 415 A.D.
Een smakelijk hapje esoterische geschiedschrijving om het weekeinde mee te beginnen:
"Zo
boven, zo beneden is het oude hermetische axioma dat alle leven
op aarde bestuurt. De uitwerking ervan kunnen we waarnemen op alle
gebieden, van de meest ondoordringbare niveaus van het minerale rijk
tot de emotionele en mentale niveaus van menselijke ervaring, wanneer
er wisselende en vaak tegenstrijdige krachten in werking zijn. De
'seismologische' verschuiving die op het ogenblik in de wereld plaats
vindt is zowel een wetenschappelijk feit als een subjectieve erkenning.
Wat het beoogde doel ervan moge zijn is een raadsel, maar een mogelijke
aanwijzing kunnen we wel vinden in een vermelding gegeven door Alice
Bailey:
'Heel de evolutionaire geschiedenis van onze planeet is er één
van ontvangen en verdelen, van nemen en geven. De voornaamste factor
voor de tegenspoed van de mensheid (zoals ze zich heeft gericht op
de economische problemen van de laatste tweehonderd jaar, en op de
theologische impasse van de orthodoxe kerken) is de houding geweest
van nemen en niet te geven, van aan te nemen en niet te delen, van
te grijpen en niet te verdelen.'"
Uit een maart-missive van de Lucis Trust - 1, rue de Varembé,
C.P. 31, CH 1211 Genève 20, Zwitserland - met de aankondiging
van de drie geestelijke feesten van dit voorjaar: vrijdag 25 maart
- Volle maan in Ram, het Paasfeest; zaterdag 23 april - Volle Maan
van Stier, het Wesak feest, en maandag 23 mei - Volle Maan in Tweeling
- het feest van de Christus en Wereldaanroepdag.
Tevens wordt gewezen op de Conferentie op bovenstaand adres in Genève
van de Arcane School, op zaterdag en zondag 14 en 15 mei, met als
sleutelwoord 'Laat de groep de Wet van Synthese, van eenheid en
samensmelten begrijpen.' Vrije deelname, vertalingen ter plaatse
beschikbaar in het Nederlands, Frans, Spaans, Italiaans, Duits en
Engels - de talen waarin de meer dan twintig boeken van Alice A.Bailey
vertaald zijn.
Meer info www.lucistrust.org
(ook in Londen 21/22 mei, en New Yok 23/24 april identieke Conferenties.)Voor
het kunstproject 'In de sporen van Hercules' zijn bijdragen nog steeds
welkom; inleveren teksten of kunstwerken 30 april 2005. In the
tracks of Hercules, c/o Lucis Trust, Suite 54, 3 Whitehall Court,
London SW1A, 2EF, Engeland - of bezoek de website www.lucistrust.org/hercules
voor voorwaarden en aanvullingen van dit project..
Dichter bij huis,
en als altijd betrokken bij de Lage Landen-versie van de Wereld
Goede Wil, lees ik met genoegen de meningen van hartstochtelijk
Brusselaar Geert van Istendael. Voor zijn zojuist verschenen boek
Mijn Nederland - Een gids voor een twijfelend gidsland (Atlas,
384 blz., ISBN 90 450 0519 0, € 22.50) voerde hij tientalen
gesprekken, deelt hij Bart Dirks en de Volkskrantlezers mee , Cicero
11 maart.
Het heeft Van Istendael niet eens zo verbaasd dat in Nederland geweld
is gepleegd. De brutale bek is geïnstitutionaliseerd. Weer slaan
de Nederlanders door. Vinden ze hun land opeens een negorij, een bananenrepubliek.
'Onzin! Onzin!'
De felheid van Nederland is het, die volgens Van Istendael buitenlandse
waarnemers telkens weer verbijstert. 'Iets nieuws dringt zich met
grote kracht op en dan moet en zal het ook zo. Het verovert zijn plek
en wordt de norm. Zo werd in de jaren zestig de stropdas verboden.
Die was saai en conservatief. Je slecht kleden werd bon ton, een plicht.
Kerels die al vetkussens hadden ontwikkeld, persten zich in spijkerpakken.
In België ging het anders, zachtaardiger. Maar vergis je niet:
hier viel in februari 1968 de regering door de studentenopstand in
Leuven. Dat is de Nederlandse provo's niet gelukt.'
Slotsom van het gesprek: 'Na veertig jaar afbraak en kaalslag moet
Nederland weer leren zijn tradities te waarderen. Niet restaureren
zoals je met oude gebouwen doet, maar ze nieuw leven inblazen. Je
moet rekening houden met de jongste zuil, de islam. Je moet aanvoelen
wanneer je mensen schokt. Kader Abdolah schrok zich wild toen hij,
net gearriveerd, kennis maakte met zijn buurvrouw. 'Dag buurman!',
riep ze naakt zonnend vanuit haar tuin. In zijn land wisten
mannen precies waar de blik van eros op moest vallen: op de ogen van
hun eigen vrouw.'
Of Nederlanders zich dan moeten aanpassen aan de nieuwkomers, in plaats
van andersom?
'Nee, maar misschien kun je ook iets leren van die migranten, verdorie!
Ik pleit voor terughoudendheid. Helaas beschouwen jullie ingetogenheid
en discretie als zelfcensuur. Maar men zal het leren. Enkel door schade
en schande wordt dit Nederland wijs.'
Wijze woorden
- weer eens wat anders dan het gedoerian rond Geert Mak, Michael Zeeman,
Joost Zwagerman, Adriaan Jaeggi en andere hotemekoters.
Wij wenden straks de steven naar de Centrale Bibliotheek in Den Haag,
waar ik rond tien uur vanavond gedichten hoop voor te lezen: thuis
in eigen werk, met verlossende woorden die eenieder toebehoren.
A Love Supreme. Twee minuten schoonheid op http://michalevy.com,
luidspreker aan, doorklikken naar Giant Steps. Merci, Coen!
Jullie chroniqueur Simon Vinkenoog.
Vrijdag 11 maart 2005
Benjamin Whichcote, Cambridge Platonist, b. 1609 A.D., d. 20/5/1683
"Voor ons, de echopiekgeneratie, kinderen van de naoorlogse geboortegolf, geboren tussen 1965 en 1975, is hij de notulist. We waren zeventien en leefden van feest naar feest, met evenveel bezieling exerimenteerden we met seks, met drugs, en bediscussiëerden we de popmuziek. Als we al naar school gingen, was het om de agenda voor die week te vullen met feestjes. SMS bestond nog niet. Wie er het eerst mee kwam weet ik niet meer, maar opeens hadden we allemaal Less than zero gelezen. Less than zero, dat waren wij, maar dan met lege zakken. Zoiets hadden we nog nooit meegemaakt: een nota bene Amerikaans boek dat helemaal over ons ging. En de schrijver zelf, koud 21 jaar oud, bleek ook nog een generatiegenoot."
Op deze wijze
('In den beginne') lost Richard Dekker het startschot in een aflevering
van Passionate Magazine (maart/april 2005), als eerbetoon
bijna in zijn geheel gewijd aan Bret Easton Ellis, wiens enigszins
verschrikt gezicht de omslag siert en die in dit glossy literair tijdschrift
(€ 7.50,
www.passionatemagazine.nl)) nog een tiental keer gefotografeerd
opduikt, van top tot teen, soms paginagroot.
Ik had er geen flauw vermoeden van, dat deze antiheld nog eens een
rolmodel zou worden, gezien de hier verzamelde getuigenissen. De enige,
die in dit verband nog een beetje relativeert is Bas Heijne, die verhaalt
hoe de schrijver tijdens een bezoek aan Nederland, een aantal jaren
geleden, niet in het beeld van een modieus schrijverschap paste.
'Hij was een vriendelijke, nerveuze, nog net jonge man, die zich braaf
alles liet aanleunen en zich leek te schikken in het eeuwige misverstand
dat een schrijver met zijn onderwerp moet samenvallen; al werden de
zweetplekkien in zijn dure overhemd almaar groter. Voorafgaande aan
een vraaggesprek dat ik met hem zou hebben in een uitverkochte Rode
Hoed, kreeg hij een heuse paniekaanval ('I hate this. And it's
my life. I hate my life.') en moest ik hem zo ongeveer het podium
opsleuren.
'Jaren later', vervolgt Bas Heijne zijn bijdrage Een oord van
onderkoelde verschrikking, 'toen ik aan die verrassende angstaanval
refereerde bij Donna Tartt, een oude vriendin van hem, haalde die
haar schouders op: "Oh, Bret is always like that.''
Over American Psycho, de ook verfilmde roman van BEE, heeft
hij als slotcommentaar: 'Het wordt terecht een moderne klassieker
genoemd. Maar het werk lijkt ook een eindpunt; er is zoals het beroemde
laatste zinnetje zegt, geen uitgang - geen verlossing à
la Dostojewski, geen tragische afgang volgens Scott Fitzgerald, maar
een vacuüm gezogen wereld, waaruit geen enkele ontsnapping mogelijk
lijkt. Iedere nuancering van dat wereldbeeld komt over als een literair
zwaktebod. Iedere bevestiging ervan is meer van hetzelfde. American
Psycho is de meesterlijke roman waaruit de schrijver Bret Easton
Ellis volgens mij zelf niet meer kan ontsnappen. Ik hoop dat ik ongelijk
krijg.'
Twee pagina's uit BEE's nieuwe roman Lunar Park, in september
bij uitgeverij Anthos in nederlandse vertaling te verschijnen, bevatten
fragmenten uit zijn eerdere boeken Minder dan niks en
American Psycho. Erik Brus geeft een overzicht van BEE's leven
en werk, het verhaal Helium van Laurens Abbink Spaink is
zo modieus als een verhaal maar kan zijn, de drie verfilmingen van
Ellis-boeken worden besproken, Jerry Goossens roddelt over Ronald
Giphart en Joost Zwagerman, die ooit met de Amerikaanse schrijver
op het podium van de Amsterdamse Roxy (modieuzer kon niet!)
hebben gestaan. Alex Boogers vraagt in zijn verhaal Mijn land
of je begrijpt wat ik bedoel. Nee dus, en ik wil het ook niet - mordide
verhalen zijn er genoeg; wie ooit Curzo Malaparte, Louis-Ferdinand
Céline, Jean Genêt of William Burroughs tot zich heeft
genomen heeft aan BEE geen behoefte. Schrijft Rob van Erkelens, die
Jean Baudrillard binnenhaalt: 'In Ellis' oeuvre komt geen normaal
mens voor. Want goed beschouwd komt er geen mens in voor.'
Terug naar echte
mensen: vanavond om 21 uur wordt in Locus 0l0 aan de Vlasmarkt 1 in
Rotterdam de verschijning gevierd van Peter de Groot's debuutbundel
een nieuwe god/de nieuwe regels. Info bij de uitgever
www.kleineuil.nl.
Ook in de Beat Bookstore aan de Wolstraat 2a in Antwerpen weer een
avondprogramma, en uiteraard viert men de Boekenweek overal in den
lande. Over mijn bijdrage(n): zie Kersvers van gisteren. Tot morgen,
zo u wilt. Simon Vinkenoog.
Donderdag 10 maart 2005
Apollonius of Tyana, Neo-Pythagorean,
c. 4-96 A.D.
Iolo Morganwg (Edward Williams), preserver of Druidic teachings, b.
1746 A.D., d. 18/12/1826
Mourning for the Slain Tammuz and Adonis
Say the word and you'll be
free. (Herken je de melodie en weet je van wie?) Was het maar zo
eenvoudig.
Fiat lux in the unfucked flux. Heathcote Williams had meer van
dergelijke aforismen in zijn Londense trappenhuis neergepend. Zo herinner
ik me ook Sudden prayers make God jump. Ontlokt dit je een
glimlach? OK; doe er een dag mee.
Nee, Jan Wolkers, gehoord en gezien bij Barend & Van Dorp, het scherm
is geen aquarium. De individuele letteraanslag, al dan niet met tien
vingers of twee (zoals ik) is dezelfde als op de schrijfmachine. Go
with the flow en vind je eigen ritme. Ook van het scherm kun je
onderweg lezen en zien, niet alleen van het papier, wat je aan het schrijven
bent.
Ik heb dan wel geen winterkoninkjes buiten om te redden, maar zo'n blik
op het Willink-achtige Amstelhotel, het Prof.Tulpplein en de Weesperzijde,
plus een machtig stuk uitspansel doen mij als stedeling weer veel goed.
Trams, fietsers, voorbijgangers, passanten, ik schrijf niet voor het
publiek, maar ik denk wel aan die ideale lezer die met je meetrilt en
ontroerd raakt, zoals ik soms. Bij Man bijt hond was het weer
een paar keer heerlijk raak.
O, wat zijn we soms een lief, dom volkje! Ik behoor er notabene zelf
toe, door een of ander gebeuren, waardoor het kleinste twaalfde-eeuwse
muntje uit Pommeren, de Finkenaugen in Amsterdam terecht kwam.
Mijn voorouderverering gaat niet zo ver; in vorige levens heb ik me
niet laten verleiden. Het huidige voldoet naar volle tevredenheid.
Idola Fori. Leuk muziekje op de site van de Sir Francis Bacon Society
(1561-1626). De Theo Eerdmans-quiz, 1957, 1958? Jonge Werther, schreef
Journaille in VN. Gouden Doerian: www.jaeggi.nl.
'You're only as young as the last time you changed your mind.' Timothy
Leary (1920-1996). Heerlijk als er niets meer te verhapstukken is -
ik hoorde Wouter Bos dit woord gebruiken.
In de leary.com-biografie
tref ik een episode aan, die me doet denken aan iets wat ik eerder bij
Gurdjieff las.
Timothy Leary's grootvader, rentenierend arts, trof eens zijn tienjarige
kleinzoon in zijn privébibliotheek aan, vernam dat deze acht
tot tien boeken per week las, en gaf hem toen als goede raad: Never
do anything like anyone else. Find your own way... Be one of a kind!
In zijn prachtboek Meetings with remarkable Men' beschrijft
Gurdjieff de dood van zijn grootmoeder, ergens in Georgië of Tsjetsjenië.
Ook zij wenkt hem op haar sterfbed naderbij en fluistert in zijn oor,
dat hij er voor moet zorgen altijd anders dan alle anderen te zijn,
en nooit iets te doen wat voor hem al eerder gedaan is. Make it
new zou Ezra Pound zijn studenten meedelen, en ook de stichter
van het Christendom wees erop Alles Nieuw te maken.
Pater familias van de vaderlandse stripwereld Kees Kousemaker (63),
runt een vernieuwde stripgalerie in de Kerkstraat 132. Hij werkt aan
de vervolmaking van zijn magnum opus: de website Lambiek.net,
de grootste stripencyclopedie ter wereld. Zijn databank omvat info over
6500 striptekenaars, en wordt 15.000 keer per dag bezocht. 'En geen
cent subsidie, vind je dat niet vreemd? vraagt hij Frenk der Nederlanden,
alweer een maand of wat geleden. Ik ben er nog niet langs geweest, op
dit adres.
Ja, er is internet-scrabble. Ik schrok van de mogelijkheden er patience
of taalspelletjes van te maken: onuitputtelijk!
Onnavolgbaar. Niet te volgen. Wordt vervolgd. Op de hoogte van de diepten,
immer de oppervlakte afspeurend. Ooghoogte. De tirannie verdrijven die
mij mijn hert doorwondt.
Early in the morning. Simon Vinkenoog ruimt desktop op.
Woensdag 9 maart 2005
Mothers of the World Teachers
Het eerste telefoongesprek
vandaag gewerd me van het NCRV-t.v.-programma Man bijt hond: Was
ik op het Boekenbal, en zo nee, waarom niet? In de CAMU-column in
De Volkskrant lees ik dat Remco Campert, voor het eerst in
jaren, evenmin naar het Boekenbal is geweest. 'Ik ben verschrikkelijk
tevreden over mezelf en wat sta ik lekker uitgerust op.'
O, hoe de geschiedenis leeft, met of zonder tiendaagse boekenweek
in de spiegel van de boekenberg die over de lieve lezertjes wordt
uitgestrooid. In welke tijd speelt zich af, wat ik droom; is dat een
tussentijd, geen indertijd of destijds: wat ik meemaak is absoluut
nieuw, zo nieuw dat de flitsen die ik mij herinner geen enkele overeenkomst
vertonen met bestaande situaties. Ooit dagdroomde ik ervan, dat mij
zou geschieden wat Em.Swedenborg overkwam: dat ik door engelen bezocht
zou worden, die mijn hand vastpakten om mij een mooi verhaal te laten
schrijven, maar nee; welk verhaal dan ook, ik heb het altijd eerst
moeten beleven voor ik iets kon schrijven, uit mijn duim zuigen heb
ik nooit geleerd - de fantasie en verbeeldingskracht schuilen eerder
in de feiten en omstandigheden van het leven zelf, terwijl mijn bewustzijn
zich heeft kunnen ontfermen over de buitengewone situaties, waarin
je al experimenterende met geestverruimende middelen terecht kunt
komen. (Dan krijg je uiteraard te maken met spot en ongeloof, en de
vraag of het bewustzijn zich inderdaad verruimen laat).
Het deed me wel goed dit weekend George Ivanovitch Gurdjieff (1866-1949)
in NRC Handelsblad aan te treffen en Joost Ritman, oprichter
van de Amsterdamse Bibliotheca Philosophica Hermetica, in
Het Parool van gisteren.
Over de eerste bestaat een uitgebreide bibliotheek: alomvattend is
bijvoorbeeld het ruim 600 pagina's tellende boek van James Webb (Putnam,
New York, 1980) The Harmonious Circle. The Lives and Work of G.I.Gurdjieff,
P.D.Ouspensky, and Their Followers.
In de NRC kwam een kaderstuk met foto van Gurdjieff terecht op
een pagina Wetenschap & Onderwijs, getiteld Waarheid in jezelf
- Encyclopedie plaatst gnosis en esoterie in historisch perspectief.
Het gaat om een tweedelig magnum opus, gisteren officiëel
aangeboden aan voorzitter Sijbold Noorda van de Universiteit van Amsterdam.
Het betreft de door Wouter J.Hanegraaff geredigeerde Dictionary
of Gnosis and Western Esotericism, uitgeverij Brill,
tot 1 april € 259. Hanegraaf, die in 1996 zijn proefschrift
New Age Religion and Western Culture schreef, beheert aan de
faculteit voor geesteswetenschappen in Amsterdam een Instituut voor
de Geschiedenis van de Hermetische filosofie en verwante stromingen.
Voor zijn Dictionary werkte hij samen met Antoine Faivre
(Sorbonne), Roelof van den Broek (Universiteit van Utrecht) en Jean-Pierre
Brach (eveneens Sorbonne) aan een lijst die werd rondgestuurd, met
een verrassend snel bereikte consensus. In het interessante gesprek
met NRC's Hendrik Spiering verklaart hij onder meer:
'In feite maken we ons nu pas langzaam los van de dominantie van de
Verlichtingsideologie. Als wetenschapper ben ik methodologisch een
kind van de Verlichting, en dat wil ik ook blijven, anders maak je
ook zo'n boek niet. Maar de rationele methode van kritisch onderzoek
waarbij je wantrouwig staat tegenover de gezagsclaims van autoriteiten
of tradities is iets heel anders dan het omarmen van de Verlichting
als het enige juiste wereldbeeld of als ideologie. Ons soort onderzoek
laat juist zien hoe wij onze identiteit als moderne rationele mensen
hebben gecreëerd, door een heel terrein van ons af te grenzen.
Dat maakt ons vaak blind zowel voor de irrationele elementen in ons
eigen denken als voor de rationele elementen die aan de andere kant
zitten. Als je de historische bronnen serieus neemt, blijk je dergelijke
scheidslijnen niet op die manier te kunnen trekken.'
Ook uit het gesprek met Kurt van Es in PS van Het Parool
gisteren (Ritmans schat - 20.000 boeken op het breukvlak van godsdienst
en filosofie) wil ik in deze geschiedenisweek graag het een en ander
citeren:
'We zitten midden in een nieuwe Renaissance. Dat voel je overal. Mensen
lopen weg bij klassieke patronen en gevestigde normen. Ze willen alles
zelf ontdekken. Tegelijkertijd is een groot deel van de samenleving
zich te weinig bewust van de werkelijke betekenis van het leven. '
En die is? vraagt Van Es.
'Wij weten niet waar we vandaan komen en uit het hiernamaals zijn
ook nog nooit ansichtkaarten gekomen, maar de oude wijsheden laten
ons zien hoe de mens een micro-afspiegeling is van de grote kosmos,
hoe alles met elkaar samenhangt. De mens heeft het vermogen tot innerlijke
waarneming. Alles wat wij in onszelf kunnen leren kennen, geeft antwoord
op het hoe en waarom van het leven. De energie die de kosmos vervult,
kun je in jezelf waarnemen. Je kunt van de islam zeggen wat je wilt,
maar die godsdienst stelt wel het spirituele leven van de mens centraal.
Zoals bij veel veranderingen, zie je ook nu dat er als een soort schoktherapie
grote invloeden van buiten komen. Dat was in 1450 zo met de val van
Byzantium, toen het Christendom uit het Oosten werd verdreven en daarna
in Italië bescherming kreeg. Zo'n beweging zie je nu weer. De
samenleving van nu wordt tot excessen gedreven vanwege een ontbrekende
samenhang. Het is een periode waarin alles in elkaar sodemietert en
waarin de uitdaging is zelf orde te scheppen en verantwoordelijkheid
te nemen. Er is een revolte aan de gang en Amsterdam is daarin een
van de belangrijkste steden, zoals het dat eerder ook was.'
(Bibliotheca Philosophica Hermetica, Bloemstraat 13-19. Open ma t/m
vrij 9:30-12:30 en 13:30-17:00. Tel. 020-6258079. Website: www.ritmanlibrary.nl).
Dat het me een heel groot genoegen doet dergelijke uitspraken te lezen,
en ze hier verder te voeren, zal duidelijk zijn: ik heb me als esoterisch
Angehauchte nooit een roepende in de woestijn gevoeld, maar het is
een heerlijk idee zoveel andere oases aan te treffen. The desert
is the only way out.
En nu nog even in het kader van deze geschiedenisles de namen
memoreren, die mij om de een of andere reden sinds gisteren te binnen
schieten; de eerste kwam in een quiz. Toen ging het geheugen werken.
Nola Hatterman. Sophia Gemmekes. Karel van Boeschoten. Sanny Hemerik.
Pim van Boxsel, vader van Matthijs. Edo Spier. Hans Gabriëls.
Hans Kole. Karel Grazell.
Dan gooi ik er tot slot met graagte een uitspraak van Kahlil Gibran
tegenaan, uit een brief in Beloved Prophet van 14 oktober
1914, kort na het uitbreken van de eerste Wereldoorlog:
"De geest van deze wereld is niet vrij van haar lichaam en zolang
het lichaam voor meer leven vecht, zal de geest doorvechten voor meer
leven, meer geest. Er is niet zoiets als strijd om de dood. Er is
niets op deze planeet dan de strijd om het Leven. Iedere fysieke of
geestelijke beweging, iedere golf van de zee en iedere gedachte of
droom is een strijd om meer leven."
Genoeg geschiedenisles vandaag. 'Ik ben een reisgids, kinderen, leert mij lezen.' (Bert Schierbeek). Het ga u goed. It's all in the mind. Het universum is een gedachte . Simon Vinkenoog.
Dinsdag 8 maart 2005
Tulsi Das (H.), mystical poet, c. 1530-1620 A.D.
"Hij blijft
zich verbazen! Terecht.
Hij gelooft in wonderen! Terecht.
Elk voorjaar ziet hij 't gebeuren
Van voren af aan opnieuw beginnen:
Het groeit, het bloeit; terecht.
Hij heeft redenen genoeg:"
Toen kwam ik niet verder. Ook een tweede aanvang, gericht tot Chronos,
werd in de kiem gesmoord:
'O Vadertje Tijd,
die sommigen onzer
tot op zeer hoge leeftijd begeleidt,
laat ons dit, of laat ons dat etc."
Maar 1 maart jongstleden
sloeg het kleine hoekje toe, het lampje boven de jury-tafel was nog
niet aangestoken (geen verwijt, eigen oerdomme schuld) en ik heb dus
de bijdrage die ik vanavond tijdens het Boekenbal in een literair/muzikale
voorstelling (het zaalprogramma) zou leveren, het schrijven en voorlezen
van een gedicht, moeten afzeggen.
Jan Wolkers, schrijver van het Boekenweekgeschenk 2005, een onzer
tachtigers, zal hiervan het onderwerp zijn. Treden op het Willem Breuker
Kollektief, waarvan Jan W een grote fan is, lezen Ronald Giphart en
Ramsey Nasr uit eigen werk en dat van Wolkers voor, Theo Nijland en
Rosita Steenbeek maken een musicalletje, en ik zou het beoogde warm
kloppende hart voor de natuur moeten laten klinken. Monique van de
Ven gaat dit programma vanavond voor de meest uitverkoren gasten presenteren,
daarna gaan de deuren open voor degenen die alleen voor het Bal kaarten
ontvingen (veel meer dus dan het aantal stoelen in de Schouwburgzaal).
Wij ontlopen dit jaar de drukte, wat het leven eventjes een stuk rustiger
maakt.
Mijn volgende optreden vindt, D.V., zaterdag 12 maart plaats, tijdens
de Leesnacht in de Centrale Bibliotheek aan het Spui in Den
Haag, van 20 tot 1 uur; mijn bijdrage lever ik tussen 22u en 22u30
op de begane grond; daar word ik ook verwacht voor een signeersessie
(aapjes-kijken) bij de stand van boekhandel Verwijs om 22u40.
Mijn daaropvolgend optreden vindt 17 maart in de Rotterdamse Doelen
plaats, tijdens Bulkboeks Dag van de Literatuur. Daarover
voor die tijd meer.
En de beat goes on, ik grasduin in de nieuwe Antwerpse aanwinsten;
l april ben ik er weer om op All Fool's Day in de Beat Bookstore,
Wolstraat 2a, Allen Ginsberg's gedicht HOWL ten gehore te brengen,
inch'allah.
Bij het opstarten van deze pagina werd ik getroffen door de naam van
de Held, Heilige of Mysticus van de Dag: Tulsi Das. Ik raadpleeg hiervoor
een Festival Calendar, enigszins in onbruik geraakt en ooit voor Kersvers
uit het kleinste kamertje op deze verdieping geplukt (gisteren werd
Rowan Hewison 56: congratulations!). Die ken ik! dacht ik, en zocht
naar het evenmin ooit bijgehouden album met postzegels, waarop schrijvers
afgebeeld staan (het puilt uit van het niet-bijhouden), en ja hoor
daar stond Tulsi Das (1533-1624) afgebeeld op een rechterpagina (met
Tolstoi, Tagore, Tsjechov en Felix Timmermans), linkerpagina de Shakespeares
uit diverse landen.
Bij mijn eerste bezoek aan India (nov.-dec.1956) stapte ik op Connaught
Place in New Delhi een filatelistenwinkel binnen en vroeg om de schrijvers.
Soms keek men op (ik deed het vaker in landen die ik bezocht), en
vaak genoeg kwam men enthousiast aangelopen en bladerde ik mee. Nog
altijd let ik er op, loop alleen die winkels niet meer binnen; toen
ik er zo'n 600 alfabetisch gerangschikt had, kreeg ik er genoeg van.
Andere hobby, ander tijdverdrijf: pastime. It's all in the game,
and I like it!
Vandaag, ter gelegenheid van de Boekenweek, een citaat van Jan
Wolkers, uit een interview met hem (door Monique de Knegt) in Het
Parool PS Boeken van 3 maart:
"De media hebben nu een sfeer gecreërd van angst. Dat vind
ik eigenlijk schunnig. Vooral ten opzichte van die gewone islamitische
mensen, die zich hier rot hebben gewerkt. Het lost zich vanzelf op,
het is een kwestie van tijd. Al die drukte over hoofddoekjes. Hoelang
is het geleden dat we in Nederland een hoed droegen? Bij de SGP op
de Veluwe moet het hoofd nog steeds worden bedekt."
Edith maakte een plaatje bij mijn ontdekking van Tulsi Das. Bijgaand.
Gegroet, Simon V.
Maandag 7 maart 2005
Thomas Aquinas
(C.), the Angelical Doctor, d. 1274 A.D., b. 1225
Empedocles, Pythagorean, c. 504-444 B.C.
Licht in de duisternis.
De kroonluchter, de staande lamp, de kerstverlichting - ik zet mij
neder, kijk naar buiten: het vuil dat sneeuw en modder heette, is
verdwenen: een schoongespoelde straat.
Bedlegerig gesprek met Ed Baars gevoerd; hij had proefdrukken bij
zich van de twee litho's die ik een paar weken geleden op zijn steendrukpers
bij Pascal in de Ridderschapsstraat in Utrecht had gemaakt. Verbluffende
resultaten, als immer bij zulke uit het niets ontstane vormen, die
je gevoeld, betast, aangeraakt hebt en die zich nu in verschillende
kleuren aan je voordoen: donkerblauw lichtblauw oker violet groen
turquoise rood oranje zwart - nooit zomaar uit het potje, verduidelijkt
hij, niet-giftig en lichtecht. Ik voel aan het papier: 100 % lompen
300 grams Hahnemüller, met scheprand. Wij besluiten welk resultaat
het best overeenkomt met onze gedrieën gedeelde mening: voor
een toekomstige MAP worden er twee gedrukt, waarna ik alsnog dezer
maanden verder ga borduren-sturen-onderhuids-sudderen.
Met Ed heb ik eerder kennis gemaakt, toen ik bij Piet Clement een
litho met tekst maakte; ik verwees er naar in een kersvers vorige
week: Jan Cremer kende het woord beklijven niet. Piet Clement heeft
zijn steendrukkerij opgegeven, bouwt ook niet langer aan het grafisch
oeuvre dat hij de afgelopen decennia met een aantal van de beste Nederlandse
beeldende kunstenaars heeft opgebouwd: digitalisering verovert de
wereld; een ambachtelijk en artistiek hoogstaand beroep moet weer
plaats maken voor de technologie. Rib speelt nog steeds op; ik houd
een dagje bed, heb het Boekenbal morgen afgezegd - even mijn eigen
evenwicht hervinden.
Teruglezen in de dag-en weekbladen. Altijd leuk je naam aan te treffen
in krant of boek, le plaisir de se voir imprimé vermindert
niet, al naar je ouder wordt. Integendeel: het feit dat je überhaupt
genoemd wordt, in welk verband dan ook ('dat je nog meetelt') doet
je goed, en dan doet de strekking - up of down - of welk waarom van
de naamsvermelding dan ook, er niet meer toe. Of dat je in het t.v.programma
Kopspijkers geparodiëerd wordt, nou - dat zoeken we toch even
op? Ik ben het helemaal niet, Edith zegt: jij hebt altijd een jasje
aan, en nooit zo'n slobbertrui.
Des te meer plezier ontleen je dan aan het feit dat je je naam aantreft
in bezield verband, te weten in de Boekenbijlage van NRC Handelsblad
van 4 maart jl (op Compact-formaat, gedeeld met het Cultureel Supplement,
24 pagina's tegen 16 pagina's om en om gedrukt, bravo vormgeving),
gewijd aan het thema van de nationale Boekenweek: de Vaderlandse
Geschiedenis.
De redactie van Boeken stelde voor een miniserie Het onmisbare
boek aan zestien kenners de vraag 'welk werk ze zouden nemen
als ze over 'hun' onderwerp uit de Nederlandse geschiedenis één
boek moesten kiezen.'
En ongezond weer op! Over de jaren zestig schreef Piet de
Rooy een lofzang op Het beste uit Hitweek 1965-1969 (uit
2003), samengesteld door Willem de Ridder & Frank Dam. Hij schrijft:
"Maar het beste in Hitweek was de filosofie, de manier waarop
levensbeschouwing naar een zeker niveau werd getild. Neem het prachtstuk
van Simon Vinkenoog van 7 januari 1966 over outsiders: 'Laten mijn
lezers en ik duidelijk weten, waar wij aan toe zijn, stellen wij dus
ineens en onweerlegbaar voorop: de strijd tussen de machten van de
Duisternis en die van het Licht is nog niet ten einde gestreden! Wij
zitten er nog middenin, als wij tenminste onze koppen niet in het
zand steken.'"
"Nog steeds relevant, lijkt me," besluit Piet de Rooy zijn
stukske: "Het is kortom een blad waarvan ik regelmatig in de
lach schiet, dat me soms ook ontroert en waardoor ik al met al in
een uitstekend humeur kom."
Bedankt. Nog lang niet uitgepraat, van je nooit niet, maar ik wil
graag de mening delen van Maarten van Rossem, die in Het Parool
noteert: "Het blijft droevig dat het machtigste land op
aarde wordt bestuurd door lieden die de dag met bijbelstudie beginnen
om vervolgens de godganse dag alle christelijke beginselen en principes
van eenvoudig burgermansfatsoen aan hun laars te lappen."
(Over de Republikeinse President Bush, die in 2005 de Social Security
aan de 'vrije' markt wil prijs geven, die door de Democratische President
Roosevelt ten tijde van de Depressie in de jaren dertig van de vorige
eeuw werd ingesteld).
En wat toch te denken? Moet dat dan? Ja, blijkbaar! van Arnon Grunberg,
die in zijn wekelijkse email-uitwisseling met Arnold Heertje, ook
in Het Parool, meestal verregaande voorbeelden van
langs-elkaar-heen-praten schrijft:
" De oorlog tegen Irak was vanuit Amerikaans standpunt noodzakelijk.
Van tijd tot tijd dient men (als men geen slaaf is) te bewijzen dat
men een vijand kan verbrijzelen. Met democratie of Saddam had dat
niets te maken."
Vijf regels eerder stond er: "Het bestaansrecht van Israël
is niet het lijden van het joodse volk, maar het feit dat deze staat
sterker is dan zijn buren. Mijn bestaansrecht is dat ik jou kan verbrijzelen.
Dat ik dat niet doe, is omdat ik daar (nog) geen belang bij heb. Maar
als ik meen dat mijn existentie in gevaar komt, of als ik tot de conclusie
ben gekomen dat ik een voorbeeld moet stellen, zal ik niet aarzelen."
Mooie pen-pal heb je, Arnold. Een echte sabra, die correspondentievriend
van je. Sjalom, eenieder: Simon Vinkenoog.
Zondag 6 maart 2005
'Dolgelukkig dat
we weer thuis zijn!' Ik kan niet anders dan Edith's uitroep beamen;
ondertussen wel het geluk elders - Antwerpen dus - ondergebracht,
in gesprekken en ontmoetingen, tijdens drankjes en hapjes (Entrepôt
de Congo, De Kat, De Zeven Schaken, De Engel, le petit Zinc) en tussen
de boeken, foto's, affiches en mensen - uit diverse windstreken: Vlissingen,
Leeuwarden, Maastricht, Gent, Brugge, Brussel - sommigen aangesneld
omdat zij mijn radio-interviews hadden gehoord.
Vanochtend om 11 uur de Museumbabbel in het MuHKA bij de opening van
Lawrence Ferlinghetti's works on paper, Coney Island of the Mind
- ook de titel van zijn dichtbundel uit 1958, waarvan bijna een miljoen
exemplaren verkocht zijn, wat ook het geval is met het lange gedicht
HOWL uit 1956 van Allen Ginsberg, dat verscheen bij de mede
door Ferlinghetti (24.3.1919) gestichte City Lights Books
in San Francisco.
Een wereldwijd bekend adres aan de Columbus Avenue in San Francisco's
bohemian North Beach-area: inspiratiebron voor wat René Franken
met zijn kompanen aan de Wolstraat 2a teweegbracht: een zes weken
durende Beat Bookstore; volop voorzien van boeken die men
zelden of nooit in mainstream boekhandels zal aantreffen; niet bij
de Fnac, De Standaard en ook in NL zeker niet bij Atheneum, Donner
of Scheltema. Met liefde vergaard (antiquarisch, via Demian, Wolstraat
9), van nieuwe en lopende uitgaven voorzien door The American
Book Center (Amsterdam, Kalverstraat 185, The Hague, Lange Poten 23
en Leuven, Diestsestraat 115) met boeken uit de fondsen van Vintage,
New Directions, Black Sparrow Press, HarperCollins en Penguin USA.Van
maandag t/m zaterdag 11-18 uur.
Ik schafte The Trials of Lenny Bruce, The Fall and Rise
of an American Icon, Ronald K.L. Collins & David M. Skover,
Sourcebooks, Inc. 2002 aan en keek vol bewondering naar het (te zwaar
om mee op reis te nemen) luxe boek van Barry Miles: HIPPIE. Sterling
Publishing, New York 2004, printed in Hongkong volgens de ISBN-pagina
(1-4027-1442-4), printed in China volgens het stofomslag. 384 pp.,
€29.-
Met de opdracht To all the old freaks and hippies everywhere
is het een kleurrijk geheel, met eigentijdse teksten, veel fotomateriaal,
behelzende volgens de Contents de volgende jaren:
1965: From London to San Francisco and beyond, Hippie roots in poetry,
fashion and music
1966: Psychedelia, LSD, the politics of ecstasy, Pink Floyd, the Dead,
Vietnam, the Bus, Acid Tests
1967: Sergeant Pepper, The summer of Love, Monterey Pop, Lord Kitchener's
Valet, Love & Haight, IT and Oz
1968: Anti-war protests, Paris, Street Fighting Man, Chicago, Black
Panthers, Cream
1969: Berkeley Riots, the Weathermen, Woodstock, Altamont, Charles
Manson, Timothy Leary, Communes
1970: The Age of Aquarius, Main Street Hippie, Earth Day, Trials in
the UK and USA, Alice Cooper, Playpower
1971: Jimi, Janis and Jim gone forever, Heavy Metal; thundert, Nudity,
the Legacy, Woodstock '94 & '89.
Ik zou zeggen: naar behoeven aan te vullen die jaren, ieder zijn eigen
Life Study Love Story; ik ga even duchtig uitrusten, niet zonder een
aangetroffen uitspraak van Jerry Rubin in dit opmerkelijke boek: 'What's
going to happen when all those American GIs come home? "What
do you mean, we're old enough to fight and die but not old enough
to smoke?"
Ik houd mijn bezoekers van komende evenementen in dit verband op de
hoogte; zelf hoop ik nog enkele malen naar Antwerpen te kunnen reizen,
de signorenstad die voor mij op dit moment inderdaad een World Book
Capital is!
Ken je eigentijdse geschiedenis; the beat goes on! See you later,
alligator, Simon Vinkenoog.
Zaterdag 5 maart 2005
Andermans schoothond, René’s laptop. Even de weg vinden,
tussen Leeuwenstraat, waar logeeradres boven Brocante, naar deze boekenhoek
in de Wolstraat. Onbekend terrein, straatje in door, uit, om. Edith
mooie kaart, ik mooi rondkijken tussen dag-en nachtschade. ~Overdag
de voet die zo nu en dan rusten moet, en ‘s nachts de vraag hoe
de rib het minst pijnigt.
Niets aan de hand, uurtje zitten tussen Boeken en echte Mensen, de grootste
Genezing die er is, Heerlijke mensen leren kennen, niet alleen de portretten
aan de muren, in de vitrine, op de boekomslagen – linkerwand American
Book Center (Amsterdam, Den Haag, Leuven), rechterwand datgene, Al Dat
Gene, wat René Franken de afgelopen jaren heeft verzameld. Het
maakte het aantal handtekeningen te zetten, aanmerkelijk groter. Netjes
in de rij; één voor één. Een begenadigd
figuur had netjes in doorschijnend diamantpapier een dertigtal mijner
werken, plus enkele tijdschriftbijdragen waarvan ik het bestaan vergeten
was.
Zojuist een uurtje bij de haard gebabbeld over Hugo Claus, de jaren
dat wij elkaar tussen 1950 en daarna zo niet dagelijks, dan toch wel
zeer regelmatig zagen, notabene niet eens over ons tripje naar Positano,
wel over het praatje voor studenten in Utrecht van Kees Buddingh’
over de Vijftigers, dat wij plotseling kwamen bijwonen, daar was ook
Jan Elburg bij, en wij rookten in die jaren lange Schimmelpenninck sigaartjes.
Op naar het MuHKA, voor bezichtiging Ferlinghetti’s Works on paper,
prachtig bijeengebracht in het boek ‘Life Studies ~Life Stories’.
American Book Center Amsterdam kondigt een interessante lezing i n Amsterdam
aan, 24 maart a.s. , gastspreker Daniel E. Williams: ‘Living in
a World Without Drug Prohibition’. Hij is de auteur van het boek
‘The Naked Truth About Drugs’.
“The United States led the world into drugs prohibition, and it
is the United States that can lead us all out. Drugs are still believed
to do harm, yet attitudes are shifting toward the belief our drug laws
are more harmfull. The repeal of global drug prohibition will be the
most significant law-and-order legislation of the 21st century.”
Zo is het! Groeten uit de Sinjoren stad. Simon Vinkenoog.
Vrijdag 4 maart 2005
Aneurin, Welsh bard, 6th cent. A.D.
AU!
(Uit Het Leven Gegrepen, deel 1)
AU, ik mag niet
te hard lachen.
AU, ik mag geen plotselinge bewegingen maken.
AU, ik moet het een beetje rustiger aandoen
AU, van ZumTodeBetrübtHimmelHochJauchzend
AU, door de pijngrens
AU, ik moet uitkijken waar ik loop: sneeuwwit, gladglanzend of modder
AU, zó gaat het dus: not with a bang /with a whimper
AU, ik mag wel weer eens uit mijn ogen kijken
AU, ik moet mijn dromen onthouden
AU, ik heb er nog lang geen genoeg van
AU, je moet er mee leren leven {grootste dooddoener ooit}
AU, je moet er maar niet meer aan denken
(de humanistische geestelijke verzorger, die wel eens langs kwam,
in de zes weken vrijheidsberoving Utrecht 1965, bij het afscheid.
Slechtste raad ooit.)
AU, Netwerk, AU Twee Vandaag, AU Journaal, AU Wereld, AU Tsunami,
AU Verdeelde Verengde Staten
AU, ongebakken deegsliert Europese Grondwet
AU, ongeletterden
AU, tijdgenoten!
Van Au naar
Mwah il n'y a q'un pas...
(Uit Het Leven Gegrepen, deel 2)
Opmerking van
Ad Fransen & Peter Hoomans in een interview met Harry Mulisch,
in het derde deel van de serie 'Schrijven voor gevorderden', HP/DE
TIJD, 4 maart 2005, € 3.95, €4.20:
U bent al heel lang een publiek persoon, een bekende Nederlander.
Harry Mulisch: Precies, en het lastige is dan dat je vaak gevraagd
wordt iets te zeggen over dingen waar je geen verstand van hebt. Rotzooi
in de politiek en in de wereld, bijvoorbeeld. Maar daar wil ik het
in dit gesprek dus niet over hebben
HP/DT: We hebben aan uw vriend Marcel van Dam gevraagd waarom u tegenwoordig
zo afwerend reageert als het over maatschappij en politiek gaat. Over
de islam. Volgens Van Dam bevalt het agressieve klimaat waarin de
discussie plaatsvindt u niet
Harry Mulisch. Dat is ook zo. Ik heb twee ingrijpende veranderingen
meegemaakt. De Tweede Wereldoorlog en de jaren zestig. Daar heb ik
me stevig mee bemoeid. Nou vind ik het welletjes.
HP/DT: Misschien komt alle rampspoed op de oude dag wel extra hard
aan?
Harry Mulisch: Hard? Mwah. Wel onverwacht. Kijk, in 1961.......
Uw chroniqueur, onderweg naar de Signorenstad, adviseert u verder
te lezen in HP De Tijd van deze week, niet bij het oversteken, pas
op voor de gladheid, ongeluk zit in een klein hoekje - kan ik weer
eens empirisch, volmondig beamen. Drie getuigen, Sven, Erik Jan en
Leonora.
Uw (aan de beterende hand) Simon Vinkenoog, met dank voor Edith's
onvoorwaardelijke steun en dank ook aan de voorbeeldige Amsterdamse
huisarts-klinieksamenwerking. Petje af, en oprechte dank. Weg met
de alarmfases! Simon Vinkenoog.
Donderdag 3 maart 2005
Nicholas Flamel, Hermetist, d. 1418 A.D., b. 1330
Voor pijn moet
alles wijken
een symfonie van pijn
een waterval van pijn
pijnscheuten vlammensteken
Voor pijn moet
alles wijken
afspraken, reizen, plannen
- zelfs hoesten of bewegen,
ja, zelfs ademhalen:
voor pijn moet alles wijken.
Je brengt jezelf,
je werk,
de wereld in ongelegenheid:
voor pijn eigenlijk geen tijd,
je lichaam en geest nog lang niet
voorbereid op het afscheid,
maar je voelt, je weet en ondergaat:
voor pijn moet alles wijken.
03.03.05 - 10u30
11u15 naar huisarts.
12u30 Röntgenfoto's Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Prinsengracht.
Rib gebroken,
long niet lekgeprikt. Hoera. Voorgeschreven Diclofenacnatrium
(ontstekingsremmend, pijnstillend en koortsverlagend).
Eerder meegemaakt, zo'n val in het niets of de leegte; beschreven in het hoofdstuk Lang Licht in Stadsnatuur - dagboeknotities januari-juli 1986, in november 1986 in 1500 exemplaren bij uitgeverij Conserve verschenen. Pagina 101: '21 juni 1986. Speelt de duivel mee? Na mijn optreden in Paradiso, een benefietavond ten behoeve van de Hortus Botanicus stapte ik van het ene podium op het lager gelegen andere, vlak daarnaast - om op ooghoogte te geraken met het meisje dat me bloemen kwam aanbieden ('je was zó vlug van het podium af') - de eerste stap ging uitstekend, maar met het linkerbeen kwam ik in een dertig centimeter brede spleet terecht, waardoor ik allereerst tegen het hout in de leegte flikkerde, en vervolgens een opdonder onder mijn rechteroksel kreeg - nu drie dagen later, veel ach en wee weer, nog steeds manklopend en pijn bij elke lach, hoest of diepe ademhaling.'
Eerste tien dagen
rustig aan; dokter Anneke Groot bevestigt diagnose radioloog: gebrok
rib, niet gekneusd. Geen vreemde onverwachte bewegingen maken; spieren
houden het bot bij elkaar. Rustig houden, 'je bent sneller vermoeid
dan anders.' Dit keer dacht ik, dinsdag in Festina Lente, dat
er een stoel stond bij het tafeltje waaraan de jury altijd zit tijdens
de maandelijkse dichtersavonden.Wel, die stond er dus niet, waardoor
ik op de grond terecht kwam en met mijn rug tegen de vensterbank smakte.
Genoeg daarover; in elk geval gaan wij niet naar Rudolf's verjaardag
vanavond (zeventig, in Ruigoord), helaas.
Wél zal ik morgen om vier uur, D.V., mijn opwachting maken
in de dan te openen Beat Bookshop in de Wolstraat 2a in Antwerpen,
waaraan René Franken (van antiquariaat Demian, Wolstraat 9),
de laatste maanden zo hard gewerkt heeft. Zondagmorgen 11 uur een
museumbabbel in het MUHKA, bij de opening van de tentoonstelling A
Coney Island of the Mind, works on paper van Lawrence
Ferlinghetti. Voor het overige programma, zie The Beat goes On!
Pijnlijke, edoch hartelijke groeten, Simon Vinkenoog.
Woensdag 2 maart 2005
Thomas More Johnson, American Neoplatonist, d. 1919 A.D., b. 30/3/1851
Nostalgie. Ik
ken het woord, alsmede de betekenis (hoewel nooit de definitie ervan
opgezocht), maar ik heb er verder niets mee te maken, kan er niets
mee doen.
Een redactielid van het t.v.-programma B & W belt op, om me mee
te delen dat sommigen dit jaar al het jaar van de Nostalgie noemen,
en heb ik zin in een discussie daarover mee te doen?
Ik houd de boot af - hoef niet zo nodig met mijn snuitje op de buis
- en verklaar met het woord weinig te kunnen aanrichten.
Niet dat het verleden niet met me optrekt, het hier en nu van mij
is tenslotte al bijna 77 jaar oud/jong/springlevend (zij het van AU,
na het zittengaan op een stoel die er niet was bij Festina Lente gisterenavond),
ik kan dan ook veel verhalen over allerlei gebeurtenissen waarmee
ik al dan niet te maken heb gehad in die zo bewust mogelijk meegemaakte
bijna 3/4 eeuw geschiedenis, maar reden om NU nostalgisch te doen
over TOEN: in de allereerste plaats omdat ik nooit zo gelukkig geweest
ben als de jaren die ik - sinds 1987 - met mijn Edith Annalida Dorothée
Ringnalda doorbreng.
En als me gevraagd wordt over de jaren vijftig te schrijven (het afgelopen
weekeinde in Den Haag daaraan besteed) dan doe ik dat, merk ik, in
de tegenwoordige tijd. Ik ben er weer even, in gedachten en herinneringen.
Zonder nostalgie, weemoed, heimwee, Weltschmerz of mal du siècle;
weg met de gemeenplaatsen, clichés en de hype van de dag.
O, wat zijn de herinneringen veeltallig en multi-interpretabel, subjectief
of objectief: de 12 jaren voor de Tweede Oorlog, de vijf jaar durende
bezetting, de periode daarna, de vlucht uit huis het huwelijk in,
de eerste zoon uit 1947, het vertrek met Juc naar Parijs, de amoureuze
en literaire verwikkelingen, de jaren Unesco - met werkbezoeken van
twee maanden aan Montevideo en New Delhi, de terugkeer naar mijn geboortestad
die nu onder een witte sneewlaag mooi ligt te zijn - het redacteurtje-spelen
bij de Haagse Post, de boeken en vrienden, de happenings en reizen:
het staat niet altijd geboekstaafd en er blijft altijd genoeg te vertellen
over.
Sommige verhalen blijven nieuw, al hoor je ze honderd malen en kun
je alle malen wenen; als ik op deze eigen plek over al mijn boeken,
bundels, uitgaven, vrienden en familieleden hier tien regels commentaar
zou moeten schrijven, zou ik nog weken bezig blijven, en dat doe ik
dus niet.
Geen uithangbord voor de kleine ondernemer, die ik ben - en zeker
geen handelaar in nostalgie. Maar dat het altijd even spannend was,
dat ik altijd ergens mee te maken of te doen heb (gehad)) met de personages
die als figurant en medespeler mijn Umwelt bepalen, mijn socio-sfeer,
dat is zeker.
Er zijn meer Fenomenen dan Allen Ginsberg, Gregory Corso, William
Burroughs, de al dan niet experimentele dichters, en de beeldende
kunstenaars als Aat Veldhoen, Karel Appel of Jan Cremer die mijn pad
kruisten, om er enkelen te noemen. Wat dat betreft, voel ik me bevoorrecht
en hoef voor niemand te verhelen dat het toeval daarbij een grote
rol heeft gespeeld. Un coup de dés jamais n'abolira le
hasard. (Stéphane Mallarmé) Maar je moet daar voor
openstaan en kunt het andere, eigen namen, geven. Het eerste gebod
is uiteraard Liefde (lacht de Angst weg) en verder: je goede gesternte,
met het peillood van de serendipiteit of een gratis abonnement voor
het leven op synchroniciteiten, die in clusters komen. Op naar het
einde, een altijd nieuw begin. Gegroet, belezen tijdgenoten: Simon
Vinkenoog.
Dinsdag 1 maart 2005
David (C.), Patron
Saint of Wales, 6th cent. A.D.
Moses, c. 1570 - 1450 B.C.
Als motto van
de maand maart, op de Universal Festival Calendar, waaarvandaan ik
de namen pluk, een uitspraak van Lao Tse, uit de Tao Te King:
"He who makes, unmakes; he who grasps, lets go. That is
why the self-controlled man by Inner Life can make and by Inner Life
can unmake, by Inner Life grasp and by Inner Life let go.'
Heerlijk, als innerlijk leven en uiterlijk leven samenvloeien: dit
mee te maken in een gelukkig huwelijk is een zegen, waarvan je je
voortdurend bewust bent. Count your blessings.
Terug in Amsterdam werk aan de winkel: het uittikken van heel wat
kleine woordjes op kleine papiertjes. Dit een avondwandelingetje voordat
wij ons naar Festina Lente begeven. Bij de post het winter 2005-nummer
van Theosofie, een uitgave van de Geünieerde Loge van
Theosofen met zowel een editoriaal De Ramp in Azië: God,
Toeval of Karma? als een uitvoerig artikel De verborgen Oorzaken
van Natuurrampen.
In Het Editoriaal: "Volgens de theosofie kan het lijden
in de wereld, en dus ook deze ramp, niet worden verklaard door de
aanname dat een almachtige God de schepper is van ons lot. De esoterische
filosofie leert immers dat een persoonlijke God niet bestaat. Het
probleem is reeds tweeëntwintig eeuwen geleden helder verwoord
door de Griekse filosoof Epicurus: 'Of God wenst het kwaad uit deze
wereld te verwijderen en kan dit niet, òf hij kan het maar
wil het niet, òf kan het wel en wil het. Als hij het wil en
niet kan is het onmacht, wat in tegenspraak is met de aard van God;
als hij het kan en niet wil is het slechtheid en dat is niet minder
in strijd met zijn aard; als hij het niet wil en niet kan is dit zowel
slechtheid als onmacht; en als hij het kan en wil (alleen deze voorwaarden
passen bij God), waar komt dan het kwaad dat in de wereld bestaat
vandaan?'" (Aangehaald door Lactantius in zijn De Ira Dei
(Over de Woede van God), hoofdstuk XIII.)
Ik zal ongetwijfeld verder lezen, ook het wetenschappelijk artikel
met veel feiten vanaf het WWW, en via Judge, Blavatsky en het Corpus
Hermeticum.
De Loge (met het motto: De ware Theosoof behoort tot geen geloof noch
sekte en toch behoort hij tot alle) kondigt zondagmorgenbijeenkomsten
aan van 11u tot 12.15 in 't Klokhuis aan de Celebesstraat 4, 2585
TJ Den Haag. Info Elzendreef 279, 2272 CM Voorburg, 070-3865712.
Het gaat om de volgende data: 6 en 20 maart, 3 en 17 april, l, 15
mei en 29 mei, alsmede 12 juni. Van harte welkom, toegang vrij, gelegenheid
tot stellen van vragen en napraten bij een kopje koffie of thee. Over
studiemiddagen info op adres voornoemd. Dit was uw (bijna dagelijkse)
postduif, op vleugels van gezang: Simon Vinkenoog.