Koetshuis Den Haag, 28 februari 2005
Geber, alchemist, c. 730-800 A.D.
Goeden
morgen, nieuwe week – in Scheveningen langs de voorgedraaide candyman
in de Gentsestraat, langs de boulevard de Zee Zien en terug via de haringkar
aan de Badhuisstraat. Frisjes. Twee dagen het erf niet af geweest; verkeerde
in de jaren vijftig. Met herinneringen, gedachten plus pen en papier. Morgen
de minuterie op eigen scherm aan te brengen, in Amsterdam. Geheimtaal, onderweg.
Je kunt het allemaal, DV, binnen een maand te horen krijgen.
De wachttijd, tussen de zetten door (Ma neemt haar tijd bij scrabble) me kostelijk
geamuseerd met Hans Dutting’s Documentaire over Jan Cremer Himself.
Hij kan geen slecht woord over zijn Idool horen, heeft ook censuur op het
register uitgeoefend; Hester Leclercq (op pagina 144 nog met Jan in New York
getrouwd, met als getuigen Bert Schierbeek en Karel Appel) komt daar niet
in voor, evenmin als Wim van der Linden – zodat we het Dodgers-avontuur
en Elvis Presley moeten missen.
Het handjevol appeltjes, dat ik met Hans D te schillen heb (ik lees zeer nauwgezet)
handel ik per e-mail met hem af. Wat hij bijeen heeft gesprokkeld, over 448
bladzijden, naar eigen zeggen uit een prive-archief van 21 kilogram), is niet
gering. Hij heeft een moderne collagetechniek toegepast; hij citeert regelmatig
en uitgebreid uit interviews en artikelen, brieven en besprekingen, en uiteraard
uit het werk van de Meester zelf. Het spreekt ook vanzelf dat hij toestemming
aan betrokken schrijvers en journalisten vroeg, wanneer de aanhalingen uitvoerig
waren; 26 hunner worden bij name genoemd en bedankt.
Zo treft de lezer van mijn hand een pagina uit het boek Hoogseizoen uit 1962,
met in een brief van Jan Cremer uit Ibiza (10 april ’62) daarover het
volgende, wat menig lezer van Ik Jan Cremer, dat drie jaar later zou verschijnen,
met de ogen zal doen knipperen:
‘Over dat boek: ik vind het hartstikke jofel, tof-tof-tof, ongetwijfeld
ben je een groot schrijver, ik heb het met interesse, spanning en vaart gelezen,
en zal het de Hollandse Kolonie hier ter hand stellen, nogmaals mijn dank,
ik ben er trots op dat je mij jouw vriend noemt, je bent een verschrikkelijk
goed observeerder en rapporteur, realistisch modern, ben benieuwd naar de
reacties, alhoewel dat geen klooten zegt, wat Sleutelaar, Vaandrager en de
jongens van het boek zeggen lijkt me alleen maar belangrijk. Een kritisch
punt: waarom zo uitgebreid over seksuele ervaringen? Dat hoef jij toch niet
te gebruiken, over neuken en naaien schrijven, zijn tekortkomingen in expressiviteit,
hulpmiddelen om het voor ‘janrapenzemaat’ en ‘moderngeorienteerdee’
snobs aantrekkelijk te maken. Laat hugo c.. dat maar doen, zijn boeken, en
die van meerdere ‘toffe’ schrijvers geven me altijd ‘n wansmaak
van ‘gottegottegot, wat durf ik dat toch maar effe op papier te zetten.’
Ik ben erg blij met je boek, het is een boek van ons, en misschien vinden
outsiders er geen moer aan, dat moet je niet kunnen verrekken. Genoeg voor
nou over je boek.” Schrijft Jan Cremer (toen 22) aan Simon Vinkenoog,
op dat moment 33 jaar jong. Wie de schrijver niet op de voet gevolgd heeft,
en wie kan dat in Jan’s razende reporterleven, zal zijn hart aan allerlei
sappigs kunnen ophalen, veel hoor en niet veel wederhoor. Het boek is opgedragen
aan Jan Cremer, ‘voor wie ik sinds 1960 een onaantastbare bewondering
heb’.
Het boek is up to date, ook voor mij veel nieuws – een ooit-begonnen
archief (1, 5 kilo) heb ik nooit voortgezet - ik ben blij ooit voor hem iets
te hebben kunnen ‘betekenen’’, al kenden hij en Babette
het woord ‘beklijven’ niet, toen zij dat zagen op een litho die
door Ed Baars bij Piet Clement werd gemaakt, een jaar of wat geleden. (Al
wat beweegt/ zal in beweging blijven/ Erop en/of eronder / een keus is er
niet.// Niets dat beklijft/ en alles zal verdwijnen: /je leven een VUURWERK,
of niet.).
Mooi, hoe een ieder zich dit tegenwoordeig eigen kan maken, we zijn uiitverkorenen,
hoor je dat, Jan? Je volksjongen-vriend Simon Vinkenoog.
Koetshuis
Den Haag,
zaterdag 26/zondag 27 februari 2005
26: Amn-Ra (E.)
27: Mira Bai, Indian princess, mystic and poetess, c. 1500 A.D.
Huiselijk
tafereel: aan een prachtige, ingelegde gepolitoerde mahonie-e.a.houten schaaktafel
boven een scrabble-bord gebogen. Ik schiet in de lach en denk: het moderne
leesplankje voor jong en oud! Wij houden Edith’s moeder gezelschap,
de Koetshuizers zijn even het land uit en wij zorgen voor hun twee lieve hondjes:
moeder en zoon Jacky en Spinky.
Scrabblen hoort, is welhaast geboden, zo tussen Joost Zwagerman in NRC en
Driek van Wissen in de Haagsche Courant gisteren en Harm Botje in de Volkskrant
vanochtend in; nog even schateren om Youp’s Dark Room (Ma weet gelukkig
niet wat dat is} coulumn en dan, aan de slag! Zij overtroeft ons, notabene;
voor mij is het lernen, t.w. het geduld beoefenen dat mij zo ongeduldig heeft
doen leven. Zo nu en dan de tropische schreeuw van de groene halsbandparkiet
bij de Waterpartij buiten. Een stille dag in een stille buurt. Huis op wat
ooit een duin moet zijn geweest. Scheveningse bosjes. Edith met ma langs graf
pa, en mijn candyman, waardoor ik mij nu op andermans toetsenbord begeef.
Waarschijnnlijk aangewakkerd door de lectuur van Pearl Abrahams boek bekeek
ik belangstellend het juist-verschenen nummer van het NIW, het Nieuw Israelietisch
Weekblad, waarop Ma geabonneerd bleek te zijn. Wat een nieuwe, oude wereld
ging voor mij open in dit 24 pagina’s tellende van de 16e adar 5765.
Een springlevende gemeente, zo te zien, al is er in de loop der jaren nog
al eens iets in de pers te doen geweest over hoofdredactionele turnovers.
Op de huidige inhoud niets aan te merken, informatief.
Op de voorpagina staan drie artikelen groot aangekondigd: Onverzettelijk optimist
Marc de Hond verslaat de oscars vanachter de radiomicrofoon.. Geen trauma’s.
Uiteindelijk zal iedereen zich neerleggen bij de ontruiming van de Gazastrook..
En voor mij, als meest intrigerende: 1 maart gebeurt het. Elke zevenenhalf
jaar feest: de dagelijkse lezing van de Talmoed is voltooid.
Op bladzijde 17 meldt Rabbijn R.Evers: De daf is af. Om de zevennenhalf jaar
vindt er een groot festijn plaats, een sijoem: het afronden van de Talmoed.
Volgende week is het zover.
Ik raad belangstellenden de lezing van dit artikel (de Aanschaf van dit nr.
van het NIW) ten zeerste aan.
Om te beginnen: ‘Sommigene noemen het het Dafjomi syndroon. Opgewonden
rebbes proberen iedere dag weer hun dagelijkse portie Talmoed te bemachtigen…..
Zal het vandaag weer lukken? Het werkt verslavend. Eenmaal gegrepen kom je
er niet meer van los.. Maar het heeft ook zijn keerzijde… De rabbijn
die de daf geeft, moet iedere dag weer opboksen tegen een legioen van toehoorders,
die altijd slimmer denken te zijn vanachter hun vertaalde ArtScrollGemores
en hem doodgooien met hun bombe-Kasjes. Een bombe-kasje is een bijna niet
te beantwoorden vraag.’
Enkele regels verder wordt uiteengezet wat dit inhoudt: ‘Dinsdagavond
1 maart komen alleen al in New York 120.000 joden samen op Madison Square
om in gewijde stemming te vieren dat de daf af is. De daf is een blad uit
de Talmoed. Iedere dag hebben wereldwijd honderdduizenden mensen iedere dag
weer hetzelfde Talmoedblad doorgeexerveerd. ‘s Ochtends vroeg voor sjoel
of s avonds laat na het eten. Inmiddels is er een wereldtelefoonboek verschenen
met alle mensen die Daf HaJomi, het dagelijkse Talmoedblad, onderwijzen.’
En wat betreft Amsterdam: ‘Meer dan voor de oorlog bestaat er momenteel
belangstelling voor de Talmoed. Professor M. Gans z.l. vertelde mij dat voor
de Tweede Wereldoorlog maar tien rasechte Amsterdammers Talmoed lernden. Op
dit moment zijn het er zeker vijftig.’
‘Tot op de dag van vandaag is de Talmoed eigenlijk nog niet afgesloten.
De tekst lijkt statisch, maar het is nog steeds mogelijk actuele vragen met
frisse inspiratie beantwoord te vinden tussen de regels door. De Talmoed is
groot: tweeeneen halfmiljoen woorden, 5894 pagina’s. Ongeveer eenderde
hiervan bespreekt puur halachische onderwerpen. Bijna iedere regel vormt een
vraag, waarna weer een antwoord volgt, waarna weer een wedervraag volgt, hetgeen
eindigt in een definitief antwoord, dat uiteindelijk, weer niet echt definitief
blijkt…In de moderne Talmoed-uitgaven ziet men hoe kort en informatief
de half hebreeuwse, half Aramese tekst is: vijf woorden Talmoed vergen voor
de gemiddeld intelligenmte burger anno nu ongeveer tien regels uitleg.’
‘De Conference of European Rabbis houdt de sijoem in Lublin, want daar
woonde de befaamde Lubliner Rav, Rabbi Meir Shapira (1887-1934). Toen hij
vijftien jaar oud was kreeg hij al semiecha (rabbinale autorisatie) van zijn
Rebbe, Rav Jitschak Schmelkes. In 1923 stelde hij op een conferentie van de
Agoedat Israel voor, dat iederen zich zou verplichten om iedere dag hetzelfde
Talmoedblad te leren. In 1931 mocht hij nog de eerste ‘wereldsijoem’
van zijn geesteskind meemaken.. Dit jaar vieren we de elfde sijoem, in Amsterdam,
in het Cheider. Ikzelf maak nu de tweede ronde af.’
Nog een laatst fragment uit het artikel in het NIW van 25.2.2005, van Rabbijn
R.Evers.
‘Wij lezen de Tora door de bril van de Talmoed. Het is aan ons er mee
en ernaar te leven. Wanneer zich een nieuwe levenssituatie voordoet of een
nieuwe techniek, zullen de Chagamiem (Wijzen) in iedere generatie bij meerderheid
van stemmen moeten uitmaken hoe men daar volgens de richtlijnen van Tora en
Talmoed tegenover moet staan. Geen wonder of ortake;l, zelfs geen stem uit
de Hemel, kunnen ons van die verantwoordelijkheid ontslaan. Het jodendom kent
geen Goddelijk leergezag in de zin van Goddelijke openbaring apres-la-lettre,
waarin de Goddelijke bedoeling nader wordt gepreciseerd. De Tora is uit de
Hemel. Sinds Sinai is hij aan de mensen gegeven. De verdere verantwoordelijkheid
ligt bij de mens. Het jodendom kent ook geen aards leergezag. Men beslist
bij meerderheid van stemmen. Minderheidsopinies worden bij de beslissing aangetekend.”
Sjalom dus,
vrienden en vriendinnen, vanuit de Diaspora! Simon en Edith, die mij dicteerde.
Vrijdag 25 februari 2005
Synesius, Christo-Neoplatonist, friend of Hypatia, c. 360-420 A.D.
Een spetterende bijeenkomst, Looiersgracht
12, gisteren de presentatie van de Gids voor een nieuwe generatie Uit
je bol, gezond verstand bij het gebruik van bedwelmende middelen, samengesteld
door mijn vrienden Gerben Hellinga en Hans Plomp. Het eerste exemplaar van
de geheel herziene en geactualiseerde versie ging naar Duncan Stutterheim,
een van de eerste organisatoren van House-feesten in Nederland: zo jong
als hij is nu aan het hoofd van een bedrijf met een miljoenenomzet.
Witlov, 'kunst-en recreatiecentrum', beantwoordde aan de doelstellingen:
een prettige omgeving voor mensen met een bepaalde expertise, die elkaar
zo nu en dan tegenkomen, praatje, drankje, trekje. Uiteraard mini-speeches
van de samenstellers, enige liederen door Armand gezongen en een oproep
van Freek Polak over de komende acties van de Stichting Drugbeleid,
die wij met interesse tegemoetzien.
In enkele landen op ons continent is het harm reduction-beleid,
door Nederland eens zo enthousiast ingezet, al veel verder dan hier. Het
wordt tijd dat Europese leiders zich weten los te schudden van de paranoide
War on Drugs-geopolitiek van de o zo corrupte, van binnenuit door angst
aangevreten, administratie van de Verdeelde Staten van Amerika.
Hoe zijn wij, vredelievende en spirituele personen, toch in zo'n gedemoniseerde
situatie terecht gekomen? Wat kunnen wij er tegen beginnen? Is het niet
in de eerste plaats noodzakelijk kennis te verspreiden? In dit opzicht voldoet
deze Gids in ruime mate; het zou ook in elke schoolbibliotheek moeten worden
opgenomen en ik neem aan dat de Openbare Bibliotheken en Leeszalen het zullen
afnemen. Bovendien is het een mooi boek voor op de toonbank van coffeeshops,
smartshops en growhops - het misstaat evenmin in de boekenkast, naast bijvoorbeeld
Terence McKenna's Het voedsel der goden en de Penguin-uitgave
- nog stammende uit de jaren zestig - van The Book of Grass, samengesteld
door George Andrews en uw chroniqueur.
Zet hem op, Prometheus, www.uitgeverijprometheus.nl.Verover
die nieuwe markt van Dionysos! A joint a day keeps the doctor away! En als
je dan niet roken kan, er staat een vaporisator voor je klaar: geen rook,
zuivere THC.
Ik heb hem om. Een uitstekend gevoel; een goeie high is
bestand tegen weer en wind. Als de connectie eenmaal gelegd is ben je, lichaam,
geest en ziel, verbonden met alle alchemisten, occultisten en esoterici
die het Levenselixir, het Proces van Goudmaken, de Eeuwige Jeugd in zichzelf
zochten en vonden.
Soms is de openbaring, de euforie, de epifanie, de satori of het AHA (Eureka!)
zelfs niet-gezocht, maar komt als zegen, gratuitous grace, zomaar,
serendipity, omdat de mens zijn transcendentie verdient en in staat is en
bereid om voorbij de oorlog (Beyond War) te leven, louter uit liefde, met
de daarbij behorende drang naar vrede, vrijheid en rechtvaardigheid.
Het Koninkrijk der Hemelen, zogezegd, binnen in u. Zoek het als eerste en
de rest zal u toegeworpen worden... Het is en blijft het grootste experiment
dat er is, het gaat om leven en dood, en daarbij is een goede gids in veel
gevallen een noodzaak, zeker in deze zo vijandige en vervuilde maatschappij
.
Daar wil ik graag, heel graag, een uitspraak van Timothy Leary aan toevoegen,
de geniale Trickster, die zijn leven empirisch gestalte gaf en tot het einde
toe in de mens bleef geloven.
"Trust your inherent machinery. Be entertained by the social game
you play. Remember, man's natural state is ecstatic wonder, ecstatic intuition,
ecstatic accurate movement. Don't settle for less."
(Leary is een der Children of Fortune op de website American-Buddha.com. Zoek hem op en doe hem de groeten van Simon Vinkenoog
Donderdag 24 februari 2005
Als een godsgeschenk kwam
het binnen, via de windroosweblog, het e-mailadres van Leo en Tineke Vroman,
die mij de hartelijke groeten stuurden. Nou, reken maar dat ik die groeten
meteen terugstuurde! Zoveel jaren niet gezien (ooit bezocht ik hem, notabene
in 1954, in New Brunswick), zouden wij elkaar sinsdien ooit weer gezien hebben?
Volgens Edith nog éen keer bij Poetry International in Rotterdam.
Wat een aanwezigheid, het Vroman-Universum, wat een liefde die klopt als het
hart, met zijn aritmie & Acenocoumarol. Is de poëzie daar niet de
mooiste uitdrukking van? Om met Paul van Ostaijen te beamen: 'Kunst is
liefde in elke daad.'
Plotseling weer twee gedichten te schrijven, éen om in te lijsten voor
een ChildRight-veiling, éen om voor te lezen, dan nog een beeldcommentaar
en een commentaar in beelden; ik houd het even lekker vaag, het borrelt allemaal
nog onbewust. Over wat je aan het doen bent, wat komen gaat op het 'creatieve
vlak' ben ik aanhanger van het zwijg-bijgeloof, en als het achter de rug is,
is het ook weer gedaan. Altijd, godlof, werk aan de winkel.
Deze webstek niet bedoeld als een opsomming van verrichtingen en feiten, prestaties
en biobibliografische mededelingen, speellijsten en contacten of boekingen,
maar eerder bedoeld als een funhouse-labyrint om in te verdwalen en de weg
naar jezelf weer terug te vinden, ongeacht het feit dat er neuroscientisten
zijn die het bestaan van het zelf, de ziel, ontkennen.
Dat moet dan maar. Ik houd van het zieleleven; achterin Düttings hagiografie
van Jan Cremer, die ik bij me had omdat ik zoon Alex wilde laten zien wat
zijn overleden moeder op pagina 92 te zeggen had, schreef ik gisterenavond
de tafelschikking op, bij de Derde Kamer ter gelegenheid van Barbara's 68e
verjaardag. Wat zijn wij allemaal nog jong, als we elkaar aankijken. Uiteraard
ik de oudste, de twee jongste aanwezigen lagen nog aan de moederborst. Wat
een extended familiy, met hoeveel banden niet aan elkaar verknoopt!
Talitha - Babette Diesje - Edith - Simon - Arthur - Stefanie - Ellis - Daria
- Juana aan de lange tafel tegen de muur; met aan de overkant, het hoofd van
de tafel een kinderwagen, dan Mark - Bodil -Ambika - AnnaSunya - Jonathan
- de jarige Barbara - Alex - Dagmar en Sammy-Jean. Kleinzoon Marvin, op dit
beschreven moment, aan de flipperkast of het computerspel. De Vinkenoogen,
Mohren, twee Hugesen, de Bary's, een Verheul, een Cunze en een Ringnalda Nooit
teveel: de boom wordt hoe langer hoe dikker; er komen steeds meer aardige
mensen bij. Broodnodig, overigens.Hoe meer mensen hun eigen werkelijkheid
op aarde scheppen, hoe meer Oases en Paradijzen, des te beter. Utopia Now!
Ik neem, naast Pearl Abraham en Hans Dütting, ook het boek van Hans Achterhuis,
De erfenis van de Utopie (Ambo, Amsterdam, 1998) mee naar Den Haag
dit weekeinde, nogmaals doorbladeren. Ik zie op pagina 150 zes regels, ooit
door mij 'in volle ernst' geschreven. Nou, reken maar nog steeds die volle
ernst, met een lach en een traan. Dat lachen goed en gezond is, weet ik heel
goed, en dat klagen en zeuren en bang maken en in de put zitten, gevangen
in ideeën en gevoelens, weet ik ook heel goed. Dus houd je geen optimist
en geen pessimist over, maar een realist. Desnoods surrealist. Bouwerbreker,
All in One, Creator-Destroyer, SHIVA Om Shivaji! Etc.
En vanmiddag nog even een binnenstadsuitje naar Uit je bol, de Gids voor
een nieuwe generatie met Gerben Hellinga en Hans Plomp. Om 17u bij galerie
Witlov aan de Looiersgracht 12. Het eerste exemplaar van het (na 10.000 verkochte
exemplaren) opnieuw uitgebreide en geheel geactualiseerde handboek zal door
de auteurs worden aangeboden aan Duncan Stutterheim, oprichter van ID&T,
een van Amsterdams nachtburgemeesters, dacht ik. Onze aanwezigheid wordt op
prijs gesteld, dus waarom niet? Liefdeslied.Simon Vinkenoog.
.
Woensdag 23 februari 2005
Atisha, or Dipamkara Buddha, Arhat and Mysteriarch, restored the Mysteries to Tibet, c.980-1050 A.D.
Rijker wakker worden.
Het Fonds voor de Letteren heeft het jaarlijks Eregeld overgemaakt; altijd
welkom en goed te gebruiken. Met overleg en inzicht uiteraard, Edith en
ik doen niet aan 'funshopping'.
In de trein naar Antwerpen en terug gisteren ruimschoots kunnen lezen in
het magistrale boek van Pearl Abraham, De zevende bedelaar, uitstekend
vertaald door Sjaak de Jong, J.M.Meulenhoff, 2005.
Met hartkloppingen al lezend bij een chassidische familie in New York terechtkomend,
waar geworsteld wordt met de geestelijke nalatenschap van Nachman van Bratslav
en de Baäl Sjem Tov, ketters verlosser, die wist dat hij dat alleen
kon doen door zelf te sterven. Het is lang- geleden dat ik Gershom Sholem
en Martin Buber's Chassidische Verhalen gelezen heb, en
met de Sefer Jetsira, het Boek van de Schepping ben ik
evenmin zo vertrouwd als Tora-studenten in de jesjieve, die niets anders
doen dan lernen. In dit boek komt het allemaal ter sprake, inclusief
de Artificial Intelligence, waarmee ik in de laatste delen van dit boek
nog te maken krijg.
Van de 350 pagina's van dit boek heb ik er nog ruim honderd te gaan, ik
wacht me voor verrassingen: lange tijd niet zó met een boek meegeleefd:
inzicht verschaffend in eigen leven.
Ik zie aan het einde, voor de woordenlijst van zeven pagina's, een citaat
uit Walter Benjamin's Illuminationen: "De verteller: de man
die de lont van zijn leven volledig zou kunnen laten verteren door de zachte
vlam van zijn verhaal... De verteller is de persoon waarin de rechtschapen
mens zichzelf tegenkomt."
Een maand of wat geleden bleef ik steken in Zadie Smith's The Autograph
Man, (Vintage, 2003), dat voorafgegaan wordt door de Kaballah of Alex-Li
Tandem, de tekening van een levensboom, van Shechina naar Keter, en de proloog
is getiteld Zohar, The Wrestling Match. Bij het doorbladeren
vind ik de tekening The Ten Sefiroth of Elvis, Presley's levensboom,
met on top uiteraard Colonel Tom Parker. De pocketuitgave, voortdurend dichtvallend,
te kleine letters: misschien wacht ik op de vertaling, zo die er al niet
is.
Komend op het te-lezen-front de Jan Cremer-documentaire, mij door
uitgeverij Signature/Bruna op verzoek van de samensteller Hans Dütting
toegezonden, een pil van 448 pagina's met een uitgebreid persoonsregister,
zo'n 800 namen schat ik (name-dropping!) - uiteraard ga ik het eerst kijken
naar de pagina's waarop ik vermeld word; ik heb het even moeten en kunnen
uitstellen, want de twee bezoekers uit Andere Tijden maakten zojuist
plaats voor de ander uit Komende Tijden en vanavond wacht ons nog een verjaarsfeestje
en famille van mijn lieve ex, Barbara.
René Franken nog even hier; ik geef hem de gelegenheid op mijn boekenplanken
rond te neuzen; hij verzamelt materiaal voor de opening van de BEAT! Bookstore
(Antwerpen: Wolstraat 2) op vrijdag 4 maart 4 uur smiddags ; die avond in
het theater Zuidpool aan de Lange Noordstraat De Beats met Josse
de Pauw, Roland van Campenhout en anderen.
Op zondag 6 maart wordt om 11 uur in het Antwerpse Museum voor Hedendaagse
Kunst (MUHKA) aan de Leuvenstraat 32 de tentoonstelling geopend van Lawrence
Ferlinghetti's A Coney Island of the Mind - Works on Paper. De
dichter-schilder Ferlinghetti, die ik in 1965 op de Wholly Communion-poëzie-avond
in de Londense Royal Albert Hall voor het eerst ontmoette, is zoals velen
zullen weten, tevens oprichter van de boekhandel-uitgeverij City Lights
aan Columbus Avenue in San Francisco's bohemian North Beach-kwartier.
Hij redigeerde ook de befaamde Pocket Poets-serie, vierkante uitgaafjes.
Mijn exemplaar van de 21e druk van HOWL and Other Poems van Allen
Ginsberg dateert van april 1969 (eerste druk oktober 1956) en er waren toen
186.000 exemplaren van in print. Een verhaal zonder einde;
the beat goes on.Van andere evenementen in dit verband hou ik jullie
op de hoogte.
En dat was het voor vandaag, beste mensen! Simon Vinkenoog.
Woensdag 22 februari 2005
The Charista (R.), for
reconciliation of differences
Shotoku Taishi (B.), crown prince of Japan, c. 572-621 A.D.
Paul van Ostayen (universalist), b. 1896 A.D., d. 18/3/1928
"We kunnen de mens
voorstellen als een heilige boom van leven en dood en als wij die dan verder
zo zien, dat ze niet slechts de individuele mens voorstelt, doch een geheel
volk, een gehele Cultuur, beginnen wij misschien te ontdekken de intieme
verhouding, die er bestaat tussen het zich voordoen van het Dionische type
kunstenaar en het begrip van het heilig lichaam."
" Als we blijven bij het beeld van de mens als boom van leven en dood,
kunnen we ons zeer goed voorstellen hoe de levensinstincten, die de mens
tot immer grotere en grotere uitdrukking aanzetten door middel van zijn
wereld van vorm en symbool, zijn ideologie, hem ten slotte over
het hoofd doen zien de zuiver menselijke, betrekkelijke, fundamentele aspecten
van zijn wezen - zijn dierlijker aard, zelfs zijn menselijk lichaam. De
mens rent tegen de stam van het levensgevoel op om zich te ontvouwen in
een spirituele bloesempracht. Van een ondebuidende microkosmos, die zich
nog maar kort van de dierenwereld heeft losgemaakt, spreidt hij zich uiteindelijk
over de hemelen uit in de vorm van de grote anthropos, de mythische
mens uit de dierenriem. Juist dit proces van zich te differentiëren
van de dierenwereld waar hij nog steeds toe behoort, doet hem meer en meer
zijn volkomen menszijn uit het oog verliezen. Pas bij de laatste begrenzingen
van het scheppend vermogen, als zijn vormwereld geen verdere architectonische
afmetingen kan aannemen, begint hij plotseling zijn 'beperkingen' te beseffen.
Dan overvalt de vrees hem. Dan proeft hij waarlijk de dood - een voorproef
als het ware."
De wijsheid van het hart, Henry Miller, vertaling John Vandenbergh,
Uitgeverij 'De Driehoek' -
's-Graveland, n.d., wsch.1946/1947; eerste uitgeverij tijdschrift Podium.
Op de laatste rustplaats voor de letter Q, de meest raadselachtige letter in ons alfabet, op een verhoogd perk, midden in het gras, met rijen graven langs de zijden, als in de gaberdoesjes, waar je 's avonds kunt samenkomen met je vrienden en buren. Je zit bij de Boer van Tienen en overal leeft het, en klopt het - het hart van Antwerpen. En ook hier blijft het kloppen. De laatst bijgekomenen hebben, als de meeste, een egaal granieten glanzende steen met teksten daarin gebeiteld, storm en regen trotserend.
Gust Gils. 1924-2002.
"Ik was een rusteloze geest.
Dit is niet mijn laatste rustplaats.
Dit is mijn eerste."
Naast hem, 'verser':
Freddy de Vree, 1939-2004,
met vier regels van Ezra Pound:
"What thou lovest will remain
The rest is dross.
What thou lovest shall not be
reft from thee."
Plaats van handeling,
deze voormiddag rond elf uur. Begraafplaaats Schoonselhof, Krijgsbaan, Hoboken.
Perk R., het 'kunstenaarsperk.'
En ja, we gingen een kijkje nemen bij de grafzerken van Paul van Ostaijen
en Willem Elsschot. Eerst een gedicht, stem in de wind gedragen, gericht
tot de zojuist aan de aarde toevertrouwde Quercus, op zo'n zeven
a tien jaar geschat, gekweekt door de Antwerpse Groendienst, omringd/omhelsd
door een bredere kunststof bast die de volgende eeuw nog te zien
zal moeten kunnen zijn, inchAllah of Deo Volente, of in elk geval zo lang
als al wat het geval is (Wittgenstein). Hypersurrealisme, s.f.-schattingen
ca. 175 jaar. Wie dan wil, dan zorgt. Vereeuwigd en meegemaakt door de ABC2004-happy
few, zestien opgewekte, frisse en aardige mensen die dit einde (en
het nieuwe begin) wilden meemaken van dit intrigerende onderdeel van het
prestigieuze project, dat het afgelopen jaar in Antwerpen met enorm enthousiasme
ondernomen en ten uitvoering gebracht is.
http://www.abc2004.be
26 Teams werden gevormd, elk bestaande uit een schrijver en een beeldend
kunstenaar of ontwerper, om vorm te geven aan de letters van het alfabet.
De realisatie ervan is duidelijk merkbaar, temidden van alle andere gebruikelijke
opstoppingen, die grote bouwwerkzaamheden nu eenmaal met zich meebrengen.
Zo hangt nog steeds een enorm gedicht van een hoogbouwgebouw, door voormalig
stadsdichter Tom Lanoye.
De letter Q was ons ten deel gevallen, het Vlaamse ontwerpersduo Hans Weyers
& Klaas Borms en de Nederlandse dichter Simon Vinkenoog. www.weyersborms.com
Het interessante voorwerk in de ruien onder de stad; de prachtige samenwerking,
de samenstelling van een Heus Cahier, de spiegelende teksten bij de voetgangerstunnel
onder de Schelde. Achter de rug! Champagne, plengoffers!
Al het andere overvleugelend, deze 24 uur afwezigheid, en weer Ha Heerlijk
Huiswaarts. Al het andere overweldigend, heerlijk. Drie regels van Allen
Ginsberg, uit zijn eerste bundel Empty Mirror, uit 1949:
"Eén tijdstip
is Altijd als je er naar kijkt
vanuit het graf."
Uw vredesduif, Simon Vinkenoog.
Maandag 21 februari 2005
Sun enters Pisces
Martin Bril in de Volkskrant
over wat 'hip' is, en drummer John Engels in de VPRO-gids van afgelopen
week (altijd even inkijken alvorens afscheid te nemen) over swing.
Goeie morgen overigens, week acht.
John Engels in gesprek met Frits Lagerwerf: 'Ik ben vaak gevraagd door Chet
Baker, die een hekel had aan drummers. Allemaal houthakkers, volgens Chet,
die mij, net als andere Amerikanen, wel eens influisterde: 'Johnny, you
got a secret but you don't know it.' Dat grote geheim, gevoel voor swing,
heb ik veel met mijn vader besproken. Volgens mij gaat het om een vrije
geest, om bezieling, het leven leven en niet ontwijken, wat menigeen doet.
Ik raad iedereen altijd aan om veel naar concerten te gaan en naar allerlei
platen te luisteren, van vroege blues en swing tot modern en eigentijds,
naar muziek met een heilige noodzaak. Probeer swing onder je hak te krijgen.'
Al eerder in het gesprek: 'In mijn familie wemelt 't van de drummers./ Mijn
grootvader was drummer, mijn vader, mijn oom Appie, mijn broer drumt bij
saxofonist Bob Rigter en mijn zus Truus leidt jamsessisons, hier in Amsterdam.
Wij lijden allemaal aan de Engelse ziekte, wat wij spelen moet altijd de
pan uit swingen.'
En dat doet-ie nog steeds, als in de vroege jaren zestig toen hij met Cees
Slinger het kwintet Diamond Five had opgezet.'Omdat de scene op
Scheveningen overbezet was, begonnen we een eigen club, de Sheherezade,
achter het Rembrandtplein. Zes avonden per week speelden we moderne jazz,
voor de mooiste meiden en de snelste jongens, op een dansvloertje, jivend
op bop.'
Uiteraard reageerde Remco Campert in zijn CAmu-column op de voorpagina van
de Volkskrant vandaag op het zaterdag in de NRC gepubliceerde verhaal,
dat zijn vader in het concentratiekamp Neuengamme in 1943 niet was omgekomen
of vermoord door de Duitsers, maar door mede-kampgenoten die hem betichtten
van verraad.
"Hoe graag ik ook zou willen, ik kan geen reden of feit bedenken die
het me mogelijk zou maken om hen (Hans Renders, biograaf van Jan Campert,
en Hans Blom, directeur van het NIOD. SV) niet in hun oordeel te volgen.
Er zijn geen getuigen meer in leven; het verhaal is van oor tot oor gefluisterd
en nu in de openbaarheid gekomen. Alles wat ik er tegen in breng, zou een
slag in de lucht zijn."
"Ik wil er wel voor pleiten", vervolgt Remco Campert zijn column,
"dat Jan Camperts gedicht Het lied der achttien dooden uit
deze gruwzaamheid gered wordt. Het gedicht heeft geen schuld. 'Het gedicht
is eenzaam. Het is eenzaam en onderweg', schreef Paul Celan. En wat mezelf
(en anderen) betreft, citeer ik Leo Vroman:
'Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.'
En die tranen kunnen
er ook nog wel bij, als het moet nog honderd malen.
Vanavond naar Antwerpen, om daar morgen om 11.00 uur aanwezig te zijn bij
de laatste rustplaats voor de letter Q, waaraan ik vorig jaar met het ontwerpersduo
Hans Weyers en Klaas Borms heb samengewerkt, in het kader van de actie Antwerpen
Stad van Letters, ABC 2004.
Op de begraafplaats Schoonselhof wordt een eik geplant, met daaromheen de
hyperrealistische replica van een oude eik, de bast ervan, waarin ik teksten
mocht krassen.
'Over ongeveer 175 jaar barst de Quercus wellicht uit het omhulsel. Of hij
past zijn groei eraan aan. ABC 2004 nodigt u uit op de geboortedatum van
Paul van Ostayen uit voor deze planting van de eik op de Begraafplaats Schoonselhof
(Hoofdingang Krijgsbaan, Hoboken) op 22 februari om 11.00 uur, (Perk R.,
'het kunstenaarsperk.'). Simon Vinkenoog zal de Quercusrede uitspreken en
wij verwennen u gepast met koffie en koffiekoeken.'
Dat mag dan ook wel, rond het vriespunt!
(En vanavond op het derde net ben ik te gast bij de al in juni vorig jaar
opgenomen Mike & Thomas-show).
Meer dan vriendelijk gegroet, Simon Vinkenoog.
Zondag 20 februari 2005
Syrianus, 'The Most Acute', Neoplatonist, teacher of Proclus, d. 450 A.D., b. 380
Vadertje spelen, op afstand. Weten
wat het is vaderloos te zijn, enig kind van een verre vader. Opeens krijgt
mijn oude vriend Remco ermee te maken: alsof die verdomde oorlog nooit ophoudt.
"Hij speelde met zijn kleinkinderen, zoals hij met zijn eigen kinderen
nooit gespeeld heeft", zei ooit een weduwe na de begrafenis: 'Hij lag
als een kind met ze over de grond te rollen. Had-ie dat nou maar met z'n eigen
kinderen gedaan...'
Alweer zo'n twintig jaar geleden. Anna's schoolvriendin op bezoek; we praten
wat. Anna (toen een jaar of tien nestelt zich tegen me aan, ik sla een arm
om haar heen. 'Zou mijn vader nou nooit doen', zei het meisje later tegen
Anna.
Beelden uit kinderboeken, de doorslaande wanen, het recycleren van achterhaalde
actualiteiten, telkens weer diezelfde feiten tegenover diezelfde mensen.
Ja, ik moest aan ze denken, en zocht het Beatles-liedje op:
He's a real nowhere man,
sitting in his nowhere land,
making all his nowhere plans for nobody.
Doesn't have a point of view,
knows not wherte he's going to,
isn't he a bit like you and me?
Nowhere man please listen,
you don't know what you're missing,
nowhere man, the world is at your command.
He's as blind as he can be,
just sees what he wants to see,
nowhere man can you see me at all?
Nowhere man don't worry,
take your time, don't hurry,
leave it all till somebody else
lends you a hand.
Doesn't have a point of view,
knows not here he's going to,
isn't he a bit like you and me?
Nowhere man please listen,
you don't know what you're missing'
nowhere man, the world is at your command.
He's a real nowhere man,
sitting in his nowhere land,
making all his nowhere plans for nobody.
Making all his plans for nobody
Making all his nowhere plans for nobody.
John Lennon, Paul McCartney. In The Beatles complete works (Thomas Rap, Amsterdam, n.d.)
Mooie, slepende melodie. Ik heb weer
heel wat mannetjes zien langskomen op het beeldscherm, deze dwaze zaterdag
en de ontdekking: On-mis-ken-baar. Onder-kennen. Ik mag dan wel geen Gauloises
meer roken van die ingoede internist Monasch (en dat doe ik dus een maand
al niet meer, en ik heb toch niet het idee dat ik nu hunker, dus au revoir
oude Galliër!), maar zo'n voorgedraaide joint van de buurtcoffeeshop
à € 2.50 doet zijn/haar heerlijk werk. Magisch theater. Nur
für Verrückte! Madmen Only! Winsemius, die moet antwoorden
op de stomste vraag ooit: 'Het milieu is toch helemaal UIT?', alsof IN en
UIT iets te maken hebben met prioriteit, in de complexe tijdleefruimte waarin
de aarde zich op dit moment bevindt. De tricksters zijn onder ons, de magicians.
Zo'n Hans Kazan, die zelfs Peter R. de Vries (onze nederlandse Sherlock Holmes,
met Thomas Ross als zijn dr.Watson) verbluft, met zijn sleigh of hand, illusies.
Van dematerialisatie tot vernuftig spiegelwerk. Laat allah dat maar's nadoen!
De geboorte van venus, het draagvlak van de Filistijnen, twee burgemeesters
die om het grootmeesterschap charme-charisma-leiderschap dingen, Cohen versloeg
Deetman, de Britse samenleving is in het jagerstijdperk achtergebleven; misschien
wordt het wel een komend tijdperk.
New Age: alle sneeuw en ijs gesmolten, alle temperaturen een paar graadjes
hoger, ook claxonneren in China en India, oorlog om water en olie, zeespiegels
rijzend, horizonten bollend. De ontziltindustrie. Naar eer en geweten vulde
ik de vragenlijst www.21minuten.nl
in; ik vind een anomalie als de mijne dient overal aan te treffen te zijn.
Wat anders te doen met Brown's Motion?
Ik kwam bij Timothy Leary terecht, al googlend, werd getroffen door een uitspraak,
die maar al te waar wordt. Acties roepen reacties op, hoog slaan de golven,
zij zullen nog hoger over ons heen slaan. Geen land in zicht. Een bewustzijn
om te bezeilen. Leary, dus (1920-1996).
Aangetroffen via http://www.american-buddha.com/leary.bio.htm.
"It must be emphaisized that the evolution from fourth-circuit gravity
to fifth-circuit levity is much, much more than a struggle between generations.
The DNA strategy calls for continuous acceleration of the genetic script,
and evolution has never happened faster than at present. The bitterness of
the old species grows increasingly paranoid, violent, vengeful."
Daar zijn wij dus dagelijks getuige van, de coup du monde, de strijd
om de macht. Het gezonde verstand, de goede wil en de open geest (Magic Unlimited!)
tegen alles wat de grote veranderingen uit angst in de weg staat. Dit heeft
niets meer met politiek te maken: het gaat er aan vooraf. Wat ons te wachten
staat, alle voorstellingen te boven gaand.
Be prepared, don't panic. Know where you are going to!
Simon Vinkenoog
Zaterdag 19 februari 2005
Damascius, Neoplatonist, successor of Zenodotus, c. 480-550 A.D.
Wat een fascinerend
geschrift, die 124 pagina's met acht bijdragen in het Jaarboek Gerrit
Achterberg 4 (Utrecht, 2004, ISBN 90-806304-4-6), mij gisteren ter
hand gesteld door Edwin Lucas.
Bizonder trof mij de bijdrage Psychiaters over Achterberg van prof.dr.Ph.D.A.
(Flip) Treffers, meervoudig directeur en psychiater in Leiden en Oegstgeest,
informatief en verhelderend, zeker nadat ik in 2003 in het Maandblad Geestelijke
Volksgezondheid het een en ander over de dichter en psychiatrische patiënt
(TBR) Gerrit Achterberg vernomen had.
Ik citeer:
'Uit de psychoanalyse voortgekomen denkbeelden hebben het westerse denken
diepgaand beïnvloed. Veel psychotherapeutische scholen kunnen beschouwd
worden als afgeleid van oorspronkelijk psychoanalytische opvattingen. Als
empirische wetenschap heeft de psychoanalyse weinig betekenis. Voor de psychoanalytische
literatuur geldt - net als voor de boeken van de oude psychiaters - dat
zij nog vrijwel uitsluitend historische betekenis heeft. Dat de psychoanalyse
er niet in geslaagd is wetenschappelijke status te verwerven, heeft veel
oorzaken. Een ervan is dat theorieën, waarin het onbewuste zo'n belangrijke
rol speelt, zich nauwelijks lenen voor wetenschappelijke toetsing. Slechts
op enkele, van origine psychoanalytische gebieden, bijvoorbeeld de afweermechanismen
en de beschrijving van de persoonlijkheid, is enig empirisch onderzoek verricht.
Psychoanalytische beschouwingen over kunst en kunstenaars zijn over het
algemeen tenenkrommend en doen in veel gevallen zowel het werk als de auteur
onrecht. Freud heeft daarin zelf de toon gezet, bijvoorbeeld door biografische
gegevens over Dostojevski te zetten naar zijn theorie (Frank, 1977). Het
is goed voorspelbaar dat bijvoorbeeld Nabokov niets moest hebben van Freud.
Met de meedogenloze beschrijving van de psychologische test die bij de veertienjarige
Victor Wind werd afgenomen, heeft Nabokov in Pnin (1977) de beperkingen
van de psychoanalytische conceptualisering even humoristisch als briljant
beschreven. Ook Achterberg is het slachtoffer geworden van psychoanalytische
speculaties.' (De verwijzing is naar J.Frank: Dostoevsky. The Seeds
of Revolt, London 1977).
Ook dit nog: 'Ster-explosie verblindt aarde. FLITS. Sterrenkundigen zijn getuige geweest van een enorme explosie op een piepklein sterretje op vijftigduizend lichtjaar afstand van de aarde. Bij de explosie - op 27 december van het vorige jaar - kwam in een tiende seconde evenveel energie vrij als de zon in honderdduizend jaar produceert. De meeste energie werd uitgezonden in de vorm van gammastraling. Die was zo krachtig dat de NASA-satelliet Swift er compleet door werd verblind. Volgens Ralph Wijers van de Universiteit van Amsterdam komt zo'n heldere gammaflits maar eens in de duizend jaar voor.' (De Volkskrant, heden).
Nominaties voor het slechtste boek van 2004. De jury (Michaël Zeeman, Jeroen Vullings en Maarten Moll) hebben een keuze voor de Doerian gemaakt. Yasmine Allas met De blauwe kamer, Jessica Durlacher met Emoticon, Tessa de Loo met De zoon uit Spanje en Ilja Leonard Pfeijffer met Het grote baggerboek krijgen er flink van langs; lof ontvangt Pfeijffer wel van de jury voor zijn 'legendarische commerciële talent alle jury's en critici te imponeren met een kruiwagen vol woordendrek. (Uit een andere sterrenrubriek in dezelfde krant).
Nog even een laatst citaatje uit een paginagroot interview (titel: De hel die sonnet heet) met Joost Zwagerman in de NRC van gisteren naar aanleiding van zijn vorige week door Pfeijffer aldaar reeds bejubelde episch gedicht Roeshoofd hemelt: 'Ik zag Lucebert bezig, in zijn atelier, ook met heel prozaïsche dingen: een keer raapte hij het Alkmaars Weekblad van de mat. Schokkend! De god van de naoorlogse poëzie! Zou hij het lezen, dacht ik.'
Afscheid van de working class heroes! Ik tracht me die energie voor te stellen, honderdduizendjaarzonnenergie in éentiende seconde vrijgemaakt. Die kernkoppen moeten natuurlijk Nederland uit, dat spreekt vanzelf - zoals de angst ook de deur uitmoet en niet terugkomen door een draaideur. Gegroet, weekend! Simon Vinkenoog.
Vrijdag 18 februari 2005
Michael Angelo, sculptor and painter,
d.1564 A.D., b. 6/3/1475
Ramakrishna, Hindu saint, b.1836 A.D., d. 15/8/1886
"Zijn mantra is: Vrees niet!
Alles zal mettertijd vernieuwd worden. Alles zal mettertijd terugkeren naar
het Licht."
'Wie zegt dat?' 'Wat maakt het uit? Lees verder.'
" Zijn mantra is: Vrees niet! Wat een mantra! Niets belemmert de mensheid
zo erg als angst. Angst lijkt inherent te zijn aan de menselijke gesteldheid
en toch hoeft dat niet zo te zijn vanuit het gezichtspunt van de Meesters.
Mensen zijn letterlijk vervuld van angst. Angst wordt elk kind van jongsaf
met de paplepel ingegoten en die conditionering voedt de angsten die vrijwel
elk mens in het leven omringen. Ik ken niet de percentages van mensen die
wel of geen angst hebben, maar het aantal mensen dat geen angst kent moet
wel heel klein zijn.
Als je bang bent, word je nutteloos; dan belemmer je jezelf zodanig dat je
te bang bent om te handelen, ben je bang voor wat er zal gebeuren als je iets
doet. Dat is de toestand waarin de mensheid momenteel verkeert. We weten dat
er een einde aan oorlogen kan worden gemaakt. We weten het, maar we staan
toe dat ze plaatsvinden omdat we bang zijn."
'Prachtige tekst, het komt me voor dat velen in Nederland kunnen nagaan of
deze schoen hen al dan niet past. In de jaren vijftig-zestig waarschuwde de
Amerikaanse kinderarts Benjamin Spock er al voor, dat kinderen niet moesten
worden opgevoed met Oorlog als Horizon.'
'Een lang betoog, zie ik daar, meer dan twintig pagina's. Je hebt de volgende
paragraaf ook aangestreept, laat 's horen?'
"Ik sta er versteld van dat de Verenigde Naties Bush hebben toegestaan
Irak en Afghanistan aan te vallen. Ik begrijp niet hoe Blair zich daarmee
heeft kunnen inlaten. Blair is een intelligent man, een advocaat, een minister-president
die een enorme achterban had die hij heeft vergooid voor zijn ambitie om de
prins van de wereld te zijn. Als Bush het hoofd is, de koning, hoofd van het
grootste, sterkste, rijkste en invloedrijkste land ter wereld, dan is hij,
Blair, als hij zich daarmee lieert en een speciale relatie met Bush en Amerika
aangaat, de prins, de troonopvolger. Dat is de begoocheling, de illusie."
Zozo. Pufpuf. Dat was dus uit een lezing die Benjamin Creme, Brits esotericus
en kunstschilder, vorig jaar augustus in San Francisco hield, tijdens een
transmissie-meditatieconferentie van de stichting Share International, die
al sinds de jaren zeventig de wereld kond doet van de komende Wereldleraar
Maitreya.
Zijn lezing heette dan ook de Wederkomst van de Christus, en hoe dat in zijn
werk gaat.
Bij velen gaat dat via een lijdensweg, een martelgang, een kruistocht dwars
door een messianistisch complex van factoren heen, de maskers van Verlossser,
Redder, de vele schaduwen en archetypen achterlatend, op weg naar de verruimde
ademhaling. Het hoeft niet allemaal meer zo nodig. Everybody will be saved.
Everything is Perfect.
Dit alles voor en na een goed (op de band opgenomen) gesprek over Gerrit
Achterberg, voor het komende (vijfde) nummer van het Jaarboek Gerrit Achterberg.
Ik was ervan uitgegaan niets te zeggen te hebben, maar geconfronteerd met
eerdere uitlatingen kwamen de feiten opnieuw gerangschikt weer boven water.
Uiteraard wist ik (cliffhanger in de biografie van Wim Hazeu over Achterberg)
een groot taboe te hebben doorbroken door in 1963 met een voorgedragen gedicht
te hebben publiek gemaakt, dat de dichter Achterberg een vrouw had vermoord.
Ik ging ervan uit, dat hij me dit postuum niet zou euvel duiden; had hij niet
jarenlang getorst onder een Geheim, dat zich slechts in poëzie liet vertalen,
waar de innerlijke censuur van 'moord' 'droom' maakte.
Evenmin wist ik me te herinneren met een vijftal pagina's te hebben meegewerkt
aan een nummer van De Gids, maart 1962, aan Achterberg gewijd. Het
deed me bij herlezing goed te zien dat dezelfde herinneringen hadden stand
gehouden door de jaren heen. Consistentie is interessant. En over de vele
Verlossers een andere keer. De Godzoekers onder de dichters zijn me het liefst,
de Lichtdragers, Voorwaarts. Mars. Vooruit!Je kijkt je ogen uit! Vrees niets.
Simon Vinkenoog
Donderdag 17 februari 2005
Giordano Bruno, mystic and martyr, d. 1600 A.D., b. 1548
Simon Schaffer, aan
de Engelse Universiteit van Cambridge verbonden als hoogleraar in de wetenschapsgeschiedenis,
publiceerde in 1985 samen met zijn Amerikaanse collega Steven Shapin het
boek Leviathan and the Air Pump, over de strijd die in de 17e eeuw
ontbrandde tussen de wetenschapper Robert Boyle en de politieke filosoof
Thomas Hobbes: het experimentele wetenschapsmodel, nog altijd in vigeur,
tegen de opvatting dat ware kennis slechts kon worden verkregen door te
redeneren over de natuur.
In november zal hen de prestigieuze Erasmusprijs worden uitgereikt. Weten
is vertrouwen geven, het resultaat van netwerken en geloven, zet Schaffer
uiteen in een gesprek met Peter Giesen, dat afgelopen zaterdag in de Volkskrant
werd gepubliceerd.
Uit dit gesprek: 'Het is verkeerd om te denken dat wetenschap een absoluut
autonome sfeer vormt, waarin nieuwe technologieën worden ontwikkeld
die als een vulkanische uitbarsting over ons heen komen. De gedachte dat
er een muur loopt tussen wetenschap en samenleving maakt de wetenschap kwetsbaar
en het debat minder rationeel.'
Op de opmerking en vraag: '.'Boyle werd in de 17e eeuw gesteund door de
Engelse geestelijkheid. Zag zij niet dat wetenschap op den duur religie
zou ondermijnen?' is het antwoord: 'Boyle was religieus, Isaac Newton was
doordrenkt in religie. Ze geloofden allebei dat de wereld was geschapen
door een almachtige en alwetende figuur. Ik geloof dat ze ongelijk hadden,
maar dat heeft de wetenschap niet geschaad. Een van de meest vooraanstaande
theoretische fysici van Cambridge op dit moment, John Polkinghorne, is ook
anglicaans priester. Het idee dat wetenschap agnostisch of atheïstisch
is, is zeer recent en nog steeds betwistbaar. Het is ook een gevaarlijk
idee. Als de westerse wereld inherent wetenschappelijk is, en wetenschap
inherent atheïstisch, dan zijn andere samenlevingen niet modern. Volgens
mij is dat onzin, maar het is een gevaarlijk idee dat geëploiteerd
kan worden door duistere krachten.'
En als reactie op de opmerking van gesprekspartner Giesen: 'Religie kan
zich ook tegen wetschap verzetten. De Amerikaanse creationisten bestrijden
de evolutietheorie van Darwin.' komt het antwoord:
'De creationisten hanteren een heel dogmatisch idee van wetenschap. Ze vinden
dat wetenschappelijke kennis onomstotelijk waar moet zijn. De evolutietheorie
wordt door de meeste deskundigen onderschreven, maar laat ook vragen open.
De creationisten gebruiken die zwakke plekken om de hele theorie onderuit
te halen. Iets soortgelijks zie je bij critici van het broeikasteffect.
We moeten het voorlopige karakter van wetenschappelijke kennis erkennen,
iets dat de meeste wetenschappers overigens ook doen. Een meer ontspannen
visie op kennis maakt de wetenschap steviger. Dogmatisch geloof is altijd
kwetsbaar.'
Hear, hear ! Ook in mijn leven gold eens en voor altijd: 'My karma ran
over my dogma !' Ik kan het dan ook eens zijn met de schrijver van
een ingezonden brief in de NRC vorige week, ene Ton van den Beld uit Bilthoven:
'De nieuwere kosmologische en theoretisch-fysische inzichten wijzen in de
richting van een Schepper.'
(In dit verband weer even Alan Watts van stal gehaald: 'De meeste mensen
beseffen niet dat er heel veel verschillende opvattingen over God kunnen
zijn. God hoeft geen alleenheerser te zijn, er kan ook een organische god
zijn. Verder zijn er persoonlijke en onpersoonlijke goden en er zijn goden
die noch persoonlijk noch onpersoonlijk zijn. Er zijn goden die bestaan
en goden die niet bestaan, en er zijn goden die noch bestaan noch niet bestaan!
Maar wat u ook denkt dat God is, het komt altijd weer bij u uit.'
Verstilde geest, Ankh-Hermes, Deventer, 2001, pagina 28.)
Enig dogma meen ik te ontdekken in de kop boven een kort ANP-bericht in
de Volkskrant van vandaag:
"PARIJS - Zeven op de tien Europeanen (71 procent) gelooft in God.
Dat blijkt uit een onderzoek van Reader's Digest in veertien landen,
waaronder Nederland.Volgens de peiling, die in de editie van 24 februari
wordt gepubliceerd, zijn de verschillen binnen Europa erg groot. De meeste
gelovigen wonen in Polen (97 procent), Rusland (87 procent), Oostenrijk
(84 procent) en Spanje (80 procent). Tsjechië is met 37 procent de
hekkensluiter."
Wat staat hier namelijk boven? 'Zeven op tien Europeanen gelooft nog in
God'.
De intelligente lezer zal begrijpen wat ik bedoel: mij stoort het woordje
'nog', waaruit heel wat wishful thinking, de wens als vader van de gedachte,
bij deze koppensneller spreekt.
Alsof het een aflopende zaak zou zijn, het geloof, religie, godsdienst!
Nou, reken maar van niet. Wat verdween, verdwijnt, of verdwijnen zal is
het traditionele orthodoxe en fundamentalistische geloof, van vader en moeder
op zoon of dochter, in atavistische dogma's, of deze nu christelijk, dan
wel mohammedaans of joods zijn. Overigens: Un Dieu défini est
un Dieu fini!
Gesurft, gisterenavond, op interessante websites: die van Stanley Krippner,
R.D.Laing, www.ehe.org,
HumanityQuest.com
en thegreatmystery.net
- nu ga ik verder (en hopelijk ten einde) lezen in het boek van A.den Doolaard:
Het leven van een landloper. Op 21 juni 2004 citeerde ik er 24 regels
uit in Kersvers. Zie het archief.
Zie het leven. Zie de zon. Zie het mirakel van het bestaan. Zie je weerschijn
in de spiegel. Zie je van binnen. Zie je van buiten. Maak het mooi. Maak
het nieuw. Maak het waar.
Simon Vinkenoog.
Woensdag 16 februari 2005
Passing of Sri Krishna,
3102 B.C. Kali Yuga began
Georg Friedrich Creuzer, Teutonic Neoplatonist, d. 1858 A.D., b. 10/3/1771
Soms sluipkruipt de
tijd; soms word je er door overvallen. Soms is er van alles te doen; soms
doe je niets in de leegte. Hoe lang is het geleden, dat ik Peter ten Hoopen's
Trancekaravaan las, dat prachtige boek over de reis die hij ooit,
nog langer geleden, met Ewald Vanvugt overland maakte, van Amsterdam
naar hartje Afghanistan, Irak, Iran, India - een reis die tot de onmogelijkheden
is gaan behoren. Toch was het niet alleen de zijderoute, het was ook de
hippie hippie trail. Richard Neville deed het vanaf down under: vanuit Australië
naar Londen, waar hij zijn OZ Magazine voortzette, en een paar
leuke boeken schreef, waaronder Play Power (Jonathan Cape, Londen,
1970. (Mooie hoofdstuktitels: Carry on motherfuckers, Group grope, And God
chose pop, Johnny Pot wears gold sandals and a black derby hat, The guerilla
press, On the road to Katmandu, en The politics of play.)
In 1999 verscheen Peter ten Hoopen's King Acid, Hoe Amsterdam begon
te trippen, een mij voortdurend hilariteit bezorgend geschrift van
352 pagina's over zijn toen nog legale handel in LSD-25, die hij via een
bevriende apotheker kon bestellen. Het gaat om een periode, daterend van
voor de opname van het psychedelisch middel in de Opiumwet, waar het dus
helemaal niet thuishoort. Waar dan wel? Hij droeg dit boek op aan zijn (inmiddels
overleden) stille partner Dr.Herman Cohen, de echte King Acid. En verder
aan zo'n 150 bij naam genoemden, 'en alle andere psychonauten van het eerste
uur.'
Op de Hic Ich Chi-link wil ik nog wel eens de passages kwijt, die hij over
mij schrijft - ik denk aan de pagina's 50 e.v. en 147 e.v. 'Het geheim genootschap
der gelukzaligen' - hoe schrijft hij zich door die tijd heen, naast het
deze maand opnieuw te verschenen Uit je bol is dit boek een absolute
aanrader voor wie de kans krijgt met psychedelica kennis te maken. Het is
niet alleen hilarisch en openbarend, maar ook zeer informatief en geeft
een duidelijk beeld van de geest die in die dagen door hip Amsterdam waaide.
De blurbtekst vermeldt: 'King Acid is het verhaal van een groep vrijbuiters
die zichzelf zien als 'psychonauten', als de herauten van een nieuwe wereld.
Het is de kroniek van een tijdperk van vrijheid en roes, van vriendschap
en liefde, maar ook van teleurstelling en verdriet. Het idealisme van de
schrijver is echter ongebroken en hij vertelt zijn avonturen zonder schaamte,
vaak onthutsend eerlijk. Zonder in nostalgie te vervallen beschrijft hij
een tijdperk maar ook een wereldbeeld: het swingende Amsterdam van de jaren
zestig.'
Peter ten Hoopen kwam na zijn reizen door Azië in de wereld van de
reclame terecht en is sinds een aantal jaren adviseur bij De Baak Managementscentrum
VNO-NCW, zie zijn webstek www.soulconsultants.com.
In 2003 verscheen bij uitgeverij Business Contact, Amsterdam/Antwerpen een
boek Geluk in zaken - met de 25 Wetten van Geluk ('Strategische overwegingen
op het thema 'Hoe word je gelukkig in een zakelijke omgeving.', geheel
andere koek dus. Ook hier weer een levende opdracht in het mij geschonken
exemplaar: Voor S.V., die me als eerste (zomer 1964) de weg naar het geluk
wees.'
Nou, daar teken ik voor: wegwijzer naar het geluk. Ik ben het dan ook volkomen
eens met de drieëentwintigste Wet van Geluk, voor mijn lezers wellicht
een dooddoener of open deur, maar velen zullen er zeker hun voordeel mee
kunnen doen: 'Richt de aandacht op de mesthoop en je komt in de stront.
Richt de aandacht op het licht (heliotropisme) en je gaat naar het licht.'
Twee pagina's Websites, 73 noten en een aanbeveling achterop van prof.drs.
Wessel Ganzevoort: 'Gebruikt u dit boek maar als scheurkalender. Lees wat
u voor ogen komt en besteed echt tijd, niet alleen om tot u door te laten
dringen wat er staat en bedoeld wordt, maar om u af te vragen wat het voor
uw leven betekent. (...) U zult gedrag gaan vertonen dat u tot voor kort
als levensgevaarlijk hebt beschouwd, u zult dingen gaan doen die u voor
onmogelijk hebt gehouden, u zult risico's gaan nemen die u tot nu toe als
onverantwoord kwalificeerde.'
Ik besluit het Kersvers(v)uur - de zon schijnt door de wolken; op naar Buitenzorg!
- met de Elfde Wet van Geluk: Als de schoen wringt, trek hem uit. Ga verder
op blote voeten.'
Een goede dag, uw Simon Vinkenoog.
.
Dinsdag 15 februari 2005
The Februum, or Purification
All Departed
Pluto and Proserpine (R.)
Passing of Lord Buddha
Wat een rare brokkenpiloot!
Wat een triste ministerium het televisieprogramma van Kees de Groot van
Embden, Ik hou van mij, tien jaar na zijn dood gewijd aan Ischa
Meijer (14 februari 1943 - 14 februari 1995), gisterenavond door de VPRO
op het onvolprezen Derde Net uitgezonden.
Wat een schlemiel, wat een miesgasser, dader zowel als slachtoffer. Wat
een (zelf)destructieve neigingen, die ten uitvoer moesten worden gebracht.
Ja, ik heb ze ook in mijn leven gekend, de pestkoppen en zuigers, met hun
bad karma als een zweterig aura om zich heen. Je leert ze in het leven
mijden...
Oorlogsslachtoffer, spruit van geknakte ouders, die over het zo gruwelijke
verleden zwegen, het hen aangedane grote onrecht verkropten en onderdrukten,
onderwijl hun eigen kroost aan dezelfde dictatuur onderwerpend waarvan zij
buit en prooi waren geweest.
O, ik ga hier niet zitten psychologiseren, hoefde blijkbaar nooit onder
het juk van een acht jaar durende psycho-analyse, al heb ik veel geleerd
van de deskundigen die op mijn pad kwamen.
Als eerste mag ik Herman Musaph noemen, die lezingen over sexualiteit hield
bij het ANJV, waarvan ik op mijn 17e jaar lid was: d.w.z. een paar bijeenkomsten
bij hem thuis op het Victorieplein. (Wellicht het Reichiaanse idee dat de
Revolutie pas begint als de Arbeidersklasse leert klaarkomen). Ik herinner
me ook zijn lieve vrouw, beiden echte Menschen..
Naderhand, in de jaren zestig Steve Groff, in Amsterdam bij fysioloog Kloosterman
studerende Amerikaan, die mij tot dertien parachutesprongen bracht, waardoor
ik iets meer ondervond van de vrije val tussen geboorte en dood...
De LSD-ers, de Harvard-pofessoren Leary, Metzner en Alpert die het Tibetaanse
Dodenboek hadden omgesmeed tot gids bij LSD-gebruik: de anti-psychiater
Ronnie Laing in Londen ontmoet bij een congres over de Dialectics of
Liberation in het Roundhouse.(prachtige boeken; achterhaald?), zeker
niet te vergeten Maarten Lietaert Peerbolte in Den Haag, die ik via Hans
Andreus had ontmoet (een uitgebreide correspondentie, enkele boeken in de
Kwintessens-reeks van de Bezige Bij verschenen, ik schreef ook een voorwoord
bij zijn Schommel van Krishna) en die mijn aandacht vestigde op
de Autogene Training. Schultze's boek ging met me naar het Huis
van Bewaring in Utrecht, 1965 - zes weken zelfstudie!
Naderhand viel op te merken dat de eigen vaak zo verschillende LSD-ervaringen,
ieder voor zich, tot therapie waren geworden; de Rebirthing, de Transpersoonlijke
Psychologie, de Games People Play van Eric Berne, de Transactionele
Analyse, ja zo heette dat - de terms flitst als een schicht binnen; de sluizen
staan weer open: de Oerschreeuw, het ontstaan van Prozac en Ecstasy (XTC),
en ja hoor: volgende week verschijnt het opnieuw uitgebreide en geheel geactualiseerde
handboek voor de gebruiker Uit je bol - Gids voor een nieuwe generatie
van Gerben Hellinga en Hans Plomp (Prometheus).
Veel rare kwibussen, ik ben een hunner, ook ik heb ooit mijn masochistische
zelf-destructieve neigingen gehad, weg ermee, foetsie de deur uit, ga ergens
anders zeuren. Op een gegeven moment word je toch volwassen, maar blijkbaar
mocht het Ischa (bindingsangst, gillen in het donker) niet overkomen. (Ik
roddel niet, sinds gisterenavond hebben tallozen van deze feiten kennis
kunnen nemen).
In het 343 pagina's tellende boek De interviewer en de schrijvers werden
50 literaire interviews, door Ischa Meijer van 1966 tot 1993 gehouden, samengebracht.
(Prometheus, 2003). In zijn interview-carrière sprak hij met meer
dan vierhonderd personen, ongeveer een kwart van hen is schrijver. Ik behoor
tot het eerste tiental in dit posthuum samengestelde boek (eerder verschenen
al drie bundels); het is gedateerd 18 maart 1970, een der eerste interviews
die hij tien jaar lang voor de Haagse Post maakte. Vijf pagina's,
lange antwoorden op korte vragen, een prettig gesprek, voornamelijk over
Amerika, waar ik net drie maanden geweest was. 'gemoedelijk chaotisch babbelend
in zijn krap Amsterdams woninkje aan de Noordermarkt - steeds weer op zoek
naar het avontuur...'
Bij die gelegenheid liet hij me weten meer over me te willen schrijven,
meer van me te willen weten en ik liet hem vertrekken met drie brieven (stomstomstom:
geen copieën van gemaakt, zelfs geen namen en adressen genoteerd) van
mensen die mij geschreven hadden, nadat ik in een Panorama-interview(!)
had laten weten graag te horen van jeugdvrienden, die ik was vergeten.
Telkens als ik Ischa tegenkwam in het Amsterdamse grachtengordeldierentehuis,
vroeg ik hem naar die brieven, een running gag die tot zijn dood heeft geduurd,
en nu mekker ik nog steeds. Moeilijk van iemand te houden die je zoiets
flikt, maar - diepe zucht - mens is mens is mens en ons allen niets meer
vreemd. Of niet; is alles even vreemd?
De dag begint met een vraag. Alles mag. Niets moet. Simon Vinkenoog.
Maandag 14 februari 2005
Bro. Lawrence (C.), mystic, b. 1611 A.D., d. 1691
Welkom, zevende week.
Mooie regels ontdekt in een tekst van A.M.McKenzie uit het Staaltapeboekje
uit 1988: Some aspects of Brion Gysin and suggestions for use .
Een pagina waarboven staat 'Guerrilla conditions...'
"In the secret society, the individual is still relying on a collective
organisation to effect his differentiation for him: that is, he has not
yet realised that it is the individuals task to differentiate himself from
all others and stand on his own two feet.
All collective identities such as membership of organisations supporting
the use of 'isms' and so on, are crutches for the lame, shields for the
timid, beds for the lazy, nurseries for the irresponsible: but they are
equally shelters for the poor and weak, a home port for the shipwrecked,
the bosom of a family for orphans, a land of promise for disillusioned vagrants
and weary pilgrims, a herd and a safe fold for sheep, and a Mother providing
nourishment and growth.
Collective organisation seems so essential today, that to oppose in the
name of individual autonomy, almost every organisations's structure and
illusions as being somewhat distorted mirrors of the dominant reality, appears
as megalomania or hubris."
Dat moet dan maar;
feit is dat ik me nooit of te nimmer voorgoed heb verbonden aan welke andere
structuur dan het leven zelf, zoals het zich aandient, elke dag opnieuw
Valentijnsdag.
Al eerder had ik instemmend geknikt bij enkele versregels uit Chögyam
Trungpa's dichtbundel Mudra (in The Clear Light Series verschenen
bij Shambala, Berkeley & London, 1972):
'Knowledge of being is the perfect teacher
And he is with me everywhere I go;
Since he it is I am relying on,
Sever me from those who speak for sect or party."
En weer heb ik me dezer
dagen (bijna) boos gemaakt om iemand die een uitspraak in de wij-vorm
doet, waarbij ik opnieuw denk: Spreek voor jezelf, Ilja. Wat je zegt ben
jezelf, en niemand anders.
Uit een bespreking van Joost Zwagermans docudramadichtebundel Roeshoofd
hemelt, (NRC 11.02.2005):"De hoofdpersoon is, zoals wij allen,
de greep op de ware wereld volledig kwijt en de enige plek waar alles nog
rijmt is in de waanzin van zijn gedachten." En, tot besluit: "En
op wie lijken wij zelf, in onze drang om een identiteit te stelen uit de
postmoderne supermarkt die wereld heet, op slachtoffer of dader?"
Laat Ilja Leonard Pfeiffer nog maar een tijdje verward met zijn karretje
over deze supermarkt ronddolen, met zijn achterhaalde vlucht- of vechtreflexen.
Tat Tvam Asi. Ik zal hem zeker niet op andere gedachten kunnen brengen;
ieder individu dient zijn eigen bevrijding te bewerkstelligen, maar als
er sprake mag zijn van een tunnelvisie, dan is het wel deze! En je zult
er maar mee moeten leven: gruwelijke gedachte.
Om maar vlug afscheid van te nemen; geluk is de optimale menselijke staat.
Daar valt heerlijk mee te leven. Simon Vinkenoog
Zondag 13 februari 2005
Gorakhnãth (H.), saint and mystic, c. 900 A.D.
Mijn oog valt op een
aankondiging van het Parooltheater, 'het kleinste theater van Amsterdam'
aan de St.Pieterspoortsteeg 33 alhier: aanstaande donderdag 17 februari
www.parool.nl.
'Veldhoen & Tajiri. Onlangs werd de Amsterdamse kunstenaar
Aat Veldhoen getroffen door een herseninfarct. Nu leert hij schilderen met
de linkerhand. Zo portretteerde hij de in Amerika geboren kunstenaar Shinkichi
Tajiri, die al sinds 1956 in Nederland woont. Vanavond treffen ze elkaar
in een 'experimentele ontmoeting'. Een gesprek over Het Portret en andere,
gemeenschappelijke thema's als oorlog, liefde en erotiek.' Daar wil ik heen,
uiteraard.
Shinkichi Tajiri is een der eersten, die ik in 1948 in Parijs ontmoette,
als student bij de beeldhouwer Ossip Zadkine.
Kort tevoren, vlak na aankomst hadden wij in een klein restaurant in de
Rue Jean Nicot de Nederlander Arie Bergmans ontmoet, die ons Nederlands
hoorde spreken en met ons in gesprek raakte. Hij wist de weg in Parijs,
maakte ons wegwijs, wees op de mogelijkheid als student te worden ingeschreven
(auditeur libre) waardoor korting op allerhande zaken kon worden
verkregen; wij meldden ons bij een kantoortje aan de Rue Soufflot waar we
uiterst welwillend te woord werden gestaan door een zeer cöoperatieve
jongedame, die wij meerdere malen opzochten. (Heel veel later zei Juc me:
'Zag je niet dat ze lesbisch was en een beetje verliefd op mij?').
Ik wou die studentenkaart zelfs ten volle benutten en ging naar de Ecole
des Langues Orientales om me te laten inschrijven voor de cursus Jiddisch.
Zodra ik daar aankwam, werd ik zo vreemd aangekeken door zeer orthodoxe
Joden (baarden, pijpekrullen, lange zwarte mantels) dat ik onmiddellijk
rechtsomkeerts maakte. Bovendien begreep ik naderhand dat je daarvoor kennis
van het Hebreeuws, in elk geval Hebreeuwse letters moest hebben, en daar
had deze MULO-scholier uiteraard geen sjoege van!
Arie Bergmans, die alweer een aantal jaren geleden is gaan hemelen, en in
Frankrijk was neergestreken omdat hij als dienstplichtige niet naar Indië
wilde worden uitgezonden, wees me ook op de mogelijkheid als naaktmodel
aan de kost te komen. De Académie Julien, de Grande Chaumière,
de Beaux Arts (alle in Montparnasse of Saint-Germain-des-Prés en
Saint-Michel gevestigd) boden die gelegenheid; in de Grande Chaumière
had Zadkine ook een speciaal atelier voor Amerikaanse G.I.'s, soldaten die
in oorlogstijd hadden gediend en naderhand in de gelegenheid werden gesteld
- onder de G.I.Bill of Rights- om te gaan studeren, ook en zelfs
in Parijs.
Een aantal hunner liep er de kantjes van af: éen keer in de week
een handtekening zetten op een presentielijst en je zag ze niet meer, behalve
op café-terrassen. Bij Zadkine, die uitriep 'un vrai Adam!' toen
hij me zag, leerde ik Shinkichi kennen die Juc en mij uitnodigde kerstmis
1948 te komen vieren in zijn appartement in Neuilly, dat hij deelde met
ene Nechama. De eerste keer dat ik mobiles buiten een museumsfeer
zag (Calder uiteraard de grote voorganger): de warmte die vanuit de buizen
van de centrale verwarming omhoog steeg, zette de hele kamer in beweging:
draadjes, balsahoutwieken, katrolletjes, molentjes - alles bewoog (en is
dat sindsdien in mijn leven blijven doen).
Geniaal mens, verklaar ik zonder schroom; wie de Zen-tuin in het Cobra Museum
in Amstelveen heeft gezien, en zijn immer zich ontsluitende oeuvre kent,
zal het met me eens zijn. Hij zou van Ferdi (de Vera in mijn eerste boek
Zolang te water) twee schatten van dochters krijgen en kwam in
Baarlo te wonen in een groot huis, waar Ferdi op ongelukkige wijze om het
leven kwam. Zo nu en dan komen wij elkaar tegen, beiden vol herinneringen.
In mijn huis aan de Boulevard Garibaldi in Parijs zou hij in 1955 zijn film
The Vipers vertonen, die in Berlijn een gouden leeuw verwierf; de eerste
film over marihuana. Pull my daisy, een film jaren later door Robert
Frank gemaakt - met de stem van Jack Kerouac en Gregory Corso en Allen Ginsberg
als giechelende potheads- had daar trouwens veel van weg.
Met Aat Veldhoen maakte ik voor de VPRO-televisie in 1962 ( wij woonden
beiden op de Bloemgracht) een atelierbezoek; naderhand werd ook ik geportretteerd
(naakt, en parend) in zijn fameuze Rotaprintserie, en op en rond het Leidseplein
maakten wij het een en ander mee - wij zijn beiden hartstochtelijk betrokken
geraakt bij wat zich in de jaren zestig in Amsterdam afspeelde - beiden
ook meerdere malen getrouwd, beiden gelukkig met onze huidige partners.
Zo, dit was mijn zondagse verhaal - oefening baart kunst, ik moet weer leren
lopen. Gegroet, Simon Vinkenoog.
Zaterdag 12 februari 2005
Artemis (G.), Diana (R.), the Divine Huntress
Lastig, een deadline,
pardon: streefdatum. Vooral op slapeloze momenten blijft het rondzeuren,
je verdiept je in de beelden die woorden moeten worden, je ziet van alles
maar weet er alleen nog maar beschrijvingen van te geven (in gedachten,
dus je bent nog geen stap verder) - bovendien ben je van mening dat een
gedachte, een idee, een opvatting naar voren moeten worden gebracht in het
gedicht dat je te schrijven hebt, maar het wil nog niet zo lukken. Maar
je hebt nog 48 uur, twee nachtjes slapen, voor de boeg - dus het zal waarachtig
wel gaan...Leve de opdracht!
Wie trouwens veranderingen heeft opgemerkt in de links op deze Kersvers-homepage
moet niet denken dat de gedichten en teksten, geschreven tijdens mijn ad-interim
Dichterschap des Vaderlands van de aardbol verdwenen zijn (nu staat er The
beat goes on... en www.demian.be
functioneert (maar wat een kleine lettertjes in dat programma!): ze zijn
zowel aan te treffen tussen de Bloemlezing (van andermans gedichten)
en Simon surft, als bij de link Archief, waar Robbie ze
helemaal onderaan heeft weggemoffeld, achter de Kersverspagina's van de
maanden juni 2004 tot januari 2005.
"Schotschrift, Amsterdam, Parijs, Juliana 1909-2004, De grondwet, Mabel
& Friso, de Koninginnenacht, Spread the seed, Stilte, Anne Frank 75,
EK Voetbal, Dingtaal, Ad Interim, O Amsterdam, De rollende bal, Stadsgezichten,
Adopteer een appelboom, Ode aan het boek, Licht op Amsterdam, Tsunami-reveil,
Mundus vult decipi, De Majesteit en Liefde": ze zijn alle 23, een voor
een, op verzoek of uit eigener beweging bedacht, opgeschreven, voorgelezen,
of ergens gepubliceerd - ik geef nog wel eens aan waar en wanneer. Het was
een interessant jaar, en dat blijft het!
Opmonteren en aanmoedigen, het licht met elkaar delen (volgens Hans Andreus),
aan het begin staan, het nieuwe en authentieke, oorspronkelijke, persoonlijke,
universele blijven herkennen en vooral ook letten op alles wat te kwader
trouw gebeurt, zodat je daar niets mee te maken hoeft hebben. La mauvaise
foi: het idee kreeg betekenis door de nadruk die het Parijse existentialisme
(niet dat van de zwarte mode rond Saint-Germain-des-Prés) daarop
legde. Wie Sartre's romancyclus De wegen der vrijheid niet kent,
zou dat zeker dienen te lezen, alsnog.
(Zo zou ik mijn Kersversjes nog wel eens willen herlezen, als ze me in de
volgorde van ontstaan zouden kunnen worden voorgelegd - en aan de link Oog
& Oor zou ik de televisie-uitzending van Klasgenoten
met Koos Postema willen toevoegen, of het Prettig Gesprek dat ik in de John
& Yoko-suite van het Hilton met Theo van Gogh heb gehad, maar wanneer
was dat en zijn die beelden beschikbaar? Ik richt me weer boven des lezers
hoofd tot mijn trouwe beheerder).
Nog zoveel plannen in petto voor deze webstek. Op suggestie van Bart FM
Droog, die met zijn Rottend Staal-poëzie-site de alternatieve Dichter
des Vaderlands-verkiezingen organiseerde, én een initiële sponsoring
van Blauw Research, én op herhaald aandringen van mijn Ruigoord-vrienden,
gingen Edith en ik over tot aanschaf en gebruik van dit voor mij zo nieuwe
medium, dat ons ondertussen enorm veel plezier heeft verschaft. Twee keer
schaften in 1 zin; mag van mij. Oorspronkelijk bedoeld, inderdaad, als onderdak
voor de Ad Interim-gedichten die ik zou komen te schrijven, maar ook vanaf
het begin al een waaier van gedachten, ideeën, opvattingen.
Het aloude UNESCO-idee van een Clearing House for Information kon
ik als uitgangspunt nemen, het invisible college waarvan Robert
Jungk sprak in zijn boek Kansen voor de mens - Ideeën en ontwikkelingen
voor de nieuwe samenleving, in 1975 als Fontein Folio-uitgave verschenen.
En komt daar ook niet de Aquarius Samenzwering ter sprake, van Marilyn Ferguson?
Zeker, zeker.
En ik zal nog wel eens refereren aan Charles T.Tart's Altered States
of Consciousness (Anchor Books, 1972) of oei, oei aan Alfred Korzybski's
Science and Sanity - an Introduction to Non-Aristotelian Systems and
General Semantics. Fifth printing, 1973.
Ja, hoe kom ik toch aan die boeken, te voorschijn geplukt uit de boekenmolen
die ik van Mevrouw Jodjana mocht erven? Ongebreidelde nieuwsgierigheid,
dat moet het zijn. One of these easy answers! Kortom. Elke dag
mijn zegje mogen doen, niet om verantwoording af te leggen aan wie dan ook,
maar om de tunnelvisie te doorbreken van mensen die volstrekt niet in hun
omgeving, de wereld, de samenleving geïnteresseerd zijn: het korte
zicht van de kokerblik. Wat heb ik daar nog altijd plezier in! Of het er
iets toe doet, ik doe het in ieder geval niet voor de roem of de eer.
Enkele decennia was het mij gegeven in het tijdschrift Bres elke
twee maanden een tiental pagina's te vullen met een kroniek die ik Wereld
in beweging noemde. Nu doe ik elke dag mijn duit in het zakje, vers
van de lever. Frappez, frappez toujours! Simon Vinkenoog wenst
u een prettig weekend.
Vrijdag 11 februari 2005
Aglaophamus, Orphist, in Hermetic Succession, s.d. 8th Cent. B.C.
Denkwerk. Ook
niet van vandaag of gisteren. In mijn droom was er een enorme zandberg opgericht,
spierwit zand, heel hoog - ik was op de een of andere manier op de top terecht
gekomen en keek naar beneden. Onderaan, waar graafmachines nieuw zand aanvoerden,
zag ik voorbereidingen getroffen worden voor een hindoe-huwelijk. Hoe wist
ik dit allemaal? Prachtig uitzicht allerwegen, vreemde vormen bijna rechtstandig
omlaag, ik dacht ik laat me naar beneden glijden, zien wie daar trouwen,
en heel langzaam gleed ik naar beneden.
Mijn oude vriend Opland; hij mocht niet naar binnen, men kende hem niet.
'Maar dit is Rob Wout!' riep ik, 'wij zijn dezelfde dag geboren!' Werden
we binnen gelaten, en waar was dat dan? Wakker worden, denkwerk, éen
kleine teen met zoveel pijn - hoe is 't mogelijk.
Overal binnensmonds commentaar op. Ondermaats: kopletter voorpagina
Volkskrant. Mooi woord om tijdsgewricht mee te bepalen. Alles overal ondermaats.
Ver beneden de mogelijkheden - alles mis, toch? Cicero: boekbesprekingen,
ik zou het allemaal willen lezen, maar weet dat het er niet van komt. Ten
Berge, Polet, Stahli, MacEwan - bij welke leest houd ik me wel?
Vroeger (lelijk woord) deed ik aan duiten in zakjes, vingers in de pap:
Van Alles Willen Weten. Hoe ver weg dat soms lijkt, ook al word je er voortdurend
aan herinnerd, overhoord. Met hoeveel meer interesse had je je in anderen
kunnen verdiepen, zodat je niet zo vaag hoeft te zijn als je ergens naar
gevraagd wordt.
De jaren vijftig, of ik een kort statement had voor Met Het Oog Op Morgen?
Van Blokker en Donner hadden ze al uitspraken. Ja hoor, daar kwam-ie. Hoe
verschrikkelijk benauwend voor mij in 1948 de sfeer hier in Nederland was,
de beklemming, het gevoel gevangen te zijn, te stikken. (Niet te verhelen,
dat ik gevlucht was voor het vaderschap: de 11e april 1947 was mijn zoon
Robert geboren - het huis in Betondorp - Tuinbouwstraat 27, overbuurman
Jan Mens - was te klein voor zijn grootmoeder, zijn moeder, hem en mij -
ik nam de benen).
Daarentegen begonnen de jaren vijftig wél met een paar dichters-schrijvers
die andere wegen insloegen, die zich wél bewust waren van een moderne
avantgardistische traditie, en het isolement doorbraken waarin de Nederlandse
literatuur verzeild was geraakt (zeker door de dood in de oorlogsjaren van
Grote Namen als Marsman, Du Perron en Ter Braak).
De grenzen waren wel zeker open gegaan, voor dada, surrealisme en de Nachwuchs
daarvan: niet alleen Antonin Artaud, Henri Michaux, Raymond Queneau, Philippe
Soupault en de communist geworden Aragon en Eluard, maar ook de jonge lettristen,
situationnisten en de heersende existentiële filosofie: Sartre, Camus.
Dit wat betreft de literatuur, maar wat was er - zeker in Parijs - niet
te beleven aan beeldende kunst! En het theater: Beckett, Adamov, Ionesco
en Boris Vian.
De hoorn des overvloeds, naar alle zijden, veelzijdig - nooit geleegd of
te legen. Het avontuur, de ontdekking, het gevoel blijft je bij, ook al
zie je het landschap verschraald en de middelmaat, of geen enkele maat,
aan het bewind. Ik kijk hier terug en weet het nog immer in mij: het doet
er iets toe. Niet voor iedereen weggelegd, ik weet het maar al te goed,
maar ik kan het met die ervaringen doen, voorlopig nog lang niet uitgekeken.
Zon door de wolken; op naar de tuin. Voorjaar in aantocht. Gegroet, Simon
Vinkenoog.
Donderdag 10 februari 2005
Hwang Ti, the Yellow Emperor, c. 2700 B.C.
Ad Interim. Voordat
ik in 1948, drie maanden na mijn twintigste verjaardag, met mijn aanstaande
Judith Chrispijn naar Parijs vertrok, nog onbewust van het feit dat ik daar
acht jaar zou blijven wonen en werken, had ik een afspraak gemaakt met Ferdinand
Langen, een van de redacteuren van het tijdschrift Ad Interim.
Als er iets te melden was op cultureel gebied zou ik daarover kunnen schrijven
(ik had al diverse mislukte pogingen gedaan gedichten gepubliceerd te krijgen)
en inderdaad, zo geschiedde.
Twee keer kwam het daarvan: eenmaal over een pantomimevoorstelling van Marcel
Marceau, en een tweede keer over de uitvoering van een absurdistisch stuk
van Guillaume Apollinaire: Les mamelles de Tirésias.
Een derde artikel, een leeservaring naar aanleiding van Jean Genêt's
Le journal du voleur, dat ik naar Ad Interim stuurde, verscheen
in mei 1950 in het eerbiedwaardige tijdschrift De Gids, waarin
Ad Interim was opgegaan. Misschien wel de eerste keer dat over Genêt
geschreven werd in Nederland; pas veel later zou het boek in Nederlandse
vertaling bij De Bezige Bij verschijnen.
De publicatie ervan kwam me op een minzaam briefje van P.J.Meertens te staan;
hij geloofde weer in me (ik wist niet eens dat hij dat geloof verloren had).
Ik wil maar zeggen: van het ad interim-gebeuren weet ik nu weer heel veel
af, ik sta mijn mannetje - ook wat betreft Het Vrije Woord; de
naam van de ingezonden-brievenrubriek bij de Haagse Post waar ik
na mijn terugkeer in Amsterdam anno 1957 kwam te werken: van los medewerker
vast medewerker, van halve tot hele dagen en weken tot ik volwaardig redacteur
werd en in dier voege ook zorg droeg voor deze rubriek (bovendien vertaalde
ik Dennis the Menace en Charlie Brown).
Als Herman de Veer uit Utrecht wist ik regelmatig feilloos de vinger te
leggen op onjuistheden in een zojuist verschenen nummer - als er te weinig
ingezonden brieven waren, zoog ik die zelf uit mijn duim. Tegenwoordig nemen
kranten die rectificaties zelf ter hand; ik lees ze met graagte - soms hele
kolommen in Volkskrant en Handelsblad, waar je veel wijzer van wordt.
Over die dolle jaren, want dat waren het, hebben John Jansen van Galen &
Hendrik Spiering uitgebreid bericht in het 344 pagina's tellend boek
Rare jaren - Nederland en de Haagse Post 1914-1990, dat in 1993 bij
Nijgh & Van Ditmar verscheen. John JvG's opdracht in mijn exemplaar:
'Aan Simon V., steunpilaar uit Gouden Jaren.'
Zelf nam ik eind 1961 afscheid van de Haagse Post; ik wilde 'voor
mezelf' bezig zijn; mijn boek Hoogseizoen stond op uitkomen, en
de zomer van 1962 bracht ik op Ibiza door. Ander chapiter.
Tweede kerstdag 1994 overleed op 85-jarige leeftijd Sylvia Brandts Buys,
echtgenote van Gustave B.J. Hiltermann, wier assistent-rechterhand-loopjongen
ik die jaren was: een van de meest opmerkelijke personages die ik in mijn
leven mocht ontmoeten.
Bij deze gelegenheid schreef Jansen van Galen in Het Parool:
'De HP van de jaren vijftig en zestig was haar levenswerk, al prijkte op
het omslag altijd de tekst: 'onder leiding van mr G.B.J.Hiltermann.' In
werkelijkheid berustte de leiding geheel en al bij zijn gade. Guus is de
eigenaar van het blad, maar zit thuis en houdt de wereld in de gaten, terwijl
zij ondertussen op het redactiekantoor 'ezelt' om met haar team redacteuren
('heertjes, krengen van jongens') elke week 'dat blaadje' uit te brengen.
Zij is de dochter van een Indische planter, 'telg uit een onstuimig, artistiek
geslacht' en belandt bij toeval in de journalistiek als ze na een echtscheiding
moet voorzien in het onderhoud van haar dochtertje. Maar juist door haar
'begenadigd dilettantisme' in het metier weet Sylvia Brandts Buys van de
HP van omstreeks 1960 een baanbrekend weekblad te maken. Ze stelt haar redactie
samen met een 'vingertoppengevoel' dat meer let op oorspronkelijkheid dan
op kwalificaties. Simon Vinkenoog, Armando, Jan Vrijman, Cherry Duyns, Hans
Sleutelaar, Hans Verhagen, Rem Koolhaas, Joop van Tijn worden langs intuïtieve
weg aangeworven en vormen een vrijgevochten team. Sylvia brengt hen bij
dat een verslaggever de werkelijkheid tot in de kleinste, schijnbaar onbeduidende
details als een camera moet vastleggen - 'koel en neutraal'. Zo wordt de
Haagse Post een buitenbeentje binnen de Nederlandse journalistiek, die dan
zeer formeel en tot in de fotobijschriften belerend is.'
Tot zover Jansen van Galen, die ook memoreert hoe oud-HP-redacteur Rudolph
Bakker eens zei: 'De kunst van het luisteren naar SBB bestond eruit de afzonderlijke
sporen van een aantal gelijktijdig oprukkende gedachtengangen in hun ontplooiing
en variatievorming niet uit het oog te verliezen.'
En zo was dat: never a dull moment! Ik denk met plezier aan die
jaren terug, zoals ik heel wat meer en andere redenen heb om met plezier
terug, en om me heen, te (blijven) kijken.Vive la vie. Simon Vinkenoog.
Woensdag 9 februari 2005
Philo of Judea, Christo-Platonist,
c.30 B.C. - 40 A.D.
Caedmon, Anglo-Saxon saint, c. 670 A.D.
Hallo Elite! Weer een
aanval van de entertainment-industrie afgeslagen; na mijn weigering jurylid
te zijn bij een carnavalsliedjeswedstrijd, nu mijn nee-zeggen om hamer te
zwaaien met Driek van Wissen bij Kopspijkers. Even genoeg van het
DdV-gedoe: ruim baan voor eigen inbreng.
Het bewustzijn lokt; ik kan het boek van Julian Jaynes The Origin of
Consciousness in the Breakdown of the Bicameral Mind maar niet terugzetten
in de boekenmolen, waaruit ik het na jaren heb losgelaten.
Ik kan nu wel gaan googlen en vind dan inderdaad 36.100 treffers, waaronder
die van de Julian Jaynes Society; als ik verder kijk naar het zoeken
in nederlandse pagina's, tref ik er 27 aan. Ik kies www.bewustzijn.net
en copieer de Proloog - Deel 3 van het onlangs uitgegeven boek Het bewustzijnsmechanisme
ontdekt van Albert Jarsin; de auteur biedt het online te koop aan,
maar verzoekt ook om feedback. Doen, dus. Ik zou willen weten (en moet dus
zoeken, een andere keer) of iets van JJ's teksten in het nederlands vertaald
is; het magistrale eerste hoofdstuk The Consciousness of Consciousness
geeft uitputtend weer wat bewustzijn allemaal NIET is.
Albert Jarsin geeft de volgende samenvatting van Jaynes' ideeën: 'Zijn
opvatting is dat beide hersenhelften, tot circa 3000 jaar geleden, nagenoeg
onafhankelijk van elkaar hebben gewerkt. In die tijd zouden de mensen onbewust
zijn geweest en geleden hebben onder het fenomeen 'stemmen horen' en andere
soorten hallucinaties en zelfs onder vormen van dissociatie zoals die van
de meervoudige persoonlijkheid. De doorbraak van tweekamerige geest tot
bewustzijn zou ongeveer 2700 jaar geleden, ten gevolge van de spraakevolutie
bij de oude grieken, hebben plaatsgevonden. In die tijd, zesde eeuw voor
onze jaartelling, werden door de Grieken de democratie en natuurfilosofie
ontwikkeld, welke Jaynes ziet als een bewijs voor zijn theorie.'
Volgens Jarsin kan deze theorie nauwelijks serieus worden genomen; hij verwerpt
die, evenals de Wolfsklem-gedachten van Piet Vroon. Ook geeft Daniel
Dennett in zijn boek Het Bewustzijn Verklaard geen inzicht in bewustzijnsmechanismen
en slechts Het Bewustzijn als Bedrieger van de Deense
wetenschapsjournaslist Tor Norretranders zet ons een ietsje op de goede
koers.
'Het probleem bij vrijwel alle bewustzijnstheorieën is dat men veronderstelt
dat óf een geest óf het brein zélf bewust is.' stelt
Jarsin, die de Duitse neurobioloog Otto Creutzfeldt citeert (uit Brain
and Mind, 1979): 'In werkelijkheid bestaat er geen enkele manier om
van het bewustzijn of de geest een definitie te geven of het bestaan te
bewijzen in termen van biochemie, biofysica of anatomie.'
Enigszins parmantig voegt Jarsin hier aan toe: 'En dit is nu net wat ik
in de volgende bladzijden van plan ben te doen.' Hij lanceert een eigen
theorie, die hij het DIMAPEC-model noemt, afkorting van DIversity in
Memory Activity and PErceptive Consciousness, of dichter bij huis:
Diversiteit in Geheugen-Activiteit en Waarnemend Bewustzijn. En op
de volgende proloog-pagina heet het dus: 'Als gevolg van deze theorie stel
ik dat wij mensen geen bewústzijn hebben, maar mechanísmen
die, in een bepaalde combinatie, bewustzijn kunnen veroorzaken. Met andere
woorden: mensen hébben geen bewustzijn, zij ondergáán
bewustzijn.'
Nog lang geen afscheid van Julian Jaynes. Ik wil citeren uit het eerste
hoofdstuk The Quest for Authorization van het derde deel van
zijn boek Vestiges of the Bicameral Mind in the Modern World:
'Thus, as the slow withdrawing tide of divine voices and presences
strands more and more of each population on the sands of subjective uncertainties,
the variety of technique by which man attempts to make contact with his
lost ocean of authority becomes extended. Prophets, poets, oracles, diviners,
statue cults, mediums, astrologers, inspired saints, demon possession, tarot
cards, Ouija boards, popes, and peyote are all the residue of bicamerality
that was progressively narrowed down as uncertainties piled upon uncertainties.'
(pagina 320)
Wat nu, Pichecru? Het gesprek over bewustzijn zal hier niet, noch elders
ten einde kunnen worden gebracht. De geschiedenis zelf is het leerboek,
en wij schrijven er aan mee, wij zijn er de protagonisten van. Wie weet
te leven met zekerheden én onzekerheden, zonder waarde-oordelen of
culturele conditioneringen (en hoe onderken je die?) kan zich vereenzaamd
voelen als hij ziet hoe hele volksstammen zich door golven van hysterie
laten meesleuren. Spindokters en lobbyisten, opiniepeilers en politieke
manipulatoren: mijdt ze, als de pest!
Swing low, sweet chariot!. Een goed verloop van de dag toegewenst.
Simon Vinkenoog
Dinsdag 8 februari 2005
Proclus, the Platonic Successor, b. 410 A.D., d. 17/4/485
De First International
Cannabis Legalisation Conference, georganiseerd door de International
Cannabis Alliance for Reform (ICAR) vond precies vijfentwintig jaar
geleden, van 8 tot 10 februari 1980, in de Amsterdamse Kosmos plaats,
Prins Hendrikkade 142, waar nu het Nationaal Pop Instituut gevestigd is.
De ICAR was een alliantie van organisaties, die legalisatie van marihuana
beoogden, en in 1978 een Observer Status binnen de NGO Alliance on Crime
Prevention and Criminal Justice bij de Verenigde Naties verkreeg.
'It will lobby the United Nations and other relevant international agencies
to remove cannabis from the Single Convention of Narcotic Drugs - the international
treaty that forbids governments from legalising public production, distribution
and sale of cannabis.
ICAR is also dedicated to encouraging the concept of prisoner transfer treaties
and improving the flow of information internationally on drug control with
a view to arresting world wide violations of the Universal Declaration of
Human Rights perpetrated under the guise of drug control.
This First International Legalisation Conference is being held both as a
public inauguration of the Alliance and to bring people together from all
parts of the world to share information and to make concrete proposals on
ending international cannabis prohibition.'
Tot leden en affiliates van ICAR behoorden de Australian Marijuana Party,
Cannabis Research Foundation of Australia, de Japanse Clear Light Society,
het Belgische Comité pour la réforme des lois sur le cannabis,
het (west)Duitse InHale, Deutsche Cannabis Reformgesellchaft, de Italiaanse
Radicale Partij, de Engelse Legalise Cannabis Campaign, de Amerikaanse,
Canadese en Nieuw Zeelandse NORMLs: National Organisation for the Reform
of Marijuana Laws, SELF uit IJsland, de SDAP (Stichting Drugs Anti Propaganda)
en de Stuf Vrij Partij, beiden uit Nederland en Stot Fri Hash uit Denemarken.
De conferentie werd mede gesponsord door het New Yorkse maandblad High
Times en het Londense Home Grown.
Wat speelde zich af in de Kosmos? Deelname kostte $ 45.- en drie weken
tevoren diende mijn huisadres aan de Weesperzijde als tijdelijk kantoor.
Intrek namen Robert Pisani uit Pennsylvania, Rev.William Deane en Tim Malyon
uit Londen.
Als gastheer mocht ik de conferentie openen, workshops en lezingen werden
gewijd aan de History and Philosophy of Cannabis Criminalisation, Cannabis
Prisoners Around the World, Cannabis and the Media, Direct Action and Civil
Disobedience, en Cannabis Magazines and Photogtraphy. Dat was de eerste
dag, gevolgd door Dinner, Music, Discussion, medewerkers van de Kosmos over
Cannabis and the Spiritual Path en een Welcoming Party.
De tweede dag was gewijd aan Medical Issues, Cannabis and the Law, gevolgd
door een International Lawyers' Seminar, en na het diner was het avondprogramma
gewijd aan Cannabis Criminalisation Around the World, met bijdragen van
sprekers namens alle bovengenoemde organisaties; de Poolse psychiater, voorzitter
van de commisie voor drugsproblemen van de Poolse Psychiatrische vereniging
Zbigniew Thielle sprak over Pot and Culture; terwijl William Novak uit Boston,
S.V. uit Amsterdam en de Welshe muzikant Alexis Korner voor vertier zorgden.
De derde conferentiedag, zondag 10 februari 1980 werd besteed aan de strategie
voor International Cannabis Politics (met sprekers van de World Health Organisation,
de Europese Raad en de NGO's, Legalisation Proposals and Strategies: the
future of the movement (met onder meer Koos Zwart), en de middag was gewijd
aan Growing Cannabis and its Oil, Fibre and Paper Production Potential,
met onder meer Ed Rosenthal. Des avonds een benefietconcert in Paradiso,
met Alexis & Friends.
En, ik mag wel zeggen, drie heel interessante dagen: ik heb vele tientallen
handen geschud, vele pijpjes, reefers, sticks en joints gerookt - en vraag
me na vijfentwintig jaar af: wat is er van overgebleven?
Ik voelde me verplicht dit even te voorschijn te halen: nog altijd zuchten
vele ongelukkigen over de gehele wereld onterecht onder het juk van de achterhaalde
politiek van machthebbers, die - om kort te gaan - bang zijn voor 'genot'
- dat houdt de mensen maar van Werk, Gehoorzaamheid en Onderdanigheid af.
Leve de vrije geest, die waait waar hij wil. Leve de vrije gedachten, het
vrije woord, de vrije mens - die nog heel wat voor de boeg heeft voordat
de hele planeet is 'bevrijd' van de terreur van de domheid die heerst, en
de godsdienstwaanzin die daarvan weer het gevolg is. Weg met elk fanatisme;
weg met elke moordzuchtige gedachte.
Simon Vinkenoog.
Maandag 7 februari 2005
Hesiod, Orphic theogonist,
s.d. 8th cent. B.C.
Aedesius, Neoplatonist, successor of Iamblichus, c. 350-400 A.D.
Houd moed. Liefde doet
goed. Pijn in mijn voet. Claudicatio. Al tijden; voor het eerst dat ik er
hier gewag van maak - waarom niet? In elk geval heb ik mijn geestelijke
vermogens nog, al moet ik bekennen dat de pijn soms je interesses begrenst.
Leren leven met ...
Intussen leef ik in het besef dat het anderen heel wat slechter kan gaan:
het intrieste verhaal over Walasse Ting in HP De Tijd deze week,
of mijn goede oude vriend Guus Boissevain, zo ontzettend lieftallig verzorgd
door zijn Prabati - als hij mij ziet, en wij elkaar aankijken (in de kerk
van Ruigoord, enkele weken geleden) barst hij in tranen uit, die zich maar
moeilijk laten interpreteren, als er al iets te interpreteren zou zijn..
Oude GI-wijsheid uit de jaren veertig komt naar boven: SNAFU. Situation
Normal: All Fucked Up!
Of ik lig me slapeloos te ontdoen van woordspelingen: 'Schraalhans:
'Haal schrans!''
Of ik denk aan de opgefokte wereld, waarin wij leven en neem me dan stellig
voor, aangemoedigd door levensgezellin Edith, me door niets of niemand,
en zeker niet door die pijn, te laten opfokken.
Ik blijk een oud thema te hernemen; op de laatste pagina's van mijn Eerste
gedichten 1949-1964, afdeling 'Gesproken woord', voorgelezen
in de Shéhérazade-jazz&poetryclub in de Wagenstraat bij
het Rembrandtplein, liet ik in een gedicht Don Ross aan het woord:
'We weten allemaal dat de mensen in deze wereld fucked-up zijn
'we weten allemaal dat de mensen in deze wereld niet fucked-up
hoeven te zijn
'iemand moet nu onmiddellijk opstaan om ze dat te vertellen
'wie moet nu onmiddellijk opstaan om ze dat te vertellen?'
Ik nam dat toen (1963)op me: 'ik vertaal je woorden in het Nederlands en
ik sta op om het ze te vertellen.'
En ik sta weer op, AU! Om het je/me in te peperen! Don't fence me in,
don't fuck me up!
Welkom zesde week van het jaar 2005, met je acht uur zonlicht op deze
maandag.
En nog even, om de dag met een glimlach te beginnen, een ingezonden briefje
van E.Bruggeman-Tersteeg uit Den Haag in Het Parool:
'Vorige week was de verkiezing van de Dichter des Vaderlands op televisie.
Meer dan een uur poëzie midden op de avond! Vol verwachting zette ik
mij voor het toestel. Maar oh, wat een gruwel! Alles was even lelijk. Voornamelijk
lelijke oude mannen in lelijke, gekleurde open overhemden. Stuk voor stuk
lelijke oude koppen en haveloze gebitten. Lelijk decor, lelijk licht. Deze
lelijke mannen declameerden of zongen op loodzware toon over de waarde van
toegankelijk dichtwerk. Uw columnist Han Lips vond dit vermakelijk. Iemand
die nog voor poëzie gewonnen moet worden, haakt definitief af.'
Uw nimmer, nuja 'nimmer' afhakende liefdesdichter Simon Vinkenoog groet
u; sirenes loeien op de achtergrond..
Zaterdag 5/zondag 6 februari 2005
5: Linus, master of Orpheus,
s.d. 13th cent. B.C.
6: Bob Marley (1944 - d. 1981)
Hallo stervelingen, waar houden we
ons aan vast?
Leuk klootjesvolk zaterdagmiddag bij JOOT (Just Out Of Time) Boeken &
Kunst in de Hartenstraat; ieder zijn bijvalletje, bijrolletje, webstek www.joot.nl
- het ging om de verschijning, of Amsterdamse presentatie, van een zojuist
in Groningen verschenen bloemlezing Klotengedichten, poëzie over
de mannelijke genitaliën in 69 en enige gedichten, samengesteld
door Tsead Bruinja en Daniël Dee (Passage, 2005), nederlandstalige poëzie
van na de Tweede Wereld Oorlog, een brede dwarsdoorsnede in al haar veelzijdigheid.
Een flink dozijn veelzijdigen liet zich zien en van zich horen door hun gedicht
voor te lezen of uit te dragen, verheugend de welluidende lady poets
die hun bijdrage leverden: Carla Bogaards, Maria van Daalen, Diana Ozon, Ilse
Starkenburg en Titi Zaadnoordijk.
Volgens e-mailafspraak was door JOOT een 16 pagina's tellend uitgaafje 'A'
uit 1961 opzijgezet en voorwaar, daar lag het voor me klaar. Ik herlees, voor
het eerst na meer dan 40 jaar besef ik, de eerste pagina van die door mij
in opdracht geschreven gelegenheidstekst, notabene in vier talen op mooi glanspapier,
doorschoten met kleurafbeeldingen, gepubliceerd.
Waar ging het over? Nieuwsgierig? Nou ik wel, ik lees even mee:
"De mens is de mens een mens. Na de evolutie, ondergaan van holbewoner
tot sierkunstenaar in de zestiger jaren van de 20ste eeuw onzer jaartelling,
gaat hij klassiek, romantisch of modern, rechtop, met min of meer moeite.
Vol glimlachend medelijden ziet hij neer op zijn jeugd, die hij kruipende
doorbracht, vol angsten die hem later werden uitgelegd, vol verwachtingen
die hijzelf moest vervullen.
Nog nooit was de mens zo rijk en welvarend als juist nú. Niet tevreden
nog, dingt hij om méér gunsten, die binnen zijn bereik, of even
daarbuiten liggen. Hij verlangt en werkt voor de mooiste en snelste auto,
de verst-reikende radio, de meest volmaakte, hygiënisch verpakte en niet
door mensenhanden aangeraakte wegen, die leiden naar het geluk. Nog nooit
verlangde de mens ook zó naar contact als juist nu; 24 uur dagelijks
contact met anderen, dag en nacht contact met de natuur, onophoudelijk contact
met het vroeger, in een voortdurende strijd tegen de eenzaamheid. Nog nooit
hunkerde de mens zózeer naar een vormgeving, die aan al zijn geraffineerde
eisen voldoet. Hij weet mee te spreken over functionaliteit, schoonheid, aanwezigheid.
Zijn vormgeving bestaat, en van de schoonheid vormde hij zich een beeld."
Nou, dat is een mooi begin; eerst dacht ik: speak for yourself, jij
mannetje daar in 196l, over 'de mens' en zo, maar toen zag ik dat het ergens
heen ging, en lees morgen verder.
Dit eine kleine Nachtmusik - de zon scheen boven Buitenzorg vanmiddag: vruchtbare
uren brachten Edith en haar moeder, en ik als lezer-des-huizes, in de tuin
door - ik bij zo'n wonderlijk Zibro-Kaminkacheltje. Prettig weekeinde, laat
je door niemand opfokken, wees blij dat je er bent. Simon Vinkenoog.
Vrijdag 4 februari 2005
Aeschylus (G.), initiate and mystical poet, c. 525 - 456 B.C.
Bij de apotheek. Ik
wacht (zeer gebruikelijk bij de Medicijnman) op een stoeltje. Binnenkomer:
'U vraagt zich af waar U me van kent. Ik zie je kijken.' Ik vraag me niks
af, ik keek helemaal niet, nouja gewoon, zoals je opkijkt wanneer iemand
binnenkomt. Gesprek komt toch wel, vanzelf. ja, jaja. Soms moet je nummertjes
trekken, bij Atal of Postkantoor, maar hier nog niet - hier is de computer
oppermachtig. Voor me een vergissing, ik met een vergissing. Niks aan de
hand, zo het is is het goed - dat begrijpen vereist moed. Leuk verhaal,
Mark, even op de brug over de man wiens been er af moest. Geeft de burger
moed, die met gauloises-roken is opgehouden, op doktersadvies. Gaat me nog
wonderwel goed af ook, denk ik, geen surrogaat, geen vervanging, geen hunkering
- soms een rookmoment: aja, vroeger - op zo'n moment stak ik een sigaret
op. Ouwehoeren troef.
Ik wandel, zeldzaam bezoek, bij Zwart op Wit, de rijkelijk gesorteerde
boekhandel in de Utrechtsestraat, tegenover café Oosterling, vlak
bij het Frederiksplein, naar binnen. Ik wil wat eerlijk verdiend geld besteden
aan een paar boeken; op éen boek ben ik gebrand, na twee gesprekken
met de schrijfster te hebben gelezen, te weten Pearl Abraham's roman De
zevende bedelaar, door Sjaak de Jong uit het Engels vertaald en verschenen
bij J.M.Meulenhoff, 'immer-met-meer', waaraan te twijfelen valt voor wie
gelezen heeft hoe PCM heeft huisgehouden binnen dit eens zo bloeiende uitgevershuis.
(Maarten Asscher in Vrij Nederland nieuw nummer).
De blurbtekst vermeldt over de schrijfster: 'Pearl Abraham (Israël,
1960) groeide op in een orthodox-joods gezin, maar besloot uit de chassidische
gemeenschap te treden. In haar debuutroman, de bestseller Vreugde der
wet, beschreef ze de chassidische wereld voor het eerst vanuit een
vrouwelijk perspectief. Daarna verscheen de roman Afstand van Amerika
en de door haar samengestelde verhalenbundel Een sterke vrouw, wie zal
haar vinden. Pearl Abraham woont in New York.'
Het wordt voor mij op verzoek gevonden, alfabetisch uit de kast gehaald
- het ligt niet op een van de vele stapels waarmee boekhandels je tegemoet
treden de laatste jaren. Ik ben even neergezegen op een stoel bij de Engelse
afdeling; als ik weer opsta om verder te browsen, valt mijn oog op een kenmerkend
louter typografisch Penguin Book. George Orwell: Why I write,
verschenen in de serie Great Ideas. Op het omslag de aansprekende
tekst die mij tot aankoop noodt: 'Political language is designed to make
lies sound truthful and murder respectable, and to give an appeareance of
solidity to pure wind.'
Zo is 't maar net, ik heb me al een paar keer te druk gemaakt over het semantisch
onheil, dat politici en media bij voortduring aanrichten, ik dien behoedzaam
met deze aangelegenheden om te gaan. Ik blader en noteer dat de 120 pagina's
vier essays bevatten; uit het laatste Politics and the English Language
citeer ik enkele 'rules that one can rely on when instinct fails.'
i. Never
use a metaphor, simile or other figure of speech which you are used to seeing
in print.
ii. Never use a long word where a short one will do.
iii. If it is possible to cut a word out, always cut it out.
iv. Never use the passive where you can use the active.
v. Never use a foreign phrase, a scientific word or a jargon
word if you can think of an everyday English equivalent.
vi. Break any of these rules sooner than say anything outright
barbarious.
Dank je, Orwell.
Down and Out in Paris and London. Minder bekend dan zijn 1984 of
het boek over de Spaanse burgeroorlog, maar zeker een van de meest indringende
getuigenissen over de zelfkant van daklozen en zwervers in Engeland en Frankrijk,
in de jaren dertig van de vorige eeuw.
Ik kon het niet laten The Making of Memory - From Molecules to Mind
te laten liggen, een forse paperback van 420 pagina's, auteur Steven
Rosse, Vintage, London 2003, 'fully illustrated and revised edition. Voor
ander lekkerbekje in me; afbeeldingen van Hell as artificial memory, en
Paradise as artificial memory springen me tegemoet. Frances Yates zal wel
in het register voorkomen, ja dat doet ze, met haar The Art of Memory.
Meenemen dus; d.w.z. afrekenen bij de kassa.
Als ik Al Galidi's Mijn opa, de president en de andere dieren
zie liggen, moet ook deze roman mee. Diep onder de indruk van zijn gedichten
was ik (De fiets, de vrouw en de liefde), zijn twee bundels met
columns ken ik niet; zijn uitgeverij is De Arbeiderspers en een
bezoek kan ook worden gebracht aan www.algalidi.nl.
De opdracht is voor zijn vader: 'Ik geef jou dit ontheemde boek, dat is
geboren in het land dat mij niet toestond te reizen om afscheid van jou
te nemen tijdens je laatste dagen. Het land dat mijn vrije pen bedreigt
met de hardste dictatuur.
Ik hoop op rust voor je ziel en schaduw voor je graf.'
Ik maak mijn handvol boeken compleet met een € 12.50 paperbackuitgave
(tiende druk) van Yann Martel's Het leven van Pi, Prometheus 2004,
waarvan ik twee jaar geleden heb genoten. De overlevingstocht, in dit verhaal
beschreven, is zo absurd en onwaarschijnnlijk dat het navertellen onvermijdelijk
een lachertje wordt, Kristen Hemmerechts aanrader op de omslag zegt slechts:
'Een immer verrassende, frisse stijl.'
Vriend René uit Antwerpen liet eveneens een prachtig boek ten geschenke
achter: de meer dan 1300 pagina's tellende geboden studie van Geert Buelens:
Van Ostayen tot heden. Zijn invloed op de vlaamse poëzie,
uitgeverij Vantilt 2001. Een boek waarmee ik menig uurtje zoet
zou kunnen zijn - de inhoudsopgave alleen al telt zeven pagina's, het notenapparaat,
de bibliografieën en registers een kleine tweehonderd! Even zoeken
- ik ga al kopje onder. Hier ben ik weer: op naar de Klotengedichten
zaterdagmiddag Antiquariaat Joot, Hartenstraat 15, 17uur.
Gegroet, dierbare lezers & lezeressen: Simon Vinkenoog.
Donderdag 3 februari 2005
The Lesser Eleusinian
Mysteries, Third Day
Ira Cohen, Liberator b. 1935
Alle zeilen moeten bijzetten;
René Franken uit Antwerpen op bezoek (zojuist weer vertrokken) die
materiaal kwam uitzoeken voor de 4e maart, als om 4 uur des namiddags in
de Wolstraat 2 een Beat Bookstore zal worden geopend, vol boeken,
foto's, documenten en audio-visueel materiaal van en over The Beat Generation.
Wel, ik bleek nog te kust en te keur te beschikken - niettegenstaande
een aantal verhuizingen sindsdien - over documenten, kleine curiosa en andere
parafernalia rond de dichters, die het dichterlijke landschap in de Verenigde
Staten van Amerika en elders een ander gezicht verschaften: niet een extra
literair masker, eerder een ontmaskering van de airconditioned nightmare
(terminologie Herman Miller), die de VS nu eenmaal is voor velen wier creativiteit
voortdurend gefnuikt wordt
Zóveel beelden kwamen op ons netvlies langs, bij René voor
het eerst en bij mij soms na decennia vergetelheid: pamfletjes van de New
Yorkse Something Else Press, het Engelse My Own Mag met
cut-ups van Burroughs, brieven, gedichten (mijn Ginsberg-vertalingen), foto's
van mijn collega-pennevoerders, de vijftigers in Parijs, de Beats in Amsterdam,
Londen, New York en San Francisco, het atelier van Ezra Pound in Rapallo,
de dichtersfestivals. Ik had het maar druk met uitleggen en verklaren, en
gaf een en ander met genoegen even uit handen. Opgeruimd staat netjes!
Meer nieuws op de link 'The beat goes on', het initiatief van Demian is
een organisatie van Demian en ABC 2004, in samenwerking met het American
Book Center, MuHKA, Filmmuseum, Museum voor Fotografie en Theater Zuidpool,
waar zich andere Beat-presentaties afspelen.
Info: Demian, Wolstraat 9, 2000 Antwerpen, vanuit NL 0032 3 233 32 48, www.demian.be
Om me heen kijkend, what to do, what to do, merk ik een paar brieven en
e-mails te beantwoorden te hebben: biografen dienen zich aan (over Gerrit
Achterberg, over Hugo Claus, over Louis van Gasteren) die ik graag te woord
wil staan - twee t.v.-programma's vroegen me om een bijdrage (een carnavalsprogramma
sloeg ik af: een tijdje geen entertainment-industrie aan mijn lijf) en wat
opruimen betreft: op de vliering is voorlopig genoeg plaats. En hier laat
ik het bij, six o'clock news! Simon Vinkenoog.
Woensdag 2 februari 2005
The Lesser Eleusinian
Mysteries, Second Day
Candlemas
Giovanni Pierluigi da Palestrina (C.), composer of sacred music, d. 1594
A.D., b. c. 1525
(The Road to Eleusis. Unveiling the Secret of the Mysteries, R.Gordon Wasson, Albert Hofmann, Carl A.P.Ruck. Harcourt Brace Jovanovich, New York and London, 1978).
Weer een buitengewoon
boeiende poëzie-avond, gisteren - als gebruikelijk de eerste dinsdag
van de maand - in Poetry Place Festina Lente aan de Looiersgracht
40b in de Amsterdamse Jordaan:
buiten een bankje met een bronzen Jordanees, tegenover de voetgangersbrug
waar Eddy Posthuma de Boer in 1957 de Amerikaanse dichters Allen Ginsberg,
Gregory Corso en Peter Orlovsky fotografeerde - er was destijds een jazzcafé
Bohemia gesitueerd.
Een tiental gegadigden kon drie minuten poëtisch acte de présence
geven; de driekoppige jury (Sven Ariaans, Erik-Jan Harmens en Simon V.)
besliste vervolgens welke vijf dichters naar de tweede ronde gingen.
Hoe verschillend de dichtkunst kan zijn, hoe divers en eigen, werd weer
eens aangetoond en ten gehore gebracht: naast de woordspeligheid en de rijmdwang
komt soms ook bombastische esoterie om het hoekje kijken, worden libidineuze
verlangens gelispeld en laat éen klankdichter zien en horen, dat
hij weet heeft van de poésie concrète, zoals die
jarenlang onder meer tijdens Polyphonix-festivals, georganiseerd door Jean-Jacques
Lebel in het Centre Pompidou te Parijs bedreven werd. Het is een in Nederland/Vlaanderen
nauwelijks doorgedrongen stroming. Te denken valt aan de Calligrammes
van Guillaume Apollinaire, sommige Paul van Ostayen-gedichten, Fluxus-performances,
terwijl uiteraard unieke individuen als Antonin Artaud en Johnny van Doorn
in dit verband genoemd mogen worden.
Candlelight en irrationeel surrealisme-absurdisme, ingetogen of woest-gebarend:
blijkbaar leven het lichte en het duistere vers naast elkaar, en het is
niet alleen slam-poëzie wat de klok slaat; ik hoorde zelfs de naam
Chomsky binnen een gedicht genoemd - een ander beschouwde zijn gedichten
als een anti-psychoticum. Duidelijk is wel, dat het schrijven van gedichten
niet louter tijdverdrijf (pastime) is, maar een levensvervulling
kan beteken, al naar de ernst en inzet waarmee je het spel speelt. Be
entertained by the social game you play! raadde Timothy Leary zijn
lezers aan.
In de finale kwam de vijftigjarige Pom Wolf, jurist bij een scholengemeenschap,
tegenover Krijn Peter Hesselink, 28, te staan: beiden opmerkelijk - ze hadden
niet voor niets de finale bereikt! Pom Wolf ging met de eer (en €
75.-) strijken. Ik hoop voor beiden dat ze ook een lezerspubliek bereiken,
in tijdschrift of bundelvorm. Proficiat!
Poëzie is
hot, meldt HP/De Tijd van 28 januari in een artikel van vier
pagina's, geschreven door Hans Hoenjet. Oplagen van dichtbundels, poëzie-prijzen
en festivals, de Poëzieclub en Awater, klassieke poëzie-uitgevers
(Querido, De Bezige Bij, Van Oorschot, De Arbeiderspers, Nijgh & Van
Ditmar - en de kleinere fondsen als Passage en Uitgeverij 521): 'Er is nog
nooit zoveel poëzie uitgegeven. Verschenen er in de jaren vijftig gemiddeld
zo'n 45 titels per jaar, tegenwoordig wordt de markt overspoeld met bijna
hetzelfde aantal per maand.'
Genoemd worden 'verkoopkanonnen' als Jean-Pierre Rawie, Rutger Kopland en
Eva Gerlach. Redacteur Victor Schiferli van De Bezige Bij: 'Van Varkensroze
ansichten van Mustafa Stitou (1974) verkochten we er zo'n 4200, Onhandig
bloesemend van Ramsy Nasr (1974)deed het heel goed met 3000 exemplaren
en van Hagar Peeters' (1972) Koffers zeelucht gingen er ongeveer
5000 weg. Dat zou de hypothese kunnen ondersteunen dat de poëzie populairder
is geworden.'
Uitgever Lex Jansen van De Arbeiderspers: 'Bij Anna Enquist maken we soms
een eerste druk van 10.000, waarna de verkoop kan oplopen tot 30.000 à
40.000. Van Joost Zwagerman, Ilja Pfeijffer en Rob Schouten drukken we gemiddeld
1500 tot 2000 exemplaren. De andere dichters komen gemiddeld uit op een
oplage van 1000 exemplaren.'
Hoog wordt opgegeven van het Gentse Poëziecentrum, waarachter Willy
Tibergien de drijvende kracht is. 'Hier lijkt de dichtkunst werkelijk gedemocratiseerd,
dankzij de oprechte belangstelling voor alles wat rijmelt en verzen schrijft,
of het nu gaat om Hugo Claus, Dirk van Bastelaere of de winnaar van de Poëzieprijs
van de gemeente Paal. De grens tussen volkscultuur, folklore en hoge literatuur
is hier bijna vervaagd.'
'Alles kan en niets hoeft. Leve de poëzie die niet wegkwijnt in het
reservaat.' Het zijn de laatste regels van dit artikel in HP/De Tijd,
en ook de mijne in deze dagelijkse Kersvers-aflevering. Simon Vinkenoog.
Dinsdag 1 februari 2005
The Lesser Eleusinian
Mysteries, First Day
Brighde, Celtic Goddess of Youth. Oimele, Celtic Spring Festival
Brigid (C.), Irish Patroness Saint, b. c 452 A.D., d. c.
525
John Fransham of Norwich, Platonist, d. 1810 A.D., b. 1730
Hopelijk passen deze
engelengestalten van vandaag (volgens de Universal Festival Calendar)
nog op éen speldeknop, met enig passen en meten. Bij de dag
van gisteren 'Departed Ancestors' moest ik denken aan de Indiase
Avatar Meher Baba, geboren als Merwan S. Irani, 25 februari 1894
in Poona - He dropped His body 31 januari 1969, in Meherabad. In zijn godzoekersjaren
maakte hij innerlijk contact met vier Perfect Masters: Narayan Maharaj,
Tajuddin Baba, Sai Baba en Upasni Maharaj. In 1922 begon Meher Baba zijn
Avataric Mission, in 1925 besloot hij nooit meer te spreken en communiceerde
met zijn discipelen via een letterbord of leesplank; in 1954 gaf hij zelfs
het alfabet op.
Over zijn stilte zei (schreef) hij:' When I was in America people asked
me when I would break my silence. I asked them: If my silence cannot speak,
of what avail would be speeches made by the tongue? I am never silent. The
voice that is heard deep within the soul is my voice.' Zijn meest bekende
westerse discipel was (is?) Pete Townsend van The Who; weinig mensen
zullen weten dat de uitspraak: 'Don't worry. Be happy!' van Meher
Baba afkomstig is.
Listen, Humanity narrated and edited by D.E.Stevens, verscheen
in 1957 bij Dodd, Mead & Company in New York, andere titels zijn
God Speaks en Discourses. Listen, Humanity heeft als motto
op de titelpagina Mastery in Servitude.
Stichting Perdu, Poëzieboekhandel
& Poëzietheater (Kloveniersburgwal 86, 1012 CZ Amsterdam, 020-4220542,
www.perdu.nl) houdt geïnteresseerden
via een affiche-vouwblad-brochure fraktie regelmatig op de hoogte
van komende activiteiten. Negen bijeenkomsten in februari 2005, waarvan
twee gewijd aan Amerikaanse poëzie.
De eerste avond, vrijdag de 4e worden de toeschouwers om 20u30 vergast op
Bruce Andrews, 'politicoloog, performer en auteur van zeer ambitieuze experimentele
teksten als Give 'Em Enough Rope, Lip Service en I Don't Have Any Paper
So Shut Up (Or, Social Romanticism), volgens de flaptekst 'a writing so
rough and powerful that it will infuriate some of its audience.' Hij wordt
geïnterviewd over de literaire avantgarde in Amerika door Samuel Vriezen
en treedt op met danseres/choreografe Sally Silvers.
Bruce Andrews doet ook mee aan de Gevaarlijke gedichten-middag
in Perdu 5 februari 3 uur; de fraktie meldt: 'Bruce Andrews wenst
gevaarlijke poëzie te schrijven. Met zijn gedichten wil hij de woede
van de lezer opwekken. Andrews' taal is ondoorzichtig als een muur en houdt
de lezer buiten in de koude van zijn politieke retoriek. Maar zijn schrijven
komt voort uit een ideaal, wellicht ook politiek: het tonen van de gijzeling
van taal door een markt-economisch geïnspireerde verwijzingssymboliek,
en het zoeken naar alternatieven daarvoor.'
Zozo, gooi maar in mijn hoed en ik zoek het wel uit - volgens mij heeft
het niets met de dichtkunst te maken, ik ga me er niet van vergewissen.
Ook de tweede avond, gewijd aan Amerikaanse poëzie, vrijdag 11 februari
20u30, belooft weer heel wat. Laat mij opnieuw de fraktie citeren:
'Vanavond de focus op Amerikaanstalige poëzie.Motivatie: een stellig
vermoeden dat in navolging van Homerus, Dante, Milton en Vondel, nu nog
slechts Amerikaanse dichters in staat zijn tot grote literaire projekten;
dat het poëtisch-autobiografische genre zoals bedreven door Lowell,
Platt en Hejinian, totaal onbekend is in de Nederlandstalige letteren; dat
de eigenlijke taalvormen die bijvoorbeeld het werk van William Carlos Williams
of E.E.Cummings hebben bepaald getuigen van een literaire exploratiegeest
(een vasthoudendheid zonder weerga) welke geen equivalent kent in het Laaglandse
literaire curriculum; dat enkele dichters tekort zijn gedaan door ze te
omschrijven als 'koele hipsters met engelenhaar', denk aan Ginsberg, in
mindere mate aan Creeley, probeer niet te denken aan Vinkenoog.
Veel te vorsen in, en leren van de Amerikanen gedurende deze avond die deel
uitmaakt van een serie. Drie dichters waaronder Tsead Bruinja zullen respectievelijk
hun licht laten schijnen op Allen Ginsberg, John Ashberry en Anthony Burgess.
Houdt u onze website in de gaten voor updates wat betreft de preciese invulling
van de avond', aldus www.perdu.nl.
Wat de sneer naar mijn persoontje aangaat, ik begrijp het niet: blijkbaar
wekt mijn naam bij sommigen weerzin op. Het is waar dat ik in 1951 in Rapallo
Ezra Pound's haastig leeggeroofde huis bezocht, dat ik Allen Ginsberg en
Gregory Corso in 1957 in Amsterdam ontmoette, dat mij gevraagd werd mee
te doen aan Wholly Communion, een poëzieavond met 7.000 bezoekers
in de Londense Royal Albert Hall anno 1965, dat ik met The Fugs optrad
in Kopenhagen, dat ik een concert van The Doors met Jim Morrison
bijwoonde in San Francisco's Cow Palace, kort voor zijn dood, probeer
daar maar eens even niet aan te denken, Simon. Kreeg je niet eens carte
blanche van Perdu?
'I saw the best minds of my generation destroyed by boredom at poetry readings!'
was de vrolijke parodie van Lawrence Ferlinghetti op Allen Ginsberg's beroemde
beginregel van HOWL.
En wat betreft de beat generation, die ik zowel in de V.S. Oost- en West,
als temidden van de expatriates in Europa, Noord-Afrika en Azië gemanifesteerd
zag, misschien inderdaad als laatste bohème, niet alleen mijn
leven is er enorm door verrijkt.
Ik heb de slotsom bewaard voor Tuli Kupferberg, uit een van zijn Newyorkse
Birth Press-uitgaven, begin jaren zestig: 30000000000000000 Beatniks
of De oorlog tegen de Beats:
" Ik zal hier niet proberen een waardebepaling van de Beat-beweging
te geven maar neem er genoegen mee zeven van hun onmiskenbare prestaties
op te sommen:
1. Zij was de enige belangrijke revolutionaire beweging in het
Amerika van na de Tweede Wereldoorlog.
2. Zij vernietigde het academisme in de Amerikaanse poëzie.
3. Zij verwierp de identificatie van 'de Amerikaan' met kapitalisme en imperialisme,
oorlog en A-bommen.
4. Zij schiep voor het eerst in Amerika (betrekkelijk) massale
belangstelling voor poëzie en dus voor alle andere kunsten.
5. Zij bracht sex weer op de plaats waar het hoort in het menselijk leven:
ergens bij het middelpunt.
6. Zij vestigde de hoop op een alternatief voor de Amerikaanse jeugd.
7. Zij verloste het persoonlijke leven van ieder die ermee te maken had:
van verveling, defaitisme, domme verdwazing en zinloosheid.
Zij maakt het leven weer opwindend.''
And the beat goes on. De karavaan trekt verder, de honden blaffen. Simon Vinkenoog.