Zondag 18 december 2011
In de tram op weg naar
Anne Vegter brak ter hoogte van de Heinekenbrouwerij bij het Weteringcircuit
de zon door. Stralend, heel even, een knipoog aan een verder donker bewolkte
hemel. Simon, dacht ik! God is niet gek, dacht ik, en wist dat ik deze drie
laatste woorden nog even in mijn gesproken column van vanmiddag moest verwerken.
Het was wat mij betreft een zeer dierbare middag. Ik verlangde ernaar de
stem te horen van de dichteres wier gedichten mij bij lezing diep hadden
geraakt. Dat overkomt mij niet zo vaak en dat is omdat ik in mijn leven
veel meer poëzie gehoord dan gelezen heb. Daar moet ik iets aan gaan
doen!
Tien jaar lang was Simon jurylid in eetcafé Festina Lente waar
maandelijks een Poetry slam werd gehouden. We waren altijd present, ja het
was een der hoogtepunten in de maand, altijd weer.
Jonge dichters horen, twaalf per avond en de talenten eruit pikken en je
daar nooit meer in vergissen als je 'van poëzie bent doordesemd'.
Tien jaar lang heeft Simon 'om niet' een poëzieworkshop geënthousiasmeerd
bij ons in de buurt. Die ging zelfs in de zomer door, iedere maandag in
buurthuis De Klus. Eens zijn redding, en toen hij mij vond, mocht ik de
laatste vijf jaar met hem delen. Vijfendertig mensen soms, die allemaal
twee keer per avond in tien minuten een gedicht schreven op een door Simon
opgegeven thema, èn dat ook allemaal voorlazen. Het werd opgenomen
op een bandrecorder: dat was part of the fun.
Nou, dat was ik vanmiddag ook. Samen met meestermusicus Jan Klug en creatiefcriticus Piet Gerbrandy zetten wij vanmiddag een raamwerk op waarbinnen dionysischdichter Anne Vegter glorieus naarbuiten kon treden. Piet mocht een college wijden aan één gedicht, ik een gesproken column aan één woord en Jan maakte de onderbuikgevoelens wakker. Presentatrice Petra Possel interviewde en sprak aan. En dit alles in een overdonderend mooi nieuw cultureel centrum De Nieuwe Liefde op de Da Costakade in Amsterdam West. Daar gaan we meer van horen. Ze hebben onlangs een binnenhuis(vermoedik)architectuurprijs welverdiend ontvangen.
Jan, Anne en Mirjam van Hengel, redacteur bij Uitgeverij
Querido - Na afloop voldaan!!!
Iemand vroeg na afloop om mijn tekst en die is te mooi om hem u te onthouden. Daar gaat ie:
ANNE VEGTER – Eiland, berg, gletsjer
MET VUUR SPELEN
In het gedicht All
stars staat het woord ‘risicococktail’.
. . Ik zag het voor me.
Even verwijlden mijn gedachten bij een spannende mix van drank en drugs,
au fond genotmiddelen, maar een risico in zich bergend met soms fatale afloop.
Nee, dacht ik, geef
de middelen niet de schuld! De mens zelf - dat vat vol tegenstrijdigheden
- is de risicococktail bij uitstek! Te beginnen bij de conceptie: men neme
1 eicel, voege daarbij miljoenen zaadcellen, even shaken, en na negen maanden
moet je maar afwachten hoe die smaakt!
Zoet, als de vrucht in liefde verwekt en gewenst is. Bitterzoet
als de eens begeerde vader op de vlucht is geslagen en je niet samen kunt
proeven. Of . . . Bitter-brut . . . de wrange smaak in je mond
- die na een verkrachting nooit meer verdwijnt. Eicel + zaadcel = risicococktail.
Dat is de wet van de Natuur.
Maar voordat we überhaupt van deze cocktail kunnen drinken, moet er nog heel wat gebeuren! Tijdens het gisten (zijn we misschien een meerling?), tijdens het distilleren (zijn we misschien homosexueel?), of tijdens het rijpingsproces dat al dan niet wordt afgerond of afgebroken (ben ik een rotte appel of een wonderkind, een zorgenkind of zondagskind?). Het wordt je zomaar in de schoot geworpen, een Godsgeschenk . . . of niet. En hoe voelt de draagster van het vruchtwater zich intussen? Himmelhoch jauchzend of zum Tode betrübt - dat beïnvloedt de smaak!
De oorsprong van de ingrediënten is eveneens van levensbelang. Aan de vruchten herkent men de boom, noem het erfelijke belasting. Was de boom sterk en gezond of aangetast door plagen, onzichtbare weeffoutjes tijdelijk verheeld?
Dat weten we pas later,
als het water is gebroken en de baby zich een weg baant, door een veel te
nauwe tunnel, dat is asking for trouble voor moeder en kind.
Vader is even buiten beeld . . .
Als het goed is afgelopen ontkurkt men de bubbels en met de baby aan de
borst wordt getoast op nieuw leven. Daar is heldenmoed voor nodig, want
ook al noemt men het ‘normaal’ - een kind verwekken is geen
kunst – het is en blijft een risicococktail met alle abnormale scenario’s
van dien.
Je zal toch maar de ouders zijn van . . . Anders, Kevin, Tristan . . . KAPOT
En waarom scheiden zoveel
mensen? (Bij dat woord denk je altijd meteen aan de kinderen).
Wist u bijvoorbeeld dat de Neus van een vrouw haar partnerkeuze bepaalt?
Het reukorgaan leidt haar feilloos naar diegene met wie de kans op sterk
nageslacht het grootst is. Maar - als een vrouw de Pil gebruikt, ruikt zij
heel anders en valt zij vaak voor de verkeerde man. Daar komt narigheid
van!
Verliefd, verloofd, getrouwd, gescheiden . . . En de koters verhuizen mee
of blijven achter. Of worden in deeltijd stierlijk verwend om de schade
te beperken, want pijn doet het!
Zijn we verdwaasd en
verdwaald, of gewoon slachtoffer van een Oude Natuurwet in een Nieuwe Tijd,
waarin langdurige monogamie on-natuurlijk is?
De bijna onontkoombare drang tot voortplanting drijft velen het huwelijk
in.
Vrouw of man - dat is om het even. En als je aan je verplichtingen hebt
voldaan . . . begin je gewoon weer van voren af aan. Dat heet ‘met
je tijd meegaan’.
L’histoire se répète - en daar is weer die
keuze uit talloos veel miljoenen:
Welke risicococktail zal ik nu eens achteroverslaan?
Maar waarom zijn ze
niet bij elkaar gebleven? Was het zó erg? En wát was er zo
erg? Moest je uiteindelijk kotsen van die cocktail?
Dit wordt geen vrolijke opsomming en de lijst is verre van volledig. Liefde?
Hebt u wel eens een Narcissus in huis gehad – collected,
calm, maar bovenal killing koel?
Of een Sadomasochist die je met zoetgevooisde stem de afgrond in praat?
Prins op het zwarte paard. Vergif.
En dan is er nog de potentiële Zelfmoordenaar, al dan niet de daad
tot het eind volvoerend: van een brug afgesprongen, een strop om een hals
aan een boom of een balk, dan moet je wel radeloos zijn. . . . Had hij een
keus?
Ik ben geneigd te denken van niet. De meest bizarre weeffout in een levenspatroon
is het zó ondraaglijk lijden aan het bestaan, dat onherroepelijk
moet worden afgehaakt . . .
Zo erg is het nog net
niet met de Psychopaat . . . Verknipt, geknakt, gebroken, of de Schizofreen.
Maar je wéét het niet, en het duurt soms een poosje alvorens
de ware aard zich openbaart: gespleten - en geslepen genoeg om ons lang
te misleiden, want je houdt zo van hem . . . van die charmante Pathologische
Leugenaar. . . Man of vrouw – dat is om het even.
Soms zijn we ‘Verliefd op de begeerte en niet op
de begeerde!’ is een wijze les van Friedrich Nietzsche
in dezen, om onze obsessies en mislukkingen te verklaren.
*
* *
Edoch, het kan ook volmaakt zijn. God is niet gek: De
Grote Liefde bestaat wel degelijk !
Die witte raaf vliegt ergens rond en als je geduld én geluk hebt,
kom je hem tegen. De Ware Wederhelft, je moet er klaar voor zijn. En dan
ben je weer één met z’n tweeën! Heel vertrouwd,
heel nabij, heel oneindig. Ongedeeld Samen.
Zo kan het ook, met dank aan de Goden. Ik heb de risicococktail tot op de
bodem geledigd. Heerlijk!
Mensch durf te drinken. Wees niet bang.
Het gaat om de levenskunst van de Volledige Overgave, met open vizier, in
het volste vertrouwen op de eigen intuïtie. Voorzichtig, dat wel, het
glas kan zo breken, dat is het risico, maar laat deze cocktail niet aan
u voorbij gaan, op straffe van een gemist gelukkig leven!
Zondag 18 december 2011
Dinsdag 13 december 2011
Foto: René Louman
We droegen allemaal iets
op ons hoofd: hoed, (punt)muts, sieraad, pet of pruik, kennelijk het ultieme
attribuut voor een verkleedfeest; het was geen bal masqué, daar heb
je meer mensen voor nodig. Eindelijk was het dan zover: we werden zaterdag
in Het Clubhuis op Buitenzorg verwacht in 'your most Outragious Fantasy' wat
menigeen moet hebben afgeschrikt, want we waren maar met z'n zeventienen en
meestal komen er wel dertig tuinders af op een winterdiner.
Aanvankelijk had ik als man verkleed willen gaan in Simons witte, wollen koningsjelaba
uit Marrakech, maar mijn zwarte opplaksnor bleef niet zitten; na twintig jaar
had die zijn kleefkracht verloren en bovendien was dat eigenlijk niet eens
mijn wildste fantasie. Dat was toch meer een outfit uit de roaring twenties
en die had ik ook, al heel lang in mijn bezit, want ik heb mijn hele leven
gehouden van verkleedpartijen!
Laat op de avond genomen; mijn fototoestel deed het nog als
enige . . .
Ons bonte gezelschap bestond uit een Spaanse Brabander, een Tovenaar, een Hofnar, een Hippie, een Chirurg, een Vogelnestje, een Zeerover, een Zeemeermin, een English Gentleman, een Tuin, een Lekker Hapje, een Zwever, een Blauwe, een Madame, Vita Sackville West, Roaring Twenties, maar de grootste troef had gangmaker Remge Dobma in handen, getransformeerd tot buitengewoon aantrekkelijke existentialiste, gelijkend op Françoise Hardy maar dan met rooie lippen.
Foto: René Louman
Foto: Cristi Kluivers
En zo zagen Simon en ik eruit op het jaarlijkse 28 december feest in Paradiso ten tijde van het uitbreken van de Perzische Golfoorlog in 1990. We spraken Engels en werden gemeden als de pest: onze vrienden herkenden ons niet tot Simons grote verdriet; talkative als ie was! Ik voelde me heerlijk als man, was in deze vermomming de oudste van ons tweeën - op de valreep hadden we gewisseld van bril-neus-snor - en speelde de baas. Midden in de nacht wisselden we nog even van 'masker', maar toen ook dat niet meer werd opgemerkt door de hossende, feestende meute ontmaskerden wij ons zelf, veranderden op slag in een beeldschoon bedouïne-koningspaar en omhelsden vol vreugde onze verbaasde vrienden. Een feest om nooit meer te vergeten.
Kent u hem nog? Rik Zaal
van Zaal over de vloer, een destijds zeer populair AT5-programma.
Zondag werd de dubbel-dvd Van de doden niets dan goeds gepresenteerd
en een aantal kinderen en weduwen werd een eerste exemplaar aangeboden. Rik
werd tot op de dag van vandaag vaak herinnerd aan die mooie serie met Frans
Bromet als cameraman (de VPRO vond het 'niet genoeg VPRO', ook al produceerde
dit duo talloze documentaires voor deze zendgemachtigde!). Een kleine tweehonderd
afleveringen werden gemaakt en toen Rik onlangs voor de moeilijke keuze stond
daar de beste uit te kiezen, beperkte hij zich tot de toch al veertig doden
en daaruit dan weer de leuksten. Simon zat daarbij, en als alle anderen even
leuk waren - wat wel het geval zal zijn - dan zou u deze box niet mogen missen.
Ook dit was een heerlijk feestje!
Rest mij hier aan te kondigen een programma rondom de dichteres Anne Vegter, genomineerd voor de VSB Poëzieprijs met haar nieuwste bundel Eiland berg gletsjer, waaraan ik mag meedoen.
Adembenemende poëzie,
in één ruk uitgelezen - wat met gedichten meestal niet het geval
is.
Plaats van handeling: De Nieuwe Liefde, Da Costakade 102 in Amsterdam.
" De Nieuwe Liefde is een centrum voor studie, bezinning en debat, een
ruimte voor levensbeschouwing en religie en een podium voor poëzie, muziek
en theater . . .
De poëzie van - Anne
Vegter
Zondag 18 december 2011 15:00uur
Grote zaal € 12,50
Anne Vegters taal is nieuwsgierig, eigengereid en verrassend, en de humor en de zinnelijkheid springen steeds in het oog. Op deze middag leest de dichteres zelf voor uit haar werk, dat voor de tweede keer is genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. We krijgen een mini-college van Piet Gerbrandy, een gesproken column van Edith Ringnalda en een muzikale reactie van multi-instrumentalist Jan Klug. Presentatie: Petra Possel." Zegt dat voort . . . . . . . .
Vrijdag 9 december 2011
Zelden heb ik op één
dag twéé culturele topevenementen mogen beleven!
De violiste Frederieke Saeijs - zij speelde virtuoos op Simons 80ste verjaardag
in de OBA - had mij uitgenodigd voor een huisconcert op de Willemsparkweg
bij Beatrijs en Egbert Kuipers. Deze ware muziekliefhebbers beschikken thuis
over een barokke concertzaal waarin een zó grote vleugel staat dat
zij ooit het huis kochten mét vleugel erin; die kon het huis namelijk
niet meer uit! Een Blüthner - dat schept verplichtingen . . . met name
aan de kamermuziek.
Twee jaar geleden had
Frederieke een hartenwens mogen uiten: een trio vormen met de Geörgische
pianiste Nino Gvetadze en de Servische celliste Maja Bogdanovic. Op haar
reizen rond de aarde had zij hen afzonderlijk van elkaar leren kennen, maar
werd zij getroffen door hun zelfde warmbloedigheid. Ook tussen Nino en Maja
klikte het onlangs meteen.
Alledrie zijn zij meervoudig prijswinnaars op de internationale concoursen.
Sindsdien bespelen zij de hele wereld en wij waren de bevoorrechten, twintig
in getal, die vanavond het Trio Arosa ademloos hebben mogen horen
en zien. Een lust voor oor en oog!
Afwisselend gaf een van de dames de toon aan in composities van Ludwig van
Beethoven (1770-1827), Nodar Gabunia (1933-2000, eens leraar van Nino),
Sergei Rachmaninov (1873-1943, mijn favoriet deze avond) en na de pauze
het Trio in a klein Opus 50 "Dem Andenken eines grossen Künstlers"
van Pjotr Ilyich Tchaikovski (1840-1893), in zijn geheel.
Frederieke speelt op een viool van de Italiaanse vioolbouwer Pietro Guarneri
(1695-1762) met de naam 'Ex-Reine Elisabeth' (1725, Venetië), die zij
in bruikleen heeft van het Nationaal Instrumenten Fonds. Nino bespeelde
dus de lyrische Blüthner, maar heeft een Steinway Grand Piano van hetzelfde
Fonds tot haar beschikking en Maja speelt op een uiterst jonge cello van
een cellobouwer die evenals de oude grootmeesters zijn beste cello's nog
moet maken! Maja heeft er een bij hem besteld, voor over tien jaar!!! Dat
was echt nieuw voor mij.
U kunt op zondagmiddag 11 december in Assen en maandag 12 december in Nijmegen
nog getuige zijn van dit muzikale meesterschap. Daarna gaat ieder weer haar
eigen weg na een geslaagde tournee door ons land in Hattem, Delft, Heemstede,
Leeuwarden, Zwolle en Gouda. Een gouden stip!!!
Na afloop. Vlnr Nino Gvetadze, Frederieke Saeijs en Maja
Bogdanovic
Gisteren kwam ik net
uit mijn eerste remslaap (van rapid eye movement) toen de telefoon
ging.
Het was Hedy d'Ancona, die zelf niet kon gaan slapen alvorens mij te verwittigen
dat ik Simon naakt zou zien op de reusachtige overzichtstentoonstelling
van Aat Veldhoen in het Centrum Beeldende Kunst aan de Oranje-Vrijstaatkade
71 in Amsterdam. Misschien zou het onverwachte van de aanblik mij schokken.
Nee, ik ben altijd blij verrast als ik Simon ineens hoor of zie opduiken,
ik vind het zelfs heerlijk!
Ik was vroeg gegaan vanmiddag - om een paar foto's te kunnen maken op deze salon-expositie - voor de massale opkomst een feit was. Wie heb ik al niet gekust, de hand geschud en gesproken. Ook onze Ruigoordse vriendenkring was ruimschoots present en dat deed mij goed: het is feest waar mijn vrienden zijn! Zo ook morgen, maar dan weer met een heel ander gezelschap, op Buitenzorg waar we eindelijk een verkleedpartij hebben met diner en dansen tot diep in de vollemaansnacht.
De tentoonstelling Huis Veldhoen, Aatje's Vrijstaat is te zien t/m 21 januari 2012. Het CBK heeft tijdens deze periode een heel programma samengesteld rondom deze grote kunstenaar. Ik doe een greep uit zijn werk. Het eeuwig scheppen zit hem in het bloed. www.cbkamsterdam.nl
De Westertoren gezien vanaf de Bloemgracht - Aat was toen
9 (!!!) jaar oud
Kabul Gerben
Hellinga
Diana Ozon
Leo van der Zalm
IJspret, altijd dankbaar druk
Niels Hamel te paard op de vlakte van Ruigoord
Iets voor Gerrit Komrij?
Na de officiële opening door Rudi Wester, schrijver, oud-directeur
van het Institut Néerlandais in Parijs en vriendin van Aat sinds
de woelige jaren zestig, speelde Esther Apituley voor ons. Aat kende haar
al als baby en zij treedt op zondagmiddag 18 december nogmaals op tussen
de naakten, bronzen, etsen en keramiek. Kunst overleeft Alles, want zij
maakt ons gelukkig.
Woensdag 7 december 2011
Ik was vergeten dat
ze zó mooi was!!! Op zaterdag 26 november vierden we de 60ste verjaardag
van mijn liefste vriendin Catherine van Woerden in De Badcuyp,
voormalig badhuis in de Eerste Swelinckstraat vlakbij de Albert Cuyp, onze
mooiste markt. Dat zeg ik niet alleen omdat we er vlakbij woonden en Simon
en ik daar geregeld een broodje-warm-vlees gingen eten en de bloemenman
groeten die Simon nog kende uit zijn jeugd, maar vooral omdat dit voor Simon
de buurt was waarin hij de wereld in al haar gruwelijkheid heeft leren kennen,
en die herinnering hield hij levend.
Dat badhuis was het badhuis waar Simon één keer in de week
naartoe werd gestuurd door zijn moeder; voor een dubbeltje douchen, voor
een kwartje in bad. Ze woonden in de oorlog in de Govert Flinckstraat en
daar heeft Simon zijn beste en misschien wel enige vriendje, de joodse Helmut
Blumenthal, door de Duitsers zien wegvoeren, en daar heeft hij naar eigen
zeggen zijn enige meester ontmoet: Honger. De Hongerwinter heeft hij overleefd
maar vraag niet hoe . . .
De schitterende foto hierboven siert de omslag van het glossy magazine
Catherine, voor de gelegenheid samengesteld door familie en vrienden
van de jarige; een nieuwe trend. Ik had al eens een stukje geschreven voor
de Dorothy, een andere lieve vriendin die 70 werd in september,
en betreurde ook toen al dat er maar enkele exemplaren van werden gedrukt.
Iedereen is natuurlijk razend nieuwsgierig naar de inhoud van deze lijvige
bladen - met name naar hoe de eigen bijdrage erin terecht is gekomen - maar
meer dan een glimp krijg je op zo'n feestavond dus nauwelijks te zien!
Het zal wel peperduur zijn om zoiets te produceren, maar ik zou er al gauw
een paar tientjes voor op tafel willen leggen. Ik dacht meteen aan een soort
veiling - bij opbod verkopen - en reken maar dat je dan uit de kosten komt
én een aantal feestgangers met uniek historisch materiaal naar huis
laat gaan. Hoe meer je er laat drukken, des te minder duur wordt het, en
als er flink geboden wordt houd je zelfs geld over dat dan naar een Goed
Doel kan worden doorgesluisd.
Het spreekt vanzelf dat de jarige mag beslissen wélk doel, als het
maar goed terecht komt; die Pink Ribbon affaire is natuurlijk om
van te gruwen!
Mijn goede doel zou een dertien-jarig meisje uit Kroatië zijn. Zij
wil dokter worden en is zo knap dat zij naar het gymnasium in de grote stad
mag, alleen haar ouders hebben daar het geld niet voor! De Staat betaalt
een boel mee aan de opleiding, maar het kost € 80,- per maand om haar
op een internaat te kunnen laten wonen, en dat moet wel want ze komt uit
een afgelegen dorpje.
Mijn geweldige vriendin Yvonne Hillers, zelf kleuteronderwijzeres, lobbyde
gisteren op ons wekelijkse tuindinertje voor deze schone zaak. Ik doe mee
ook al heb ik het verre van breed, maar ik woon wél in het rijke
Westen. Wie biedt?
Maandag 21 november 2011
Even een klein Psje. Ik was weer op de Paalberg aan het werk en waarop viel mijn oog . . . ?
Wie het hele artikel wil lezen kan dat tegenwoordig digitaal opvragen. Meer dan 25 jaar geleden!!!
Vrijdag 18 november 2011
Het was nog stil en mistig op het Domplein in Utrecht toen ik uit de bus stapte voor het Academiegebouw, alwaar ik gisterenochtend verwacht werd. In de Senaatszaal, onder het toeziend oog van honderden jaren geleerdheid, zou gepromoveerd worden. Het was niet de eerste keer dat ik daar was, maar wel ervoer ik voor het eerst de grandeur van dit monument. Kwam het omdat ik 'in functie' was deze keer, dat de hoogleraarportrettengalerij (vanaf 1685!) zo'n diepe indruk op mij maakte? Hoogst waarschijnlijk, want voorafgaand aan de ceremonie werden wij door de vrouwelijke (!)pedel uitgebreid geïnstrueerd waar en hoe we moesten lopen en staan, buigen en zitten; de Senaatszaal was even helemaal van ons alleen!
Wij - te weten promovendus
Vincent Pieterse en zijn Iraanse vrouw Mina Mirzaian, haar zoon Kaveh Pourjalili
en ik, beiden paranimf. Ik was wat overdressed, maar had de heren dan ook
in rokkostuum verwacht wat helaas niet meer overal verplicht is. De heren
professoren en de vrouwelijke (!) rector magnificus waren gelukkig wel in
vol ornaat en dat geeft de gelegenheid wat mij betreft het nodige decorum;
ik houd van verkleedpartijen!
Vincent kreeg een kwartier de tijd om de strekking van zijn proefschrift uiteen
te zetten en de rest van het uur wist hij met trefzeker enthousiasme de vragen
te beantwoorden die op hem werden afgevuurd, alles in het Engels en voor wie
het boek niet gelezen had bijkans abacadabra omdat het razendsnel ging en
vraag en antwoord aan bepaalde protocollen moeten voldoen.
Hora est. Het is natuurlijk allemaal pro forma, maar daarom niet
minder spannend.
Als vriend en professor Fons Elders, die Simon lang en heel goed gekend heeft,
niet in een verkeerschaos terecht was gekomen zou het echt spannend hebben
kunnen worden, want hem was totaal in het verkeerde keelgat geschoten dat
Simon zo geassocieerd werd met modern kapitalisme; met de beste bedoelingen
overigens.
'... that the artistic
critique of the countercultural movements of the 1960s is mainly responsible
for contemporary neo-management discourse and its image of leadership. The
contemporary leader takes the artist as his model (Boltanski and Chiapello
- sociologen die vergelijkbaar onderzoek in Frankrijk deden -The New Spirit
of Capitalism , 2007).
... My key example will be the Dutch Beat poet and performer, Simon Vinkenoog.'
De taal van de rebellen uit de jaren vijftig en zestig van de 20ste eeuw werd
'gestolen' en geruisloos omgevormd tot managersjargon om de oppositie de wind
totaal uit de zeilen te nemen.
Weten we niet allemaal hoe de prachtwoorden 'ludiek' en 'hip' verschrikkelijk
zijn verkracht?
'... The practice of language in neo-management discourse is centred on the catchphrases of 'creativity', 'innovation', 'authenticity', 'activity', and 'flexibility'. In these discourses, the leader is an exceptional person and his leadership is derived from his/her personal qualities. This is understood to produce change and promote innovation and development. Doing so involves vision, teamwork, creativity, inspiration, cooperation and networking.'
En ja, Simon wás
die netwerker met die zo vurig begeerde kwaliteiten, alleen van leiderschap
en guru-status moest hij niets hebben, en iets als 'winst maken' als énig
oogmerk van een onderneming werd met walging geweerd door de Provo's. De homo
ludens, de spelende mens, ging het destijds werkelijk om het spel en
niet om de knikkers. Survivalen in de Ardennen of onder leiding van Emile
over vuur lopen en andere navenante uitwassen in het kader van teambuilding
werden strategisch ingezet om de veranderende tijden het hoofd te bieden.
En wat dacht u van het huidige 'coaching' en hoe godverdomde veel geld daarin
omgaat, ook bij de overheid?
Ik ga nu even heel kort door de bocht - het proefschrift ging natuurlijk eindeloos
veel dieper - maar het is uitdrukkelijk Vincents bedoeling om discussie uit
te lokken in de wereld waarin hij werkt, als spelbreker versus de valsspelers.
Ook Simons erudiete vriend Laurens Vancrevel, aan wie ik het boek had toegestuurd,
wil een tegengeluid laten horen, ik citeer (zonder toestemming - vergeef me)
uit een e-mail:
'Misschien weet je dat ik een van de redactieleden ben van een Frans documentatieblad
over surrealisme, dat Infosurr heet. Ik ben van plan daarin iets
te schrijven over het boek van Vincent P, een nogal kritisch stuk vanzelfsprekend.
... Zoals je weet, was er ooit een beroemd tijdschrift dat de titel had: 'Le
surréalisme au service de la révolution'. Ik wil mijn stukje
over de dissertatie noemen: 'Le surréalisme au service du capitalisme?'
, met een vraagteken. Ik weet dat Simon altijd heel veel vraagtekens zette
bij het kapitalisme en de wereld van het grootkapitaal.'
Dat weet ik ook en daarom was ik bij lezing beurtelings boos en verdrietig. Boos op die kutkapitalistencoaches en hun cliënten die het alleen maar om geld en macht gaat, en verdrietig omwille van hun gebrek aan historische kennis en inzicht: was Simon niet oneindig veel meer dan 'a pot smoking hippie' ? U zult begrijpen: ik zat vooraf boordevol ambivalente gevoelens . . . die ik achteraf pas gevat heb geventileerd. Toen was 'de buit'- in casu de bul - al binnen en kon het feest eerst goed gaan beginnen. Een uitbundige, vrolijke receptie barstte los: een stralende Vincent en Mina namen de felicitaties in ontvangst van alle aanwezigen persoonlijk, en wij paranimfen ook; dat hoort erbij! De trotse ouders van de kersverse doctor schaarden zich eveneens in het rijtje, terecht, want zonder hen zou deze frisse wind niet hebben kunnen waaien, hier&nu . . . en in de toekomst!
Vlnr: Mina, promotor Prof. dr. Hugo Letiche, vader en zuster Ingrid, dr. Vincent Pieterse, moeder, Kaveh en ikzelve . . .
Rechts: en profiel Fons Elders en, ons scherp aankijkend, de
Parijse professor die mijn tafelheer zou zijn . . .
Deze fantastische dag werd 's avonds besloten met een diner in restaurant Bridges - vis op z'n Frans - van vijfsterren Hotel The Grand, voormalig stadhuis op de Oudezijds Voorburgwal. De heren professoren aan mijn kant van de tafel - zonder toga eruit ziend als verrukkuluk geboefte - verschoten aangenaam van kleur toen ik vertelde dat Simon hier vijf keer getrouwd was. En we zaten in wat eens de kantine was waar de Amsterdamse ambtenaren hun pakje brood niet naarbinnen konden werken ten overstaan van de muurschildering Vragende kinderen van Karel Appel. Op verzoek is deze dus tientallen jaren afgeplakt geweest, nu verplaatst naar de ingang, in ere hersteld en het menu feestelijk sierend. Simon, de springlevende . . .
Zondag 6 november 2011
Ik houd van sprookjes. Vanmiddag keek ik met mijn moeder naar De dief van Bagdad op televisie, een romantische film - Britse versie uit 1940 met prachtige special effects - handelend over vriendschap, verraad, trouw en liefde, de cruciale gevoelens in een mensenleven. We genoten intens.
Op de binnenplaats van Schloss Neuschwanstein - 10 oktober 2011
Zelf ben ik even in
een sprookje verwikkeld geweest - daarom heeft u zolang niets van mij gehoord!
- dat niet goed afliep: mijn prins zat niet op een wit, maar op een zwart
paard. We zijn drie weken samen op reis geweest en dat voelde na enige tijd
alsof de warme en koude golfstroom elkaar ontmoetten maar niet konden bereiken,
laat staan zich met elkaar vermengen. Een romantische reis zonder romantiek.
Mijn dierbare vrienden weten hoezeer ik mij op deze reis had verheugd, de
eerste na Simons dood en als reis zondermeer bijzonder gevarieerd en geslaagd.
Zagen we de ene dag sneeuw op de toppen van een grimmig berglandschap, de
volgende dag lagen we in de Adriatische zee, zonovergoten warm op rotsen
rustend, uit de wind. Heerlijk, maar ver van elkaar en nauwelijks een woord
wisselend, ieder in zijn eigen eenzaamheid, eigenlijk afschuwelijk alleen.
Dat gevoel heb ik nooit als ik werkelijk alleen ben - ik ben immers mijn
eigen beste vriend nu Simon er niet meer is - en mijn eigen adagium
Liever héél alleen, dan half met z'n tweeën werd
pijnlijk voelbaar voor mij.
Hoe hij de reis ervaren heeft weet ik niet. Ik weet ook niet wat hij van
mij verwachtte; we kenden elkaar nauwelijks, maar voelden ons wél
tot elkaar aangetrokken, anders ga je niet samen drie weken weg. Naar het
einde van de wereld trouwens, want we gingen naar een uiterst dunbevolkt
gebied in Kroatië aan de grens met Bosnië-Herzegovina, een beladen
gebied.
Dragan, Martijn en Yvonne aan de stamtafel . . .
Gemeenschappelijke vrienden zouden we daar gaan bezoeken, die ons afzonderlijk al jaren bestookten met hun machtige verhalen over de mensen, de stilte en de onmetelijke sterrenhemel in hun afgelegen paradijs. We waren de eersten die ze daar toelieten, een waar privilege en een feest om mee te maken!
Mile vertellend over de oorlog aan Martijn, die de taal
spreekt en tien jaar geleden naar Rusevica kwam om de oude mensen te helpen
met de wederopbouw van hun kapotgeschoten huizen. De jongeren keerden nooit
weerom . . .
Zijn vrouw Ranka, die mij toestond een foto van haar te maken
Dessa, die niets liever doet dan je te eten geven, de schoonmoeder
van Yvonne,
De stookketel staat op het erf van Milan en Suada
De gastvrije Suada - met dochter en vriendinnetje - gaat
een flesje rakia voor ons vullen
Het was het seizoen om de eigen sterke drank te stoken in een grote koperen ketel, die in de wijde omtrek van bewoond huis naar bewoond huis ging. De weinige mensen die er nog wonen deelden hem met elkaar en gingen proeven bij elkaar en wij dus ook! 's Ochtends werden we bij de koffie al onthaald op een neutemannetje en dat werden er al gauw een stuk of drie, zes, twaalf op een dag en ga zo verder.
Dierenarts Frane, op
wiens land wij stonden, tijdens de picknick aan de Glina
Martijn, met zijn voeten
op zoek naar het tijdens de pichnick te water geraakte mobieltje van Frane
Bij ieder bezoek was
er wel iets te vieren ('Je bent daar drie keer per dag lam') en dat is mij
één keer fataal geworden na een picknick aan de Glina, een
beekje in de buurt: de volgende dag was ik mijn tasje kwijt waar alles in
zat: paspoort, telefoon, fototoestel en - het allerbeschamendste - de hele
reservesleutelbos van de camper waarmee wij ons verplaatsten en die toebehoorde
aan de ouders van mijn reisgezel. En ook al wordt iedereen daar af en toe
laveloos, dit voorval heeft helaas voor mij de rest van mijn verblijf in
Ruseviça bepaald. Als je de volgende dag niet meer weet hoe de dag
tevoren is afgelopen, maakt dat een beetje onzeker, immers dan kan men je
van alles wijsmaken . . .
Het was vroeg, maar de zon scheen. Over zwaarberijpte velden te voet dus
terug naar de Glina, in plaats van met de kolitsa, het rijtuigje
dat speciaal gemaakt was voor mijn vriendin Yvonne door haar geliefde, haar
minnaar Dragan, bijgenaamd 'de minister', een waarlijk beminnelijk mens.
De kolitsa - het most favourable voertuig
in de world
Mijn lieve vriendin ging met mij mee, want alléén zou ik de plek natuurlijk nooit meer hebben kunnen terugvinden. En toen we er, de verlaten weg hoopvol afspeurend, na drie kwartier lopen bijna waren, ging haar telefoon . . . tasje gevonden . . . achter de camper . . . die op een schiereiland stond, het domein van zes paarden . . .
Camper op het schiereiland van dierenarts Frane
De eerste ochtend dat ik daar wakker werd, was van heftig bonzen en stoten tegen ons wit verblijf. We waren gewaarschuwd: die paarden zijn heel nieuwsgierig en komen vast kijken! Ze duwden hun neuzen tegen de raampjes, stootten de tafel-met-alles-erop-van-de-vorige-avond en stoeltjes omver, kortom ik moest naar buiten om iets te doen; mijn reisgezel had um de avond tevoren stevig geraakt en lag nog diep in coma, of hield zich als zodanig. Deurtje open en onmiddellijk omringd door zes grote jongens. Dan ken ik geen angst, want dat kán niet op zo'n moment. Ik besloot langzaam van de camper weg te wandelen in de hoop dat ze zouden volgen . . . en dat deden ze. Alle zes. Volgens mijn zusje Else, die zelf vier paarden heeft, uitzonderlijk, omdat ik geen enkele beloning in de vorm van een koekje bij me had. Ik voer blind op mijzelf en hun interesse . . .
En later op het land van Mile - we waren uitgeweken voor
naderende regen
Bezoek aan de familie van Slavo (links) - en toen spraken
we ineens vijf talen
(met de vader Frans, met de moeder en zoon Duits, met de dochter Engels,
en onderling Nederlands en Kroatisch;
M + Y beheersen de taal ongekend goed).
. . . iedere avond een vuur voor de tent . . .
Oude watermolen
Inderhaast achtergebleven speelgoed - ligt er uit eerbied
voor de vluchtenden nog steeds
Wordt hoe dan ook vervolgd,
want ik ben er weer. De droom is voorlopig uitgedroomd en dan is er weer
ruimte voor iets nieuws. Ik lees nu bijvoorbeeld het proefschrift van Vincent
Pieterse, waarin Simon de hoofdrol speelt: from ARTIST-AS-LEADER to
LEADER-AS-ARTIST The Dutch poet and performer Simon Vinkenoog as exemplar
of leadership in contemporary organizations.
Op 17 november mag ik paranimf zijn als Vincent zijn proefschrift in
het openbaar verdedigt ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit
voor Humanistiek te Utrecht.
Simon, de onvergetelijke.
Zaterdag 10 september 2011
Grijpt uw kans! Morgen, op nine eleven als u wilt, is de fenomenale expositie van Frank Lodeizen nog in de schuur in Ruigoord te zien. Zijn kinderen hebben hun bijna 80jarige vader eer bewezen.
Dit was zowaar een kast met nutteloze dingen, een hele mooie . . .
Ik had me deze zaterdag heel anders voorgesteld - een afspraak waar ik me zeer op had verheugd werd afgezegd - maar een alternatief was zeer snel gevonden! We zouden naar Ruigoord gaan, medetuinder beeldhouwer Rob Ligtvoet en ik . . . hij was immers een der exposanten tijdens de Open Ateliers en was er zelf nog niet geweest. Het was warm en zonnig, we zoefden over de A10 en misten de afslag. Rondje gereden en opnieuw de snelweg op; ik miste de afslag wederom. Even vloeken, maar daar kon Rob wel tegen en toen wachtte ons in dit geliefde dorp de ene verrassing na de andere.
Rob Ligtvoet exposeert in de Kerk met dua's
Al snel verloren we elkaar uit het oog. Ieder heeft zijn eigen ritme en ik wilde met name mijn vrienden gaan bezoeken, iets wat ik vorig jaar nauwelijks had kunnen doen omdat ik zelf een toko runde en daar dien je toch een beetje in de buurt te blijven. Na Aja Waalwijk en Maarten van der Horst nog samen te hebben bewonderd, ging ik binnen bij Rob van Tour & Elsje Élysée Stroetinga, en Rob Ligtvoet boog af naar Teejoos Theetuin, het paradijs van Theo Kley, waar je kunt loungen als nergens anders en kunst kunt zien een museum waardig.
Het kasteel waar Aja Waalwijk al decennia aan werkt - een
van mijn favorieten
Bloemen- en portretschilder Van der Vegt - kerkje van Ruigoord
op een vaasje
Loes Munnighoff gaf Muurkrant een gezicht
Het
werk van Wilnah Molenaar hing buiten - alleen
Voor- en achterkant van een mij onbekende kunstenaar - uitgehakt
in graniet
En zoveel meer moois, bij Jinny Thielsch, Roos Nienhuis, Duke Burgerhof, Jan Bianchi, Gea Schoenmakers, Joop van den Eijnde, Nicky Oosterbaan, Grazyna Przybyl, Hans Gritter, Popke Bakker, Michael Kamp, Henk van der Zee en talloze ouderen en jongeren die ik nooit heb leren kennen. Ruigoord heeft een miljoen gekregen van het havenbedrijf dat deze kruidige plek koestert als een baby.
Onlangs in Gent mocht ik model zijn voor fotografe Hilde Braet - mijn oude stiel ging mij weer goed af!
Het dondert en bliksemschicht inmiddels buiten. Ik houd er weer mee op, lieve Peter en ga nu van dit weer in mijn eentje genieten. Ik bedacht: ik bedien je op je wenken, maar veel liever kom ik jullie weer eens in Ansen bezoeken. Lang leve Ruigoord en onze grote vriendenkring. So long . . .
Woensdag 20 juli 2011
De feesten zijn weer
voorbij en gisteren lag de helft van mijn tuinvrienden, waaronder ikzelf,
met buikgriep in bed. Zo gaat dat als je van feesten houdt en de regen trotseert
omdat je erbij wilt zijn.
Dat is de vorm van trouw die mij zo zielsveel aan Buitenzorg bevalt. Of
het nou een bomvol Café Mol betreft of de onthulling van Simons borstbeeld
in de OBA, wij geven acte de présence, weer of geen weer.
Het beeld van Jeroen Spijker raakt mij diep. Hier zien wij een ingetogen Simon, terwijl menigeen hem alleen opgetogen kent. Een bedachtzaam iemand, in wezen, betrokken bij de wereld die hem verdrietig maakte, maar hij gaf de moed niet op. De opkomst in de OBA op 18 juli was overweldigend: een volle zaal met louter vrienden op zijn verjaardag; een zeer gure maandagmiddag. Zijn eigen generatie en oudste vrienden waren sterk vertegenwoordigd en de jongste gast was net geen baby! "Waarom we zo van Simon houden? . . . Omdat hij van alle generaties is!" riep eens mijn vriendin Margrid van der Linden uit. En zo was het. De onvolprezen Hans van Velzen, directeur van de OBA, was op zijn best. Hij ging die avond zijn idool Robbie Williams van Take That zien in de Arena; glunderend haalde hij zijn entreekaartje even uit zijn binnenzak. We konden terugkijken op een zeer geslaagde bijeenkomst.
Op de eveneens totaal verregende zaterdag 16 juli werd een nieuw Amsterdams podium officieel in gebruik genomen: Het Simon Vinkenoog Theater Bij De Boom. Er waait een creatieve geest in ons tuinpark - daar hebben wij geen toneelgezelschap bij nodig. We hebben zangers, schilders, dichters, dansers, architecten, muzikanten, beeldhouwers en bovenal artisants aan boord... koks niet te vergeten en mensen die samen een feest helpen maken. Maar het begin ligt bij de visionairs en in ons geval zijn dat Martijn(-kan-alles-) Steenbergen en Gerrit Mol, tien jaar lang voorzitter van onze vereniging geweest en nu de motor achter de steeds mooier wordende tast en voel tuin. Hier kondigt hij Margot aan die liederen van Francis Poulenc voor ons zal zingen.
En toen het te hard begon te regenen verplaatsten wij ons naar Café Mol, in het leven geroepen om de rokers onder ons royaal tegemoet te komen; tevens dienstdoende als de buitenbar bij evenementen als deze. Het is nog niet af. We pasten er met z'n vijftigen precies in en daar zette het feest zich voort.
Anna had vrienden uitgenodigd die een klein weergaloos oeuvre aan het opbouwen zijn met de muziek van Django Reinhardt. De broers Vincent en Tony kunnen geen noten lezen - zij hebben fulltime andere beroepen - maar hun gevoel is feilloos en ik kan dat beoordelen. Op een van de muziekfestivals ter ere van deze grootheid, ergens in Zuid-Europa, had een radeloze zigeuner zijn contrabas voor € 250 aan Ruth, de vriendin van Tony, aangeboden. Zij vond het eerst ongepast, maar vond de bas zo mooi dat zij, na aandringen van de verkopende partij, zwichtte. En de bas opende zich aan haar: wie goed doet, goed ontmoet. Zij speelde alsof ze nooit anders gedaan had . . . op gevoel, en dat klopte als een hart.
In het hartje van Gent was ik op donderdag 14 juli - ook ronduit noodweer - getuige van de opening van De tuin van Simon in de middeleeuwse Hof van Ryhove. 23 gedichten op panelen in alle kleuren van de regenboog en uit zijn hele leven sierden de tuin, geopend gedurende de Gentse Feesten, en na 24 juli mij aangeboden door de Honest Arts Movement. De sprekers waren vol van de betekenis die Simon voor hen had en heeft; door de weersomstandigheden waren we uitgeweken naar de gewelven van het woonhuis dat Simon de Rijke in 1351 had laten bouwen. En terwijl ik het woord voerde ontwaarde ik een stralende man in de verte - ik kon hem groeten omdat ik hem herkende! Tom Bouman, vriend van Simon in de jaren zestig, uitgever van een mooi tijdschriftje met goede boodschappen, De Kleine Aarde, als ik me niet vergis.
Voorafgaand aan deze
liefdevolle hommage werd ik door Bert De Keyser - beeldend kunstenaar en
op dezelfde dag jarig als Simon - getrakteerd op het particuliere schoenen
museum in Kruishoutem (tussen Gent en Kortrijk), SONS genaamd, Shoes
or no Shoes, om Simons laatste paar schoenen te brengen.
Dat werd een onvergetelijke reis door alle culturen, want naast schoenen
van kunstenaars uit de hele wereld, was er een afdeling design én
een afdeling etnografica: op continent ingedeelde schoenen van vrijwel alle
landen ter wereld, veelal uit het begin van de 20ste eeuw. Onbeschrijflijk
indrukwekkend, evenals de museale omgeving. Die Vlamingen zijn ons echt
voorbij aan het streven; dat merk ik aan alles. Ik kocht de loodzware catalogus
voor € 12,50, maar gaat u er zelf kijken. U valt stijl achterover.
Erwin Olaf
Corneille
Wie iets met schoenen heeft mag het echtpaar Veerle Swenters en Pierre Bogaerts dankbaar zijn. Zij brachten de grootste etnografische schoeisel collectie ter wereld bijeen. Het oudste schoentje dateerde uit de 13e eeuw en kwam uit ons land.
Laat ik hier afscheid nemen met een paar foto's van de inrichting van de salonexpositie de schrik van de vuurvogel die nog tot eind augustus te bezoeken is aan de Plesmanlaan 125 te Amsterdam in Galerie Joghem. De opening op vrijdag 1 juli was mooier dan wij ons hadden kunnen dromen of, beter gezegd, precies zoals die ons idealiter voor ogen stond. Dank je Simone Carlier, dank je Bill Bodewes, dank je Bouke Bottelier voor de fantastische samenwerking. De mensen die werken bij Sanquin - en dat zijn er velen - voelen zich zonder uitzondering hartverwarmdend vrolijk worden van Simons tekeningen.
Donderdag 23 juni 2011
Voor het eerst overvalt
mij het gevoel dat ik het jammer vind dat Simon mijn dagboek over zijn ziekbed
niet heeft gelezen; ik ben gewoon benieuwd wat hij ervan zou vinden als hij
het nu opeens in handen kreeg. Gisteren barstte ik even in snikken uit toen
ik beeldend voor mij zag hoe hij op één been zijn mooiste overhemd
voor mij had aangetrokken en zich voor het eerst weer geschoren had. Dat snijdt
mij nu door merg en been omdat ik onlangs zélf veertien dagen ontlinkerhand
was, in het gips tot aan de elleboog, voor de zekerheid. Ik was gestruikeld
in het donker en had mijn val met mijn linkerhand gebroken; mijn duim wou
niets meer en de dokter gaf mij geen keus.
Alles met één hand te moeten doen viel mij zwaar tegen, maar
ik kon tenminste wél naar de verjaardag van ons kleinzoontje lópen,
ja op de terugweg zelfs een paar passen gedanst op een heerlijk straatorkestje!
- Dat kan niet op één been -
En zo leert een mens relativeren. Voor het eerst begon ik te beseffen hoe
diep wanhopig Simon van binnen geweest moet zijn. Mijn malheur was tijdelijk,
het zijne voor altijd. Dan maar de bliksem erin, moet hij gedacht hebben en
ik geef hem geen ongelijk. De schrik van de vuurvogel: lichamelijke afhankelijkheid.
De hulp van anderen is voorbehouden aan baby's en heel oude mensen die naar
een kindstadium zijn teruggekeerd. Niet voor een vogel die nog veel verder
wilde vliegen, want zijn geest hád vleugels tot zijn laatste pennestreek
. . .
Het verheugt mij dan ook zeer u vier feesten in juli te kunnen aankondigen die deze vuurvogel herdenken. Hij blijft inspireren.
De Schrik van de vuurvogel, 1992. Pastelkrijt op papier,
50 x 65 cm
Op vrijdag 1 juli is iedereen
die dit leest welkom - dit is god zij dank geen facebook - in Galerie Joghem
aan de Plesmanlaan 125 in Amsterdam. Om 17.45 uur zal onze uitgever Vic van
de Reijt deze salonexpositie openen: 'Simon Vinkenoog: homo ludens'. www.exposities.sanquin.nl
Regio Amsterdam aanklikken, rechts vindt u de link naar Simon.
Op donderdag 14 juli staat mij en u allen dit in Gent te wachten:
De Honest Arts Movement nodigt u van harte uit voor de tentoonstelling
'De tuin van Simon'
23 gedichten zijn op groot formaat weerbestendig paneel te zien, te lezen en te horen in de middeleeuwse tuin van 'Hof van Ryhove', Onderstraat 20; in het hartje van het gedruis der Gentse Feesten is daar volop stilte. Vanaf 20.00 uur wordt die 'verstoord' door sprekers en muziek: een HAM hommage aan dichter, schrijver en performer Simon Vinkenoog. www.honestartmovement.be
Op zaterdag 16 juli wordt het Simon Vinkenoog Theater Bij De Boom officieel feestelijk in gebruik genomen door de tuinders en genodigden. Van 14.00 tot 17.00 uur is het bal!
Een ontwerp van medetuinder Bill Bodewes
En op maandag 18 juli, Simon's verjaardag, sluiten wij de feestelijkheden af met de onthulling van het borstbeeld dat Jeroen Spijker maakte (zie woensdag 30 maart). In de OBA aan de Oosterdokskade in Amsterdam komt Simon te staan op de afdeling poëzie. Ik heb Vincent Pieterse gevraagd gastspreker te zijn. Deze enthousiaste promovendus zal Simon op onvermoede wijze voor u uit de doeken doen. www.oba.nl
De langste dag werd op Buitenzorg gevierd met een verrukkelijk diner bij de Boom die ons met welbehagen gadesloeg. Ik had eigen teelt van vorig jaar bij me: menigeen zei nog nooit zoveel te hebben gelachen.
Louter genieten, lieve Simon, ik doe het nog steeds, mijn schat! Dank je voor Alles.
Vrijdag 10 juni 2011
Vandaag is een historische dag voor mij. Exact twee jaar geleden, op woensdag 10 juni 2009, stond ik voor het laatst samen met Simon op, hier in ons tuinhuisje in Amsterdam Noord.
Moeder en kind, donderdag 9 juni vanuit mijn bed gezien . . .
Twintig jaar lang letterlijk
onafscheidelijk geweest -iedereen kan dat beamen want we zijn nooit níet
samen gezien! - en waar wás opeens mijn wederhelft, mijn klankbord, mijn
Spiegel, mijn scrabblepartner, mijn bedgenoot, mijn man, mijn geliefde, mijn
kind! . . .
. . . In het ziekenhuis moeten achterlaten - een donderslag bij, toch wel, lichtbewolkte
hemel - op een zaaltje van vier, met een bed met gezicht op een blinde muur
waar de liftschacht zich wist en je privacy haar uiterste best zou moeten doen
om dat dunne witte gordijntje te geloven. Op zo'n moment wil je even helemaal
niet nadenken, of vooruit denken; je schakelt iets om in je hoofd wat met overlevingsdrang
te maken zal hebben. En dat gold voor ons allebei. Allways expect the unexpected,
maar dit was werkelijk rauw.
's Avonds zou ik met mijn dagboek beginnen, zeker niet met voorbedachten rade
maar uit bittere noodzaak! Het werd een vorm van praten met mijn afwezige geliefde
en het is een heus boek geworden met als titel Heer en meester, een liefdesverklaring
uitgegeven bij Nijgh & Van Ditmar, een voorrecht.
Het is geschreven op het houten bankje voor mijn tuinhuis, dat een hoofdrol
vervult op een uitgerekend vandaag, vrijdag 10 juni om 17.00, feestelijk
te openen expositie in Museum de Noord; tegenover Buitenzorg, in een voormalig
Gemeentelijk Badhuis voor de Vogelbuurt:
Op 2 mei ontving ik de volgende e-mail:
Beste Edith Ringnalda,
Mijn naam is Gwen Pol en ik ben student Kunstgeschiedenis aan de UvA in Amsterdam.
Ik stuur u deze mail in verband met een geplande tentoonstelling begin juni
die door mij en mijn vakgenoten in samenwerking met de Uva, de Openbare bibliotheek
Amsterdam en Museum de Noord in Amsterdam Noord gehouden zal worden en het onderwerp
"Literatuur in Noord" zal uitlichten.
Het gaat om een tentoonstelling die praktisch geheel ontwikkeld en uitgevoerd wordt door studenten. Hoofddoel van de tentoonstelling is de bezoeker (al dan niet woonachtig in Noord) in aanraking laten komen met literatuur, poëzie en muziek geschreven in en over het stadsdeel. Als kapstok hebben we hierbij gekozen voor het thema escapisme.
Noord als toevluchtsoord of als plek om juist van weg te vluchten.
De tentoonstelling zal dan ook de titel: Siberië of Eden: een literaire ontsnapping in Amsterdam Noord dragen. Siberië als benaming voor Noord komt van Jan Donkers, die het stadsdeel in zijn literatuur menigmaal op deze manier typeerde. Eden komt natuurlijk bij het tuinhuisje van u en uw man vandaan! Noord als paradijs, de rust en geuren en kleuren die aan de andere kant van het IJ zo schaars zijn. Wij willen de poëzie van Simon Vinkenoog dan ook een belangrijke plek geven in de tentoonstelling omdat hij volgens ons in zijn werk als geen ander de schoonheid van Noord wist te bezingen en dit het stadsdeel voor velen in een ander daglicht heeft gezet.
Nu heb ik een aantal vragen.
Mijn vader, Herm Pol, chef van Athenaeum Boekhandel, heeft in 1996 eens een ter plekke geschreven gedicht van Simon Vinkenoog gekregen. De titel luidt "Zeg Nooit Nooit" en het gedicht beslaat drie bladzijden. Hij heeft mij dit laten zien en dit is voor de tentoonstelling uiteraard een prachtig object om te laten zien, omdat het naar mijn weten ook nooit gepubliceerd is. Maar we zouden hiervoor wel graag uw toestemming hebben.
Ook zouden we graag
een aantal duidelijke en mooie foto's van uw man bij het tuinhuisje en het tuinhuisje
alleen, plus een mooie portretfoto van Simon Vinkenoog willen gebruiken. Ik
weet niet of u mooie herinneringen in uw archief heeft die u wil delen?
Voor de foto van het tuinhuisje kunnen we natuurlijk ook zelf langskomen met
een fotograaf.
Daarnaast zouden we ook graag wat citaten willen gebruiken die op de muren van de tentoonstelling en eventueel op promotiemateriaal gedrukt worden.
Als u wil kan ik u uiteraard een ingescande versie van het gedicht toesturen.
Ik hoop dat u mij kunt laten weten of u hier iets voor voelt.
Ons lijkt het waanzinnig als we met deze tentoonstelling de bezoeker het echte Eden gevoel kunnen laten ervaren en met de open blik van u en uw man het stadsdeel te laten omarmen.
Vriendelijke groeten,
Gwen Pol
De Kunstgeschiedenisstudenten van de Universiteit van Amsterdam ronden met deze expositie hun vak 'Museale tentoonstellingen' af en van mij krijgen ze een 10! Meestal bleef het bij goed uitgewerkte plannen op papier, maar deze enthousiaste jaargang wilde nu ook gewoon praktijkervaring opdoen en zij vonden hun weg . . . Er was een onhaalbaar verzoek van Gwen of ik mijn bankje misschien voor drie maanden zou willen afstaan - omdat ze driedimensionaal willen - nee dus; een kleine Totem der Nutteloze Dingen bleek een afdoende alternatief. Toen ik gisteren even ging kijken naar de voorbereidingen, werd ik aangenaam diep geschokt . . .
Gwen Pol voor ons tuinhuis in Museum de Noord, 9 juni 2011
Zo was Gwen zelf lichtelijk
opgewonden geweest toen ze mij voor het eerst kwam bezoeken: het museum en het
beoogd te exposeren object waren nog geen steenworp van elkaar verwijderd!
Gisteren ook, kwam ze 's middags een zak totemzaken halen die van hun oorsprong
waren gescheiden door storm en ouderdom der draadjes; ik hang ze niet meer terug
- ik ben benieuwd. En zij gaf mij een kopie van het gedicht dat haar vader van
Simon had gekregen, ter plekke op het Spui geschreven (nooit eerder gepubliceerd
Joep!) gedateerd exact 15 jaar geleden:
Straks mag ik het voorlezen, een typisch gelegenheidsgedicht, ik zie zijn handschrift, ik hoor zijn stem.
Post Scriptum
Trotse docenten Durkje van der Wal en Laura Smeets . . . in Siberië
driedimensionaletotemdernuttelozedingen
En morgen:
Feest in Ruigoord
Vrijdag 13 mei 2011
650 JAAR WOUDRICHEM
Wat leert een stad van
haar rechten?
Voor iedere burger de vrijheid bevechten
in tijden van vrede en tijden van kwaad -
voor recht op vrijheid is het nimmer te laat.
Elke strijd is met woorden
te beslechten,
met eigen taal en tekens – metterdaad.
In een tijd waarin alles
opnieuw geschiedt
gebiedt het hoogste en zuiverste lied
dat de mens van zijn leven als kunstwerk geniet.
Simon Vinkenoog
Ik ga daar straks weer eens kijken, want vanavond mag ik er optreden met een aantal vrienden:
Woerkums Literair Café
brengt op vrijdag 13 mei 2011
een ode aan Simon Vinkenoog (overleden in 2009).
m.m.v. zijn weduwe Edith Ringnalda,
Pom Wolff, gedichten en slampoëzie,
Ellen Deckwitz, dichteres en NK poetryslamkampioene dec. 2009,
Gijs ter Haar, dichter, performer, gastdocent, organisator, enz.,
Bjorn van Rozen, singersongwriter, Ned. liedjes van eigen hand
Locatie: Teerkamer, Vissersdijk
35a te Woudrichem.
Aanvang: 20.30 uur.
En wat vindt u hiervan?
Hier kwam een opgetogen Remge Dobma eergisteren mee aan op Buitenzorg. Wij hebben
die dag tuinvergadering en zijn razend benieuwd of men gevolg zal geven aan
deze oproep of hem walgend terzijde zal leggen. Helaas is het morgen aan de
frisse kant . . . www.wngd.org
Ooit zei ik tegen Simon: 'Boven de 30 graden mogen wij naakt!' en zo geschiedde
menig maal. Navolging kregen wij niet, maar naakt ontvangen deden we alsof het
de gewoonste zaak van de wereld was. Leuk, lief en volstrekt onschadelijk. Heerlijk
om dat getweeën te doen en niemand die er aanstoot aan nam. Lieve Simon,
ik mis je . . .
Rest mij hier Alexander Vinkenoog te feliciteren met zijn 50ste verjaardag. Hoera, maak er een knaller van een feest van! Mij zie je pas in het holst van de nacht. Omhelsd, je Edith
Woensdag 4 mei 2011
Ira Cohen 3 februari 1935 - 25 april 2011
http://www.nytimes.com/2011/05/02/arts/ira-cohen-an-artist-and-a-touchstone-dies-at-76.html
Dodenherdenking vandaag.
Gisteren bereikte mij het bericht dat de imposante man hierboven niet meer onder
de levenden is. Ira Cohen, vriend uit New York, dichter, fotograaf, filmmaker,
welgeziene gast in onze kringen, kwam ooit via België vanuit Marokko naar
ons land, met toen een zwarte baard en een witte djelabba aan. Simon was diep
onder de indruk van zijn verschijning. Ira werd een van zijn dierbaarste vrienden
en deze foto stond op ons bureau. Omgevallen - constateerde ik met een lichte
schok, toen ik even thuiskwam in de Sarphatistraat.
Ik ben namelijk mijn Paradijstuin op Buitenzorg weer gaan bewonen en
ik voel me verrukkelijk. Het was weer zo ver, op 19 april, ik maak nooit plannen,
laat mij verleiden door de warmte van de zon. Niets hield mij meer tegen, nobody,
dat zeker. Dat ik zolang niet van mij heb laten horen, betekent dat ik veel
heb meegemaakt en dat levend in de natuur op een andere manier verwerk.
Hier luister ik naar de radio, doe ik thuis nooit, het is 19.53 uur en Beatrix
met gevolg loopt nu van paleis naar monument op de Dam. Hier geen televisie
noch electriciteit en vandaag heb ik niemand op de tuin gezien of gesproken.
Neen, ik sta niet op de Dam en ook Koninginnedag heb ik geheel en al aan mij
voorbij laten gaan. Het Wilhelmus klinkt . . .
Voordat Martijn Steenbergen met Yvonne Hillers naar Kroatië vertrok, waar
hij een stukje land bezit en zij haar geliefde, heeft hij de Ode gemonteerd
en van een fantasievolle omlijsting voorzien, die à la Simon moet uitgroeien
tot een Totem der Nutteloze Dingen die wat ons betreft de hele wand mag beslaan,
organisch groeiend en zo wordt hij langzaam van ons allemaal. Op de feestelijke
inwijding van het Simon Vinkenoog Theater bij de Boom op 16 juli wordt iedereen
geacht zijn/haar bijdrage te leveren; zo dat al niet gebeurd is! Ook dromen
wij van een orkestje in de boom . . . Ik maak er geregeld een wandelingetje
naartoe en ga dan op een van de banken zitten luisteren, want in de wind maakt
ook deze totem muziek.
Ons uitzicht op het clubhuis, wat is er hard gewerkt en wat is het eindeloos
bevredigend om daar aan mee te doen. We krijgen rechts nog een buitenbar voor
de rokers en theaterbezoekers, met Pasen werd er al Poppenkast gespeeld en we
weten: hier gaat nog heel veel gebeuren . . .
Franka Tolhuijs en Paul Christiaan Bos
WWW.PCBOS.NL
Bij dit allerliefste echtpaar was ik afgelopen zondag te gast in de kop van Friesland. Hij begenadigd fijnschilder, zij zijn Muze. Ik mocht helpen de drieëntwintig zeldzaam mooie krielkippetjes en haantjes te voeren, sommige van een zestiende-eeuws ras, en we mochten de uilen zien, alle met een eigen naam en vertroeteld, want zij zullen straks zijn schilderijen bevolken.
Het werd een feest. In ons midden bevond zich Misha, een zanger uit Berlijn die het repertoire vertolkt waar ik zo zielsveel van houd. Uiteindelijk samen zingend de nacht in . . . Freunde, das Leben ist lebenswert! Dank je, Wilmar.
Donderdag 14 april 2011
Ik zie mezelf zó
wegrijden, de grens over, om voorlopig niet meer terug te komen. Mijn vriendin
Simone Carlier had een hele route uitgestippeld in de Achterhoek waarheen
zij mij vergezelde naar mijn aan- en optreden in Lochem.
Op 8 januari 2010 was ik 's ochtends opgebeld door Lia Huipen van het Cultureel
Café Lochem met het verzoek daar op 8 april 2011 hun gastspreker
te willen zijn. Zij had mij de avond tevoren bij Pauw & Witteman
gezien en durfde het aan mij in de programmering van het komende seizoen op
te nemen. Ik schrok een beetje: 'Dat is pas over meer dan een jáár!!!'
en bloosde van de hoogte van het honorarium. Hoe zal ik er dan vóór
staan, dacht ik, een jaar vliegt voorbij maar lijkt ook oneindig ver weg.
Ik zei natuurlijk onmiddellijk 'Ja' en mooier had deze belangrijke dag ook
niet kunnen beginnen: 's middags zou het uitkomen van mijn boek op de uitgeverij,
Singel 262, met een feestje worden gevierd.
En afgelopen weekend - wat lijkt dat al ontzettend lang geleden - was het
zo ver. Omdat ik weet dat mijn tuinvriendin Simone haar eerste zestien levensjaren
heeft doorgebracht in Lochem, vroeg ik haar mee. Ook ik had belangrijke jeugdherinneringen
aan de Achterhoek, dus gingen wij samen iets delen en dat was verdomd opwindend.
Vrijdag de 8ste april was een stralend warme dag. Ik had Simone op Buitenzorg
opgehaald en om 12.30 uur zoefden wij de A1 over op weg naar het oosten des
lands. Simone had verzonnen dat we eerst in Zutphen zouden langs gaan bij
haar neefjes Dimitri en Iwan die daar een autofabriekje hadden
Ze stonden ermee in de
Autokampioen van deze maand en werknemer Loek was van harte bereid
ons alles over dit wagentje te vertellen. Hij wilde zelfs een stukje uit rijden
gaan wat wij afsloegen want zoiets is geen tussendoortje; dat had ik ooit
ervaren in de Donkervoort van vriend Peter Warnaar, pure sensatie, heerlijk!
Het witte wagentje waarin u mij hierboven ziet zitten is voor rond de €
10.000 van U, of van mij, als ik zou besluiten een heel ander leven te gaan
leiden, ver hier vandaan.
Wij vervolgden onze tocht door dit oude landschap waarin op dat moment de
magnolia's op hun allermooist waren en de natuur superieur met hun schoonheid
beheersten. Die bomen zijn daar namelijk reusachtig groot, veelal de roze/rode
variant, dominant tussen ontluikend lover rondom. Op naar Hotel De Scheperskamp
wat Simone moeiteloos kon vinden, hier en daar wees zij mij schooltjes aan,
caféetjes en huizen van familie en vrienden. Wij streken neer op het
terras van het hotel gelegen in een schitterende mooie grote tuin, alleen
vogels te horen en zachte stemmen aan de high tea. Wij bestelden
een biertje en genoten in stilte van alles tot dusverre.
Simone komt uit een groot
gezin met wel acht of negen kinderen en groeide op in het koetshuis van een
kasteeltje aan de Berkel. Haar zusje Christianne Carlier woont daar nu weer
en ik voel volkomen waarom. Vanuit haar huis zie je de Berkel stromen, zoet
water om in te springen vlak voor de deur en een tuin die uitzicht biedt op
een glooiend groen landschap dat al eeuwen hetzelfde oogt, met wat paarden
in de verte tegen een bosrand aan. Landelijke weggetjes, een andere wereld,
nauwelijks vindbaar en toch zo vlakbij! Dank je Chris, dat we bij jou mochten
eten.
Daarna naar de schouwburg. Een en ander speelde zich af in het theatercafé:
op een los podium in een feestelijke zaal stond een sfeervolle stoel, een
klein tafeltje met een brandende kaars, water en wat bloemen. Boekhandel Lovink
was present, de culturele elite had zich verzameld voor de maandelijkse 'ontmoeting'
, de doelstelling van de CCL-avonden, waarin mij voorgingen Kristien Hemmerechts
(Over leven en schrijven - vrijdag 12 november 2010) en Margriet
de Moor (De schilder en het meisje - vrijdag 11 maart 2011); alledrie
zijn wij weduwe geworden in de bloei van ons leven. Mijn voordracht Liefde
overwint alles zou natuurlijk gaan over De Grote Liefde die ik heb mogen
meemaken, maar na de pauze nam de avond een verrassende wending.
Er zaten met name dames te stralen op de eerste rij en een van hen vroeg mij
: 'Denkt u dat na zó'n Grote Liefde er nog ruimte is voor iets nieuws?'
Toen brak ik open, want mijn antwoord mocht volmondig 'Ja' luiden en wederom
sprak ik uit eigen recente ervaring. Sinds enige tijd koester ik diepe gevoelens
voor een homosexuele man en ik blijk niets veranderd. Tot mijn eigen vreugde
overmant mij dit gevoel. Ik ben niet dóód vanbinnen! Dat is
immers maar afwachten na inderdaad De Grote Liefde te hebben beleefd en overleefd.
Don't settle for less - dat kan ik niet - Settle for different
- dat kan ik wel.
En zo liep de avond de nacht in tot grote tevredenheid van iedereen, hoop
ik. Simone en ik dronken op ons hotelbalkon tot half drie de wijnfles leeg.
De volgende dag zou ik de zusjes door de omgeving rijden met als hoofddoel
de woonboot bezoeken waar hun oudste zuster Marga vorige zomer op 16 juli
is overleden. Simone was daar nog nooit geweest en dit was de laatste acte
van het rouwproces. De boot stond te koop, maar de familie heeft geen haast:
alles lag er zó bij alsof het gisteren was.
op de woonboot van Marga en Henk, die zeven maanden later stierf
kunstwerk van Marga Carlier
Chris en Simone bij het graf van hun zuster Marga
Na een bezoek aan broer Jos, een begrip voor Lowlandsmedewerkers, en de woonboten van hun neven Dimitri en Iwan gidste Chris ons over landwegen naar Velp waar we de tour de famille besloten met verrukkelijk voedsel op het terras van De Jonghe Enkelingh
dat toebehoort aan de
nieuwe geliefde in haar leven. Spring was voelbaar in the air.
Tegen zessen koersten Simone en ik weer naar Amsterdam waar een prachtavond
op Buitenzorg ons wachtte.
Onze vriendin Yvonne Hillers gaf een feest in ons clubhuis om te vieren dat
ze bevrijd was van huwelijkse schulden - die zij in een mum van tijd wist
af te lossen door keihard te werken - en van nu af aan van de vrijheid tot
... kon gaan genieten. We gaan een heerlijke zomer tegemoet.
Hier neemt Yvonne een
besmeurde kerstman in ontvangst voor de 'rituele verbranding'; haar vrienden
Wilmar & Franka weten waar ze van houdt: Showblokjes - en menigeen kwam
onverwacht geweldig voor het voetlicht met zang, dans en voordracht. Ja, het
werd weer een nacht om nooit te vergeten. Ik had Raoul Wijsma - derdejaars
Jazz-zang op het conservatorium - gevraagd The more I see you, the more
I want you voor ons te komen zingen. Een toepasselijk lied dat gold voor
ons allen: Yvonne, stralend middelpunt in onze vriendenkring, we love you
. . .
En er volgde een nazit en de volgende dag nog een na het opruimen. Zo is zij,
zo zij het . . . zo zijn wij.
Donderdag 7 april 2011
Yvonne Hillers - Buitenzorg - woensdag 6 april 2011
Ik heb een verrassing
voor haar in petto en er is er maar één die dat weet.
We hebben vanavond voor het eerst weer buiten gegeten in Het Ruige Reetje.
Yvonne had couscous gemaakt met een tahine van kip en wortelen en de benodigde
uitgekiende specerijen, en daarin is zij een Meesteres. Ik heb dit woord nog
zelden gebezigd, noch met een hoofdletter geschreven, maar zij maakt de M
waar, in alle opzichten.
Yvonne is al dertig jaar kleuteronderwijzeres. Ik kan nog veel van haar leren,
en daar gáát vriendschap toch voor een groot deel om. Elkaar
inspireren, kunnen luisteren en alles kunnen zeggen. Dat laatste vind ik het
allerbelangrijkste.
De spirit en het energieke humeur dat ik aan iedere ontmoeting overhoud,
hebben alles te maken met golflengte. Alles is energie, maar die moet wél
bij je passen. Ja, er ís een korte-, middellange-, en langegolf. En
vriendschap is samen alle zeeën kunnen bevaren. 'Energietrillingsgetal'
komt ineens bij mij op. Dat is iets heel anders. Als dat niet klopt, moet
je elkaars gezelschap niet zoeken. Het heeft te maken met levenshouding; het
eerste is variabel.
Ineens besef ik wat mijn vriendin Catherine van Woerden, die ik ken vanaf
mijn achttiende, en mijn laatste liefste vriendin Yvonne Hillers, die mij
na Simons dood opnam in haar vriendenkring, met elkaar gemeen hebben: wij
zijn hartsvriendinnen. De grondslag van diepe verstandhouding ligt in het
boeddhist zijn zonder dat we dat weten of met zoveel woorden benoemen. Eenvoudigweg
omdat wij zijn wie wij zijn, zonder masker, levend vanuit peace of mind,
wij zijn gelukkig met ons zelf en kennen geen afgunst noch jaloezie.
Toen ik Simon eens vertelde over het straalkacheltje dat te dicht bij mijn
blote voet stond - ik was naaktmodel voor schilders in Israël en had
de naam niet meer te bewegen als ik eenmaal stilzat - en dreigde die op korte
termijn te verschroeien, en mijn besluit om die 'warmte' dan maar op te slaan
voor later (rond de jaarwisseling kan het ook daar koud zijn en daar zijn
de huizen niet op ingericht) riep hij uit: 'Maar Edith, jij bent gewoon boeddhist!'
En ik begreep wat hij bedoelde. Dat eigenlijk niets je écht van je
stuk kan brengen, tenzij iets gruwelijks waar je niets aan kunt doen. Het
leven nemen zoals het komt, niet willen sturen maar dat overlaten aan de Voorzienigheid,
omdat je vertrouwt op je eigen keuzes.
Vrijdagavond treed ik op in Lochem, in de schouwburg, alleen. Zaterdagavond gehen wir los . . .
post scriptum
Martijn Steenbergen belde
om 17.00 uur om te zeggen dat de Ode aan Buitenzorg binnen was!
Op zaterdag 16 juli bouwen wij daar een officieel feestje omheen: lang leve
de levenskunstenaar.
In het Simon Vinkenoog Theater bij de Boom, een openluchtjuweeltje op Buitenzorg.
Maandag 4 april 2011
Ik was blij dat ik mijn
agenda volledig had opengehouden voor de vrije zaterdag voorafgaand aan de
grote Nacht. Het schoenenmuseum schoot erbij in en ik werd niet vóór
acht uur verwacht die avond. De briefing was wat chaotisch verlopen, dus van
het dichtersdiner dat om 18.00 uur begon had ik geen weet. Ja, ik was geen
dichter; dat zal het zijn! www.denachtvandepoezie.be
s' Ochtends was ik in het historisch hart van Gent wakkergeworden in het grootste
bed ooit in de art gallery/ guesthouse van Isabelle Onselaere - edelsmit -
en Wouter De Bruycker - voormalig stuurman op de grote vaart en nu succesvol
ondernemer met een zeer goede smaak.
www.art-club.be en www.artgalleryguesthouse.be.
Op de tast had ik 's nachts mijn kamer gevonden - komend uit Harelbeke - nadat
Hilde en Jos Brabants mij voor de deur hadden afgezet met een bosje sleutels.
Daar houd ik van. Niemand hoeft mij te ontvangen en de weg te wijzen; die
wijst zich zelf. Ik was dus aangenaam, ja diep getroffen toen ik de volgende
morgen de enorme verfijning ontwaarde in ieder detail van dit wonderschone
gebouw. De geur van croissants deed mij vanzelf de weg naar de keuken vinden.
Zwaar geïmponeerd daalde ik de trappen af en na een allerhartelijkste
ontvangst door Wouter en Isabelle kon ik mijn vreugde niet op toen ik daar
Gerrit Komrij en zijn vriend Charles Hofman - een rasAm*dammer - aan de ontbijttafel
trof.
Ik informeerde of zij mijn boek hadden ontvangen in Portugal - hadden ze niet,
Ilse! - en na een uiterst genoegelijk samenzijn gingen wij uiteen. Vanuit
mijn kamer had ik al gezien dat de belangrijkste toren van de stad vlakbij
stond, tegen een strakblauwe hemel - ik liep er regelrecht op af: de Sint
Baafskathedraal die mij wederom overdonderde. Ik heb twee kaarsen ontstoken:
één voor het Verleden en één voor de Toekomst
- het Heden is er om te beleven.
Ik ben naar het Lam Gods gaan kijken waaraan ik de mooiste herinneringen bewaar.
Het was één van Simons lievelingsschilderijen, wij hebben het
nog in het 'echt' gezien, er met onze neuzen dicht bovenop gestaan! Nu was
het Lam opgeborgen in een klimatologische kas. Betalen - en dan een ruimte
inkomen waar zo'n tachtig mensen doodstil een koptelefoon aan hun oor gekluisterd
houden. Een bizarre ervaring die diepe stilte. Ook ik was ontroerd.
Eenmaal weer buiten begaf ik mij slenterend door deze schitterende stad, hier
en daar een sigaretje rokend, genietend van de geschiedenis die daar tastbaar
wordt. Ik wilde mijn favoriete kasteel zien, Het Gravensteen, dat mijn fantasie
altijd op hol doet slaan. Ik hóór het hoefgetrappel als ik de
poort betreed.
Hoe vaak ben ik er al niet geweest, maar ik kan er geen genoeg van krijgen. Alle honderdtwintig treden beklommen om uit te zien over de stad waar ik zielsveel van houd: Gent, waar één van Simons beste vrienden woonde, Noud van den Eerenbeemt. Wat hebben wij hier vele sporen liggen - ik voel me hier thuis.
Ja, waarom zou ik mezelf niet eens grondig verwennen, dacht ik, en besloot
een rondvaart te gaan maken. Vanaf het water is een stad immers op haar mooist.
Ik had oesters gezien op een terras aan de Graslei - de allermooiste lei van
de stad - en daar had ik zin in. Glaasje witte wijn kan geen kwaad en dan
kijken naar alle voorbijgangers en verliefde paartjes die zich koesteren in
de zonnestralen.
En terwijl ik daar innig
gelukkig zit te zijn op het terras van Belga Queen, gesitueerd voor een 12de
eeuws monument, hoor ik een stem een hartelijke begroeting uitspreken die
ik in eerste instantie voor mijn buren bedoeld achtte, maar tot mij werd gericht.
En wie staat daar vóór mij: de jongste zoon van vriend Noud,
Raphaël van den Eerenbeemt. Hij was acht jaar toen wij elkaar voor het
eerst ontmoetten. Bestaat toeval? Wij dachten van niet. En toen kon de dag
niet meer stuk.
Hij nam me mee naar het etablissement dat hij binnenkort gaat exploiteren, nu nog De Nauwe Zak geheten, gelegen aan het Anseeleplein vlakbij de Vrijdagmarkt. Het was heerlijk om even met deze jonge man mee te dromen. Hij is goochelaar, van huis uit meegekregen, en wil zijn passie de ruimte geven door een Soirée-Variété te beginnen. Waar de hele stad mee wegloopt, voorspelde ik hem. Ik vond het belangrijk dat hij mijn gastheer Wouter De Bruycker leerde kennen en te zien hoe die met een oud gebouw was omgegaan. Want Raphaël wíst dat de sfeer het allerbelangrijkste is en van Wouter en Isabelle was een heleboel te leren. Een zinvolle ontmoeting volgde, nog een biertje in de zon op de grote binnencourt en daarna naar de Vooruit! Daar was ik in een uitgelaten stemming - niet in het minst vanwege een veelbelovend telefoontje.
Michael Horovitz in Demian, Antwerpen, vrijdag 1 april 2011
Michael Horovitz noemde
het cheerful en zo voelde ik me ook. Ik had er ongelooflijk veel
zin in, verwachtte Niets en Alles, en het werd meer dan dat. Want wat heb
ik een enorm grote, echte vriendenkring in Vlaanderen. En op zo'n feestavond
- 50 dichters en alles daaromheen - zie je ze bijna allemaal!!! Kortom, we
hadden backstage ontzettend veel plezier met z'n allen en in complete euforie
besloot Spinvis
de nacht. www.youtube.com/watch?v=69kW6PD7aC4
Na nog een hevig gesprek met Erik de Jong over verliefdheid besloot ik de
afterparty in een caravan vlakbij te laten voor wat ie was, het liep al tegen
zevenen. Ik was té goed gehumeurd en wilde in deze staat blijven. Blij
aanvaardde ik het aanbod van Juul en de jongens om mij per tomtom naar huis
te brengen, Kwaadham 52, het werd al licht en de vogels zongen.
Woensdag 30 maart 2011
Ik heb een schaamteloos
heerlijk weekend achter de rug - dat op vrijdagmiddag 25 maart begon en maandagnacht
pas was afgelopen. Alle drinkbare wijnen zijn opgedronken, veelal gekregen voor
prestaties-om-niet en opgespaard tot het juiste moment. Nee, ik noem geen namen,
maar we hebben gezongen en gedanst, gekeken en gekoesterd, genoten en beklonken
in grote en in kleine kring. Vrienden - daar gaat het om. Ik heb me in verschillende
settings begeven waar overal iets te vieren was en die me alle even lief zijn;
heel veel waard. Mijn eigen zitkamer staat op eenzame hoogte, heilig, omdat
ik daar slechts diegenen toelaat die ik waarlijk wil zien!
En wat is er dan veel om over na te denken; ik ben een na-genieter pur sang.
Genieten zit in mijn bloed, daar was ik mij al jong van bewust en daar heb ik
mijn hele verdere leven op ingericht.
Vrij zijn. Geen bezittingen - Geen schulden. Leven in het Hier en Nu, zonder
zekerheden.
De luxe positie louter om te gaan met leuke mensen verkies ik boven alles. Daar
kan geen materie tegenop. Luxe zit voor mij in: de tijd aan mijzelf hebben om
te denken, dromen, visualiseren en dan realiseren. Het Haalbare Verlangen, anders
raak je gefrustreerd. Zonde!
Dat ik mijn bezigheden binnenshuis
heb, maakt dat ik weinig mensen zie en soms heel veel.
Zo staat mij aanstaand weekend weer heel veel moois te wachten. In Antwerpen
ga ik vrijdagmiddag bij René Franken de muurschildering van IJsbrant
bewonderen en Michael Horovitz ontmoeten, die in Demian optreedt. Daarna spoed
ik mij naar Harelbeke waar ik zelf in de bibliotheek over Aardse Zekerheden
mag spreken - te weten mijn onblusbare Liefde voor Simon en die van Simon voor
mij - en mijn vrienden Jan van Herreweghe, Jos Brabants en Bert de Keyser weer
zal ontmoeten. Ik heb veel aan hen te danken.
Bert vroeg mij vandaag -
voor een bijzonder schoenenmuseum in the middle of nowhere - het laatste
paar schoenen mee te brengen dat Simon gedragen heeft. Mooie zwarte, ik heb
ze voor hem bewaard, we gaan er samen naartoe. U krijgt van mij de foto's .
. . en dan is het alweer april . . .
Ik mag in een 'herberg' in het hartje van Gent logeren, alwaar de zaterdagavond
gevierd gaat worden in de Vooruit tot diep in de vroege ochtenduren: vijftig
dichters uit Nederland en Vlaanderen zullen zinderen en vlammen op de 5de
Nacht van de Poëzie, opgedragen aan Simon, die in talloze gedaanten
aanwezig zal zijn.
Maandag was ik in Leiden
op bezoek bij beeldhouwer Jeroen Spijker die een buste van Simon maakt voor
de Openbare Bibliotheek in Amsterdam. Op 18 juli mag ik het kunstwerk onthullen.
Nu was mij in het laatste stadium - voordat het naar de bronsgieter gaat - verzocht
mijn ogen de kritische, vrije loop te laten en getuige te zijn van de finishing
touch; daar was ik bij nodig.
Met een vlijmscherp mesje en zijn vrije hand legde hij voor de eeuwigheid vast:
een man om nooit te vergeten. Diep geconcentreerd boetseerde hij van was het
uiterlijk van een innerlijk. Meesterlijk. Dank je, Jeroen!
Donderdag 17 maart 2011
Dit was aan het eind van
de avond, halverwege de nacht. Wat zien we er nog patent uit!
Uitgever Anton Scheepstra uit Groningen was een der laatsten die ik op het
Boekenbal ontmoette. Wij hoefden niet meer 'beschaafd voor te dringen' om
op het Marnixbordes op de foto te mogen: er was bijna niemand meer op die
bovenste verdieping, dus de fotografe/werkstudente deed haar werk met graagte
en legde ons vast . . .
Ik had een verrukkelijke avond gehad maar nog geen pasje gedanst in tegenstelling
tot vorig jaar. Toen rende ik tot drie keer terug naar de bovenzaal waar mijn
favoriete dansmuziek bleef klinken op een bijna uitgestorven dansvloer. Langzaam
wordt namelijk op zeker uur begonnen met de gasten verzoeken zich naar beneden
te willen begeven, maar mijn danslustige benen wisten van geen ophouden en
brachten mij steeds weer boven. Zo ook nu, maar de muziek was nog steeds niet
de mijne.
Ook niet op het toneel van de Stadsschouwburg waar 'Half on Signature,
de parel van uitgeefland' de mooiste covers speelde, maar helaas niet goed
genoeg vond mijn lichaam. Dat keek wel toe hoe mensen uit hun dak gingen en
dat stootte nogal af. Bovendien was het veel en veel te vol voor mij om écht
van het dansen te kunnen genieten; ik heb daar de ruimte voor nodig, geen
publiek. Het werd dus een avond voor omhelzingen en hartelijke begroeting
of compleet nieuwe kennismaking. De drie leukste gesprekspartners kende ik
helemaal niet en op één na zou ik niet meer weten hoe zij heetten.
Ik kreeg zowaar tot twee keer toe een joint aangeboden op het Ajaxterras -
waar bij een volgend bal wel wat fleece-dekentjes mogen liggen voor de dames
in hun beeldschone kleedjes, want wat heb ik weer veel moois gezien! Het was
bibberkoud voor de rokers en hun gezelschap, dat wéét dat het
daar het leukst is.
In mijn eentje wandelde ik dus meerdere malen door de hele schouwburg en kon
met iedereen een gesprek beginnen die mij staande hield of andersom. Ja, ik
kóm daar al zo lang, meer dan twintig jaar aan Simons zijde, in dezelfde
kringen in dezelfde gangen, ik ken daar de weg . . . en de weg kent mij. Zo
nodigde Ramsey Nasr mij uit voor de volgende avond, het traditionele Brokkenbal
in het Bimhuis, en ik ging, om te luisteren naar het muzikaal omlijste gedicht
dat hij schreef bij Simons dood in zijn functie van Dichter des Vaderlands.
Dat was ontroerend en
Toon Tellegen was dat ook met verhalen over zijn Russische grootvader.
Vriend Hans Dagelet trad op met Brieven aan Doornroosje, een tekst
van Tellegen die ik liever door hemzelf had horen voorlezen. Ook al doet Hans
dat nog zo knap: het is en blijft geacteerd en daar houd ik niet meer van.
De flamboyante Hans had zich vermomd als oude man. Waarom. De muziek van gitariste
Corrie van Binsbergen en haar band was spannend en meeslepend, maar na afloop
was ik doodmoe en dat wijt ik het liefst aan de avond tevoren.
Maandag kwamen Ed Baars en Frans Boon mij op de Paalberg 4 litho's brengen die Simon nog in 2005 bij hen in Utrecht gemaakt had. Dat komt goed uit, want er staat een 'salon'expositie van Simons beeldend werk op stapel die vanaf 1 juli twee maanden te zien zal zijn in Galerie Joghem van bloedbank Sanquin Amsterdam, die de oudste bedrijfskunstclollectie in Nederland bezit. Heeft u belangstelling?
Ik noem ze Masker, Bolero, Lingam en Mag ik? Ja ik mag, ik moet zelfs. Leve de Kunst, de mens kan niet zonder.Vreemd dat zovelen dat inzicht niet delen. Het neusje van de zalm, de slagroom op de taart, het ei van Columbus en het zwaard van Damocles. Ook goed. Kunst doet leven, waar zouden wij zijn zonder geschiedenis, die door schrijvers is opgetekend en overgeleverd: nergens!
Zaterdag 5 maart 2011
Toen ik deze uitnodiging ontving barstte ik in schaterlachen uit! Onmiskenbaar buurman Bill Bodewes van de tuin, een begaafd beeldend kunstenaar. Hij exposeert in Café Bern op de Nieuwmarkt - van 5 maart tot en met 15 april 2011 - waar Simon en ik voor het eerst uit eten gingen in 1987: kaasfondue en Jemenitische salade, en chocolademousse met gedrogeerde kers als dessert. Simon vroeg voor mij later altijd 5 kersen en die kregen we dan ook van Helmut, de Zwitserse uitbater. Lang niet geweest maar er was gelukkig niets veranderd.
En profil Bill Bodewes met een van zijn modellen,
vermoed ik . .
Morgen mag ik almost
next door poseren voor de Zondagsschilders. Die houdt u van mij tegoed,
want als ik iets écht mooi vind, staat de kunstenaar het af is mij
beloofd. Zo vond ik op de Paalberg een ongelooflijk mooie tekening van Simon,
op groot formaat pakpapier in pastelkrijt getekend en vermoedelijk uit ditzelfde
Atelier afkomstig, gesigneerd: Erik. Ik ben benieuwd of ik hem morgen ontmoet.
Wie ik vandaag in Bern terugzag was Theodoor van Boven, vriend van Bill en
eigenaar van de Condomerie in de Warmoesstraat in Amsterdam, een jeugdliefde.
We zaten op dezelfde fantastische middelbare school - hij een klas lager maar
even hadden we wat. Zijn vader was dominee en zo progressief als de mijne,
denk ik, want in zijn kamer lagen we menigmaal apestoned in het donker
op de grond van Atom Heart Mother te genieten, Pink Floyd, in 1970 onze ultimate
favourite. A lifetime ago.
Na deze vrolijke zaterdagmiddag ging ik met Anna, nu de buurvrouw van Bill in de tuin van haar vader, en ook present op de opening, naar de 8ste verjaardag van kleindochter Sammy. Ze wilde een hond als hoofdcadeau, maar tot grote vreugde van haar moeder Dagmar was een dwerghamster ook goed. Hij past in de palm van haar hand. Ik ging ervan fluisteren. Ook al in de dierenwinkel waar wij zaterdag vorige week poolshoogte zijn gaan nemen. Een schitterend grijs vrouwtje met een zwarte streep over haar ruggetje. Iedere nieuwe lading winkelwaar wordt van tevoren gesekst - nu schrijf ik het níet met een x - alléén vrouwtjes, anders is de beer los, volgens het winkelmeisje!! Boeiend en iedereen blij.
De totem der nutteloze
dingen is getuige geweest van diefstal. Ik probeer me in zijn vele ogen te
verplaatsen en zie sluipende Roemenen. Maar ik verdenk dichter bij huis. Ik
weet wat er ontbreekt en zo herken ik de dief. Bij anderen waren de koperen
gas- en waterleidingen van de huisjes gestript. Voor een paar euro verpatsen
en de gedupeerden hoge lasten. Wreed.
De totem heeft de bronzen Boeddhakop zien meenemen en de koperen schaal waarop
hij stond en, wonderlijk vond ik, ook de gevlochten mand van koperzilverdraad
wat zal het zijn die nauwelijks zichtbaar was, bedolven onder aarde, koraal
en grote schelpen uit het verleden van mijn moeder. Dat moet je weten.
Genoeg te vertellen ook over de vervanging van het achterhek van Buitenzorg
maar niet nu.
O, wat verlang ik naar het buitenleven met mijn vrienden, de totem en de tuin.
P.S.
Maandag 21 februari 2011
De maan kijkt mij aan. Niet meer zo vol als eergisteren, maar we gaan haar beleven. Het is 01.00 uur precies. Ik ben zo vrij hiermee te beginnen
Terugkomend van mijn moeder, met wie ik een heerlijk weekend heb doorgebracht, wachtte mij een aangename verrassing: in vijfvoud lag mijn tweede druk voor de deur en die is precies zó als ik me aanvankelijk had voorgesteld. Niet zo schimmig maar eyecatching beautiful. Een tweede leven? U vraagt zich misschien af wat dat voor vreemde gele vlek is rechts van Simon. Ik vond het jammer, maar zag ineens vanuit de verte de heilige drieëenheid. Ja, van onze eerste dans zei ik ooit: 'Alsof de heilige geest ertussen zat'. De Man - De Vrouw. En het slijk der aarde waarin wij ons niet wentelden. Wij hebben haar wél mogen bewerken, een bron van vreugde.
Even gelukkig was ik met
het bezoek van Derrick Bergman en Joep Bremmers aan de Paalberg. Zij genoten
van de vondsten die zij deden. Zo hield Simon bijvoorbeeld een lijstje bij van
alle vrouwen met wie hij het bed had gedeeld. Inclusief adressen. Ik heb er
vluchtig naar gekeken, maar voor een biograaf zijn dit momenten om bij weg te
dromen. En zo deelden wij onze gedachten. Het is daar zo groot, dat ieder van
ons in zijn eigen kamer kon doen waarvoor hij/zij gekomen was. Joep heeft alle
cassettebandjes gesorteerd en een vuilniszakvol voor de vergetelheid voorbestemd;
ik ging van harte akkoord, hij wist wat ie deed en ik moet er verantwoord vanaf.
Derrick fotografeerde gevonden documenten en groef in de kast die ik voor hem
bestemd heb: het meest autobiografische materiaal. Fijn om daar eens niet alleen
te zijn.
Dat valt wel mee, hoor.
Maar ik heb tégen mijn gewoonte in altijd muziek aanstaan - anders is
het daar doods en stil - meestal Django Reinhardt. Die heeft Simon de oorlog
doorgeholpen en geeft mij bij tijd en wijle vleugels.
Onder de indruk was ook Sabine Aarts van het IISG, die samen met Eric Duivenvoorden
onmiddellijk kwam, toen ik niet meer wist hoe ik verder moest. Eric maakte foto's.
http://www.flickr.com/photos/staatsarchief/sets/72157625954709303
Maandag, straks, ga ik naar het IISG om de wat kleine dozen om te ruilen voor
grotere; de kleine waren voor het homo-archief gereserveerd. En ik dacht al:
'Daar past Simon niet in'!
En het laatste nieuws uit
België is dat Spinvis de groots opgezette 5de Nacht van de Poëzie
op zaterdag 2 april in Gent zal afsluiten met een hommage aan Simon. Dank
je, Erik de Jong, die 's avonds nog in Moergestel speelt! Herinnert u zich Ritmebox
nog ?
De Nacht wordt opgedragen aan Simon, als zijnde de oervader van Poëzie
op het Podium in de Lage Landen. De mooie foto van Karoly Effenberger die ik
gekozen heb voor mijn boekomslag zal de festivalkrant van Vlaanderen sieren.
Dank je, Michaël Vandebril.
Er komt een borstbeeld in de OBA van Jeroen Spijker en een levensgroot gedicht
- in zink gestanst - in Het Simon Vinkenoog Theater bij de Boom op
Buitenzorg, een creatie van Martijn-kan-alles Steenbergen. Kortom: dat vuurwerk
gaat nog wel even door.
Zondag 13 februari 2011
Zaterdagavond 12 februari 2011 in ons clubhuis . . . de soep
was heerlijk
Voor óns is het
seizoen begonnen. Omdat we zo'n hechte vriendenkring zijn op volkstuin Buitenzorg
is er de springlevende behoefte elkaar ook in de winter te willen zien. Gisteren
schoven een kleine dertig man aan tafel voor een verrukkelijke Thaise maaltijd,
die we 's middags onder leiding van een van onze tuinders - dit keer Anja
Mudde - hadden bereid. Een drie-gangen diner voor € 8.50 in ons clubhuis,
dat dus daadwerkelijk dienst doet als zodanig. De club kwam bijeen.
De sneeuwklokjes staan in bloei, de knoppen aan struiken en bomen botten al
weer uit en tulpen en narcissen komen de grond uit: zij hebben er evenveel
zin in als wij! Alle aanwezigen waren in opperbeste stemming, wij maken ons
op voor een nieuwe lente en voor een tuinier is dat anders dan voor een niet-tuinier.
Ik kan niet meer zonder mijn tuin; vandaag was ik er ook.
Morgen weer naar de Paalberg waar ik even door de bomen het bos niet meer
kan zien, omdat nu het grote werk gaat beginnen: het uitzoeken der archieven.
Menig onderzoeker zou afgunstig op mij zijn - ik zie het als een morele plicht.
Blijmoedig heb ik mij erin gestort, en vele wegen leiden naar Rome, maar je
moet de reis wél maken. En om het zo aangenaam mogelijk te laten zijn,
heb ik eerst de boel zo gezellig mogelijk gemaakt anders word ik gek.
mijn salonnetje . . .
de bibliotheek . . .
de archiefkamer . . .
Woensdag was ik voor het eerst in het imposante gebouw van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Want dáár gaat de nalatenschap naar toe. Ik had ervoor kunnen kiezen om alles ongezien over te dragen, maar dat verkrijg ik niet over mijn hart. Het moet ontsloten worden, het licht zien, adem halen en gekoesterd worden, door mij, omdat dit behoorde tot het levenswerk van mijn allerliefste en belofte maakt schuld. God zij dank word ik met raad en daad bijgestaan door Derrick, Joep en René, drie van de dragers van Simons kist en behorend tot zijn beste vrienden, zij komen vrijdag weer, en bovenal door Eric Duivenvoorden van het IISG.
Eric Duivenvoorden in een van de archiefkamers van het IISG
Eric gaf mij meer dan
100 in zwang zijnde bouwplaatdozen mee, zuurvrij papier, meerdere formaten
opbergmappen voor de affiches en bovenal 500 mappen voor clusters of enkeltjes
die dan weer in die dozen moeten: Box 001, map A, B, C, D /pub/corr/fol/ of
een andere afkorting. Als ze vol zijn worden zij opgehaald en krijg ik nieuwe,
maar aan mij nu de taak om ze te vullen, en liefst met usb-stick meteen op
een notebook te inventariseren om te kunnen worden teruggevonden door die
toekomstige onderzoekers, want daar gaat het om!!!!!!!!!!!!!
Hij heeft mij een uitdraai gegeven van alles wat al vrij toegankelijk is (20
van de 60 meter die ze reeds in bezit hebben), dus ik weet hoe gedetailleerd
ik dat zou moeten doen. Frank de Jong van het IISG vroeg mij een schatting
te maken van wat ik nu in huis heb op de Paalberg en dat is ruwweg 75 meter
boeken en 65 meter papierenarchief, nog afgezien van de 18 meter tijdschriften,
stapels video's, cassetebandjes met lezingen, briefkaarten, affiches, foto's,
beeldende kunst, en de archieven in mijn klerenkasten op de Sarphatistraat
- de voor Simon allerbelangrijkste - die ik daar ook nog naar toe ga verhuizen,
zo'n 10 meter.
Gelukkig ben ik sterk en in mijn eentje heb ik alles kunnen klaren. De Paalberg
popelt. Ik zie er als een berg tegenop, letterlijk, maar ik doe het.
Nadat ik alles op de Paalberg had afgeleverd, bleef ik nog even flabbergasted zitten in mijn salonnetje aldaar. Eric had mij wel vóórgedaan hoe je zo'n doos moest vouwen, maar het kostte mij meer dan vijf minuten, zo niet veel langer, om hem dat na te doen. Ik was nog wat dizzy van de avond tevoren: in het Grand Café De La Mar had ik een rendez-vous met oude studiemakkers.
Mijn vrienden Ross Fraser en Bartho Braat
Woensdagmiddag zou ik
uitgaan met mijn zusje Else. De film Black Swan wilden wij beiden
zien en Caravaggio in het Rembrandthuis en het Waterlooplein. Gewoon een alibi
om samen te zijn en dat was heerlijk, een must voor ons gevoel en
daarom zo gezond om aan toe te geven . . .
De boog kan niet altijd gespannen zijn.
Else in de bedstee van de keuken van Rembrandt
De liggende Johannes de Doper, het laatste schilderij van Michelangelo
Merisi da Caravaggio (1571-1610)
Twee etsen van Rembrandt
En toen kwamen we ook nog mijn favoriete straatmuziekanten tegen. Eerst dacht ik nog aan Eberhard van der Laan, onze burgemeester, hoe kan je nadenken met zoveel verschillende geluiden om je heen - zijn werkkamer zetelt aan de Zwanenburgwal zijde - maar toen ik ontwaarde wie daar zaten onder zijn raam, stemde mij dat meer dan gelukkig.
Als ik 's maandags naar Yvonne ga om te eten in Het Ruige Reetje ga ik met de metro en de bus. Overstappen op het Centraal Station, en daar hoor ik ze vaak, ook al is het nog zo koud, en dan sla ik wel eens een bus over om naar hen te blijven luisteren. Russen, denk ik, maar ik kan het ze niet vragen, want een nummer is nooit afgelopen en storen wil ik ze niet. Dank, broeders!!!
In Het Parool las ik dat er op 3 februari een Arabische poëzie avond zou zijn in de Nieuwe Kerk op de Dam. Daar wilde ik graag bij zijn, want Hafid Bouazza zou optreden en ik houd van die taal en de keuze die hij maakt uit deze rijkdom. Bovendien stond de tentoonstelling die daar tot half april te zien is - Passie voor perfectie - hoog op mijn verlanglijstje. Twee vliegen in één klap en de derde was dat Anna, Simons dochter, bij mij zou komen eten en mij wilde vergezellen. Samen genieten is de helft van het plezier, al ware het maar dat je erover kunt napraten. Deze door professor Nasser D. Khalili bijeen verzamelde schatten zijn een lust voor het oog. De Islamitische kunst behoort tot mijn ultra-lievelingen. Dat zien doet mijn hart juichen en dan leef je langer; daar ben ik heilig van overtuigd.
Meisje met Indiase hoofdtooi, Iran, Isfahan, ca. 1648
Panoramisch gezicht op Mekka, ca. 1845
Schaakstuk, de koning, Iran, eind 13de eeuw
Verluchte bladzijde uit een Koran
Dit is een van de acht tekstpanelen die samen de inscriptieband
(hizam) vormen op de bovenzijde van de kiswa,
het kleed dat
de Ka'ba in Mekka bedekt. Hallucinerend.
Anna voor een eeuwenoud wandkleed
Donderdag 3 februari 2011
De maand januari is met mij weggevlogen en ik zal mij haar herinneren onder het kopje 'Trouw'. Voor mij geen 'Blue mondays' - zoals men ons graag wijsmaakt - al ware het maar omdat ik dan altijd met een klein gezelschap eet in Het Ruige Reetje, op de volkstuin bij mijn vriendin Yvonne. Geen water, geen electra, maar wél een houtkachel die de koude geen kans geeft, kaarslicht, en kookkunst waar je je vingers bij aflikt. Ik laat nooit verstek gaan en heb er de Poetry Slam in café Festina Lente graag voor laten schieten. Daar zat ik toch een beetje voor spek-en-bonen bij en ik eet ze liever.
Yvonne in Het Ruige Reetje, Kerstdiner 20 december
2009
De Nieuwjaarsrecepties
zijn bezocht, de druif is gesnoeid, de bollen zitten in de grond en ik heb
de violiste Frederieke Saaijs virtuoos horen spelen in het Concertgebouw.
Ik ben weer eens op de Noordermarkt geweest en vergezelde mijn zusje Else
naar haar nieuwe atelier in Kockengen; de ware boerenbuiten. Ik heb een avond
doorgebracht bij mijn vrienden Aatje & Hedy, bezocht voor het eerst Museum
Noord, nota bene tegenover ons clubhuis gelegen, en we hebben de zolder op
de Sarphatistraat ontruimd: alles regelrecht naar de Paalberg gebracht, waaronder
de hele Nederlandse boekenschat die tot naar boven was verbannen. . .
Trouw. Ik werd daarbij wederom geholpen door de familie Verheul, met mankracht
(Gijs en Bart), busje en takel. Het stormde en ik hield mijn hart vast telkens
als Arthur een zwaar net met drie loodzware verhuisdozen met moeite van binnen
naar buiten tilde. Anna en Alex liepen af en aan, trappen op en af. Dank jullie
allen zeer!!!
Geflankeerd door Bilal en Marvin (rechts)
Op woensdag 26 januari
mocht ik voorlezen in de klas van kleinzoon Marvin. Vorig jaar trad daar nog
buurman Hans van Mierlo aan in groep 8 van de Burghtschool in de binnenstad,
nu was aan mij de eer deze Nationale Voorleesdag voor de laatste keer gestalte
te geven. De jonge mensen op deze foto staat een belangrijke periode in hun
leven te wachten: zij gaan naar de middelbareschool! Ik zocht in mijn boekenkasten,
twijfelde tussen Het huis van de Moskee, De Favoriet en Dichter
op de Zeedijk, immers daarin speelde iemand van hun eigen leeftijd de
hoofdrol, te weten de jonge Kader Abdolah en de Amsterdammers Bernard Wesseling
en Kees van Beijnum.
De tijd ontbrak mij om deze boeken te herlezen en toen greep ik naar mijn
eigen boek, want ook ik was twaalf jaar geweest. Ik meen dat zelfs de juf
versteld stond van de aandacht en de stilte in de klas. Het was genieten -
ook voor mij.
Na afloop van de tournee . . .
Dit weekend was het hoogtepunt
van de maand januari. Johan Noppen uit Aarschot, Vlaams-Brabant, had mij uitgenodigd
voor de befaamde Nacht der Poëten, de daarop volgende tournee
langs zes voorsteden rond Brussel op zaterdag (Weg met dichters)
en de Ochtend der Poëten als afsluiting op zondag in een klein
klooster in Bever. Ik verkeerde drie dagen in opwindend, enthousiast, aangenaam
gezelschap.
Als ik niet op de Paalberg was deze maand, bereidde ik me alvast voor op mijn
rol als presentator. Dat zou de eerste keer zijn en ik had er zin in! Zoveel
aan Simons zijde mogen meemaken en ervaren - ook hoe het niet moest. Ik heb
mij verdiept in schrijvers als Geert van Istendael, Jean Pierre Rawie, Tjitske
Jansen, Gerrit Komrij en Stefan Hertmans, maar mijn grote ontdekking was Miriam
Van hee. Ik kende haar wel, heb haar voor het eerst gehoord op de Nacht
der Poëten in 1989 - ook bij Johan in Aarschot - maar nu, bij het
lezen van haar poëzie, voelde ik een lichamelijke sensatie, die mij slechts
af en toe overkomt bij het kijken naar beeldende kunst, of als ik Russische
dichters hoor voordragen. Heerlijk, omdat je dan weet dat je iemand op geheel
eigen wijze aan het publiek kunt voorstellen. Presenteren is een kunst.
Op vrijdag werd ik geïnterviewd over de Grote Liefde door Betty Mellaerts,
die ook al in 1989 van de partij was, en daaraan voorafgaand had ik voorgelezen
uit Aardse Zekerheden en 'eigen werk'. Dat stond namelijk zo aangekondigd
op internet en in de krant, dus waarom niet. Eén greep onder mijn bed
en ik haalde gedichten te voorschijn die ik 20 jaar geleden schreef op De
Klus, het buurthuis waar Simon 10 jaar lang een dichtersworkshop hield
op maandagavond, om niet.
Op zaterdag gingen twee
busjes op weg, met drie dichters, een presentator, een chauffeur en begeleider.
Wij hadden een oergezellig tourploegje met Miriam Van hee, Geert van Istendael
en Jean Pierre Rawie, Erik en mede-organisator Dries Peeters. Kon niet beter
in Vilvoorde, Merchtem en Drogenbos!
Tjitske Jansen, Gerrit Komrij, Stefan Hertmans en Betty Mellearts deden Diest,
Tienen en Huldenberg aan tezamen met onze gastheer Johan Noppen.
Rest mij hier te vermelden dat de muziek van No Blues - een mix van
Arabische muziek en Amerikaanse folk & blues - onwaarschijnlijk goede
Arabicana ten gehore bracht in grotere of kleinere bezetting. Wij hadden ud-speler
Haytham Safia op zaterdag in ons midden, wereldklasse evenals de percussionist
Osama Maleegi, een grootheid in eigen land, Soedan. Dichters en muzikanten,
organisatoren en publiek kunnen terugzien op a good job very well done
- together.
Gerrit Komrij en vriend Charles Hofman aan het hotelontbijt
Miriam Van hee en Jean Pierre Rawie zondagochtend 09.15 uur
Klooster Rosario in Bever - organisatoren in het rood
Johan Noppen en Tjitske Jansen vermaken zich opperbest in de
tuin
houtsculptuur in de tuin van Rosario
No Blues in actie in de kapel
van Rosario
En toen het voor de anderen was afgelopen, zette ik koers naar Antwerpen waar ik in de Literaire Salon van schrijfster Ingrid van der Veken mocht optreden, eveneens sprekend over de Liefde.
In het midden: Ingrid van der Veken en mijn vriendin Diane
Broeckhoven - na afloop.
Zaterdag 1 januari 2011
Mij toegemaild op 31 december 2010 door fotograaf Filip Zandycke
uit Brussel
JA! Wij wensen iedereen
een Gelukkig Nieuwjaar. De wij/ons vorm zal mij wel nooit verlaten!
In fotovlucht zal ik het Oude Jaar uitluiden en het Nieuwe verwelkomen. Ik
heb een heerlijke tijd gehad. Vandaag bezigde Remge Dobma voor het eerst 'Vorig
jaar . . . ' en dat was pas gisteren. Toen vierden wij met z'n negentienen
in ons Clubhuis op Buitenzorg dat we vrienden zijn en daarom deze belangrijke
nacht samen willen delen. Oudejaarsavond.
Om in de sfeer te komen verwende ik mijzelf met het telkenmale weer opzetten
van een cd met Russische Poëzie. Toen koningin Beatrix in 1998 op staatsbezoek
ging in Rusland, gaf het Rotterdamse Poetry International haar een
geschenk mee voor de Russen: een tweetalig boek met gedichten van negentien
Russische dichters, die in een tijdspanne van twintig jaar op Poetry International
hadden opgetreden. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik daar heel wat van
heb mogen meemaken. Een cd vergezelt deze uitgave dus kon ik luisteren en
meelezen met het Russisch; Grieks op de middelbare school helpt enorm met
het je eigen maken van dit andere schrift.
Met name Joeli Kim (Moskou, 1937), die de Zwarte Zee bezingt en zichzelf
daarbij virtuoos op gitaar begeleidt, ontroerde mij diep. Ik kan er geen woord
van verstaan. Eerst ga ik voor de klank van de taal die als muziek in mijn
oren klinkt en daarna pas lees ik de vertaling. Kon ik nog maar zingen. Schor
en buiten adem probeerde ik hem in zijn vreugde te volgen in afwachting van
mijn tijd van vertrekken. Kwart voor acht zou ik een taxi bellen. Hoe naïef.
Ik dacht nog even aan de metro en de bus, maar die reden nog net wel of net
niet meer. Ik liep naar de taxi die al een tijd voor het Amstelhotel stond
en passeerde mijn auto. Doen? Ik besloot het risico te nemen. Mijn rijbewijs
lag boven en een bescheiden hoeveelheid genotmiddelen had ik met de Russen
opgedronken. Ik deed het.
Stipt om acht uur stond ik voor ons Clubhuis. Wanneer en hoe naar huis te
gaan was geen seconde in mijn gedachten, ik verheugde mij op deze avond. Ik
schoof aan bij Ton en Ron, de eerste gasten, en gezamenlijk keken wij naar
Remge die de kaarsen aanstak. Wat zag het er feestelijk uit!!! Dj Elbert,
vriend van Martijn-kan-alles, had geweldige geluidsboxen aan de vereniging
geschonken en kende onze muzieksmaak. We zijn een echte dansgemeenschap, zo
blijkt steeds weer. 0m zes uur vanmorgen deed ik pas het licht uit, nadat
Gerrit en Remge me met de taxi hadden thuisgebracht. 'Afgesproken. Morgen
om drie uur gaan we de tent opruimen.' Het was nog donker.
Bijna twaalf uur eerder . . . Martijn lacht ons toe . . . en
we gaan nog niet naar huis
Het mooie aan de setting
was dat er geen televisie aanstond. Die was ons letterlijk ontvallen bij de
laatste omvangrijke inbraak op de tuin. Ik had me al niet zo op de cabaretiers
van de avond verheugd dus was ik opgelucht dat deze stoorzender het geheel
niet kon verpesten. Nog steeds geen idee dus hoe deze oudejaarsnacht is verlopen
in stad en land.
Zo werd het heerlijk praten, eten, drinken en dansen en om 00.00 uur achttien
mensen kussen waarvan ik er twee niet kende, Bo en Carla, niet bij elkaar
horend, en één nader heb leren kennen, Marjolijn. De rest was
reeds intimus: Gerrit en Remge, Martijn en Elbert, Ton en Ron, Han, Geert,
en Hans, de heren. Hun dames: Hannie, Hanneke en Anja. De rest was sola, evenals
de dames ut supra. Yvonne, Simone, Marian en ikzelve.
Edith met de ketting van Elbert, door hemzelf gemaakt.
Op
de achtergrond de expositie van de kinderen van Buitenzorg
V.l.n.r. Gerrit, Remge, dj Elbert en Ron in verwondering
Yvonne wenst haar moeder een Gelukkig Nieuwjaar
Simone drinkt Bill toe die was thuisgebleven.
. . . en dansen maar . . .
Onze Ton heeft genoten dat het een lieve lust was . . .
V.l.n.r. Bo, Hans, Hannie smachtend naar de dansvloer, Han,
Gerrit en Anja
Ideale samenstelling van
het gezelschap. En dat was ook het geval op Eerste en Tweede Kerstdag.
Op deze laatste begaf ik mij naar de Zuiveringshal op het Westergasfabriekterrein
alwaar Terts Brinkhoff met zijn Winter Parade voor vier avonden
was neergestreken. Op zijn uitnodiging mocht ik meedineren met meer dan vijfhonderd
anderen aan een meanderende tafel, bijna een Doolhof, en het was afgeladen
vol, het leek wel de Middeleeuwen, Breughel.
Een verrukkelijk diner werd lopend op tafel uitgeserveerd, per groep van acht mensen, door attente jongens en meisjes in wit kokskostuum gestoken en ook de entr'actes speelden zich op tafel af.
Terts Brinkhoff leest voor uit Vinkenoog Verzameld
het gedicht Welkom
Drie Sneeuwvlokjes pauzeren . . .
Zangers en zangeressen traden aan, met een koptelefoon vol dansbare muziek mocht telkens een hoefijzergedeelte van de meandertafel op tafel dansen - wie wil dat niet!!! -, meezingen, en toen het deel van de tafel waar ik mij bevond aan de beurt was, werd de vrouwen gevraagd op te staan en met een koptelefoon op hand in hand een rondedans te maken om de hele tafel heen. Meer dan vijfhonderd mensen zaten aan. Ronduit lustig en vrolijk. 'Mijn spel is zo eenvoudig. Niemand kan het raden' om met Paul van Ostaijen te spreken.
En met de familie op de Hogeweg het Kerstweekend doorgebracht. Sober souperend, optimaal van elkaars gezelschap genietend en samen beseffen hoe gelukkig wij zijn in dit deel van de wereld. Vrede op aarde (3 x) . . . In de mensen een Welbehagen. In mij zeer zeker.