Vrijdag 24 december 2010


Het lam Gods - Hubert en Jan Van Eyck in de Sint-Baafskathedraal te Gent (1432)

Altijd als we in Gent waren wilde Simon het drieluik van de gebroeders Van Eyck zien. Het lam Gods is inderdaad overweldigend, al ware het maar om de schitterende diepe kleuren die al bijna zes eeuwen de tijd hebben getrotseerd, en er toch uit zien alsof de verf nog nat is.
Wat we ook van de verschillende gosdiensten mogen beweren: dat zij ons een schat aan Kunst hebben nagelaten is hun allergrootste verdienste, in mijn optiek.
Ik heb helemaal niets met Jezus Christus - wel iets met God - en daarin waren Simon en ik zeer verschillend: hij, de 'ongelovig' opgegroeide, had een heleboel met de Heiland, de Zaligmaker.
In mijn boek Heer en meester, een liefdesverklaring doe ik verslag van hoe het er bij ons thuis lang geleden aan toe ging:

Kerstmis was bij ons thuis vroeger een hoogtepunt. We werden niet godsdienstig opgevoed, maar gingen wel naar christelijke scholen onder het motto ‘Anders kan je later de Kunstgeschiedenis niet begrijpen.’
Op de lagere school genoten wij van alle kleurrijke Bijbelse verhalen. Adam en Eva, de ark van Noach, Jacob en Ezau, David en Goliath, Simson en Delila en natuurlijk het kerstverhaal met Jozef en Maria en het kindeke Jezus, in de stal van Bethlehem. Reken maar dat die verhalen indruk op ons maakten en zo groeide thuis de traditie dat wij op eerste kerstdag, ’s avonds na een stijlvol diner, als familie het kerstverhaal gingen naspelen.
De rolverdeling was ieder jaar zo’n beetje hetzelfde: mijn vader was Jozef, mijn moeder vertolkte de herders, mijn oudste zusje de drie koningen, ikzelf was de engel die de blijde boodschap verkondigt, mijn jongere zusje was Maria en de aller jongste – ook een zusje – was het kindeke Jezus. Terry en Cleo, onze honden, waren de os en de ezel.
We hadden een huis dat heel geschikt was om dit soort dingen te doen. In de grote hall – op z’n Engels, wij zeiden nooit hal, want dat was het niet – stond onze kerstboom en brandde de openhaard. Daar zou het gebeuren.
Na het eten ging iedereen naar z’n kamer om zich voor zijn rol te verkleden en daar waren we erg goed in, want we hadden een heerlijke verkleedkist. Als engel had ik het eenvoudig: een wit laken omgedrapeerd, een ster op mijn voorhoofd, blootsvoets, en een sterretje brandend in mijn hand als ik de trap af zou komen, ‘Gloria in excelsis Deo’ zingend. Dan zaten Jozef en Maria samen voor de kerstboom – dat was de stal – met hun kindeke en de os en de ezel. De herdertjes lagen bij naaaaachte en de drie koningen waren onderweg met wierook, goud en mirre; Caspar, Balthasar en Melchior.
We zongen alle liederen die van toepassing waren en improviseerden er lustig op los. ‘Heden verkondig ik U een blijde boodschap, een koning is geboren’.
Wij wisten er wel raad mee, totdat mijn zusjes begonnen te morren dat zij wel eens een andere rol wilden spelen. Ik was met mijn engel zeer tevreden, maar was ook wel in de stemming voor verandering, dus besloten wij bij een volgende gelegenheid lootjes te trekken. En zo geschiedde … We zouden niet van tevoren zeggen wie wie was; dat zou wel blijken uit de kleding. Ik was Jozef en een jaar of tien. Goed, ik maakte een tulband, zocht een mooie maar toch een beetje armoedige mantel en een staf, tekende tenslotte een snor en een ringbaardje met een zwart wenkbrauwenpotlood. Ik zag er goed uit.
Vol zelfvertrouwen en blakend van zin ging ik naar beneden. Ik weet niet meer precies hoe de rollen waren verdeeld, want toen Maria tevoorschijn kwam, moest ik even slikken . . .
Het was mijn vader. De enige man in ons gezelschap en uitgerekend hij was Maria. En niet zo zuinig ook! Hij droeg een zwarte beha van mijn moeder met twee sinaasappels als borsten en was gehuld in hun grote blauwe beddensprei. Hij riep voortdurend ‘Jozef ik moet baren’. Ik weet niet meer of we geschokt waren, de slappe lach kregen of ons tevoren überhaupt in deze mogelijkheid hadden verdiept. We hebben zeker doorgespeeld, ons kennende, ergens in het besef dat het voor de aller laatste keer was. Zo zij het. Amen.

Ik wens iedereen heerlijke feestdagen toe! Vorig weekend heb ik bij mijn moeder in Den Haag de kerstboom al opgetuigd en gisteren heb ik alle boodschappen gedaan om met mijn zusjes, hun mannen en kinderen en natuurlijk onze liefste moeder samen te zijn en van elkaar te genieten.
De christelijke boel lappen we aan onze sneeuwlaarzen. Sleetje rijden of op een vuilniszak de hellingen van de Waterpartij afsuizen, staat mij voor ogen. Aan kadootjes doen we niet en áls we alle liederen zingen, wordt dat een gezellige, blasfemische vertoning. Kertsmis . . . een alibi.


 

Donderdag 16 december 2010

Ik wist niet wat me overkwam toen ik dinsdagavond de trap besteeg van Sociëteit De Kring aan het Kleine Gartmanplantsoen in Amsterdam: ik dacht verbijsterd dat ik gewoon verkeerd was! Een dikke blonde dame turfde namen af achter een bureautje naast een mij volstrekt onbekende garderobe. Aan mij besteedde ze nauwelijks aandacht, keek me even onderzoekend aan, ik keek terug, maar er werd mij verder niets gevraagd dus liep ik door naar binnen. Onherkenbaar veranderd . . . Dat de zaak grondig verbouwd was wist ik uit de krant. De architect, ik meen de trendy Ronald Hooft, heeft zijn best gedaan om er New Yorkse allure aan te geven, niet lelijk dus, maar voor oude stamgasten die hielden van het haveloze interieur van weleer moet dit schokkend zijn. Niets herinnert nog aan vroeger behalve het uitzicht en het biljart. En in New York zouden ze stinkend jaloers zijn op de rookruimte, want daar heeft de architect werk van gemaakt! Gelukkig maar, want niet lang geleden rookte nog bijna iedereen die daar kwam.
De Kunst aan de muren was Kitsch, onbeschrijflijk lelijk, ik ben niet eens gaan kijken van wie het was. Als dit de nieuwe garde van de kunstenaarssociëteit representeert weet ik genoeg . . .


Een stralende Louise Landes Levi

Ik was uitgenodigd door twee vriendinnen. Diana Ozon stelt iedere tweede dinsdag van de maand een literaire avond samen en heeft dit de afgelopen vijf jaar gedaan met Sven Ariaans die ik ken uit Festina Lente, eerst als dichter en later als jurylid van de maandelijkse Poetry Slam op de derde maandag van de maand. Ja, wat gebeurt er ongelofelijk veel op dit gebied in Amsterdam.
Sven zou optreden, en afscheid nemen als medepresentator op verzoek van de Kringdirectie. Die vond twee presentatoren teveel en de gesprekken met de optredenden te lang, bovendien wordt deze avond niet eens vermeld op hun website-agenda. Waarom eigenlijk niet?
Er was dan ook geen hond en dat lag niet aan de programmering want die was grandioos.
Na een heerlijk lang, informatief gesprek met Diana trad als eerste Louise Landes Levi voor ons op. Deze New Yorkse beatpoet zwierf het grootste deel van haar leven over de wereld. Zo leerde zij Simon veertig jaar geleden al kennen in boekhandel Au bout du monde op de Singel. Sindsdien waren zij vrienden en nu nog steeds is zij ook mijn vriendin. Een ronduit begenadigd dichter, die even makkelijk uit het Nederlands en Frans als uit het Sanskriet vertaalt! Op Simons begrafenis bespeelde zij haar sarangi (een klassiek Indiaas strijkinstrument), die nu ergens in Amsterdam een renovatie ondergaat na vreselijk beschadigd te zijn in het bagageruim van een 'magicbus'.

Als tweede dichter voor de lege zaal was daar Mark Boog, niet de eerste de beste. Hij las oud en nieuw werk voor, onder andere uit de toepasselijk getitelde bundel Er moet sprake zijn van een misverstand (Cossee, 2010). Ik citeer uit Wikipedia:

Boog studeerde korte tijd Kunstmatige Intelligentie in zijn geboorteplaats Utrecht en werkte daarna even bij de PTT. In 1995 debuteerde hij als dichter in het tijdschrift De Appel. Daarna was hij actief in een schrijverscollectief dat onder meer het tijdschrift Mondzeer en de Reuzenkreeft uitgaf. In 2000 verscheen Boogs eerste dichtbundel Alsof er iets gebeurt (Meulenhoff), waarmee hij de C. Buddingh'-Prijs won. In 2006 won hij de VSB Poëzieprijs voor zijn bundel De encyclopedie van de grote woorden.
In 2001 debuteerde Boog als romanschrijver met de roman De vuistslag (Meulenhoff). In de hierop volgende jaren volgden dichtbundels en romans elkaar in hoog tempo op. Boog publiceert bovendien in literaire tijdschriften als Hollands Maandblad en De Gids en treedt af en toe op.
Boogs werk wordt gekenmerkt door een combinatie van alledaagsheid en wanhoop. Dit geldt zowel voor zijn taalgebruik als voor zijn onderwerpskeuze. Door critici is de toon van zijn werk vergeleken met zeer uiteenlopende schrijvers als Gerard Reve en Arjen Duinker. Boog heeft een vrouw en vier kinderen.

Na de pauze werd Sven in de bloemetjes gezet wat erop neerkwam dat hij voor een jaar een lidmaatschapskaart voor De Kring kreeg. Hij blij en wij met hem, want het was heerlijk om hem weer eens als dichter te horen. Zeer bewust zet hij geen letter op publiekpapier om zijn slammersorigine niet te verloochenen. Een slamdichter draagt voor uit het hoofd en dient te beschikken over performancekwaliteiten om kroegtijgers de baas te blijven. Diep in de nacht maakten wij ons samen boos over de gang van zaken op het onlangs in Utrecht gehouden NK Poetryslam. Het publiek aldaar had nog steeds niet begrepen dat het ook om inhoud (!!!) gaat en had een nitwit tot winnaar geapplaudiseerd. Het publiek bepaalt namelijk uiteindelijk via een applausmeter wie de beste is; de professionele jury wordt dan overruled door wie de meeste vrienden heeft meegenomen. Jongens en meisjes, dat moet echt veranderen, anders glijden we af.

Tot slot luisterden wij naar de getalenteerde Jeannine Valeriano (Black in Bakkum) die een duo vormde met jazzmusicus Maarten Ornstein. Schitterende klanken voor een nog steeds lege zaal.
Toen het programma was afgelopen stommelden de Kringleden de trappen af en op. Luid gelach had af en toe van boven geklonken: in Club up had men vergaderd, kennelijk o zo veel belangrijker dan het je laven aan Kunst. Diana Ozon wil ik complimenteren voor haar doorzettingsvermogen en haar eigen manier van presenteren: bij vlagen briljant, soms tenenkrommend, maar in ieder geval vol gevoel. Dank je Diana.


Vlnr Sven Ariaans, Diana Ozon, Martin Sjardijn en Louise Landes Levi

Het werd wel oergezellig daar in die rookruimte. Freek Polak kwam me een superpijpje marihuana aanbieden en raakte in heftige discussie verwikkeld met Sven, kringlid Martin Sjardijn, oprichter van het Haags Centrum voor Actuele Kunst schoof bij ons aan, bonnetjes voor gratis drank vlogen over tafel, het werd dus steeds lastiger om de verborgen uitgang van de wc te vinden, maar om 03.00 uur vond ik wankelend mijn weg naar huis. Ik kwam gelukkig niemand tegen, de straat en de nacht waren van mij alleen.


 

Zondag 12 december 2010

Het feest begon eigenlijk pas goed toen het was afgelopen. Mijn zusje Else en ik waren laat gekomen en bleven alleen al daarom tot het einde. Het publiek was al lang naar huis.
De Irakezen en hun veelal beeldschone Hollandse vrouwen bleven achter in Drukkerij Pascal in de Ridderschapstraat te Utrecht en wij met hen. Je kon niet opmaken wie bij wie hoorde, tenzij je daar expliciet naar vroeg of op werd geattendeerd! De mannen schaarden zich rond de piano en begonnen in hun eigen taal liederen van thuis te zingen, wat hen deed stralen. Het land van de Eufraat en de Tigris zit tussen hun oren en spat er vanaf. Politieke vluchtelingen die de Staat van Sadam niet konden verdragen, en na soms jarenlange omzwervingen terecht kwamen in ons land, zich onze taal snel eigen makend en haar o zo verrijkend. Boeiend dat ik pas een dag later, nu dus, besef dat het islamieten zijn, maar daar is bij dit soort hoogst intelligente, aantrekkelijke mensen, die leven voor Kunst & Wetenschap, niets van te merken.
Men had mij de week tevoren verzekerd van de komst van schrijver Rodaan Al Galidi en die staat daar dan ook in hun midden, met korte jas. Kader Abdolah, vandaag jarig, had verstek moeten laten gaan.
Aan de piano de fenomenale Ako Taher die op afroep ook Bach, Chopin, Schubert en Beethoven speelde, en ons allen uiteindelijk verleidde tot letterlijk een vreugdedans, hand in hand in een grote kring dansten wij met de mannen mee . . . heerlijk. Vriendschap kreeg daar gestalte. Eigenaar Frans Boon moest naar de verjaardag van zijn zoon maar liet de sleutels voor ons achter, en de drank. Hecht en echt, deze vriendenkring, warm memorabel. Dank je, Frans.
Samen met de succesvolle kunstschilder Baldin, Koerd uit Irak, heeft hij de eerste cd van ud-speler Monir Goran het licht doen zien.


Links een intens gelukkige Monir Goran . . .

Diens trio trad op - ud, piano en Gottfrid van Eck op klarinet - voor een full house en was van hoog professionele kwaliteit, volledig concertwaardig!
Door de muziek kwam het land van de Dorstige rivier (roman van Al Galidi) tot leven en Else en ik mochten meebeleven.
Men vertrouwde mij toe dat Ako Taher in ons land als vuilnisophaler was begonnen toen hij onze taal nog niet machtig was, en de harten van zijn medevuilnismannen had gestolen door op een goede dag achter een piano plaats te nemen: zo kon hij laten horen wat hij eigenlijk was!
Rodaan deed mij een gouden tip aan de hand. Ik vertelde over Simons boekenschat waar ik voor een groot deel vanaf wil en had mijn zorgen geuit: de krenten uit de pap wil iedereen natuurlijk hebben, maar wat doe ik met de rest? De kringloopwinkel? Over my dead body! Daar zijn die boeken veel te bijzonder voor. Toen kwam hij op een lumineus idee. Hij had onlangs opgetreden in het Poolse Wroclaw voor studenten Nederlands(!) die onze taal stunning vlekkeloos beheersten. Ik zou ze aan die Poolse universiteits-bibliotheek kunnen schenken; men was daar straatarm en wat zouden ze juichen met zo'n aanvulling op hun uiterst mager Nederlandse boekenbestand!
Hij vermoedde dat het Nederlands Letterenfonds ongetwijfeld de overkomst van een Pools busje zou willen financieren, en anders wel de Nederlandse ambassade. Wat een prachtige gedachte! Want reken maar dat de studenten daar de naam Simon Vinkenoog kenden! Hij zag al een bescheiden plaquette voor ogen: geschonken door de schrijver SV . . .

Met de paardentrailer van mijn zusje Else was ik 's middags nog op de Paalberg geweest om tafels en stoelen te brengen. En hoe groot het daar ook is, bij het uitpakken der boekendozen raakt de tent alweer alarmerend vol, kon zij constateren, en er komt nog veel meer bij uit mijn eigen huis. Maar nu weet ik wat mij te doen staat! Dank je Rodaan. Dit was om meerdere redenen een bijzonder weekend.


tweede druk . . . komt er aan . . .


 

Zaterdag 4 december 2010

Mijn zusje Else vierde gisteren in het stadhuis van Utrecht haar 25-jarig jubileum als beeldend kunstenaar. De expositie werd geopend door de wethouder van Cultuur de heer Lintmeijer in een historische zaal en is de hele maand december te zien op de eerste verdieping van dit imposante gebouw. Sneeuwstormen trotserend hadden vrienden, fans en familie de weg gevonden naar de Oudegracht (ingang Korte Minrebroederstraat 2).
Ik heb diepe bewondering voor de ontembare werkdrift van mijn zuster en haar niet aflatende verbeeldingskracht. Ze laat zich leiden door de 'homo ludens' van Johan Huizinga, haar hero,
en geeft een opvallend kijkje-in-de-keuken in haar vorig jaar verschenen boek Beelden en Bronnen/Sculptures and Sources (isbn 978 90 76940 50 2). Veel beeldhouwers doen dit liever niet, maar zij schroomt niet haar inspiratiebronnen naast haar eigen werk te laten zien. En dat kan ook poëzie zijn. In 2007 hoorde Else op de Parade het gedicht Rouwkost voor het eerst. Simon trad op met Spinvis in de voorstelling NOGA en had het slot van dit gedicht aangepast, want het was oorspronkelijk geschreven voor het 125-jarig bestaan van Begraafplaats Zorgvlied aan de Amstel. Het paste evenwel wonderwel in de voorstelling en het had haar diep geraakt.
Het heeft velen toen ontroerd en nu nog: gisteren mocht ik het voorlezen bij de opening. Zelf vond ik het nogal somber op zo'n feestelijke gelegenheid - het gaat immers over de dood - maar mijn zusje wilde het graag. Het had aan de wieg gestaan van haar beeld Voorbij.

 


Oordeel - 2010

Het beeld hierboven was haar laatste en daar stond ze nog wat ambivalent tegenover. Kwam haar idee wel genoeg uit de verf? Ziet u wat ik bedoel?
Dit is een vrouw met maar één borst. En Else wilde dat ze strijdbaar overkwam: een vrouw met maar één borst hoeft niet per se zielig te zijn. Wel wordt ze meestal zo door haar omgeving beoordeeld, maar matig u niet te snel een oordeel aan, is de boodschap!

Mij wachtte nog een aangename verrassing. Met een grote bos bloemen meldden zich drie Utrechtse vrienden uit ons recente verleden: de kunstschilder Baldin, de dichter Baban - beiden van Irakees-Koerdische achtergrond en hun weg fenomenaal gevonden hebbend in onze samenleving - en meester-drukker Frans Boon in wiens drukkerij alias "De Schuur" de leukste feesten en partijen zich afspelen. Simon en ik waren meermaals te gast. Volgende week zaterdag 11 december bijvoorbeeld de presentatie van de eerste cd van ud-speler Monir Goran onder een andere hemel. De uitnodiging gaat vergezeld van een tekst van Monir die zijn poëtische Perzische oercultuur verraad en mij nieuwsgierig maakt: ik houd van die cultuur, al mijn leven lang.

Verder heb ik de ouderwetse radio herontdekt. Ik heb hem meegenomen uit de tuin na inbraak-alarm - op de Sarphatistraat had ik alleen een digitale- en heb draaiend aan de knoppen een zender gevonden zonder gebabbel en met louter uitheemse muziek. 's Middags met name Braziliaans, ook al behorend tot mijn jeugdliefdes. Ik durf niet meer aan de knoppen te zitten, want vrees dit heerlijke station dan nooit meer terug te zullen vinden. Nu naar het 5-jarig jubileum van Ton en Ron op Buitenzorg. U hoort van mij.


 

Woensdag 1 december 2010


Bibi (8A) leest voor - foto Alexander Vinkenoog

Ik ben opgetogen over alles. Gisteren mocht ik medejureren bij een voorleeswedstrijd op de Burghtschool, een basisschool in Amsterdam waar men aan culturele vorming doet en onze kleinkinderen Marvin en Sammy hun kostbare jeugd in vreugde doorbrengen.
Wat is het heerlijk om talentvolle jonge mensen te ontmoeten en aan den lijve - ik heb nooit moeder willen worden - te ondervinden dat de fakkel heus wel zal blijven branden! Ik kan niet anders dan hier gedetailleerd verslag van doen.
Al voor de achttiende (!) keer wordt in heel Nederland De Nationale Voorleeswedstrijd & De Nieuwe Schoolstrijd 2010 - 2011 - inclusief prijzen en publiciteit - in de strijd geworpen om jongeren voor het misschien uitstervende boek te behouden, maar dit zeg ik verkeerd. Het gaat er in deze campagne om dat mensen al heel jong van lezen gaan genieten. Vorig jaar deden bijna 80.000 kinderen mee van 3.144 scholen! Het e-book heeft dus een gouden toekomst, mits de passie die wij voelen voor papier niet verloren gaat, en ook door electronica kan worden overgedragen. Want daar gaat het naar toe.
Als
ze maar blijven lezen - anders stelt de nieuwe wereld weinig meer voor.
Het was koud. Het was de dag tevoren gaan sneeuwen in Amsterdam, maar de warmte van de school maakte alles goed. Ik was alleen in de lerarenkamer waar de microfoon al stond opgesteld en aanstonds de vier kandidaten voor de hoofdprijs van deze school binnen zouden komen gevolgd door hun aanhang, in casu de klassen 7A, 7B, 8A en 8B. Jeetje - dat is aan de vooravond van een prachtige, nieuwe levensfase, het leven gaat geleefd worden, daar zijn ze zich zeer van bewust op deze leeftijd, en jong geleerd is . . .
Het waren vier meisjes, maar voor het zover was maakte ik kennis met de andere juryleden en dat was overweldigend sterk. Het worden voornamen, want ik heb niet één achternaam gehoord.



V.r.n.l.: Edith, Linde, Kyra, Barbara, Nikki, Julien, Sara

Scenario-schrijfster en leesstimulator-op-school Barbara en ik werden bij het jureren ter zijde gestaan door de nummers twee in de klassikale wedstrijden, weer vier meisjes, die zich een officiële handreiking graag lieten welgevallen, in volgorde van binnenkomst: Kyra (7A), Sara (8A) Linde (7B) en Nikki (8B) die de naam van de uiteindelijke winnares - een klasgenote - al op haar voorhoofd had geschreven bij wijze van spandoek: ZOË.
Gelukkig bevond zich één man in onze gelederen: Julien (8A). Hij had vorig jaar gewonnen en had nu de eervolle taak om het juryrapport te mogen voorlezen.
Ik ben al heel lang geen 9-minnetjes, 7-plusjes, 8-en een-halfjes en -heeltjes meer tegengekomen. Het tekent deze jonge mensen dat ze willen nuanceren, en zo duurde ons juryberaad een dik half uur. Bibliothecaresse Nel moest ons tot de orde roepen.
Het moge duidelijk zijn dat Roald Dahl de twee beste finalisten - Pander (7B) en Zoë (8B) literaire vleugels gaf en modernere schrijvers ver achter zich liet; daarin was de jury unaniem.
Met name juryleden Linde en Julien beschikten over een ongekend inzicht. Linde was een echte lezer, kende alle boeken en kon ons wijzen op Zoë, en dat zij exact het juiste stuk uit Joris en de toverdrank had uitgekozen waar alles om draait, en Julien lette op de Engelse uitspraak van woorden en namen, en vooral op de inleiding op het gekozen fragment: is het ons duidelijk waarom het hier gaat.
U begrijpt dat ik een heerlijke middag heb gehad en dolgraag een volgende keer weer van de partij zal zijn om te genieten van dit gretig, pril intellect. Een bijzondere foto-expositie kreeg ik bij het weggaan nog te zien: geschiedenislessen over de Tweede Wereldoorlog inspireerden groep 8 tot het maken van gedichten en beelden van hardhout en ijzerdraad. Ontroerend effectief.

Vandaag, op een woensdag, namen wij in het Amsterdams Historisch Museum afscheid van de Parool-portretten van Michiel van Nieuwkerk. Dat was voor mij een schok: ik wist niet dat de serie ophield. Aan alles komt natuurlijk een einde en een ander staat al weer te trappelen om die mooie bladzijde in de krant over te nemen . . . onze stadsdichter F. Starik en daar kan ik wel mee instemmen, maar ik zal Michiel missen.
80 schitterende foto's kijken ons aan in de Schutters - die zijn op tournee - galerij, lachen ons toe is niet van toepassing, cultuurdragers, met Simon als middelpunt - ook weer geen stralend middelpunt, maar de foto an sich is dat wel.


Michiel van Nieuwkerk zou bij wijze van opening worden geïnterviewd door Ronald Ockhuysen, chef kunst van Het Parool, en hij had mij gevraagd zijn secondant te willen zijn.
Hoe groter je rol is in het bijdragen aan de feestvreugde, des te bescheidener kun je je opstellen. Dat heeft weer tot gevolg dat het optreden zelf vanuit een heerlijke relaxedheid geschiedt, om daarna door talloze leuke mensen te worden aangesproken, en dat is het grootste compliment dat er is. Ik ging met een prachtige bos bloemen naar huis, poëzie van Federico García Lorca in de goodiebag, en boordevol goede gedachten een ijskoude nacht in. Wat zou ik mijn mooie, warme bontjas nu graag willen dragen of mijn zilvervos. Waarom zijn we in hemelsnaam zo intolerant geworden in dit land dat ik daarvoor naar Rusland moet - wat ik maar al te graag zou willen. Winter, wat ben je snel gekomen, maar wat heb ik je lief.


Donderdag 25 november 2010


Het Parool donderdag 25 november 2010

Fotograaf Michiel van Nieuwkerk fotografeerde voor PS Kunst, de wekelijkse kunstbijlage van Het Parool, Amsterdammers die werkzaam zijn in de kunsten. Van 2 december 2010 t/m 2 januari 2011 is een selectie van deze bijzondere portretten tentoongesteld in de Schuttersgalerij van het Amsterdams Historisch Museum. De foto-expositie toont de cultuurmakers en cultuurdragers van Amsterdam. Mannen en vrouwen die ieder op hun eigen manier functioneren als cultuurambassadeur van onze stad. Elk fotoportret heeft zijn of haar eigen verhaal binnen het culturele veld.

Zo luidde de tekst op de uitnodiging. Michiel had mij voorzichtig gevraagd of hij Simon voor de publicitaire doeleinden mocht inzetten en mijn hart juichte. Hij vond het de mooiste foto die hij gemaakt had en zag het als een postuum eerbetoon. 'Ik bewaar bijzondere herinneringen aan onze ontmoeting' zei hij en dat was wederzijds. De ontvangst was hartelijk geweest, een goede gastheer die uitstekende koffie serveerde, de fotoshoot duurde kort en . . . wij mochten de foto's meteen zien . . . Mij trof de Rembrandteske schoonheid ervan, tegen die onbestemd olijfkleurige achtergrond. Het zou nog bijna een jaar duren voordat deze foto in de krant zou staan. Om de zoveel tijd stuurde Michiel ons een e-mailtje of er nog iets belangrijks te gebeuren stond zodat er een aanleiding was om de foto te plaatsen. Dat was op woensdag 24 juni van het vorig jaar. Simon heeft het nog net zelf kunnen meemaken, zie archief www.simonvinkenoog.nl dat nog dagelijks bezocht wordt door meer dan honderd mensen van Osaka tot Chicago (!) blijkt uit de steekproef die ik sporadisch houd.
Als ogen de spiegels van de ziel zijn, dan heeft zelden een fotograaf zo scherp gezien hoe diep verdrietig Simon in wezen was om de wereld. En pijn zie je, ja dat had hij. Het is een tragische Simon en zo kennen wij hem niet. Ik vermoed dat het 'bijzondere' aan de ontmoeting was dat Michiel getuige was van een complete metamorfose toen hij onze hartewens raadde en ons ook samen op de foto zette. Toen geschiedde namelijk een klein wonder: het verdriet smolt weg als sneeuw voor de zon. Ik ben benieuwd of hij dit kan beamen. Mijn verrukkelijke knul siert vanavond de krant, een belangrijke man die niet snel zal worden vergeten. Dank je, Michiel.


Vrijdag 12 november 2010

De post op de Paalberg is aangekomen: mijn lieve tuinvrienden Gerrit Mol en Remge Dobma waren zo attent om mij per poststuk succes en vreugde toe te wensen aldaar. Dank, er stond een mooie, roze envelop voor mijn deur. Men weet daar dus wie en waar ik ben, ook al ben ik nog niemand gaan bezoeken. Ook heb ik de lift naar boven nog nooit durven nemen, eigenlijk had ik dat al lang moeten doen. Eén keer stond ik op het punt, helemaal in het begin van deze ruimtereis, maar het was in het weekend. Er was niemand en ik kon mij een scenario voorstellen dat in ieder geval ruimer was dan onze kleine wc in de Sarphatistraat - opgesloten zittend met in mijn handen het verkeerde eind van de kruk van de deur, goedkope Gammastuf alleen qua vorm wel mijn smaak - maar het zou anyhow een weekend duren. Dat deed ik dus niet, morgen misschien, ik ben al wat meer gewend. Want het blijft natuurlijk een bizar grote kantoorbunker. Het woord 'kantoor' spreek ik liefhebbend uit, omdat het dat al lang niet meer is en ik geen kantoortijden hoef aan te houden.



Foto's van Derrick Bergman en beelden van mijn zusje Else Ringnalda

Iedere keer werk ik in alle kamers tegelijk, is mij opgevallen. Omdat het zo functioneel groot is, ben ik heel wat meer ruimte gaan gebruiken dan ik aanvankelijk van plan was. De galerie is inmiddels een galerie en de bibliotheek krijgt vorm al naar gelang ik meer dozen open en een effectieve ordening der boeken duidelijker wordt. Wat een interessegebieden!

De archiefkamer ligt voorlopig nog bezaaid met affiches en originelen uit een jong en oud verleden. Telkens hang en steek ik weer wat op van deze oeverloze verzamelaar. Straks komt er een grote tafel te staan, en op aanraden van biograaf Derrick Bergman die maandag kwam kijken, richt ik een archiefkast in met speciaal materiaal: de opschrijfboekjes, dummy's en plakboeken gaan nu al terug tot 1959! En er komt nog meer bij, iedere doos een verrassing.

Het is weekend en zondag ga ik weer eens naar mijn vrienden in Ruigoord voor de literaire middag waarop Hans Plomp mij vanuit Syrië (!) attendeerde. HET WOORD IN RUIGOORD, aanvang:16.00/vrij entree. BEAT POETS IN NEDERLAND met Eddy Woods, Joep Bremmers, Peter van Lieshout, Yvonne van Doorn, Karel Wasch, Bastiaan ter Meulen en Ezra de Haan www.ruigoord.nl. Ik ben benieuwd naar hun heart-beat, de mijne gaat al tijden te hard.


Zondag 7 november 2010

Neen, over Harry Mulisch heb ik niet veel te zeggen. Voer voor psychologen heb ik verslonden, Het stenen bruidsbed verzwolgen en De ontdekking van de hemel in een ruk uitgelezen. Een goede schrijver. Ik ben niet zo'n grote lezer en kan hem dus niet beoordelen, maar vermoed dat het imago dat hij van zichzelf schiep belangrijker was dan zijn oeuvre, dat daar natuurlijk een significant onderdeel van uitmaakte.
Laat ik zeggen dat zijn uiterlijk ronduit imposant was, zo'n man sprak je niet tegen, niet over het hoofd te zien nergens. Hij had een koninklijke manier van zich minzaam gedragen, maar daarmee ken je de man nog niet, ook al vertoonde hij zich nog zo vaak in het openbaar, zeer self-conscious, als ware het een permanent optreden. Een sfinx ook, dat wil zeggen ontoegankelijk/niet te kennen voor niet- intimi. Wel, dat is zijn goed recht. En ik mocht zijn onmogelijke onbescheidenheid graag!
Ik had iets anders te doen op de dag van zijn begrafenis - dank voor de persoonlijke uitnodiging - maar wilde wél weten waar ik niet bij was.

Ik zette de televisie aan om 10.45 en heb de hele zitting gebiologeerd gevolgd. Met name Marcel van Dam en Reinbert de Leeuw raakten mijn hart. En dat voelde zwaar, toen ik mij na twee uur kijken en luisteren op weg begaf naar Leiden waar ik om 14.00 uur in de Pieterskerk werd verwacht.
Ik kon niet uit onder de vergelijking met Simons begrafenisrituelen op 18 juli 2009. Licht versus zwaar (veel zwart), vreugde versus smartelijk verdriet (zou dat iets te maken kunnen hebben met de manier waarop een oude van dagen doodgaat?), eenvoudige rijkdom versus groot vertoon, vrienden en liefhebbers versus hoogwaardigheidsbekleders en BezigeBijBekenden. As you like it. Maar dit was slechts het begin van een dag die zou eindigen in Café Americain voor informeel samenzijn, en ik hoop dat de intimi toch kunnen terugzien op een feestelijke dag waarop verdriet niet heeft kunnen verhinderen dat vreugde uiteindelijk de boventoon is gaan voeren.

In de prachtige binnenstad van Leiden vond de jaarlijkse Boekkunstbeurs plaats en Jos Brabants en zijn vrouw Hilde waren daar dit keer present met Aardse Zekerheden. Uit pure vriendschap, en ik ook uit dankbaarheid, geven dan ook de andere betrokkenen acte de présence: Anna Luyten, Jan van Herreweghe en Bert de Keyser, die een superbiologische fles Kriekbier voor mij had meegebracht uit Brussel waarmee ik mijn razende dorst terstond leste; het was warm in de kerk en ik had winterkleren aan.


In een hoekje van het koor van de kerk getuigden wij wederom van het wonder van de liefde voor een intiem klein gezelschap: Kunst is de Liefde in elke Daad om met Paul van Ostaijen te spreken, voorbeeldig van toepassing op mijn Vlaamse vrienden. Zoiets is voor mij doodgewoon een feestje. Bert en Anna gingen daarna naar Amsterdam voor de Museumnacht en ik naar mijn moeder in Den Haag.


 

Donderdag 4 november 2010

Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt. Zo karakteriseerde mijn moeder mij ooit en dat blijkt nog steeds zo te zijn. Ik ben bezig met schoon schip maken thuis op de Sarphatistraat, en om de andere dag doe ik mijn grandioze kantoor op de Paalberg aan en vermaak me daar in mijn eentje meer dan opperbest. Ik kom zo'n ongelooflijke diversiteit tegen op beide locaties dat ik er tegelijkertijd opgewonden en dan weer moedeloos van word. Alles heeft betekenis en niet zo'n beetje. Ik moet inductief te werk gaan - van het algemene naar het bijzondere - maar bijna alles is bijzonder omdat hij het is. Ik wil een heleboel boeken wegdoen want Simon was manisch verzamelaar en dat ben ik niet. Ons huis was dichtgegroeid en dat is niet gezond. Hij heeft zijn wanhoop daarover nooit uitgesproken - daarvoor was hij een te gelukkig mens - maar ik voel hem nu.
Ik kom de mooiste briefjes en aantekeningen tegen tussen de bladzijden van de boeken die ik vluchtig doorblader. Dat weet ik nu: je komt dan schatten tegen. Wat heeft mijn interesse niet en gaat de deur uit, en wat ontroert mij en wil ik behouden.
Par exemplum - vergeef me - een A4-tje met een gedachtengang van Simon over de 'oneindige seksuele variatie tijdens lange-termijn monogamie' naar aanleiding van een boek van de Canadees Christopher Dewdney - The Secular Grail - die wij kennelijk in 1996 op Poetry International hadden ontmoet, en naar aanleiding van de opdracht die hij aan ons beiden schreef: 'For Simon Edith, as mutual explorors of the nascent realm'. Waargemaakte Wishfull thinking. Toen ik even uitrustte en aan dat mooie statement terugdacht kon ik het nergens meer vinden in de grote papieren- en boekenberg en toen werd ik even radeloos. Ik ben een zeer logisch mens, dus ik vond het wel weer, maar eerst was ik in tranen.



Toen ging de telefoon. Een Amerikaan stelde zich voor. Nou, dat was ik in het verleden wel gewend maar toen kwam het: 'You just won the mega-jackpot in Las Vegas - dial 9 . . . en ik smakte de hoorn op de haak en barstte in bulderend gelach uit. Humeur meteen weer okay. Gisteren wilde ik namelijk intunen op deelname aan 'Miljoenenjacht' met Linda de Mol, die ik graag wil ontmoeten, maar de website was bewust onbereikbaar, zodat je het telefonisch zou doen en dat deed ik. Alle gegevens verstrekt (0,15 cent per minuut), gegevens van mijn 'luckynumber' en mijn telefoonnummer, maar toen kwam de val: wél meespelen in de Postcodeloterij - en dat wil ik niet. Ik kan weer lachen, maar ben beducht.

In de hoek bij ons bureau stonden zijn plakboeken schots, stoffig en scheef. Voor het eerst heb ik ze allemaal bekeken: een enorme verzameling iconografie uit met name de jaren zestig.
Drie handgeschreven documenten wil ik u niet onthouden. Ik laat ze in het groot zien anders zijn ze niet te lezen. De eerste misschien nog wel - ik denk het vroegst bewaard gebleven handschrift van Simon: een brief aan zijn vader die postbode was en piccolo speelde bij de Postharmonie. Zijn ouders waren gescheiden toen hij zes jaar oud was, zijn moeder kende de postlopersronde van zijn vader op de grachten en spiedend stuurde ze Simon dan op hem af met een briefje:

 


Het volgende is een Allen Ginsberg tekst lijkt mij. Joep geef jij uitsluitsel?

 

Een gedicht van Christopher Logue (1926 - ), Engelse vriend uit een ver verleden:

En Simon plakte die teksten van zijn logés dan meteen in het plakboek dat hij in die tijd onder handen had.
In Zuidoost was ik alle mappen met affiches en beeldende kunst gaan bekijken. Ook daar kwam vijftig jaar verleden boven water, al dan niet verschrikkelijk gehavend:

Maar soms zo mooi dat ik ervan naar de Paalberg verlangde, dus mee naar huis genomen:
een litho op papier van Klaas Gubbels uit 1960, gedateerd 20 augustus. Dat maakt mij blij.


 

Vrijdag 29 0ktober 2010


Foto: Joep Bremmers, Simons literair agent

Kleine impressie van wat ik zoal gedaan en gezien heb. Dit was afgelopen woensdag. Samen met Joep Bremmers ben ik de galerie op de Paalberg gaan volhangen met pastelkrijttekeningen van Simon (op de foto is niet te zien dat we nog vier panelen doorgaan) die in de Vondelkerk lagen te wachten. We waren op zoek naar de etsen van Aat Veldhoen, maar stuitten in dezelfde reuzenportfolio ook op deze explosie van vreugdedrift uit 1991/1992.
Zelf had ik Aldo Piromalli (Rome, 1946) al opgehangen: er kwamen acht ongeschonden schilderijen te voorschijn. Gisteren heb ik de gang volgehangen met affiches, want evenals Simon houd ik daarvan: vol is vertrouwd! Met smart wacht ik op de rieten bank, rode stoel, de tafels en boekenkasten die mij al zijn toegezegd, om mijn nieuwe omgeving als een handschoen om mij heen te kunnen ervaren. Eerst moet het overal gezellig aanvoelen - en dán kan ik aan het echte werk beginnen.

Gisteren gaf ik ook gehoor aan een uitnodiging om te vieren dat het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis 75 jaar bestaat. Dat instituut ligt mij zeer na aan het hart in tegenstelling tot het Letterkundig Museum, dat geen enkele sjoege geeft als het om Simon gaat. Dit was voor mij een netwerkfeestje en dat werd het ook. Bij binnenkomst stelde Laurens Vancrevel mij voor aan de directeur van het IISG Erik-Jan Zürcher, die terecht benadrukte dat 'alle documentatie en fotomateriaal bezitten nog geen tentoonstelling maakt - daar is weer ander vakmanschap voor nodig.' Laurens vertrouwde mij toe dat deze briljante man hoogleraar in Leiden was geweest en alles afwist van de Turkse en andere Oosterse Letterkunde, maar dat de vakgroep in 2008 was wegbezuinigd. We hadden het over ontzagwekkende kennis die nu dus niet meer doorgegeven kan worden.
De tentoonstelling was indrukwekkend: vijf eeuwen sociale geschiedenis verzameld door het IISG dat wereldfaam geniet. Natuurlijk heb ik uit naam van Simon de prachtig geïllustreerde catalogus gekocht en opgesnoven. Ik ben er trots op dat dit instituut zich over Simons nalatenschap wil ontfermen.
Na het officiële gedeelte ging men eerst uitgebreid aan de borrel en heerlijke hapjes, en zo had ik de gelegenheid om wat foto's te maken:


Het IISG werd in 1935 opgericht door Nicolaas Wilhelmus Posthumus, toen de opkomst van dictaturen in Europa (Hitler, Stalin en later Franco) een bedreiging ging vormen voor de nalatenschap van oppositiebewegingen. In die beginjaren vonden belangrijke archieven uit Duitsland, Rusland en Spanje in het IISG een veilig onderkomen.


In deze wereldbol van kijkdozen zijn alfabetisch op land alle wereldverbeteraars te zien.


Dan zei mijn vader vroeger, als het om het Oost-blok ging: 'Wil jij achter prikkeldraad wonen?'




De Rote Armee Fraktion en alle boeken die er tot nu toe over zijn verschenen . . .



Ik heb bijna drie jaar in Israël doorgebracht . . . 1983 - 1986 . . . leerzaam . . .


Joop den Uyl, de favoriete premier van mijn vader - zijn secretaris-generaal op Algemene Zaken -
ook al verschilden zij politiek gezien totaal van mening: zij waren vrienden, op dezelfde dag jarig.


Robert Jasper Grootveld was vertegenwoordigd met een van zijn handgeknoopte vlotten van piepschuim.
Op zo'n vlot mocht ik op mijn huwlijksdag naar het stadhuis varen met 64 vrouwen,
evenzovele als er velden op een schaakbord zijn . . . schaken - überhaupt mijn lievelingsspel.

De tentoonstelling is te bezichtigen bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam van 29 oktober 2010 t/m 30 januari 2011, dinsdag tot vrijdag 10 -17 uur en op zaterdag en zondag van 13 - 17 uur op de Oude Turfmarkt 129 (Rokin) Amsterdam en is bedoeld om het IISG zichtbaar te maken voor een groot publiek. Zeer de moeite waard.
www.bijzonderecollecties.uva.nl en www.iisg.nl

_ _ _


V.l.n.r. Vic van de Reijt, Wilma Schuhmacher en in rood Eddie Schuyer een oude vriend van mijn vader.

Vandaag en morgen is er een antiquarenbeurs - de 31e Amsterdam Antiquarian Book, Map & Print Fair - in de Amsterdamse Passengers Terminal. Op beide beursdagen presenteren verschillende literaire genootschappen, margedrukkers en uitgeverijen zich op het Main Deck, met uitzicht op het IJ.
Mijn uitgever Vic van de Reijt - biograaf van Willem Elsschot - zou om 16.00 uur de 83-jarige Wilma Schuhmacher interviewen en daar wilde ik bij zijn. Voor liefhebbers volgt hier een persbericht:

24.10.10
NIEUWS: Twintig Beenen en veertig Pensioenen

Antiquariaat Schuhmacher biedt op de beurs een unieke collectie van circa 150 bandvarianten van alle drukken van Willem Elsschot aan, tot en met diens Verzameld werk uit 1957. Vanwege de documentaire waarde is deze collectie enkel als geheel te koop. Het Amsterdamse antiquariaat vult de stand tevens met los verkrijgbare eerste drukken en opdrachtexemplaren. Een topstuk is de eerste druk van Pensioen, met een handgeschreven opdracht van Elsschot aan zijn grote vriend Greshoff: 'Aan Jan Greshoff/ Antwerpen, 10 nov. 1937/ zijn verkleefde/ A. De Ridder'.

Wilma Schuhmacher publiceerde deze week, na jarenlange intensieve studie, het rijk geïllustreerde Willem Elsschot in boek en band. Een eerste inventarisatie van bandvarianten. Schuhmachers grote collectie Elsschot - te zien en te koop tijdens de Amsterdam Antiquarian Book, Map & Print Fair - vormt de basis van deze publicatie. Behalve een overzicht van alle verschijningsvormen van Elsschots werk laat de inventaris tegelijk zien hoe verschillende uitgevers in de loop der jaren hun uitgaven aan de man wilden brengen.

'Een boek dat in 1941 in de etalage ligt, kan gedrukt zijn in 1932, een titelpagina uit 1938 hebben en een band uit 1941. Het heeft soms wel maanden geduurd eer ik erachter kwam hoe het zat. Natuurlijk moet je zo veel mogelijk exemplaren van een druk tot je beschikking hebben, die boeken moeten letterlijk aan je voeten liggen. Ik heb wel twintig Beenen en veertig Pensioenen,' sprak Wilma Schuhmacher onlangs tegen tijdschrift De Boekenwereld.

_ _ _

En natuurlijk zou ik daar vriend René Franken treffen van antiquariaat Demian in Antwerpen.
Hij had nr 25 (mijn lievelingsgetal) bij zich van Aardse Zekerheden, dat al was aangekocht door de Erfgoed Bibliotheek in Vlaanderen, maar dat ik mocht ruilen voor nr 80. Hij was razend benieuwd naar mijn nieuwe onderkomen aan de Paalbergweg en deed mij de suggestie aan de hand de foto's van Derrick Bergman te exposeren, die op Simons 80ste verjaardag in de OBA te zien zijn geweest, waaronder Simon in de gewelven van de Vondelkerk tussen de boeken en archieven waar ik mij nu mee ga bezighouden. Galerie Vondelwerk zou mijn werkplaats ook kunnen heten.
Morgen brengt mijn zuster Else een paar beelden voor de galerie, alvorens wij naar de Begraafplaats Sint Barbara gaan. Cartograaf Ben Speijdel presenteert daar zijn boek Geborgen liefde in beeld, de begraafplaats letterlijk tekenend in zijn geheel in kaart gebracht, verluchtigd met tekeningen van bijzondere graven waaronder dat van Simon - door Else gemaakt.
U voelt het: voor mij geen winterdepressie maar een opmars naar iets nieuws!

Post Scriptum


Zaterdag 23 oktober 2010

Today is the first day of the rest of my life!


Bart Verheul, Arthur en Alexander Vinkenoog . . . good job well done!

Voor wie er ooit geweest is, mag het een wonder heten: de gewelven in de Vondelkerk zijn leeg.
Op donderdag 30 september kreeg ik van Eric Duivenvoorden een e-mail met een foto-album van de Paalbergweg 9 - 11 in Amsterdam Zuidoost. Hij werkt zowel voor de Stichting Urban Resort, die leegstaande panden van de gemeente Amsterdam tactvol beheert, alswel voor het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, het IISG. Hij onderkende het belang van deze onderneming en was doelgericht voor mij gaan zoeken.
Na telefonisch contact met John Konijn kon ik op donderdag 7 oktober de ruimte zien die men voor mij in gedachten had. Hans Bulters leidde mij rond: ik viel van de ene in de andere verbazing. Op donderdag 14 oktober mocht ik de gebruikersovereenkomst ondertekenen tezamen met Chief beheerder Fons Schrader, en kreeg ik de sleutels. Maar dan . . .
Ik had op een vrachtwagen van het IISG gehoopt, maar die was waarschijnlijk wegbezuinigd.
Eric Duivenvoorden bood aan met een busje van een oude vriend, Roel, en nog een sterke jongen de klus te willen klaren. Hij kon niet weten wat hij zei!
Maar ik wist wat mij nu te doen stond. Met een gunst vragen heb ik altijd moeite gehad, dus bijna nooit gedaan. Er is een spreekwoord dat zegt: 'In tijden van nood leert men zijn vrienden kennen.' Ik wist tot wie ik mij kon wenden:

Ellis en Kees Verheul uit Ouderkerk aan de Amstel

Arthurs pleegouders, en goede vrienden van mij geworden. Ik durfde op te bellen en kreeg van Ellis het volmondig JA! woord - de tranen sprongen in mijn ogen toen ik de hoorn op de haak legde (gekke woorden, nu we bijna allemaal een mobieltje hebben).
Op donderdag 21 oktober bracht ik met Kees Verheul sr. een bezoek aan beide locaties. Professionals laten terecht liever niets aan het toeval over als het om logistiek gaat.
'Kat in het bakkie' zei hij, wat zoveel wil zeggen als 'Voor ons is dit een makkie.'

ONS. Daar gaat het om. Hij bedoelde zijn zonen Arthur, Kees jr. Dirk en Bart. Gijs moest werken. En natuurlijk waren Alex en Anna ook van de partij. Het ging in feite immers om hun verleden dat daar al meer dan twintig jaar heeft staan afwachten: wat gaat er met mij gebeuren?



Dirk Verheul in afwachting van . . . 150 verhuisdozen . . .

Vele handen maken licht werk. Ook zo'n wisecrack, maar helemaal waar: in anderhalf uur waren we klaar. De hele familie was in tune. Talitha had laten weten dat haar man Marc Bary meters stellingkast en archiefkasten voor mij had staan; zo op te halen als ik ze wilde hebben. Nou, wat graag, want dan kon ik terstond aan de slag. In één grote zwaai ging de vrachtwagen richting de Kromme Meidrechtstraat om dat alles op te halen om even later de laadklep te laten zakken op de trappen van de Paalberg, en de steekwagentjes rolden hun gemakkelijkste gang.

Anna had voor een heerlijke lunch gezorgd - volbloed bruinbrood, krentenbrood en appeltaart van ons aller favoriete bakker Hartog - tonijnsalade - mandarijntjes en lekkere sapjes.
Hier ziet u ons zitten, a good job very well done!

Het is vollemaan vandaag, maar wij zullen haar niet zien. Wel voelen. Ik tenminste, na deze grandioze operatie. Lieve familie, we hebben Simon geen betere eer kunnen bewijzen dan deze.
Donderdag - wonderdag.


Woensdag 20 oktober 2010

Ik ben verliefd op de Grote Markt in Brussel, zag haar in de winter van 1982 voor het eerst bij nacht, uitgelicht, en werd diep getroffen, als ware het Het mooiste Opera-décor van de Wereld.
Om half vijf in de middag kwam ik gisteren aan op Brussel Centraal - gelukkig werkten de spoorwegen weer - en begaf me onmiddellijk naar deze hemelse plek.

Zoveel grandeur bij elkaar op één plein hebben wij gewoon niet in Nederland - en ik heb alle oude steden in ons land gezien aan Simons zijde; stad en land af. De Burcht in Leiden, de stadhuizen van Gouda en Delft, de Grote Markt in Groningen, de door kerken gedomineerde pleinen in 's Hertogenbosch of Maastricht, de binnenstad van Middelburg, alle even schoon en historisch maar de burgerlijke koopmansgeest ademend, terwijl steden als Gent, Brugge en Brussel je doen voelen dat dáár de keizerlijke arm van het Habsburgse rijk werkelijk geheerst, geleefd en geregeerd heeft.
Moeiteloos vond ik verder mijn weg via Manneke Pis naar Het Goudblommeke in papier waar Simon op 17 december 2008 nog werd gefilmd en geïnterviewd toen Vinkenoog Verzameld net was verschenen. Boeiend toch, dat over dit magnum opus in Nederland vrijwel geen letter werd geschreven. Zou het iets met die keizerlijke traditie te maken kunnen hebben dat de Belgen zoveel trotser zijn op hun cultuur dan wij?

Aan dezelfde tafel zat ik gisteren met Hilde en Jos Brabants en Jan, een van hun vrienden. Simons stoel is onbezet. Jan van Herreweghe liet verstek gaan wegens verschijning en promotie-activiteiten van zijn nieuwe boek - bekaf dus - maar beeldend kunstenaar Bert de Keyser had voor deze gelegenheid een schitterend tekenblokboekwerk samengesteld, doorspekt met teksten van bevriende Belgische schrijvers die Simon hebben gekend. Hij had ook een tentoonstelling ingericht van de schetsen die hij in 2008 van Simon maakte.

Het achterzaaltje zat vol toen de veelzijdige filosofe Anna Luyten mij interviewde. Weer een vriendin erbij, dacht ik, en wat gaat dat in Naburije toch veel sneller en natuurlijker dan bij ons!
Want werkelijk: de warme gevoelens die daar over en weer vliegen zijn écht; niet alleen voor het moment maar voor altijd. Goed voorbeeld daarvan zijn Leentje en Pjeroo Roobjee die een hommage aan Simon ten gehore bracht op deze memorabele bijeenkomst. Om twaalf uur 's nachts drukte ik de laatste druppels uit het vaatje eco-kersenbier dat Bert had meegebracht, alvorens mijn weg te vinden naar de gastenkamer van vrienden, aan een Brusselse boulevard, waar ik mocht overnachten. Ik had er een beetje tegenop gezien om bij onbekenden te logeren, edoch Georg kwam de sleutels vooraf brengen en zo had ik een mooie stille witte kamer voor mijzelf alleen die nacht. Geen plichtplegingen meer en ook geen goed glas wijn dat er dan meestal meer dan één wordt.

Fotograaf Filip van Zandycke had ervoor gezorgd dat degene over wie het ging de hele avond permanent aanwezig was - het volume stond niet UIT maar zachtjes AAN - in ons midden op twee beeldschermen met verschillende dvd-tjes; dat ook nog. Het was supertof om met al deze bevlogen mensen samen te zijn. Daar kan ik weer een tijd op teren. Dank, lieve vrienden.


Vanmorgen op weg in de trein naar huis even een knipoog uit de hemel . . .


 

Maandagnacht 18 oktober 2010

Nu ik weer thuis ben in de Sarphatistraat kan ik weer tikken wanneer ik wil: Electricity all over the place all the time in tegenstelling tot de tuin.
Dus hier nog even wat geslaagde foto's van de surpriseparty voor Nico Koster die vandaag 70 jaar is geworden, galeriehouder en voor velen een échte vriend. Dat bleek de avond tevoren al, toen zo'n 120 vrienden uit het Spiegelkwartier acte de présence kwamen geven in Restaurant Rendez-vous voor de surpriseparty Nico is nog niet jarig! Daar was ik wel voor uitgenodigd maar niet bij, dus ik heb het optreden van Willeke Alberti en een buikdanseres en nog veel meer gemist. Nico had genoten en dat was hem aan te zien.
Het kleine feestgezelschap waartoe ik vanmiddag behoorde had een feestlunch voorbereid voor Nico en zijn vriendin Leentje ten huize van Aat Veldhoen:


Aat en Hedy leggen de laatste hand aan de tafel, terwijl Nico zijn stralende Muzen fotografeert . . .


. . . Leentje links en Tessa die de lunch bereidde


. . . heerlijk luisterend naar de zevende gast aan tafel: Jan Sierhuis

Drie maal is scheepsrecht en dat past bij Nico Koster: de surpriseparty die vanavond in zijn eigen huis werd georganiseerd door zijn dochter Nicole en zoon Chris zal nu nog wel in volle gang zijn!

Kees Verheul senior laat er geen gras over groeien. Donderdag gaan we zowel naar de Vondelkerk als naar de Paalberg om in te schatten hoe de verhuizing dient te verlopen. Misschien al aanstaande zaterdag. Mijn dromen nemen vormen aan als : ik wil een grote kerstboom in de galerieruimte, en lichtslingers. Het aanzicht moet er aantrekkelijk uitzien, daarom liet ik u die kale foto's zien en verheug me nu al op de aangeklede versie! Enig.
Een beetje naar bed nu - morgen naar de Zuiderburen in Naburije waar ik me ook zo goed voel.


 

Zondag 17 oktober 2010


Dit staat op de voordeur . . .

Diep ontroerd was ik eigenlijk toen de heer Fons Schrader de gebruikersovereenkomst donderdag met mij doornam en vertelde over de filosofie van zijn bedrijf; ik ben in goede handen. Ik heb de sleutels in ontvangst mogen nemen van een riante kantoorunit en ben gisteren voor het eerst alleen gaan kijken op de locatie waar ik aan een grote opdracht ga beginnen en veel tijd zal doorbrengen. Inside information over wat er met het gebouw mogelijk gaat gebeuren in de toekomst deed mij wegdromen. Dat mag. Het is een oude, leegstaande kantoorreus aan een metrohalte ver weg, waar enkele bedrijfjes en kunstenaars hun intrek mochten nemen want dat is goed voor een gebouw. De kranten staan er de laatste dagen vol over. Wat een ruimte - verlicht, verwarmd en waarom die niet benutten als je er betrouwbare anderen een immens plezier mee doet? Ik hoef niets te betalen omdat de beheerder mijn zaak serieus ter harte neemt, én omdat er in het slechtste geval een ontruiming binnen vier weken gerealiseerd moet kunnen worden.
Dat zien we dan wel weer en is eigenlijk een stok achter de deur, want toen ik daar eenmaal in mijn eentje op de grond zat en ging voelen wat de ruimte mij te zeggen had, zag ik voor me hoe het zou kunnen zijn. En dat was dermate leuk - ik zou er een cultureelcentrumpje kunnen beginnen in the middle of nowhere - dat ik wel jaren zou willen blijven. Wel, wie weet?

De grote vergaderzaal waar ik binnenkom laat ik ongemoeid, maar eenmaal in de gang begint mijn domein en zullen de posters en affiches komen te hangen die al heel lang op zolder staan en in de Vondelkerk liggen opgeslagen.

De zonnige kleine hoekkamer - twee wanden van glas, er moet een glazenwasser komen - zou mijn gezellige eet/ontvangkamer zijn. Een tafel, stoelen, een ijstkastje, een sofa, een plant en een mooie lamp. Een foto van Simon (fotograaf Ben Kleyn) heb ik er al opgehangen. Veel dode vliegjes en één levend spinnetje; dat mag blijven. De ramen kunnen niet open en dat is voor een natuurmens als ik een beetje moeilijk, maar ala het wordt toch winter. Die ruimte hang ik lekker vol met heerlijkheden en natuurlijk hoor ik muziek.
Tegenover elkaar, verderop in de gang, bevinden zich de grote, inpandige opslagkamer en de grote kamer met uitzicht op treurwilg, waar de papieren worden gewikt en gewogen.

Een echte archiefruimte moet dat worden; geïnteresseerden zijn welkom. Volgt een kleinere kamer die foto's, audio/video, beeldende kunst en diversen herbergt, gelegen naast de volgende grote kamer waar de boeken worden geschift en gescheiden; de bibliotheek dus.

En on top of it all een schitterende grote ruimte met vitrinekasten die uitzicht bieden op de entree van het gebouw en ineens zie ik daar een galerie voor me, een expositieruimte met wisselende (foto)exposities, geheten Club AZ (bestaat nog niet!); van Aardse Zekerheden. Dan stel ik me voor dat Raoul Wijsma en Jesse Dorrestijn komen zingen, we zondags goede soep serveren aan het eind van de middag, dichters wat van zich laten horen, zo nu en dan een veiling houden van wat voor handen is, kortom ik sloeg op hol, want daar is het niet om begonnen. Maar dat ik het voor mezelf alleen al zo leuk mogelijk ga maken, dat ligt in mijn aard. Iedereen is welkom, huisraad die u overheeft (tafels, stoelen, lampen, boeken- en archiefkasten), krijgen bij mij een tweede leven: neem mee! Want het is helemaal leeg daar en heel erg groot. Heerlijk, dit is een ruimte waarin ik mijn potenties kwijt kan.

Eerst nog een surpriseparty morgenmiddag, dan eten bij Ellis en Kees Verheul en dinsdag naar Brussel om in het Goudblommeke in papier - een heel oud beroemd cafeetje - voor te lezen uit Aardse Zekerheden. Na Amsterdam en Antwerpen nu de woonstee van Bert De Keyser om ons grote boek te presenteren. Mijn nieuwe vrienden Jos Brabants en Jan van Herreweghe zullen wederom hun verhaal doen en deze keer doe ik dus ook mee. Jongens, ik verheug me.


Maandag 11 oktober 2010

Afgelopen zaterdag werd het tuinseizoen op Buitenzorg traditioneel afgesloten met de Lichtjesavond, een vreugdevol spektakel. Want na een vorstelijk diner gaan de kinderen poppenkast kijken - dit keer buiten in ons nieuwe Simon Vinkenoog theater bij de boom, terwijl de ouders/ouderen in hun tuinen kaarsen, flambouwen, fakkels, vuurtjes, lampions, olielampen, lichtslingers met ledlampjes, waxinelichtjes, kortom alles wat kan branden, aansteken - en dat geeft een feeëriek effect - in afwachting van de gezamenlijke optocht.
Sinds enkele jaren beginnen we met een drie-gangen-diner en ik had me opgegeven voor de kookploeg. We hebben een buitengewoon goed geoutilleerde keukentent met twee reuzen van gasbranders om voor 80 à 90 mensen te kunnen koken. Onder leiding van mijn vriendin Yvonne was het dit keer Marokkaans: harira (soep met lamsvlees) - kalfsvlees met pruimen, een vegetarische tahine, linzenschotels en salade van fijngesneden tomaat, komkommer en koriander, turks brood - met de handen eten werd aanbevolen - en als dessert Turkse yoghurt met honing en walnoten. De tafels worden met damastpapier bedekt en iedereen neemt zelf bord, soepkom en bestek mee.
Na de borrel op ons herfstzonnige voorterras begaven wij ons rond 18.00 uur naar binnen. Familie en vrienden waren welkom - tot de maximum capaciteit bereikt is - en zo had Anna, Simons dochter die zijn ateliertje van mij heeft gekregen en medetuinder is geworden, haar halfzusje Talitha en haar dochtertjes Bodil en Babette uitgenodigd, en ik Alex (2e zoon van Simon) en Dagmar met hun kinderen Marvin en Sammy; we hadden onze eigen familietafel.


Het werk van Sterre Cascado

Tussen hoofd- en nagerecht mocht ik de Winterexpositie toelichten die ons vrolijk toelachte vanuit de vitrinekast en overal aan de muren om ons heen. De jonge deelnemers waren tussen de 2 en14 jaar:
Sytze van Baardwijk (14), Brigid (12), Casper Prillevits (7), Sterre Cascado (7), Mees de Kruiff (7), Luisandro (4), Camille (5), Tommy Chical (8), Hugo Botman (9) en Sol Cascado (2).
Wat een talent aan boord! En ik benadrukte nog maar even dat het Paradijs bestaat: Hier&Nu en dat je nooit te oud bent om te ontdekken dat je over een onvermoede gave beschikt (Hannie Cadee, 64 jaar, zie vrijdag 1 oktober).


Mandala's van Hannie Cadee

Mij wachtte een aangename verrassing. Op de verjaardag van Hedy d'Ancona had ik kennelijk zo hoog opgegeven van deze lichtjesavond dat zij ook daadwerkelijk kwam, samen met haar geliefde Aat Veldhoen, Tessa, Nico Koster en Leentje Linders. Aat, Hedy en Nico kennen Simon al een kleine 50 jaar (!) en wat doet het mij goed dat zij ook mij als een dierbare vriendin beschouwen! Zij zullen zich deze avond blijvend herinneren al ware het maar omdat ze alle vijf heerlijk in ons clubhuis hebben gedanst. Leentje gaf het goede voorbeeld en de muziek van onze dj Elbert was dermate aanstekelijk en opzwepend dat de anderen niet achterbleven.

Het is maandagmorgen en de zon staat al weer zo laag aan de hemel dat zij mijn tuinhuis doorschijnt en dus verwarmt. Nog nooit ben ik in de herfst zo lang in de tuin blijven wonen: als de zon schijnt is de lichtval nu op z'n allermooist. Toch zal ik binnenkort weer in de stad gaan wonen, er is hier bijna niemand meer, het seizoen is immers afgelopen. Als het dan koud wordt en regent is het overdag somber donker en dan ben ik blij dat ik mijn kostelijke winternestje weer kan betrekken. Ook al ben ik zonder Simon: dit was een van de fijnste tuinzomers in de twintig jaar die ik hier nu doorbreng. Dat komt door de vriendenkring die hechter wordt naarmate ik er meer aan deelneem. Natuurlijk vermoedde ik wel dat de laatste jaren iets heel moois van de grond kwam, maar daar deden Simon en ik slechts sporadisch aan mee: wij hadden elkaar en dat was ons genoeg.
Gisterenmiddag kwam de kookploeg weer bijeen om af te wassen en op te ruimen. Aan een schitterend gedekte tafel deden we het diner nog een keer over met de smakelijk restjes en werd het idee geboren Oud&Nieuw in ons clubhuis te vieren. Iets om naar uit te zien, want het is feest waar mijn vrienden zijn! Mijn vogels horen daar ook toe. Vanuit mijn bed zie ik de merels de laatste druiven opmaken, de koolmezen en pimpelmeesjes genieten van lekkernijen op tafel, het roodborstje is al enige tijd terug van weggeweest, een winterkoninkje woont ergens dichtbij, de Vlaamse gaai komt kijken, mussen en duiven voelen zich welkom. De dominerende eksters zijn kennelijk op vakantie en de halsbandparkieten scheren pas 's avonds schreeuwend over op weg naar het Vliegenbos. Nog even genieten van mijn gevederde vrienden en dan begint aanstonds voor mij een heel ander leven.

Vorige week namelijk vielen alle puzzelstukjes precies op tijd op hun plaats.
Het allerbelangrijkste is dat ik via de stichting Urban Resort een grandioze ruimte heb gekregen om Simons archieven te kunnen gaan uitzoeken. Meerdere hele grote en kleinere kamers, afsluitbaar, verlicht , verwarmd - en VOOR NIETS. Donderdag krijg ik de sleutels. De Rotterdamse eigenaar van het gebouw weet dat ik geen geld heb en beschouwt dit als een geste aan ons collectieve cultureel erfgoed. Want dat is het. Al meer dan twintig jaar staan twee gewelven van de Vondelkerk in Amsterdam vol met alle boeken en papieren die Simon destijds niet mee naar mijn huis kon nemen, en dat is een kolossale hoeveelheid. Maar wat zich dáár bevindt - ons huis was werkelijk dichtgegroeid - kan ik moeiteloos samenvoegen met zijn verleden. Zo schep ik de broodnodige Lebensraum voor mijzelf en kan ik in de toekomst weer mensen aan mijn eettafel uitnodigen die er nog net zo - en nog voller - bijligt als Simon hem op 12 mei 2009 achterliet. Toen installeerden wij ons voor het laatst samen in de tuin.
Ik heb Simon ooit plechtig beloofd goed voor zijn nalatenschap te zullen zorgen. Nu is de tijd rijp om die belofte gestand te doen. Eric Duivenvoorden - biograaf van Robert Jasper Grootveld en werkzaam bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis - zal mij op weg helpen. Ik ben voornemens om het daar zo gezellig mogelijk te maken zodat familie en vrienden, ter zake doende instituten en onderzoekers hun weg daarnaar toe graag zullen vinden. We beginnen overvol en langzaam maar zeker wordt het dan leger en leger tot ik weer alleen overblijf met niets meer om mij heen dan lege ruimte en een voldaan gevoel. Als ik deze klus geklaard heb - ik trek er maximaal één jaar voor uit - haal ik anders adem. Reken maar dat ik hierover ga publiceren - ik weet niet wat mij te wachten staat. De werktitel is voorlopig Brieven in het donker. Als papier leefde zou het een gat in de lucht springen bij het eindelijk weer zien van daglicht!
Het Amsterdams Fonds voor de Kunsten heeft mij vrijdag per e-mail alvast laten weten mijn subsidieverzoek te willen honoreren. Men is daar op de hoogte dat ik geen weduwepensioen noch ander inkomen heb en mijn leven van de grond af aan opnieuw moet opbouwen, en komt mij tegemoet.
Precies een week geleden werd mij ook een WWIK-uitkering toegekend (Wet Werk en Inkomen Kunstenaars). Deze financiële steun is onmisbaar, want de royalties van mijn eerste boek zijn allang op - gelukkig komt er een nog mooiere tweede druk aan - en van boeken schrijven kan alleen de bestseller auteur leven.

Optimistisch ben ik over onze nieuwe regering. Zolang als er ervaren zwaargewichten als Gerd Leers en Ivo Opstelten aan het roer staan en dit land besturen, kan het echt niet mis gaan. Die vegen een Wilders van tafel en doen dat met meer gezag dan welke vrouw ook. Dat is mijn mening na het horen van de typisch Nederlandse klaagzangen op de radio dat er weer te weinig vrouwen in dit kabinet zitting nemen. Het zij zo. Goed, op cultuur wil men drastisch bezuinigen maar dat moeten alle departementen, en dat ieder nadeel zijn voordelen heeft: aan de creatievelingen om dat voortvarend te bewijzen. Immers we wonen nog steeds in een der rijkste landen ter wereld, of niet soms!


 

Vrijdag 1 oktober 2010

Halverwege Bellissima - een ontroerende film uit 1951 van Luchino Visconti met mijn grote favoriet Anna Magnani in de hoofdrol - werd de woensdagavondfilmclub op Buitenzorg gestoord door telefoon: inbrekers op de tuin. Beeldhouwer Rob Ligtvoet - die avond niet in ons clubhuis, maar wél op zijn tuin - had gewelddadig gekraak gehoord - het was een windstille avond - als bij het intrappen van een deur. Getienen stoven we naar buiten. Ik nam het achterpad tegen de bosrand, de rest ging naar het pad aan de straatzijde, want daar was het geluid vandaan gekomen.
Allereerst richting eigen huisje om een zaklantaarn te halen en door te lopen naar het tuinhuis van Hans en Hannie - die in ons clubhuis waren achtergebleven - helemaal aan het einde van ons tuinpark. Doorgaans een lange wandeling, maar kennelijk had ik vleugels. Hier en daar scheen ik naarbinnen. De maan verschool zich nog achter het bos, dus het was aardedonker. Bang was ik in het geheel niet, wel had ik mijn tasje-met-alles-erin beter in ons clubhuis kunnen laten, flitste even door mijn hoofd. Ik had zoiets van 'niets aan de hando, loos alarm' maar mijn medetuinders hadden een groot gat in het ons omheinende hek geconstateerd. Het was te donker geweest om te ontdekken welk tuinhuis de klos was, 'dat zien we morgen pas'.
Even werd er nog gespeculeerd wie het geweest zou(den) kunnen zijn, de Polen weer? Of opgeschoten jeugd zoals vroeger veelal het geval was: appeltjes jatten, en als ze groter werden gereedschap en de drank opmaken. De Polen - dat is een heel ander verhaal. Ze zijn in de stad om geld te verdienen, maar hebben geen verblijfplaats. Ze komen dan om te slapen, breken huisjes binnen op zoek naar dekens en lijftocht. En vooral in de winter - als het water hier wordt afgesloten om bevriezing van de leidingen te voorkomen - laten ze de tent vaak in een onbeschrijflijke smeerboel achter.
Ieder jaar weer sta ik voor hetzelfde dilemma: laat ik mijn huisje zo gezellig mogelijk achter als ik weer in de stad ga wonen, met een opgemaakt bed waar ik zo in zou kunnen duiken? Of niet. Ik heb het wel eens volgezet met orangerieplanten, maar dan kom je er niet meer in de winter. Tenminste niet om urenlang van maagdelijke sneeuw te genieten met een kacheltje aan en een neutemannetje in de hand. En dat ben ik deze winter weldegelijk van plan, want ik voel me zo gelukkig in de vriendenkring hier om mij heen.
Sinds we zo'n allemachtig mooi clubhuis hebben, wordt er in de winter iedere maand een diner georganiseerd om elkaar te blijven zien, en voorlopig gaan de filmavondjes nog even door en bovenal de maandagavond bij Yvonne. Ik kan me zo voorstellen dat ik hier dan heerlijk in bed tuimel om de droom nog even vast te houden. Het is grijs nu (donderdagochtend) en het miezert. Ik zit dit in bed te schrijven - in mijn zomernestje, ik kan nog geen afscheid nemen.
Maandag kwam ik terug uit Antwerpen en spoedde mij eerst naar de Sarphatistraat. Ik had veel te doen wat alleen in de stad kan en niet op de tuin: daar heb ik geen electriciteit bijvoorbeeld. Hoe kan een modern mens zónder zult u denken en het is natuurlijk ook bijzonder, maar daar sta ik in de herfst pas bij stil.


Diane Broeckhoven in juli bij mij op de tuin

Graag wil ik mijn Antwerpse gastvrouwen - beiden schrijfster - bedanken voor een prachtig weekend.
Diane Broeckhoven, ook een nieuwe vriendin, bij wie ik twee nachten mocht logeren en Elisabeth Marain in wier Literaire Salon (uitverkocht!) ik mijn verhaal over de Grote Liefde mocht doen. De vriendinnen weten al een derde Salon voor mijn optreden - hebben wij in Nederland ook zulke spontane initiatieven? Zaterdagavond pas werd Rebecca Stradiot per e-mail gevraagd om de volgende dag accordeon te komen spelen. Diane kreeg ten antwoord dat ze dat graag zou doen mits het weer niet al te lelijk zou zijn. Zaterdag was het 'zondvloed' in Antwerpen geweest.
De goden waren ons gunstig gezind en zo speelde zij haar ingetogen muziek voor en na mijn 'lezing' en 's avonds nog voor ons privé bij Diane, gevieren aan tafel geschaard voor een verrukkelijk diner vol vriendschap en vertrouwen met vrouwen die ik tot op die dag niet kende!


Elisabeth Marain


Rebecca Stradiot thuis bij Diane . . .


Rebecca in Bühne-outfit

Van horen zeggen heb ik dat de kleine horeca-ondernemer een gat in de lucht is gesprongen bij het bericht dat Bruin I het roken weer toestaat. Lang leve het bruine café . . . Martijn en ik straalden.
Na de film hadden we namelijk een nazit die soms tot in de kleine uurtjes voortduurt. Dan wordt er eerst besloten wie welke film de week daarop aandraagt, opdat Remge Dobma weer een mooi A-4tje kan maken, en daarmee wordt het tuinseizoen aanmerkelijk verlengd. Lola van Rainer Werner Fassbinder staat voor 6 oktober op ons programma. Daarna is politiek meestal hoofdonderwerp van gesprek. Deze keer: misschien valt Bruin wel mee, en omdat we daar verder nog niet veel over konden zeggen, boog ik af naar de bezoeker die ik dinsdag op de tuin mocht ontvangen. Een wetenschapper die aan het promoveren is op modern leiderschap. Hij had Simon twee jaar geleden geïnterviewd en in de loop van zijn onderzoek hadden buitenlandse co-onderzoekers hem erop gewezen dat Simon Vinkenoog eigenlijk een hoofdrol was gaan spelen in zijn dissertatie in wording. Ik ben zijn Engelstalige proefschrift aan het lezen - hij vroeg mij tzt paranimf te willen zijn - en vertelde mijn medetuinders van mijn bevindingen tot nu toe. Hoogst boeiend. U krijgt daar van mij zeker meer over te horen, temeer daar de wetenschapper in kwestie vreest voor zijn baan als het boek eenmaal op de markt komt. Ik moet voorlopig geheim houden waar het om gaat, maar dat er unbedingt twee kampen zullen ontstaan - vóór en tegen - is volstrekt duidelijk. Zijn promotor stuurt aan op de 0 - 5 score, wat wil zeggen dat de vijf professoren die de promovendus zullen ondervragen unaniem zijn in het hem willen verlenen van de doctorstitel. In de wereld van het grote bedrijfsmanagement evenwel zal de ene helft de conclusie van dit onderzoek toejuichen, terwijl de andere helft ervan zal gruwen.

Verder ben ik druk bezig met de winterexpositie op onze volkstuin. Aanvankelijk bedoeld om de kinderen de gelegenheid te geven te laten zien wat ze kunnen, en dat is veel, maar ik heb ook een talent ontdekt onder een van onze oudsten, Hannie Cadee, en dat exposeer ik ook. Zij blijkt over een kleurgevoel te beschikken, bij het inkleuren van Mandala's, waar ik door overdonderd werd: Azteken, Maya's, Japans porcelein uit de 18e eeuw; ik heb het ingelijst. Een lukraak gebelde lijstenmaker - Bert Faas in de Plantage Kerklaan - maakte de pass-partouts op maat en toen ik om een bonnetje vroeg zei hij: 'U krijgt van mij geen bonnetje'. Ik had mijn verhaal mogen doen over Hannie en onze expositie op Buitenzorg en dat had hem en zijn vrouw - echte Amsterdammers - kennelijk geraakt, want ik hoefde niets te betalen! Het ziet er verbluffend uit. En 'Wat hebben we het goeoeoeoeoed' in the meantime, om met Robert Jasper Grootveld deze wekelijke verslaggeving te besluiten.
Edith Ringnalda, kluizenaar. En op het moment dat ik gisterenavond klaar was met dit verhaal en het woord 'kluizenaar' schreef, kreeg ik een knipoog van Simon. Ik keek naar buiten: het lantarentje op zonnepaneeltjes gaat even aan - even uit. En het blijft uit. Geen storing maar een aansporing. Ik ben op de goede weg!


Woensdag 22 september 2010

Ik heb me vannacht laten inwijden in het Simon Vinkenoog Theater bij de Boom door de trotse maker Martijn (kan alles) Steenbergen. Er staat een meer dan honderd jaar oude esdoorn op ons terrein - niet door drie vrouwen te omringen - en die vormt het pièce-de-résistance van een nieuw ontgonnen gebied op Buitenzorg. Groot is het niet, maar de manier waarop Martijn en Gerrit Mol hun visionaire blik gestalte hebben weten te geven was ontroerend sterk, waarachtig en eenvoudig. Simons gedicht Ode aan Buitenzorg komt levensgroot als enige sieraad tegen de achterwand van dit intieme openluchttheater, rolstoel toegankelijk! Officiële opening en onthulling op 18 juli volgend jaar.
De maan was vol en mijn vrienden Martijn en Yvonne kwamen mij halen om te gaan kijken: het was af! We troffen daar medetuinder Frank aan die met een biertje zat te genieten van deze formidabele ontmoetingsplek, want dat wordt het ongetwijfeld. Zo mooi, dat ik onmiddellijk mijn zorg uitsprak: te mooi om waar te zijn. Laten we alert zijn op afgunst, tokkies die ons op dit openbaar terrein makkelijk de baas zouden kunnen worden. Ik zag honderden peuken, bierblikjes en rotzooi voor me; de kans is niet denkbeeldig. Wat kunnen wij daar tegen doen? Niets dan deze plek een beetje geheim houden.
Bij ons stadsdeel in Amsterdam Noord had Martijn via Anja Dekker, medetuinder en werkend bij de deelraad, een oude vier meter lange houten parkbank in de wacht weten te slepen. Hij stond in de opslag, eigenlijk te duur om nog te restaureren, maar Martijn kan alles. Een meanderend hoefijzer van wit grind slingert zich rond de boom, de zichtassen komen uit op het terras voor ons clubhuis dat we hebben gadegeslagen vanuit die verte, tot voor kort een woestenij, en wij waanden ons rijk. Koningin Wilhelmina was daar ooit op bezoek geweest, niet kunnende bevroeden dat dit tuinpark in de eenentwintigste eeuw zou uitgroeien tot het mooiste plekje op aarde voor diegenen die het weten te vinden én waarderen.

Simon blijft ons inspireren bleek gisterenmiddag weer in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. Natuurlijk was ik stipt op tijd (16.20 uur) en zij ook: ik werd opgewacht door Willy Knopper en Laura Bots, de ergotherapeute die Simon al een week na de amputatie van zijn rechter onderbeen balans op één been begon te onderwijzen. Hij - 'Nooit te oud om te leren' Zij - 'Wij geloven in u'. Dus hij ook in zichzelf; ga er maar aan staan. Laura gaf Simon het nodige zelfvertrouwen.
De ontvangst door Anita Arts van de Raad van Bestuur, de welkomstwoorden aan mevrouw Reuvekamp - een beeldschone exotische dame op leeftijd die op de open dag in het ziekenhuis in maart de tekst op het memobord had opgemerkt die Laura ten burele ook nooit had gewist en uit diep respect had laten hangen - de drank, de hapjes, de buitensporige aandacht van de pers - hartstikke leuk natuurlijk. En die tekst van Simon was ook doodgewoon ijzersterk! Waar een begin is/kan het niet lang duren of er is een vervolg/ Waarmee lang niet alles gezegd is. Gegroet & dank. Ze hadden per brief één woord foutief doorgegeven, gevolg = vervolg, maar wat is beter? Het komt op hetzelfde neer, maar als taalvorser houdt zoiets mij bezig.


Laura Bots - Simon schreef de tekst op haar verjaardag, 26 juni 2009, twee weken voor zijn dood.

Hieraan ging een wilde nacht vooraf bij ons wekelijkse dinertje op de tuin van Yvonne en een nog wildere in Ruigoord na afloop van Openbare Werken. Ik had niet alleen een bevoorrechte plek om Simon in woord en beeld te exposeren - de pastorie naast de kerk - maar ook het atelier van mijn vriendin Margrid van der Linden volledig ter beschikking gekregen, waar ik mijn eigen vrienden dan weer privé kon ontvangen! Machtig. Ik voel me waanzinnig gelukkig: mijn lichaam kan en wil weer dansen tegenwoordig. Dat is een goed teken, want dan weet ik mij gezond. Dank je, lieve Margrid, Rudolph, David, Lawrence, Theo, Elsje, Rob, Hans P., Hans S., Hans G., Aja, Roos, Josje en Luk Hamer, vrienden van het allereerste uur, en van de nieuwere garde Michael, Peter, Grazyna, Barbara, Aixia, Frank , Sylvia en alle lieve anderen. Op de valreep kwamen mijn nieuwste vrienden Wilmar en Yvonne van de tuin langs - dat zette een kroon op dit weekend.

En toen zij weer naar Amsterdam waren vertrokken brak in mij de danslust door. Gelukkig niet helemaal alleen. Theo Kley hield mij aanhankelijk gezelschap. Koffie en vrolijke excuses de volgende dag, in de kerk van Ruigoord, ons clubhuis van de wereld.


Theo Kley en zijn in India wonende dochter Esther in Thejoos Theetuin

Op maandagochtend in mijn eentje de expositie weer voorzichtig afgebroken en terug naar Amsterdam. Een wereld van verschil hoor, en niet ten gunste van de stad, maar ik zou haar niet kunnen missen. Opzoeken van het contrast - voor mij de essentie van vakantie - is vlakbij huis te vinden!
En vanavond weer film in ons clubhuis om 20.00 uur; zelf drank meenemen: Les glaneurs en la glaneuse, een Franse documentaire uit 2000 van Agnès Varda, handelend over de uitwassen van de consumptiemaatschappij. Koren op onze molen; dat wordt verontwaardigde opwinding en genieten tegelijk. Nu aan de druivenpluk van mijn Glorie van Boskoop, de zon schijnt, ik ga aan het werk.


 

Woensdag 15 september 2010

Brood is dood. Bril is dood. Simon is dood. En nu blijkt Bart Chabot een 'goedaardige' hersentumor te hebben op de verkeerde plaats. Ik heb zijn aantreden bij Pauw & Witteman zelf niet gezien, maar in de gratis krant Spits - op weg in de trein naar Utrecht - zag ik een top-tien van recentelijk meest bezochte websites en Bart stond op nummer 2. Dat trok mijn aandacht en grijpt mij aan. Ik kén hem en zijn voortreffelijke vrouw Yolanda - arts en hoofdkostwinner - en hun fantastische zonen Sebastiaan, Maurits, Splinter en Storm. Ik ben begaan met hun Lot en hoop vurig dat het deze keer eens meezit. Kiezen uit twee kwaden (iedere behandelmethode heeft negatieve bijwerkingen c.q. grote consequenties); dat is de essentie van Tragedie, weet ik uit het bestuderen der klassieken. Op 'Uitzending gemist' zouden we het naadje van de kous kunnen weten, maar mijn schaarse stroom wil ik gebruiken om dit op mijn website te zetten.

Net teruggekeerd op de tuin, na een nachtje logeren in Utrecht bij mijn zuster Else. Zij exposeert met 20 beelden in het Von Gimborn Arboretum in Doorn tijdens de zomerexpositie Een Lint vol Lust, beelden, kunst en buitenplaatsen tussen Zeist en Doorn.

 


Haar man, psychiater Gerard van den Berg, was apetrots met de plaatsing van zijn grote opinie/debat bijdrage op blz 21 van de Volkskrant van gisteren. Het stuk ging over het voornemen van ex-minister Ab Klink om iedere nieuwe psychiatrische patiënt bij aanvang van de behandeling zelf € 175,- te laten betalen; in het kader van de grote bezuinigingen. Parafraserend: Dan krijg je de 'Voedselbank' voor geestelijke hulp, omdat een hulpverlener die écht wat om mensen geeft vaak 'om niet' met een hulpbehoevende in zee zal gaan. Omdat die het niet kan of wil betalen, maar wél hulp nodig heeft. Pompen of verzuipen is op den duur natuurlijk niet vol te houden. Zijn wij dan in dit opzicht ook al geen solidaire samenleving meer? was zijn hartekreet.
Hun dochter Laura (+ heerlijke vriendje Dylan) was net begonnen aan haar studie Science & Culture aan de Universiteit van Utrecht; de precieze naam is mij nu ontschoten, maar buitengewoon veelzijdig is het wel. Helaas ging haar eerste schrijfopdracht - blijk geven van -dt inzicht en überhaupt de taal machtig zijn en artikelen kunnen samenvatten - over 'consumeren en gelukkig zijn', en wat zijn de alternatieven. Consuminderen, bracht ik bijna vloekend te berde. Maar daar mogen ze pas in het tweede jaar hun creatieve geest op los laten!

 


Peter Boom voor de kerk in Ruigoord op zaterdagochtend 9/11


Ons uitzicht op beelden van René Niessen

PASTORIE - RUIGOORD


Patricia Werner Leanse uit San Fransisco zingt ons toe op de opening in de pastorie . . .

 

De expositie in Ruigoord (ook aanstaand weekend zijn alle ateliers open!) was weer wonderschoon, zo ook het weer op zaterdag11 september, 9/11; wij boften. Op asgrauwe vrijdag was ik met mijn kunstenaarstuinvrienden Simone Carlier en Bill Bodewes gaan inrichten. Zij hadden mij op Buitenzorg bijgestaan en wisten wat ons te doen stond.
Anna, Simons dochter, en zoon Alexander namen op zondag de honneurs waar - waarvoor mijn dank - toen ik mocht optreden in de Buiksloterkerk, met Saartje en Sebastiaan. Ik heb uit Aardse Zekerheden voorgelezen.


Repetitie: Saartje van Camp communicerend met beamer Sebastiaan van Delft (orgel)


Goede foto's heb ik niet - wel een usb-stickje van mijn zwager Gerard meegekregen met een tweedelige registratie van ons hele optreden op zijn i-phone - een mij nog net niet bekend, lonkend fenomeen - maar ik kan u de tekst laten lezen die ik voor het programmaboekje schreef:

300 woorden

De Grote Liefde mogen beleven is een wonder. Dat is een geluk dat groter wordt naarmate je het met meer mensen kunt delen. En dat hebben wij gedaan. Het is raken aan het bestaan van God, pure energie, levensvreugde die door blijft stromen, ook na de dood.
Simon vond het heerlijk met musici te improviseren. Als dan die goddelijke vonk oversloeg, werd dat ervaren als het hoogst haalbare in muzikale samenwerking: de stem van de dichter als volwaardig instrument, ritmisch en in tune. ‘. . . , Michiel Braam op piano, en Simon Vinkenoog . . . op stemband!’ Zo kondigde saxofonist Bo van de Graaf de band eens aan of, glunderend . . . af.
Simon en ik vergezelden elkaar altijd en overal: we wilden beiden niets liever dan samen zijn, genieten van al het goede dat het leven te bieden heeft. High, Happy and never in a Hurry en Ha, Heerlijk, Huiswaarts! Mantra’s die wij waarmaakten. Wij waren ons grondig bewust van de eindigheid der dingen en wensten te leven alsof iedere dag de laatste zou kunnen zijn. Als het verwachte dan toch nog onverwacht komt, is er geen woord niet gezegd, geen vraag onbeantwoord en spijt heeft nooit een kans gekregen.
Alleen doorgaan is minder erg dan ik ooit had gedacht. Ik leef met de herinnering aan een rijk verleden, in het Hier&Nu – naar zijn voorbeeld - en het voelt alsof hij mij altijd omringt.
Aan mij de dankbare taak om zijn gedachtegoed te mogen beheren en uitdragen: verwerven, verwerken, verstrekken. Hij was een steen in de vijver en wij zijn de kringen: dank je, Saartje en Sebastiaan, dat ik hier met jullie mag staan.


Buitenzorg, 28 augustus 2010

Er waren te weinig mensen, maar dat vindt iedereen die iets moois organiseert in de overvolle Amsterdamse agenda.

Geen filmvertoning op Buitenzorg deze avond, constateerde ik op mijn ronde. Clubhuis donker, niemand thuis. Het regende. Ergens moest toch iemand zijn. En ja, neus achterna of volgend, houtvuur, leven, vrienden. Martijn en Yvonne bezig met een experiment: de Segrijnslak - verwant aan de wijngaardslak, een dertigtal gevangen op de tuin, vijf dagen uitgehongerd (methode Martijn) en nu met bouquet-garnie gekookt - werd in knoflookboter gebakken en gedrieën geconsumeerd; ik was onverwachte, onbevooroordeelde gast/getuige. Overheerlijk; volgende week donderdag het slivo-stoken en slakken eten die met geurige grasjes zijn bijgevoederd (methode Yvonne). Beiden zijn op zoek naar eetbare dingen op de tuin om van nog minder te kunnen leven dan ze toch al doen - hun sport.
Ik ga nog lang niet naar huis - te weten de Sarphati - eergisteren nog een jongeman de stuipen op het heerlijke lijf gejaagd tijdens ons wekelijks dinertje! Ach, vraag me niet wie en waarom. Dat gaat vanzelf! Ra...ra ... De drank speelt daarbij wellicht een rol en misschien ben ik te dominant aanwezig geweest. Mijn excuses, maar ik word alleen dronken in het beste gezelschap. Het zij zo.


 

Woensdag 8 september 2010


Jan van Herreweghe in afwachting van zijn speech . . .

Nico Koster - Galerie Moderne - Nieuwe Spiegelstraat. Een betere plek om AARDSE ZEKERHEDEN te presenteren in Amsterdam is nauwelijks denkbaar. Toen ik binnenkwam rond half zes werd ik geraakt door vrijwel alles wat mijn oog trof. Even tevoren nog, zittend in de tram, was ik bijna onaangenaam overweldigd door de mensenmassa's op straat. Ja, het was natuurlijk vrijdagmiddag, borreluur in de café's rond het Lieverdje op het Spui waar honderden mensen hun komend weekend inluidden met een goed glas op stoep of terras.
Ik wist meteen weer waarom ik in de zomermaanden niets in de stad te zoeken heb: dit soort drukte staat mij tegen, schrikt mij af, vergelijkbaar met de overvloed in winkels die mij instinctmatig terug doet deinzen. Hebzucht viert hoogtij. Simon propageerde consuminderen. Goed, wij gaven ons geld uit aan rookwaar en boeken - ook materie maar van een geestelijker aard - en veel meer te verteren hadden we niet. Ieder mens zijn eigen keuzen en wat voor de één de Hemel is, is voor een ander de Hel, zegt een wijze oneliner. Shoppen is voor mij de hel, door Satan uitgevonden, en zijn macht reikt zo ver dat het tot hobby is verheven. Nou, not for me! Afkeer overvalt me en als ik me afvraag waarom, kom ik uit bij 'oppervlakkigheid'. Maar wie ben ik om te (ver)oordelen?
Terug naar Nico Koster. Nico was ooit topfotograaf bij De Telegraaf en had van jongs af aan een grote liefde voor de COBRA beweging. Toen Simon begin jaren zestig de eerste biografie over Karel Appel schreef - in het Frans vertaald, edoch buiten Simons medeweten! - ging Nico met hem mee naar Karels kasteeltje in Frankrijk om foto's te maken. Er is veel gebeurd in die veertien dagen en zo werden zij vrienden. Nico ging uiteindelijk volledig in de Kunst en begon een galerie in de Nieuwe Spiegelstraat, eerst Jaski Art Gallery - samen met tennis-legende Tom Okker - en nu dus Galerie Moderne.


Veronique Debode en Anne Cersosimo - de bobo's staan buiten

Het was mooi weer, mij onbekende mensen stonden buiten en binnen heerste een sprankelende sfeer: zelden een tafel met dranken zo mooi gedekt gezien, en in de verte ontwaarde ik onze oud-minister van Cultuur Hedy d'Ancona in gesprek met de trotse maker/meesterdrukker Jos Brabants. Dat deed mij goed. Een andere vriendin, Margrid van der Linden, snelde op mij toe zeggende: 'Lieve Edith, ik moest bijna huilen. Wat een mooi boek! Die gedichten . . . zo hoort de Liefde te zijn . . . dat is voortaan mijn leidraad'. En toen pas zag ik een drommetje mensen staan, geschaard rond een boekenstandaard op tafel: daar lag een opengeslagen inkijkexemplaar van AARDSE ZEKERHEDEN - alleen met witte handschoenen aan in te zien. Ik durfde nog niet echt te gaan kijken, pas ná de toespraak van Jan van Herreweghe, auteur en bibliothecaris te Harelbeke (BE), zou mij het eerste exemplaar worden aangeboden. Jos kwam op mij toe en haastte zich te zeggen dat de bezoekers niet hadden kunnen wachten en hij had ze dit voorproefje gegund! Terecht, want mede daardoor viel de toespraak in nog veel betere aarde. En die was adembenemend boeiend. Veel later op de avond zou Nico ons toevertrouwen dat het nog nooit zó lang zó stil was geweest tijdens een openingsspeech aldaar. Wij allen waren diep onder de indruk en toen kwam voor mij het grote moment. Een dankwoord hoefde ik niet meer te spreken - er was genoeg gezegd - ik mocht louter genieten van inhoud en vorm, en die waren weergaloos. Jos, oneindig bedankt voor de liefde en toewijding die jij aan de dag hebt gelegd bij het maken van dit kunstwerk; want dat is het. Dit is 'toevallig' de 25ste bibliofiele uitgave van private pers Jozef Moetwillig te Gent en 25 is mijn lievelingsgetal, weten intimi! Bladzij voor bladzij sloeg hij voor mij om, wat kan papier toch verrukkelijk ogen, ruiken en voelen!


Jos Brabants, Edith en Jan . . in extase

De gedichten die Simon voor mij schreef en ik amper kende, drongen de volgende ochtend eigenlijk pas goed tot mij door. Ook ik moest huilen, denkend aan die beginjaren, toen ik nog veel van huis was voor mijn werk en wij elkaar onnoemelijk hebben gemist. Wel, een dichter zet dat op papier, zijn literair agent (Joep Bremmers) komt ze na twintig jaar op een veiling op het spoor, een meesterdrukker gaat ermee aan de slag, ook een bevriend beeldend kunstenaar doet een duit in de zak - Brusselaar Bert De Keyser, op dezelfde dag jarig als Simon - en zo ziet het Wonder van de Liefde het daglicht. Simon, letterlijk en figuurlijk tussen vrienden, want om ons heen hingen zij: Appel, Corneille, Claus, Sierhuis, Lucebert en vanuit een hoek lachte John Lennon ons toe; staaltje Nico in het Hilton Hotel waar John en Yoko honeymoonden. De negatieven werden onlangs door Nico's dochter Nicole teruggevonden en gaan nu positief de hele wereld over.


Jan Sierhuis en Bert De Keyser vonden elkaar . . .

Het boekwerk ging grif van de hand - ook al kostte het een klein vermogen - en dat danken wij aan de trouwe cliëntèle die Nico had uitgenodigd. Op verzoek signeerde ik mijn voorwoord - alleen met potlood - en na afloop van deze ge(s)laagde bijeenkomst gingen wij uit eten in de buurt om te vieren dat, hoe dood de doden ook zijn, er altijd weer mensen zullen opstaan om hen tot leven te wekken.


Jos Brabants, Jan van Herreweghe en Lode Laperre - op weg naar het restaurant

De mooie foto's die u hier een indruk geven van het geheel zijn van kunstenaarsechtpaar Lo&Ve, Vlaamse vrienden met een Amsterdamse connectie, Anne Cersosimo, vrouw van beeldhouwer Theo Niermeijer, van wie Simon langgeleden het Tibethaans Dodenboek kreeg aangereikt en die de verbindende schakel vormt. De schilderijen van Lode Laperre vertonen namelijk grote verwantschap met die van hem. Zodoende.


Foto Nico Koster - Corneille

En twee dagen later overleed Corneille (Luik 3 juli 1922 - Parijs 5 september 2010), vriend van allen maar geen allemans vriend. Ik wens Nico Koster veel sterkte toe met dit verlies: misschien was hij wel Corneilles beste vriend ooit!


Woensdag 1 september 2010

Het is onze trouwdag vandaag. Eenentwintig jaar geleden gaven wij elkaar het Volmondig JA! woord en dat is een gouden greep gebleken. Ik ben nu nog steeds zielsgelukkig met Simon, die zich af en toe als beschermengel manifesteert in de materie om mij heen. Een staaltje daarvan doe ik in oktober uit de doeken in mijn EssensiE Magazine column, maandelijks op mijn website te lezen als het blad is verschenen. De septembercolumn gaat over het huwelijk, wat dat kan zijn, en waarom het zo vaak fout loopt.

Onlangs kreeg ik een beetje op mijn kop van mijn zuster Else. Waarom ze altijd pas achteraf op mijn website kon lezen over de dingen waar ik mee bezig ben. Ze heeft gelijk, en nu geef ik dan een lijstje met de optredens waarin Simon nog steeds de hoofdrol speelt.

Aanstaande vrijdag wordt Aardse Zekerheden gepresenteerd in de galerie van Simons oude vriend en kunstpromotor Nico Koster. Ik mag een dankwoord uitspreken.


De maker Jos Brabants uit Gent heeft bloed, zweet en tranen gegeven om een foliantformaat kunstboekwerk te maken in 81 exemplaren; Simon stierf een week voor zijn 81ste verjaardag op 18 juli, de dag waarop wij hem ten grave droegen.

Nadat zij Simons expositie in ons clubhuis hadden gezien (zie elders op mijn webstek), vroegen onze Ruigoordse vrienden Gerben Hellinga, Hans Plomp, Theo Kley en Hans Gritter of ik ook een expositie in Ruigoord wilde maken van en over Simon. Bijzonder graag natuurlijk. Ik open zelf om 17.00 uur op zaterdag 11 september en vind een fantastische muzikante aan mijn zijde: zangeres en accordeonspeelster Patricia Werner Leanse alias Mona Lisa, die ik op Koninginnedag voor het eerst hoorde zingen en meteen wist ik: dat is ons repertoire!

Op zondag 12 september mag ik optreden in de Buiksloterkerk op verzoek en samen met celliste Saartje van Camp en Sebastiaan van Delft op orgel. Simon stond daar op 23 november 2008 in een sneeuwstorm; nu vallen de eerste blaadjes van de bomen. Voor mij wordt dat de eerste keer met muziek. Ik heb er zelfs een beetje buikpijn van. Simon was daarin immers een Meester bij uitstek!

In de week daarop mag ik drie keer aantreden: op dinsdag 21 september in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis waar ik een tekst van Simon mag onthullen, die hij achtergelaten had op een memobord bij de Ergotherapie, waar men een week na de amputatie al begonnen was met zelfredzaamheid op één been.

Waar een begin is
Kan het niet lang duren of er is een gevolg.
Waarmee lang niet alles gezegd is.
Gegroet en dank,
Simon Vinkenoog
26-06-2009

Op donderdag 23 september mag ik een gedicht van Simon voorlezen in een nieuwe behuizing voor dak- en thuislozen. Dit soort aantreden is natuurlijk 'om niet', uit pure dank dat ik leef en in de voetsporen van Simon, die altijd gehoor gaf aan mensen die het minder hebben; die bijdrage aan een betere wereld.

En op zondag 26 september - de dag nadat Aardse Zekerheden in Antwerpen wordt gepresenteerd - ben ik te gast in de Literaire Salon van de Vlaamse schrijfster Elisabeth Marain in de Venusstraat. Bij haar mag ik vertellen over de Grote Liefde en hoe die onverminderd voortduurt.

Rest mij hier te zeggen dat wij afgelopen zaterdag 28 augustus uitbundig gefeest hebben hier op Buitenzorg. Jong en oud danste tot diep in de nacht op Balkanmuziek gedraaid door dj Elbert ter gelegenheid van het afscheid van Gerrit Mol als voorzitter van onze tuinvereniging - gelukkig niet als lid - abusievelijk tuRnvereniging genoemd in de geheime uitnodiging. Dat heeft hij geweten! De opkomst was overweldigend groot en wij hebben hem uit volle borst toegezongen. We gingen uit ons dak, een uitdrukking die ik bijna nooit over mijn lippen krijg, maar die hier volstrekt van toepassing is!!!


Marianne in spagaat en Yvonne in vol ornaat


 

 

Maandag 23 augustus 2010

 

Nee, ik stond de vloot niet uit te zwaaien vanochtend om 09.00 uur zoals ik van plan was. Met stijgende verbazing kijk ik naar de zondvloed en dank de weergoden dat die ons tijdens SAIL bespaard is gebleven. Door het kletterend geweld heen en de wind die een orkaan in de bomen veroorzaakt, hoor ik in mijn tuinhuis nog net de grote scheepstoeters die de uittocht van de tall-ships begeleiden.
Voor velen begint vandaag de eerste werk- of schooldag. Dat is even slikken, kan ik mij voorstellen, na die mooie droge zomer. Je op de fiets in dit hondeweer te moeten begeven doet geen mens voor zijn plezier. Mijn kleine vogels laten zich echter niet kennen: zij fladderen net zo opgewekt naar vogelhuisje en voedsel op tafel als het stoombootje zijn best doet om vrolijke volksliedjes tegen de wind in te fluiten; ik ben verslingerd geraakt aan dat geluid.
Ja, op de tuin kan ik alles horen wat zich afspeelt in en rond het IJ, waar honderdduizenden zich de afgelopen dagen hebben vermaakt en vergaapt. Ook ik heb alles meegemaakt - de tuin bevindt zich op zo'n honderd meter afstand van de gekte - en toen ik gisterenochtend tenslotte begon aan de uitgestippelde looproute - daar heb ik zes uur over gedaan - kwam ik bijna in de verleiding aan te monsteren op de Kaliakra, een Bulgaars schip, waarmee je voor € 50/€ 100 in drie dagen mee kon varen naar Bremerhaven. En terug met de trein, dat kan ik betalen, schoot door me heen, dek/eenpersoons hut (?). Maar ik heb afspraken de komende dagen, dus moest dat idee met spijt laten afmeren.
Alles is anders als de zon schijnt. Dan kan je je geen voorstelling maken van een totaal in regen gehulde tocht die dan in de kombuis zou moeten worden doorgebracht in plaats van stralend op de voorplecht, met wapperende haren en stoere blik op de golven gericht. Het klaart een beetje op. Hoeveel mensen zullen wél de moeite hebben genomen voor vijf jaar afscheid te nemen van dit grootste familie evenement dat Amsterdam kent? Daar is de Uitmarkt niets bij - volgend weekend - en de Gayparade - twee weken geleden - minder dan kinderspel.
Wat heb ik zoal gedaan en gezien?

Donderdag 19 augustus. Het eerste schip met bollende zeilen dat in zicht kwam. Daar was het wachten op.

Tien jaar geleden zat ik met Simon op dezelfde plek, in het gras aan de oevers van het IJ/Noordzeekanaal, op hetzelfde 'eclipsstoeltje' als toen; zo genoemd naar de aanschaf ervan (twee stuks) om een totale zonsverduistering mee te mogen maken in Noord-Frankrijk, een tripje met de Artimobiel van tuinders Geert en Hanneke.
Nu werd ik vergezeld door mijn tuinvriendin Yvonne die even wild enthousiast aan dit spektakel deel ging nemen als ik. We hebben van 11.00 uur tot half zes de tijd aan ons voorbij zien glijden en de vloot naar zijn plaats van bestemming: het Javaeiland, waar eens schepen werden gelost en geladen met specerijen en nu een trendy woonwijk zich verheft. We hadden alles bij ons voor een verrukkelijke picknick en zaten al vroeg aan de prosecco. Er stond een behoorlijke wind, dan zullen we bollende zeilen zien! Zon en wolken wisselden elkaar verraderlijk af met vuurrode koppen tot gevolg bleek 's avonds. Menigeen kon je de volgende dag herkennen: inderdaad, ook uren aan dezelfde waterkant gezeten.

 

Vrijdag de hele middag doorgebracht op de gastvrije KRI Dewaruci, Indonesië, zittend op een troon van opgerolde scheepstouwen. Ik was er gewoon bij gaan zitten, bij een vriendelijke oude heer uit Noord die deze foto van mij maakte, en zo kwamen we in gesprek.

 

Hij was al uitgenodigd voor de nasi aan boord die avond en zat er al vanaf 11.00 uur 's ochtends. Samen keken we naar het zonnige water en hoe mooi het was. En steeds weer was hij anderen behulpzaam met foto's nemen: 'Dan staat u er zelf ook op' en iedereen ging daar gezellig grif op in. Heerlijke internationale middag; hoeveel verschillende talen we niet hebben horen spreken want: zij gingen weer, maar wij bleven zitten!

Zaterdag heel vroeg in de ochtend, de zon straalde aan een strakblauwe hemel, racete ik even naar de Sarphatistraat om kranten en post van de laatste dagen te halen. Om 07.00 uur was het al 18 graden, maar om 09.00 uur was de lucht grauw betrokken en bracht ik de dag met open ramen en deuren lezend en schrijvend in bed door, het was donker lekker warm buiten, en alles wat zich op het feestwaterterrein afspeelde woei de kant op van Buitenzorg; ik kon alles volgen, had het programma naast mij liggen en genoot mee vanuit mijn eigen verstilde, groene wereld.


Iedere avond heb ik het vuurwerk gezien vanaf de mooiste locatie denkbaar: met egards omringd door Marco van Hotel de Goudfazant, recht tegenover het donkere spookschip - van waaraf het werd ontstoken - dat rond een uur of tien het schoongeveegde IJ op gleed uit een inham vlakbij. Ik zat op de eerste rij, niets en niemand ertussen en lang nadat de laatste sterren uiteen zijn gespat, zit ik daar nog steeds, in het donker en geniet een grote sensatie.

 

Op zondag deed ik dus de niet te omzeilen looproute - de serie boegbeelden en de fotoserie van Stephan Vanfleteren houdt u te goed - en vanuit het grootste reuzenrad in Europa zag en hoorde ik dat Carel Kraayenhof zijn opwachting maakte. Neus in de boter! Zijn muziek gaat mij zeer aan het hart en er was plaats genoeg, zag ik vanuit den hoge. Drie kwartier hoogstandjes zomaar voor niets.

 

Hij had een tangodanspaar bij zich, waarvan het mannelijk deel wegens ziekte was vervangen door een matroos van een Argentijns schip (... zou het waar zijn? ... ) die beroemd was om zijn danskunst. Super.


De Amerigo Vespucci vanuit de lucht

Daarna drie kwartier wachten op de overtocht per pont naar de Noordwal. Iedereen gedroeg zich al wachtend voorbeeldig. Dit was een feestdag geweest voor ons allen. Met mijn laatste benen liep ik toen door naar Buitenzorg; lang niet zo naar de haven gesnakt. En daar zaten nog een stel vriendinnen op het terras. Heerlijke thuiskomst, telkens weer. En 's avonds nog één keer VUURWERK.

Post Scriptum

VISSERSKOPPEN
opgesteld langs de Verbindingsdam.

 

BOEGBEELDEN


Boegbeeld van de Florentijnse ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci naar wie het schip is vernoemd


Boegbeeld van de Shabab Oman, het grootste nog actieve houten zeilschip


Boegbeeld van de Götheborg, replica van de in 1745 gezonken Oost-Indiëvaarder

 


 

Maandag 16 augustus 2010

Ja, ik heb genoten van Poëzie aan de Waterkant van het Westbroekpark in Den Haag, uitmuntend georganiseerd door Harry Zevenbergen en Diann van Faassen. Er was mij gevraagd om een mix van poëzie van Simon en mijzelf en dat pakte wonderlijk mooi uit - twee lange van hem zes korte van mij - in de namiddagzon met mijn zusje Else en haar vriendin Anoushka als getuigen. Het is ronduit heerlijk als familie en vrienden eens zien wat je doet en wat dat teweeg brengt. Al zeg ik het zelf: ik kan het. Mijn hart klopt wild voor aanvang, maar eenmaal aan de beurt verloochent zich mijn affiniteit met theater niet: ik ben niet bang om mijn stem te laten horen, en nu ik dat zelf als professie doe, geniet ik zelfs van een microfoon, waaraan ik vroeger de pest had. Ik kon blijven eten met de dichters - er zou zalig gebarbecued worden - maar ik verlangde naar de tuin, waar ik woon in de lichtmaanden.
Op Buitenzorg vond dit weekend de jaarlijkse Bloemen, Groente en Fruit Tentoonstelling plaats en daar wilde ik bij zijn, zeker op zaterdagavond, want dan 'draait' Elbert en dan is het feest! Ik stierf van de dorst toen ik om half acht thuiskwam en raasde van de honger, bracht eerst mijn spullen binnen en rende vervolgens naar ons clubhuis. Anna riep me toe dat ze mijn werkstukje het allermooist vond waaruit ik kon opmaken dat ik niet de eerste prijs had gewonnen. Niet dat het daarom gaat, maar een prijsje krijgen is gewoon heel erg leuk!!!


Kan niet missen . . .

Ik trof mijn vriendenkring die net aan de Chinese rijsttafel ging en moeiteloos kon ik aanschuiven. Mijn oog werd onmiddellijk getroffen door een waar kunstwerk van Wilnah Molenaar dat niet eens meedong, louter als sieraad door haar was neergezet, gemaakt met overgebleven bloemen; de middenstand in Noord stelt heel wat ter beschikking voor onze tombola en tuinversiering.


Waaier van Wilnah Molenaar

Op vrijdagmiddag zet iedereen die meedoet de bloemetjes buiten, wat wil zeggen: je maakt een werkstukje - van wat er op je eigen tuin aan moois groeit en bloeit - dat in een van de negen categoriën thuishoort, van Bloemen op soort, via Gestoken stukje naar Fantasie, die de grootste aantrekkingskracht heeft op onze artistieke gemeenschap. Simon won ooit de tweede prijs Gemengd boeket! Zaterdagochtend wordt er gejureerd door een jury 'van buiten' en zondagmiddag vindt de prijsuitreiking plaats. Ik had dit jaar een stilleven gemaakt van een eenzaam roeibootje, gestrand in een fantasielandschap. Ik zag vrijdag eerst dat stoffige bootje staan, een kadootje van mijn neefje Bozar, en toen de grote blauwe schaal die ik kreeg van mijn nichtje Laura, als dank voor een logeerpartij in mijn huis in de Sarphatistraat in mei toen ik net weer op de tuin was gaan wonen. En dan is het idee geboren en ga je aan het werk. Ik moest zand hebben en dat ging ik halen in de voortuin bij ons clubhuis. Een emmer vol en dat is zwaar als het net waanzinnig geregend heeft. Dat had wel iets spectaculairs veroorzaakt: alle schelpjes zelfs de allerkleinste lagen aan de oppervlakte voor het opscheppen, wat ik letterlijk gedaan heb. Dit is het geworden:

Die schaal was zo verdomde zwaar geworden dat ik hem achter op de fiets moest vervoeren; het zand vertroebelde het water volkomen, maar had een schitterende neerslag, zag ik de volgende dag.

Andere inzendingen laat ik u ook graag zien. Onze volkstuin is een van de weinige die dit nog doet, en hoe! We hebben ook de beste tuinkrant zegt De Bond van Volkstuinders; die vindt Buitenzorg al jaren de leukste tuin van de negenentwintig Volkstuinen die in en rond Amsterdam gelegen zijn, de Gordel van Smaragd genoemd.


Gerrit Mol, Mandala, categorie Gemengd boeket



Grietje Westra - Groenten gemengd

 


Hanneke - Gemengd fruit

Links hieronder Anja Dekker: getiteld Gespiest op soort - grapje - koppen van al haar exen . . categorie Fantasie.

Er was een publieksprijs, die ging naar de kijkdoos van nieuwe tuinster Elly Engel, en Simone Carlier, net toegetreden tot de ontspanningscommissie had als aandenken voor iedereen een unieke sleutelhanger ontworpen en van de tombola iets heel speciaals gemaakt. Niet de geijkte stomvervelendewegwerpprullaria, neen, van menig tuinder een liefst eigengemaakte of immateriële gift. Ik had een uitnodiging gemaakt om met mij een spelletje te komen scrabbelen - nooit meer gedaan sinds Simons dood - waar menigeen in het afgelopen jaar wel aan hintte. En laat ik nou de hoofdprijs winnen van de tombola!!! Een reusachtige picknickmand vol lekkere dranken en spijzen, zelfs een hele ronde Edammer. Edoch, als eenling is dat veel te veel en gelukkig kon ik ruilen met iemand met een gezin, die de door mij felbegeerde Bodewes op kanvas met liefde aan mij afstond. Het was weer een machtig geslaagd feest dus.


Bill Bodewes, uit de serie Red Light District, 1998


 

Maandag 9 augustus 2010

Vandaag exact een jaar geleden kreeg ik midden in de nacht een email van mijn toekomstig uitgever Vic van de Reijt van Nijgh & Van Ditmar; op de verjaardag van mijn vader en op een minuut na nauwkeurig op Simons stervensuur, 01.37 uur. Kon niet mooier. Hij meldde mij: 'Lieve Edith, net de laatste bladzijden van je ontroerende notities gelezen. Jij bent een echte schrijver. Bel me morgen.' En toen had ik opeens een toekomst. Ja, ik was schrijver, niets meer en niets minder en vijf maanden later lag mijn boek in de winkel. Voor mij een mijlpaal, een ijkpunt op weg naar een nieuw leven, maar voor altijd doordesemd van hem, mijn Grote Liefde Simon Vinkenoog.
Gisteren zag ik een herhaling op de Belgische televisie van de prachtige reportage Lichtpunt, het laatste grote interview dat met Simon werd gehouden, Cri Bauwens was de regisseuse en Hugo Camps de ondervrager. Ik zat te kijken in exact dezelfde stoel als toen, en had op de televisie exact hetzelfde uitzicht op de stoel waarin Simon toen zat, alleen was die stoel gisteren leeg. Maar wat een heerlijke levendige man kwam daar uit dat kastje! Ik was blij dat ik met hem alleen was.

Ik heb een poosje niet geschreven omdat er zo allemachtig veel leuks gebeurd bij ons op de tuin. Samen hebben we het WK beleefd, de expositie van Simon vormgegeven en nu is er op woensdagavond: filmavond. Met een mannetje of vijftien kijken we naar dvd's die telkens als favoriet gepresenteerd worden door een medetuinder. Afgelopen woensdag mocht ik Fellini's Dolce Vita laten zien met mijn held Marcello Mastroianni (1924 - 1996). Zijn tegenspeelster Anita Ekberg, de blonde schone in de Trevifontein in Rome sierde in veelvoud de wanden van ons clubhuis.

Ik had geld gekregen om prosecco in te slaan en Italiaanse hapjes te maken. Andere tuinders droegen schalen met dolma's en chocoladecake aan of champagne. Dat zijn feestelijke avondjes. Aanstaande woensdag is het de beurt aan Martijn met Everything is illuminated van regisseur Liev Schreiber, en dat weet ik omdat Remge Dobma ons wekelijks een A4tje langsbrengt met de nodige informatie.
En zo is er alweer een nieuwe expositie, van Sjen Miermans, iedere zondag in ons clubhuis te zien tot half september.


Een rijk en fantasievol oeuvre dat zich niet aan banden laat leggen.

En daarna gaan de kinderen van Buitenzorg gezamenlijk exposeren; net een wervende tekst opgesteld, die wij aanstaand weekend zullen uitdelen tijdens de Bloemen- Groente- en Fruittentoonstelling waarvoor graficus Bill Bodewes een prachtig affiche maakte.
Feestelijke opening van de EXPOSITIE VAN DE KINDEREN VAN BUITENZORG tijdens de Lichtjesavond op zaterdag 9 oktober en de hele winter door te bezichtigen, als we open zijn.

Rest mij hier te melden dat ik onze nieuwe burgemeester Eberhard van der Laan voor het eerst en van dichtbij aan het werk heb gezien; dat viel niet tegen. Hij opende in Café Correct de Parade in Amsterdam op vrijdag 6 augustus en begaf zich daarna met de genodigden naar een waanzinnig mooie dansvoorstelling, Dolby van choreografe Nanine Linning. Mag u eigenlijk niet missen! Naninelinning.nl


Drie van de zes magistrale dansers, na afloop.

Anna, Simons dochter vergezelde mij en wij waren zo totaal onder de indruk van de nieuwste expressies van het menselijk lichaam dat we de zweefmolen insprongen om een en ander te verwerken. De voorstelling is te zien tot en met 11 augustus in de Paradetent.


Ik kan het niet laten . . .


En natuurlijk zorgden Jacob en koe Helena voor consternatie.


Aap, Noot, Mies en ik groeten u hartelijk vanuit de tuin en laten spoedig weer van ons horen.


 

Vrijdag 23 juli 2010

Ik ben totaal aan mijn trekken gekomen op de tiendaagse Kermis in Tilburg. Nooit van gehoord maar hij bestaat al 440 jaar en is de grootste in zijn soort in heel Europa. Mijn vrienden van de tuin Martijn (kan alles) Steenbergen en Yvonne Hillers treden zo nu en dan op als knettergek Kroatisch duo Sjak en Sjakkelien van der Pus, in bizarre uitdossing en puur voor eigen plezier. Ze werden ontdekt op straat in Amsterdam en hebben zelfs een manager. Zij waren voor de zoveelste keer uitgenodigd om acts te doen, à la Dogtroep opduikend in het publiek, programma's hilarisch opleukend, kortom: Tilburg houdt van ze. Vanochtend stonden ze groots in de plaatselijke editie van het Brabants Dagblad; de dode die stomdronken midden in de nacht van het dak van het Spookhuis tuimelde was gelukkig nog geen voorpaginanieuws.
Ik mocht blijven slapen in Hotel Mercure - waar de nazit zich dit jaar niet op hun kamer afspeelde omdat er een rookterras was ingericht voor de medewerkers - en verheugde me mateloos op hun optreden en op de octopus, een verslavende kermisattractie, niet te gevaarlijk maar wel op het randje: I love it! Dansen in de wervelende draaimolen zonder iets te hoeven doen, haren wapperend in de wind, me schrap zettend om er niet uit te vliegen.

Negen keer heb ik mezelf getracteerd, één keer mocht ik gratis en de laatste keer liet ik mij vergezellen door Wilmar Hendriks, vriend van Martijn en Yvonne en medeorganisator.

Zo vertrokken ze op zondag 18 juli van Buitenzorg, in very good spirits. Wilmar was hun orgeltje en verkleedkleren al komen ophalen. Ze dachten dat het misschien de laatste keer zou zijn, maar ze hebben het weer zo heerlijk gehad - met name op Roze Maandag waar 300.000 bezoekers afkomen op (voornamelijk Amsterdamse) travestieten die de stad domineren en versieren - dat ze volgend jaar wel weer te gast zullen zijn.

En zo werd ik gisteren opgewacht in hun hotelkamer. Die lieve Yvonne had rode wijn voor me gekocht en maakte een mix met water in een grote plasticfles zodat ik me voortdurend op niveau zou kunnen bedrinken op die kermis. Ik liet hen alleen om zich voor te bereiden op hun act en maakte eerst een foto vanaf het dakterras alvorens me in de massa te storten op zoek naar mijn octopus tussen 240 andere harde en snelle kermisvermakelijkheden.


En zo trof ik ze even later weer aan in de vijver op de nostalgische kermis.

 

Uit hun orgeltje, dat nog net niet verzoop, kwam trouwens verreweg de beste muziek die er op de hele kermis uit de boxen schalde. Ze hebben meer dan drie uur in het water gestaan, wisten niet van te voren hoe diep het was en koud hadden ze het zeker niet want bier en cola-tic deden hun werk!
Ik was er niet voor niets op Caribische donderdag, 280 drummers uit het hele land waren van de partij. Ze trokken door de stad en mij mee.

Mijn favoriete muziekinstrument zou wel eens de trommel kunnen zijn, vrouwen en mannenbands die niet voor elkaar onder deden, capoeira demonstraties bij de poffertjeskraam van Breekvelt, een begrip, en er was een machtige expositie in het Paleis-Raadhuis van artikelen, foto's en miniatuur-kermisattracties die ik u niet wil onthouden.

 


Ga volgend jaar zelf kijken met uw kinderen die op de nostalgische kermis nog in een originele 'rups' kunnen plaatsnemen, stukken minder snel en met oneindig veel minder lawaai dan heden ten dage gebruikelijk is!

De muizenstad was mij eveneens aanbevolen. 200 muizen in alle kleuren scharrelden rond en we mochten ze vasthouden en aaien.

Diep in de nacht belandden we in ons hotel nadat we eerst nog hadden genoten van een 'showblokje' van Sjak en Sjakkelien op een der hoofdpodia. Ze waren niet te stuiten en namen in stijl afscheid van hun fans en de kermis van 2010. Ik ben ze dankbaar dat ik dit heb mogen meemaken.


Sjakkelien in afwachting van haar laatste optreden . . .


 

Maandag 19 juli 2010


de foto is ´s ochtends gemaakt door Marco van Kampen, op mijn toestel

Het was een overweldigend geslaagd feest dit weekend. Het weer was prachtig, de expositie machtig en de opkomst van onze vriendenkring op de 18e juli - Simons geboortedag en de dag waarop wij hem vorig jaar ten grave droegen - hartverwarmend hoog.

Op vrijdagmiddag richtten we ons clubhuis in . . .


nog in eigen handschrift


. . . drie zeefdrukken in de verte, een wandje oost-indische inkttekeningen, de onderste schonk ik als dank aan onze Vereniging die zich ongelooflijk heeft ingezet achter de bar, in de keuken, aan de enorme afwas, en met een geweldig humeur! De familie en de extended family waren diep onder de indruk van de saamhorigheid op Buitenzorg en dat was wederzijds: zoveel mensen hadden de tuinders niet verwacht!
En dat het zo mooi is hier, was voor velen een verrassing; menigeen komt zich inschrijven als aspirant-lid op de tweede zaterdag van de maand. Buitenzorg heeft de langste wachtlijst van alle volkstuinparken van Amsterdam, dat moet u wel weten . . .


. . . een vitrine met kostbaarheden: belangrijke boeken, foto's, eerste drukken van Atonaal (1951) en Zolang te water (1954), schrijfsels, grapjes, en zijn laatste, geschreven woorden in zijn moleskine-dagboek en toen dat vol was, stierf hij waar ik bij was . . .


detail

Geen plek was onbenut gelaten. Uitgelaten hingen we ons hele clubhuis voller en voller. Hier uitzicht op de keukentent. Mijn vriendin Simone Carlier had mantra's op prachtige zijde gebatikt. Daar zouden we losse teksten op gekleurde papieren aanspelden, maar bij nader inzien waren ze veel te mooi . . . dus lieten we het bij één strook en een banier aan het plafond, en die teksten spijkerde Bill boven de bar.

Op zaterdag maakten we volgens plan een heerlijke wandeling in ons tuinpark langs de gedichten van Simon die beurtelings door iemand anders werden voorgelezen en door Tito kunstzinnig waren versierd.


Tito de Vries bij het gedicht Volluk!

Daarna lazen een zevental dichters hun gedichten voor in Het Simon Vinkenoog Theater Bij De Boom.



hier Gerrit Mol in actie

. . . op zondagochtend richtten Marco van Kampen en Rolph hun marktkraam in met de T-shirts, ging ik de broden halen bij de Turkse bakker en langzaam kwam de keuken op stoom . . . AT5 kwam filmen voor hun journaal, Carlo kwam prosecco brengen voor bij het graf, waar Yvonne van Doorn ons al opwachtte en we een kleine herdenkingsbijeenkomst hielden en ik een woordje sprak:

18 juli 2010 - op Begraafplaats Sint Barbara

Lieve Simon,

Je bent jarig vandaag en natuurlijk wordt dat gevierd, want jij bent nooit uit mijn gedachten.
Familie en vrienden zijn hier samen gekomen om te herdenken dat wij jou een jaar geleden naar je laatste rustplaats droegen, met z’n allen, om jou de eer te bewijzen die je toekomt.
En ook in de toekomst zullen we bij je zijn op 18 juli, bij jou, die hier toch maar ligt, ons voorgegaan, onze voorganger, ons voorbeeld: een vooraanstaand mens in alle opzichten.
Jij hebt ons verrijkt, verrukt en verenigd.
Jij had een missie, je had de oorlog meegemaakt, en je zag het als een opdracht om de mens bewust te maken van het paradijs waarin wij leven. Hier & Nu.
Mag ik je danken, namens velen, voor je inzet, je liefde en je oprechtheid.
Jij hébt bijgedragen aan een betere wereld.
Jij leeft in ons voort en zo hoort het ook. Jij was voor ons allen een belangrijk mens en wij zullen jouw spirit blijven uitdragen: VERDOM DE OORLOG ! BEZIEL DE VREDE!


Een boeketje van Diana Ozon die het graf maanden heeft verzorgd
gemaakt door mijn zuster Else Ringnalda

. . . en eenmaal terug op Buitenzorg wachtte ons een feestmaal en nog een heleboel heerlijke gasten.



Kijkend naar het 18.15 journaal van AT5 van de opname die middag
tussen de opgehangen simonslingers


Thea Schierbeek, still going strong, de oudste in ons midden


Robert, Martijn en Elbert, Yvonne, Charlotte en Frank


op mijn verzoek even een groepsfoto
vlnr Yvonne van Doorn, Theo Kley, Edith, Robert, Arthur, Anna, Geert, Remge, Bouke, Gerrit,
Marco, Sammy, Marvin, Rolph en Hanneke
de foto is ´s avonds gemaakt door Robbie Vlasman, onze webmaster, op mijn toestel

En toen tegen een uur of tien de meeste gasten waren vertrokken, zeilde dichter Hans Verhagen binnen en kon het feest opnieuw beginnen. Spijtig dat Joep Bremmers al weg was, en Jacky en Vic van de Reijt, en René Franken uit Antwerpen. Hij had ze graag weer eens willen ontmoeten. In plaats daarvan kon ik hem voorstellen aan Marco en Rolph, die onmiddellijk toesloegen: dat wordt het volgende literaire T-shirt! Hans vond me net zo'n netwerker als Simon; dat ervoer ik als een groot compliment.
Het was een wonderschone dag geweest, avond en nacht, en volgend weekend is de expositie andermaal geopend van 12.00 tot 17.00 uur.
Lieve Simon, je was onder ons: de dvd Louter Genieten, die Jan Schuurman nog kort geleden van jou maakte, stond de hele dag aan en zelfs als het geluid was afgezet - om wat muziek te horen - genoten we van jouw aanwezigheid, je levendige gebaren en mimiek.
Mag ik iedereen uit de grond van 'ons' hart diep danken voor het samen maken van dit superfeest?


 

Vrijdag 16 juli 2010

We hebben vanmiddag een werkelijk schitterende expositie ingericht voor, over en van onze Simon, in ons clubhuis op tuinpark Buitenzorg. Ongelooflijk te beseffen dat dit slechts een topje van de ijsberg is. Ik zei zeker nog wel zes van zulke expo's te kunnen maken, want de man was onuitputtelijk. Komt allen, want je weet niet wat je meemaakt! De expositie is geopend op zaterdag en zondag van 12.00 tot 17.00 uur. Morgen gaan we beginnen met feesten en dat houdt pas zondagavond op.
We zullen op zaterdag om 15.00 uur gedichten laten horen in Het Simon Vinkenoog Theater Bij De Boom, een wandeling maken over ons tuinpark om 14.00 uur langs gedichten van Simon (opgehangen door Tito de Vries), en zondag exploderen we totaal.
Hartverwarmend hoe iedereen meedenkt, meehelpt (dochter Anna, Simone en Bill, Gerrit en Remge), deuren nog even afschildert om het zo mooi mogelijk te laten zijn (Hubert), meekookt (Han, Noor en Anja), meeschoonmaakt (Yvonne), mee-meegeniet van ons werk na het even binnenlopen (Wilnah, Hans Gritter, Paddy, Anne-Marie en Casper, en Elbert die een lekker stukje hasj voor me meebracht), en gezamenlijk gingen we na afloop buiten eten op ons voorterras (voorgerecht van Han: vissalade met jonge haai en wilde zalm, en daarna goddelijke afhaal-chinees), en aan de drank. Good job, very well done!
Er kwamen mensen langs die we het resultaat lieten zien en die spijtig zeiden: 'Wat jammer dat hier niet meer bekendheid aan is gegeven!'. Nou, dat doe ik dan bij dezen. De expositie blijft gelukkig hangen tot augustus en was echt voor intimi bedoeld: familie, vrienden die altijd al kwamen op Simons verjaardag, en alle tuinders.
Marco van Kampen, een betrokken buitenstaander, heeft zondag een T-shirt in de aanbieding met Simons lijfspreuk VERDOM DE OORLOG! BEZIEL DE VREDE! (slechts 50 stuks, door mij gesigneerd met boektitels van Simon, van Wondkoorts tot Hartslag), en ik hoop dat we aan het eind van de zondag een groepsfoto kunnen maken met allen die dat T-shirt meteen hebben aangetrokken. Dat komt in de krant!
AT5 komt zondag om half twee filmen en gaat met mij mee naar het graf om 15.00 uur. Om 16.00 uur moeten ze als een speer naar de redactie om te monteren en dan kunnen we het verguld samen zien om 18.00 uur.


Mijn lieveling - foto: Nono Reinhold - september 2008

O lieve mensen, wat zijn wij jullie allen intens dankbaar - Simon is met mij - en wat een goed idee van Anna om de 18e juli voorgoed tot Buitenzorgse feestdag te bombarderen; de aanwezigen gingen van harte akkoord. Ik ben gelukkig en heb plannen die er niet om liegen. Daarover later meer. Nu naar bed!


 

Maandag 12 juli 2010

We hebben verloren. Dat was dat. Een spannende wedstrijd. Het is leuk alle namen weer eens te weten van 'onze jongens'. We volgden op Buitenzorg gezamenlijk de Nederlandse verrichtingen in steeds groteren getale. Ze waren bij vlagen uitzonderlijk goed, onze jongens, maar niet beter dan de Spanjolen.
Felicidados Ibiza!
Mijn verjaardag heb ik heerlijk gevierd bij Anneke en Peter Warnaar in Drenthe. Zij en ik zijn op dezelfde dag jarig, en ik mocht intunen op hun schitterende landgoed. Zij behoorden tot Simons allerdierbaarste medemensen en daarom ging ik daar zo graag naartoe.


Een stralende Anneke . . .


Peter Warnaar stuurde mij zijn ingezonden brief aan de Volkskrant die niet gepubliceerd werd. Kennelijk kan het de redactie aldaar allemaal geen bal schelen, en daarom plaats ik hem hier:

Wat was het heerlijk je hier weer te zien! Inmiddels kon ik het niet laten collega Bakker's opinie in de Volkskrant van commentaar te voorzien. Maar meestal nemen ze mijn stukjes niet op. Dus hier heb je het al vast. Liefs, Peter

From: P. Warnaar
To: volkskrant
Sent: Tuesday, July 06, 2010 8:14 PM
Subject: t.a.v. opinie en debat

In de Volkskrant van zaterdag 3 juli betoogt collega B.Bakker opnieuw dat cannabis de gevaarlijkste drug is en verboden moet blijven. Dat een commissie van deskundigen cannabis als minder gevaarlijk heeft bevonden dan bv alcohol "zegt hem niet zoveel". Dat vind ik toch wel een wat wonderlijk standpunt en hij onderbouwt dat al even wonderlijk, nl door te wijzen op "het toenemend aandeel van cannabis". Hij bedoelt waarschijnlijk het procentueel toenemen van het aandeel in de oorzaken van psychosen. Dat heeft echter niets te maken met de rangorde van gevaarlijkheid in de thans bekende psychotrope stoffen.
Verder beweert Bakker dat als het verbod wordt opgeheven de problemen zullen toenemen. Dat is pure speculatie en bovendien niet waarschijnlijk.
Dat cannabis een gevaarlijke stof bevat, vooral voor jonge mensen en hen die aanleg hebben voor schizofrenie en borderline stoornissen ben ik geheel met Bakker eens. Dat een verbod hiervoor de oplossing zou zijn lijkt mij een onjuiste en ongewenste conclusie.
Ten eerste is een dergelijke maatregel onethisch. De Staat is er (o.a.) voor om de burgers tegen elkaar te beschermen, niet de burgers tegen zichzelf. Ten tweede is de maatregel ineffectief, strenge vervolging zoals in de USA heeft niet geleid tot afnemen van het gebruik. Ten derde werkt het verbieden van genotmiddelen de misdaad in de hand; er gaan ten gevolge van het verbod zulke grote bedragen om in de handel ervan dat omkoping aan de orde van de dag is. Corruptie bij ambtenaren van douane, politie en burgerlijk bestuur neemt toe, alsmede gewapende overvallen. Ook de "kleine"misdaad neemt toe en overbelasting van opsporing en gevangeniswezen. Ten vierde neemt ook de minachting voor de wet toe. Een wet die burgers doet vervolgen wegens het gebruik van alcohol of zelfs onschuldiger middelen wordt terecht geminacht en ontdoken.
Dit alles werkt ontwrichtend op de maatschappij en bevordert de volksgezondheid niet. Het is mij een raadsel hoe collega Bakker zich zo heeft laten meeslepen in een ideeënstroom waarbij het verbieden van een genotmiddel als oplossing wordt gezien voor de schadelijke effecten op sommige kwetsbare gebruikers.
Dat heeft toch nog nooit gewerkt?
De enigen die blij zullen zijn met Bakkers mening zijn de grote drugshandelaren. Hiermee wil ik uiteraard niet suggereren dat zij hem financieel tegemoet zijn gekomen, maar ik hoop dat deze gedachte hem tot enige voorzichtigheid maant in zijn opvattingen.
Cannabis werkt door het losmaken van associatieve netwerken in de hersenen en de psyche. Vanzelfsprekende opvattingen en (voor)oordelen worden als futiel en lachwekkend ervaren. Dat kan heel schadelijk zijn voor een jong brein dat nog geen vaste persoonlijkheid heeft ontwikkeld of genetisch slecht is toegerust voor de synthese daarvan. Het kan echter ook heel gezond zijn voor een wat vastgeroeste persoonlijkheid die het eigen associatieve netwerk van normen en opvattingen te zeer heeft vastgezet in niet geheel reële overtuigingen. Zo gezien zou ik collega Bakker willen aanraden er eens eentje op te steken. Het zou, denk ik, zijn werk nog meer inhoud geven.

P.Warnaar, arts, auteur
Ansen


. . . en een waakzame Peter



Bram Bakker, nota bene dezelfde als de man met wie ik mocht aantreden in Museumgasten!
 We hebben onze boeken uitgewisseld! Zou hij het mijne gelezen hebben? Ik het zijne nog niet!

En natuurlijk had ik een brief aan Simon op 26 juni in Het Beloofde Varkensland:

In het donker geschreven op vrijdagavond 25 juni
voor mijn optreden in Het Beloofde Varkensland

Lieve Simon,

Juni is de maand waarin wij vrienden werden
en in juni stonden wij voor het laatst samen op.
Het is alweer een jaar geleden,
de tijd gaat snel als je iets te doen staat.
Niet de routine maar het creatief proces
en dat kan alles zijn:

Het koesteren van kinderen
de wereld veroveren op internet
je best doen op school
of voor schoolkinderen strijden.

Een gedicht schrijven
een beeld hakken
de juiste foto maken
het goede gesprek voeren
of een lied zingen.

Alles is Kunst

“Kunst is de Liefde in elke daad”
om met jouw lievelingsdichter Paul van Ostaijen te spreken.

Koken met passie
een oude van dagen verzorgen
een oogst de grond uit kijken
of bloemen schikken.

Passen op een hond
een varken strelen
een paard dresseren
de natuur een handje helpen
met wat water en wat mest
een voorjaarsfeest volop vieren.

Ik zit in mijn tuin, zoals een jaar geleden,
met mijn eigen ritueel,
wijn met water en de joint en ik schrijf,
want dan ben ik het dichtst bij jou, mijn schat.

De maan hangt in de bomen, vol en rond
en de zon zakt ergens langzaam in de zee
op Ibiza, in India of in IJmuiden aan het strand.
Wij hebben zon en maan overal bewonderd . . . bewust beleefd.

Bij dat soort sensaties mis ik je het meest
want dan voel ik je zo – Afwezig - Aanwezig.
Je bent bij me – voor altijd.

Ik kan huilen en lachen als ik aan je denk.
Oeh, wat was je lief, krachtig, jezelf, intens en bevlogen.

Wat heb ik geboft dat ik het geloofde land heb mogen betreden,
die vruchtbare grond, die wij samen mochten inzaaien.
En nu pluk ik de vruchten: ze smaken zo naar jou:
Natuurlijk!
Na meer dan twintig jaar op de Hoogvlakte van het Geluk (PvO).

Ik heb een boekje geschreven
Heer en meester, een liefdesverklaring
Het was een vorm van met je praten,
dicht bij je te zijn, ook al was jij er niet.
Om je te laten weten dat je nooit uit mijn gedachten was
en je trouw zou blijven tot in de dood
die toen nog heel ver weg leek, maar al op de loer lag:
want wie wil jou niet?

Wij willen je allemaal, want jij had ons iets te zeggen
waar je waarlijk wat aan hebt!
Geen huis, hypotheek en keuken gekeutel, maar inzicht.
Onbetaalbaar.
Maar ik betaal je terug: Hier & Nu
Hier kom jij tot leven in jouw eigen poëzie.
Nu.

Rest mij de email die mij komende week bezig zal houden met familie, vrienden en vriendinnen, en dan onthul ik iets van hem en mij, dat menigeen zondag voor het eerst live zal zien. Voor mijn vrienden hier: voorpret is zó belangrijk!!!

BUITENZORG, 11 juli 2010

Lieve familie en vrienden,

Aanstaande zondag 18 juli is het alweer een jaar geleden dat wij Simon naar zijn laatste rustplaats droegen, op zijn eigen geboortedag. Het is de wens van velen van deze dag wederom een bijzondere gebeurtenis te maken. Hierbij nodig ik jullie uit om 15.00 uur bij het graf te verzamelen op Begraafplaats Sint Barbara aan de Spaarndammerdijk 312 te Amsterdam. Daarna gaan we naar onze volkstuin Buitenzorg waar op verzoek van de tuinders dat weekend een expositie aan Simon is gewijd in ons clubhuis, Zamenhofstraat 41, Amsterdam Noord.
Er wordt heerlijk gekookt door Gerrit Mol c.s. (€ 5,- p.p.) en Marco van Kampen, www.verlorenwoorden.nl, verzocht mij een T-shirt te mogen maken met de tekst waarin Simon is begraven (typografie Rens Muis):

                    SIMON SAYS: VERDOM DE OORLOG! BEZIEL DE VREDE!

Tito de Vries hangt gedichten van Simon op in de etagères die over ons tuinpark staan verspreid en Martijn (kan alles) werkt aan het Vinkenoog Theater bij een oude boom, waar nu al mooie grindpaden naartoe leiden; op groot formaat zink (uitgestanst, 1 bij 2.50 meter) zal in de nabije toekomst Simons gedicht Ode aan Buitenzorg worden onthuld.

Ik zou het zeer op prijs stellen je/jullie op 18 juli te mogen verwelkomen op (een van) beide locaties. Zegt het voort! Tot dan!

Omhelsd, jullie Edith



En natuurlijk schreef ik toe naar 01.37 uur


 

Donderdag 1 juli 2010

Ik was afgelopen zondag mijn mobiele telefoontje kwijt, niet voor het eerst maar wel onder bijzondere omstandigheden: hij stond op 'stil'. Wat een coïncidentie!

Ik had zaterdagavond als schrijver mogen optreden bij Dafne Westerhof, communicatie adviseur en varkensfluisteraarster, en zet mijn telefoon altijd op 'stil' als ik niet thuis ben en niet bereikt wil worden. Dafne heeft een schitterende boerderij met veel land daaromheen dat zij laat bewonen door hoofdzakelijk varkens, twee koeien Rosamunde & Brutale Griet, hanen en kippen, de rammen Gevaarlijke Eddie & Caesar, gans Arie Bombarie die onbetwist de baas is en met iedereen persoonlijk kennis komt maken, en waarschijnlijk nog veel meer wat aan mijn aandacht ontsnapt is. De dieren zijn koning en lopen alle vrijelijk rond. Dafne geeft met name oude dieren een laatste kans: ook een varken mag soms met pensioen. Ze heeft er zevenenveertig, met bijzondere namen als Billie Bofkont, Twitter, Mannetje Bromsnor, Lady Lolita, Miss Piggy, Aagje, Stalker en Miss Universe. De Familie Bofkont worden zij officieel genoemd www.familiebofkont.nl en dat voelde ik mij ook, toen wij optraden in een oude stal - tussen het stro en op strobalengestoelte gezeten - waar de zwaluwen in en uit vlogen op deze warme zomeravond en een grote zeug aandachtig mee stond te luisteren en af en toe een blijk van waardering liet horen: een luidruchtig lange snurk.


Uiterst rechts: Vincent Bijlo, uiterst links Lucas Hirsch, organisator, www.kleinerevolutieproducties.nl, met naast zich Anna

's Avonds laat zat ik na te genieten in het donker op mijn terras in de tuin, de maan was rond en er heerste windstilte. 'Waarom zijn vogels 's nachts niet wakker?' vroeg ik mij af. Die intense stilte na hun avondconcert viel mij op! Ja, de uil was dat wel, hij liet zich horen en ineens wist ik het antwoord: omdat zij evenzeer als de oermens 's nachts niet kunnen zien (op die enkeling na) en dan dus van hun natuurlijke rust genieten, slapen. Een boom doet dat niet, die slaapt alleen in de winter.
Om een uur of drie rolde ik mijn nestje in, geen lamp hoeven aansteken, het was een wonderschone dag geweest en ik was heel veel wijzer geworden door allerlei uitleg die Dafne ons gaf. Ik mag met mijn jongste neefje Victor een workshop bij haar doen - varkens zijn hoogst intelligent en kunnen in tegenstelling tot de meeste mensen intens genieten van zalig niets doen. Dat hoef ik niet meer te leren, maar zo heerlijk dichtbij die enorme reuzen te durven komen is een sensatie. 'Geen blote benen, geen blote tenen' was ons in de laatste e-mail dringend aangeraden want varkens zijn daar dol op. En ook je tasje met tabak of snoep kon je beter niet in hun nabijheid bij je dragen: tegen zo'n gevaarte kan een mens niet op als beest het hebben wil.
De volgende middag, een stralende zondag, dacht ik opeens: 'Ik moet mijn telefoontje eens even uit mijn tasje halen; typisch een dag dat er bezoekers langs willen komen'. En toen kon ik het dus nergens vinden. Ik ben nooit iets kwijt - daar ben ik veel te systematisch voor - en snelde naar buurman Bill om met zijn mobieltje het mijne te bellen; zo komen die dingen meestal snel weer boven water, maar nu dus niet!!!
Een lichte paniek maakte zich van mij meester. Nergens te bekennen op dit kleine oppervlak, dan moet het uit mijn tasje gegleden zijn bij Dafne, terwijl ik een everzwijntje knuffelde, of in de auto van Simons dochter Anna, die mij had vergezeld en gereden; het moest op de terugweg gebeurd zijn.
Wat kan een mens onthand zijn: ik kon Anna niet eens bellen want ik kende haar mobiele nummer niet uit mijn hoofd! Ik mailde Dafne die onmiddellijk haar erf voor mij wilde afzoeken en om mijn 06-nummer vroeg. En toen besefte ik dat dat geen enkele zin had omdat ik het geluid had uitgeschakeld die avond.
Ik had geen rust meer en sprong in mijn oude Volvo op weg naar Anna. Als ik haar auto kon vinden zou ik het daar op de bodem van de bijrijderstoel wel zien liggen, hield ik mij voor. Maar ik zag haar auto nergens staan. Ik moest naar mijn huis in de Sarphatistraat voor haar nummer en toen ik haar te pakken kreeg, spraken wij af bij de pont over het IJ, zij was op de fiets naar de OBA en had haar auto inderdaad niet bij huis geparkeerd. Samen weer naar stadsdeel Zeeburg.
Er gloorde weer hoop, ik wist zeker dat ik mijn mobieltje in haar auto was verloren. Groot was de deceptie toen dat niet het geval bleek. Helemaal terug naar Het Beloofde Varkensland was het enige wat erop zat. Immers alleen ik wist precies waar ik daar had gezeten, geknuffeld en rondgebanjerd.
Anna en ik gingen eerst naar de tuin terug. Inmiddels was deze mooie dag naar God; ik was al meer dan drie uur vruchteloos aan het zoeken en toen dacht ik ineens aan de zippo, een aansteker, die als we hem kwijt waren meestal ergens in bed werd teruggevonden. Zou het waar zijn? Ik rukte de lakens en dekens bruut open, voelde niets, rukte nog even aan de kussens en tilde het grote sierkussen op zonder enige verwachting, want daar had ik werkelijk niets te zoeken wist ik drommels goed.
Maar . . . daar lag mijn contact met de wereld stil te wezen . . . Ik kon mijn geluk niet op, dat zult u wel begrijpen, opluchting, euforie, en het geloof in mijzelf keerde weerom.
Reconstructie drong zich aan mij op: ook al lag mijn tasje 's ochtends op een stoel, ik moet het bij thuiskomst in het donker op bed hebben neergesmeten. Daar was mijn mobieltje uit het speciale vakje gegleden en onder dat kussen verdwenen toen ik in het stikke donker te bedde ging - om mij eens goed mores te leren: schrijf al die belangrijke telefoonnummers nou eindelijk eens accuraat in een boekje!
Dit mag mij nooit meer overkomen.


 

Zaterdagavond 19 juni 2010

Ik heb niet geschreven over de verkiezingsuitslag die bedroevend was, en ook ik heb niet op Job Cohen gestemd waarvoor ik me achteraf voor m'n kop sloeg, maar ik houd gewoon niet van de Partij van de Arbeid (de naam alleen al!). Ook heb ik niet geschreven over de jaarlijkse finale van de Poëzieslag in Festina Lente, Martijn Teerlinck won, de jury was unaniem en herkende in deze ten dode opgeschreven jongeman een echte dichter, noch schreef ik over mijn optreden in Alkmaar in een theekoepeltje waar Mozart nog op bezoek was geweest.
Neen, op deze zaterdagavond zit ik alleen in mijn tuinhuis, niemand around, denkend aan Simon. Gisteren een jaar geleden werd zijn rechteronderbeen geamputeerd, ik leef ons leven nog een keer; de laatste maand heeft zijn aanvang genomen.
Groot was mijn vreugde toen ik donderdag hoorde dat mijn nichtje Laura van den Berg en Tibor de Jong, zoon van Spinvis, hun eindexamen hadden gehaald en ik beleefde weer even hoe ongelooflijk heerlijk die dag was in mijn eigen leven. Ik ging op diezelfde dag bij mijn vriendje Freek wonen: ik voelde me voorgoed vrij! Voorbij alle druk en verplichtingen die ik weldegelijk vanuit mijn ouderlijk huis had gevoeld; ja er werd immers iets van mij verwacht.
Mijn buurjongen op de tuin Bram Stokkermans heeft een herexamen op het Barlaeusgymnasium. Bram, ik denk dagelijks aan je, houd nog even vol want je bent er bijna en dan gaat er een nieuwe wereld voor je open. O, lieve jonge grote mensen, wat wens ik jullie een stralende toekomst toe. Het leven is verrukkelijk en is en blijft een feest. Ook voor mij.

Gisteren was ik bij mijn alleroudste vriend op bezoek in Groenekan: psychiater Johan Havenaar, mijn buurjongen met wie ik op mijn elfde al in een toneelstuk speelde op school, getiteld De Chinese Nachtegaal, geregisseerd door onze bevlogen meester Wim Heinhuis uit de vijfde klas, nu groep zeven, hoe anders klinkt dat toch. Johan was de keizer en ik de keizerin van China. Vandaag stuurde hij mij de foto's van weleer.

Onze kostuums kwamen uit onze verkleedkist en zijn baard, snor en wenkbrauwen waren van konijnenbond bekende hij zijn vrouw Jopje en mij. Wij vertelden haar in geuren en kleuren hoe we destijds, in 1970 op het popfestival in het Kralingse Bos in Rotterdam terecht waren gekomen. Wat kwam alles weer helder bovendrijven! Ik was vijftien en mocht aanvankelijk niet van mijn vader, maar Johan had kaartjes gekocht en samen meldden wij ons op Plein 1813 waar mijn vader werkte als raadadviseur van de minister-president. Mijn vader ging overstag, want Johan was een uiterst betrouwbare, briljante buurjongen. Alleen, hij mocht niet van zijn ouders, maar daar trok hij zich niets van aan; hij had het gewoon niet gevraagd. Op de Stones, de Beatles en Jimy Hendrix na waren alle groten van toen aldaar present, van Pink Floyd tot Santana, van Doctor John the Nighttripper tot Jefferson Airplane en de Soft Machine, onze helden van wie we alle muziek kenden van haver tot gort. Ik weet nu van niets meer, boeiend, dat muziek werkelijk een hoofdrol speelt in de ontwikkeling van jong tot volwassen mens. Die muziek heeft een stempel op mij gedrukt en dat gebeurt iedere generatie weer opnieuw. Ik ben blij dat ik tot de mijne behoor.
De accu is bijna leeg dus ik houd er weer mee op. Ik had behoefte aan een teken van leven en bij gebrek aan medemensen hier op de tuin, geef ik het dus zelf maar. En bij dezen kondig ik vast aan dat wij Simons verjaardag zullen vieren op Buitenzorg met een mooie expositie in ons Clubhuis. En volgende zaterdag treed ik aan op een boerderij bij een varkensfluisteraarster; ik ben stapeldol op biggetjes en saté babi. Het een sluit het ander niet uit.



Donderdag 10 juni 2010


Speelplaats Burgemeester De Vlugt School

Mijn tuinvriendin Yvonne Hillers, midden met blote armen, is kleuteronderwijzeres op een school in de Amsterdamse Jan de Louterstraat; een heel eind weg in West. Op school vond vandaag een verkleedfeestdag plaats waaraan zo'n 450 kinderen deelnamen. Elke klas had een thema gekozen - van griezelen tot magie, en van musical tot droomland - en zou zes keer optreden!
Ik heb er een heleboel gezien, want de gehalveerde klassen gingen alle bij elkaar kijken. Omdat ook een andere vriendin van de tuin, kostuumontwerpster Simone Carlier was gevraagd om te komen helpen en beiden mij opgetogen van de voorbereidingen hadden verteld, besloot ik een kijkje te gaan nemen. Ouders waren welkom, dus ik ook!
Als ik van mensen houd, wil ik ze kunnen plaatsen als ik aan ze denk, vandaar. Heeft iemand bijvoorbeeld een nieuw huis, dan ben ik daar vaak als eerste op bezoek om mijn fantasie te laten gaan over de nog lege ruimte. Dat vind ik belangrijk en komt voort uit pure interesse: ik blijk een huismus te zijn, eigen aard van de astrologische Kreeft die er bij mij pas op latere leeftijd uitkwam.
Ik heb ronduit genoten van de aanblik van al die kinderen, een enkeling nog louter blank, maar wat opviel was het talent, de overgave aan zang en dans, en de uiterlijke schoonheid van deze piepjonge mensen afkomstig uit alle delen van de wereld. Ons Amsterdam, ongelooflijk onvergelijkbaar met een halve eeuw geleden toen ik hun leeftijd had. Het stemde mij vrolijk en lichte opwinding maakte zich van mij meester. Wat is het toch een fantastisch beroep: onderwijzer op een basisschool en wat vond ik deze school een voorbeeld van saamhorigheid en creativiteit. Hulde, lieve mensen!

Dit is voor mij een gedenkwaardige dag. Vandaag is de laatste dag dat Simon en ik samen opstonden, nu alweer een jaar geleden, in ons tuinhuis, alvorens naar het ziekenhuis te gaan. Simon moest onverwacht onmiddellijk blijven en een maand later was het voorbij, voorbij, voorgoed voorbij. Vanavond om half twaalf, 23.30 uur, begint mijn dagboek dat tenslotte uitmondde in mijn eigen boek Heer en meester, een liefdesverklaring.
Na die heerlijke ochtendervaring ben ik naar Simons graf gegaan - ook in West - want ik kwam er zo goed als langs op weg terug naar de tuin. Ja, de tranen stroomden in de regen. Wat heb ik deze man intens liefgehad en wat waren wij goddelijk gelukkig.


Grafheuvel op Begraafplaats Sint Barbara, tweede van rechts, gemaakt door mijn zusje Else Ringnalda

Aanstaande zondag mag ik in Alkmaar optreden om over mijn Grote Liefde te vertellen, samen met Hans Plomp en Dick Sinnige, beiden dierbare vrienden tot op de dag van vandaag.
De Dichterskring Alkmaar, Geestersingel 11, aanvang 14.00 uur, toegang gratis, brengt een hommage aan mijn dichter die bij hen kennelijk zeer geliefd was. Ik heb er zin in.
Ook mijn vorige optredens op 5 en 6 juni gingen over hem en dat is goed. Ik hoop dat men mij tot in lengte der dagen zal blijven vragen over Simon en onze liefde te vertellen. In Zwolle mocht ik zijn poëzie voorlezen, en als ik hem representeer begin ik altijd met een brief aan mijn geliefde:

MELKMARKT – Zwolle, zaterdag 5 juni 2010

Lieve Simon,
Ik ben aan het aftellen:
op 10 juni vorig jaar werden wij voor het laatst samen wakker.

Het Lot is onvoorsPelbaar onvoorsTelbaar,
een spelbreker, spotvogel,
speerpunt
in mijn borst,
barstensvol van jou in mijn hart.
Het werd geraakt, maar niet dodelijk getroffen.
Jij was mij voor.

Jij was voor mij en ik was voor jou.
Bestemd.
Jij hebt je stem in deze wereld mogen laten horen.
Jij hebt veel van jezelf aan de mensen laten zien.
Er werd naar je geluisterd en gekeken
en ook jij keek je ogen meer dan uit.
In verwondering.

Jij was minstreel, troubadour
levenskunstenaar in al je vezels
Je leidde vele levens
waarvan één met mij.

Het was groots en meeslepend
- om met een van je vrienden te spreken (Lucebert).
Hartstochtelijk en alomvattend.

Wij missen je
en daarom sta ik hier
op de Melkmarkt in Zwolle
om jouw woord te laten klinken.

Hier kom jij tot leven - in jouw eigen poëzie:

En dan maak ik een keuze uit dat enorme oeuvre dat nu pas echt in mij begint door te dringen.



Vrijdag 4 juni 2010

Er is een boel gebeurd en er gaat nog een boel gebeuren. Voor mij is het belangrijkste dat ik weer in mijn tuinhuis woon, in de natuur, waar ik de laatste dagen aftel die ik hier vorig jaar met Simon doorbracht. Op 10 juni werden wij voor het laatst samen wakker. Als ik daaraan terugdenk schieten mij telkens de tranen in de ogen. Het zij zo.

Om half drie 's nachts traden zij eindelijk aan NeverPorn: de vier Russische vrouwen uit Sint Petersburg die het hoogtepunt zouden zijn op het Vurige Tongen festival in Ruigoord. Ze waren gepland om middernacht, maar de band die aan hen voorafging wist van geen ophouden en een stagemanager om hen de keel te snoeren was er niet. De dames die een opwindende pornoshow zouden geven hadden rillend in de kleedkamer zitten wachten; een wonder dat ze niet zijn weggelopen. En ze waren opwindend. Op een kruk gezeten hoopte ik alles van een afstandje te kunnen bekijken, maar dat was niet zo. Je moest er met je neus bovenop staan om niets te missen, dus drong ik naar voren, want daar had ik uren op gewacht. Ik dacht nog even 'houd ik dit wel vol' - lang staan kost mij moeite - maar ik vergat mijn lichaam totaal toen de eerste act begon.
Ik houd van vrouwen. De eerste beeldschone Russin verscheen in chique kantooroutfit - witte blouse, zwart kokerrokje - in een magisch décor en begon zich langzaam, geknield te ontkleden op een trance-achtige muziek. Bliksemsnel was daar opeens dat slangetje, dat zij in haar mond stak en er door haar neus weer liet uitkomen - of omgekeerd - waarna zich een soort bizarre erotische floss-sessie afspeelde.
De volgende zo mogelijk nog mooiere dame kwam op spitzen geblindoekt binnen, gekleed in negligé van oude kant. Adembenemend. Zij had door beide onderarmen tien lange naalden gestoken van een centimeter of twintig met iets als veren aan het uiteinde. Die stak zij blind in brand, stuk voor stuk, evenals haar hoofdtooi. Volledige concentratie - ook toen één arm 'uitging'; die stak zij delicaat weer aan haar andere arm aan. Slot van de act was het afdoen van de brede blinddoek, die een bedrieglijk smal lintje bleek te zijn, zelfs niet te zien van dichtbij. Prachtig aangebrachte zwarte schmink had onze zintuigen begoocheld!
De derde act werd uitgevoerd door twee vrouwen. De eerste droeg een zilveren masker en een lang gewaad. Daarondervandaan kwam een suggestieve lange slang, met een douchekop eraan vast. Toen verscheen de mooiste vrouw ten tonele, beeldschoon getatoeëerde halspartij en armen. Zij begon zich sierlijk te scrubben en in te zepen met een spons die zij doopte in een vissenkom. De muziek hield de adem in en wij in de bomvolle kerk van Ruigoord ook. Zij had ons volledig in haar greep en tenslotte begon de douche te stromen: bloed, bloed, bloed, en spartelde zij als een vis op het droge over de grond. Ik was zo onder de indruk na afloop dat ik om half vier op de vroege maandagmorgen, tweede Pinksterdag, klaarwakker was en de details heb opgeschreven in mijn boekje om ervan verslag te kunnen doen. Bij dezen.

Het volgende feest speelde zich af op zaterdag 29 mei in Arnhem alwaar de Johnny van Doornprijs uitgereikt werd aan Erik Spinvis de Jong. Een krans werd gelegd, een standbeeld beloofd, ballonnen gingen 's middags de lucht in op deze Memorialday, en na een verrukkelijk diner was er een feestelijke bijeenkomst met publiek en genodigden in Huis Oostpool. Erik had zelf een grote inbreng in het programma, vrienden traden aan en op, en voor mij was het hoogtepunt wel het ensemble dat componist/musicus Martin Fondse voor de gelegenheid bijeen had gebracht in Theater aan de Rijn, de laatste locatie van die dag. Fenomenale, swingende jazz en dat betekende: het hotel pas betreden toen de zon al bijna opging. Het fluiten der vogels zong mij snel in slaap.


Ik denk dat ik de enige was in het hele gezelschap die drie sterke banden had met de eregasten Yvonne van Doorn, Erik de Jong en Martin Fondse. De laatste hadden Simon en ik vorig voorjaar goed leren kennen toen het Nederlands Blazers Ensemble hen aan elkaar gekoppeld had voor het theatrale muziekprogramma De Kleren van de Keizer.
Het was buitengewoon fijn hier bij te mogen zijn!

Straks naar Huis Marseille Museum voor Fotografie op de Keizersgracht 401 voor de presentatie van de drie recent verschenen publicaties van Nono Reinhold waarover ik eerder hier berichtte. Van de expositie Zomerliefdes, die morgen pas opent en ook Nono's werk toont, krijgen we een voorbezichtiging: zevenentwintig fotografen van wereldformaat laten zien wat zij daaronder verstaan. Ik verheug me erop.

Morgen mag ik aantreden op de Melkmarkt in Zwolle waar een dichtersfestival plaatsvindt en ik Simon mag representeren. En overmorgen stel ik mijn huis in de Sarphatistraat open tijdens de Dag van de Amsterdamse Geschiedenis.
Om 12.30, 13.30, 14.30 en 15.30 mag ik op verzoek van Paul Arnoldussen van Het Parool vertellen over mijn Grote Liefde Simon Vinkenoog. U komt er niet zomaar in: ik krijg een assistente op locatie die de kaartjes controleert, Wendy. Zelf krijg ik er geen rooie cent voor, maar zie dit als een Dichter aan Huis experiment, dat ik voor het eerst zelf mag uitvoeren. Ik ken het klappen van de zweep en ga graag met mijn gasten in gesprek.


 

Dinsdag 25 mei 2010

VURIGE TONGEN – Ruigoord - Pinksterweekend


Ruigoord Vurige Tongen - Openingsceremonie op zaterdag 22 mei 2010


In Thejoos Theetuin zondagmiddag 23 mei

In de tuin van beeldend kunstenaar Theo Kley mochten de Ruigoord-trofeehouders hun stem laten horen. Diana Ozon, Armand, Alida Beekhuis nam de honneurs waar voor Louis Lehmann die in augustus 90 jaar wordt, ik mocht Simon representeren en begon met het eerste gedicht dat hij voor mij schreef De Goede Aarde, dat ik vanzelfsprekend uit mijn hoofd kende en vervolgde met een brief gericht aan mijn geliefde:


Simon geschilderd door Jan Bianchi

Lieve Simon,

Het wachten hier is niet op jou, want jij komt niet meer.
Jouw stem zullen wij nooit meer horen, in levende lijve.
Jouw mooie verschijning zullen wij nooit meer zien.
Je bent onaanraakbaar geworden.
Eindelijk leef je echt van de lucht, die wij hier inademen, met jou erbij.

Adem even in . . Adem even uit

En daar ben je weer: wij hebben jou opgezogen, ingeademd, toegezongen.
En jij ons ook, sinds mensenheugenis, hier in Ruigoord.
Met je meesterlijke stem en je louterende woorden
heb jij ons opgezweept de wereld in te gaan en goed te doen,
bewust te leven en te genieten, jouw elfde gebod, zo niet het eerste
en het enige wat werkelijk telde.

Adam Eva in . . . Adam Eva uit

In een vloek en een zucht worden kinderen gemaakt, geboren en gebroken soms.
Ja, het is even makkelijk als ademhalen, maar behelst zoveel meer.

Verdom de Oorlog – Beziel de Vrede


In deze lijfspreuk hebben wij jou letterlijk begraven.
Hier in dit dorp vloog jouw brandstapel in brand en jouw ziel de lucht in.
Jouw gedachtegoed dwarrelt als as op ons neer en komt tot ons.
Hier kom jij tot leven, in jouw eigen lied:


GEDICHT VOOR BLOEMENKINDEREN - geschreven in de jaren zestig.

Dag bloemen Dag vogels Dag kinderen
Dag bloemenkinderen Dag vogelkinderen
Dag vlinderkinderen

We gaan vliegen leren
We gaan leren de ruimte beheersen
We gaan leren de tijd overwinnen
We gaan leren samenleven
met de dommekrachten en de zwaartekrachten

Wat weet een politieman van inspiratie?
Wat weet een militair van kommunikatie?

Kinderen, we gaan inspireren:
de zon in het hart, en altijd een
vergevende glimlach
voor de dommen en nuttelozen,
de belachelijken en hopelozen –

lief zijn voor jezelf
en niet alleen op zondagmiddag
lief zijn voor anderen
en niet alleen hier en nu
lief zijn voor de grootste klootzak
en niet alleen maar van een papiertje
kunnen lachen, kúnnen lachen,
wíllen lachen – omdat de zon schijnt
en wie dát niet voelt, dood is, opgegeven,
niet meer meeleeft, zonder reden leeft.

Dag kinderen van de zon, van het gras,
van de aarde – ken jezelf:
leer je macht kennen, je zelfbewustzijn,
je kreativiteit, je dorst naar kennis –
je honger naar liefde zal gestild worden,
je behoefte aan begrip vervuld worden:

zet jezelf op weg, ga verder, steeds verder,
éen wereld groot genoeg voor ons allen
laat ons die wereld ontdekken
die in onszelf schuilt
een wereld veel groter en machtiger
veel belangrijker en krachtiger
dan het domme lood dat doodt
dan het laffe gas dat verlamt.

Blijf staan op al je mensenrechten.
Blijf strijden voor al je vrijheden.
Laat je door niemand koejeneren.
Blijf je tegen alles verdedigen.
Leer aanvallen. Leer de taktieken.
Leer de strategieën. Leer dansend
de epidemische oorlog ontwijken.
Laat je niet in de wurggreep nemen
door paranoia – die angst die
door de wereld woedt,
onze ouders verlamt, verbijstert,
verstart, en hulpeloos maakt.

Wie zijn angsten verliest wint een wereld.
Wie eerlijk is lacht om alle huichelaars.
Wie de waarheid zoekt is oppermachtig.
Wie naar muziek luistert hoeft niet te klagen.

In godsnaam geen zelfbeklag, geen gezeur,
geen geteem, geen kan niet, geen mag niet

niets van dat niets, alles van alles:
kinderen we gaan vliegen leren,
vliegen in de ruimte die in ons schuilt –
12 miljard hersencellen in elk van ons oneindig,
zet maar open, laat maar komen, laat
de wereld maar klaarkomen, elke sekonde,
elke levende cel wijdopen, elke zenuwknoop,
elke ademhaling: komen klaarkomen
óverkomen kom kom kom     kom kom kom

Uit:
Vinkenoog Verzameld blz 412 e.v.
1972 WONDER BOVEN WONDER


Yvonne Mousset-Van Doorn presenteerde het programma, naast haar gastheer Theo Kley


Armand en Marrit

En veertig jaar later een herinnering aan die blijmoedige, vrije tijd! Het laatste gedicht dat werd opgenomen in Vinkenoog Verzameld - gedichten 1948 - 2008, door Joep Bremmers bezorgd:

VONDELPARK / WONDERPARK

En het geschiedde in die dagen
dat de jeugd zich in beweging zette
om uit te vinden wat elders gaande was.

Aangetrokken door de plekken
waar de verbeelding aan de macht was
en de regenten verbouwereerd reageerden.

Op naar de steden waar het van leven bruiste:
Parijs, Londen, Rome, Berlijn, Amsterdam –
overal waar de engel van de vrijheid langs kwam.

Tot in dit park: uit de Franse revolutie,
langs de Spaanse burgeroorlog en de Italiaanse maffia,
vluchtend voor Vietnam,
op de loop voor elke dictatuur of dwang.

Doorbroken grenzen – gewenste effecten
no problems – don’t worry – be happy!
Uit de hele wereld neergestreken op het gras
dat in vroeger tijden niet mocht worden betreden.

Liederen, luidkeels gezongen,
een vuurspuger, acrobaat of clown:
Join the party! Do sit down!

Een tiental jonge vogels, net uit het nest
geschaard rond een zingende gitarist
die alle songs van Bob Dylan uit het hoofd wist
te zingen
           zodat ik mij verhief
en me overgaf aan de dionysische dans.

Toen geschiedde wat ik noem: een wonder –
      ik pirouetteerde
              en plotsklaps bevond ik mij
                   tot op kniehoogte in de waterplas.

Te ver om in één moment te overbruggen,
maar het geschiedde, en ik riep verheugd
‘The Spirit Moved Me!’ and so it was...

Dit, zoveel jaar later, mijn gedicht voor het Vondelpark
waar ook ik, evenals Roel van Duyn,
met de bomen sprak.

O groen groen gras
vol liefde en vertrouwen:
O Vondelpark, Wonderpark

Waaraan ik toevoegde: O Ruigoord, mijn thuishaven.

Uit:
Vinkenoog Verzameld blz 1111 ev
verspreide gedichten 2006 - 2008

Diana Ozon en vriend Frank


Vrijdag 21 mei 2010

Een tijdje geleden werd mij door een vriendelijke vrouw gevraagd of ik mijn gezicht wilde lenen voor de Wall of fame in de OBA. Op de Nationale 'Kom uit de Fles Dag'. Ik voelde me niet aangesproken.
Het ging over drank, drugs en verslaving, hoe ermee om te gaan en hoe ervan af te blijven. . .
Daar deed ik graag aan mee, maar dan liever over mijn diepste verslaving en dat is roken. En het allerliefst over de heilzame werking van Marihuana.
En zo geschiedde: een tweeminutenfilmpje was zo geschoten.
Zie hier het resultaat www.jellinek.nl/interactief/wall_of_fame/e_ringnalda/
Ik bood me ook aan als spreker op de dag zelve, maar daar gingen haar opdrachtgevers niet op in. Dat zou immers wel eens een heel erg positief verhaal kunnen zijn, want de Kunst van de Zelfbeheersing: daar zou mijn verhaal over gaan. Zonder iets op te geven. De Gulden Middenweg kunnen bewandelen; ik doe het ten dele, mijn water bij de wijn.

En dan overvalt mij ineens het bericht dat dichter Driek van Wissen (12 juli 1943) in Istanbul aan een hersenbloeding is bezweken. Hij staat hierboven in het midden in het roze afgebeeld, evenals ik onder hem. Ik zal toch niet de volgende zijn? U kunt hem dus zien met de link hierboven!
Het schokte mij werkelijk dat ik deze hartelijke, lieve man dus nooit meer zal ontmoeten in gezelschap van zijn boezemvriend Jean Pierre Rawie.
Driek ging er destijds met de felbegeerde titel Dichter des Vaderlands vandoor. Ik ben blij dat hij dat heeft mogen meemaken, want hij maakte er een feest van en trok zich niets aan van de zure academici die hem te licht bevonden. En weer weet de pers niet of het gisteren of eergisteren of in de vroege uren van vandaag is gebeurd; daar weet ik alles van! Hij ruste in vrede.

Heugelijk nieuws staat daartegenover: de dichter F.Starik is uitgeroepen tot onze nieuwe Amsterdamse stadsdichter. Hij heeft wilde plannen, zo kopte de krant, voor als Willem-Alexander koning wordt. Ben benieuwd of het ooit zover komt!



En natuurlijk had ik over de Willem Elsschot bijeenkomst in De Balie willen schrijven.
Ik had vijf redenen om ernaartoe te gaan en de belangrijkste was dat ik het had beloofd.
Aan Guusje van Tilborgh die ik in Antwerpen had ontmoet.
Zij bracht als entr'acte twee monologen ten gehore, komende uit de monden van een keukenmeid (Elsschot logeerde in de "Villa des Roses" in Parijs) en de huishoudster van de familie De Ridder in Antwerpen. Beiden hadden Elsschot van nabij gekend en waren tot leven gewekt door auteur Erik Vlaminck.
De voordracht van deze Vlaamse actrice, die ter plekke met een enkel kledingstuk van gedaante verwisselde, deed mij weemoedig terugverlangen naar de tijd dat ik nog van toneel hield. Zij speelde 'lichamelijk', iets wat de meeste Nederlanders niet kunnen. In mijn ogen.

Guusje van Tilborgh in Vijf vrouwen over Elsschot - Willem Elsschot (pseudoniem van Alfons De Ridder)

En dan de sprekers. Daar kan ik vrij kort over zijn: de helft viel tegen. Wie heel goed denkt te kunnen schrijven, denkt veelal onterecht ook goed te kunnen spreken. Maar ook dat is een vak!
Iets weten is nog niet iets over het voetlicht kunnen brengen, voelbaar maken. Daar is meer voor nodig en dan onderscheidt zich de auteur die zich loszingt van zijn kennis, van de Saaie Piet die eraan vastkleeft, dat academisch goedje, dat misschien niet op zou moeten willen treden. Schoenmaker, hou je bij je leest.
Thomas Verbogt combineerde beide gaven met eigen ideeënrijkdom. Hij liet zijn fantasie los op Een ontgoocheling (1914) en hield een filosofisch betoog over 'De verkeerde omgang met vragen' en dat een kleine mislukking begint met een slecht humeur! Hij hekelde de 'Smaalcultuur' van tegenwoordig en pleitte voor meer mededogen. Een vlammende voordracht!
Er kon wel gelachen worden en ik heb genoten van het onderwerp: Kunstenaar in Zaken.
Dank je, Guusje. Deze avond had jouw inbreng nodig.


 

Dinsdag 18 mei 2010

Jammer dat ik niet meer foto's heb gemaakt van het heerlijke weekend dat ik in Antwerpen mocht doorbrengen. Wat houd ik toch van die stad en haar mensen. Stipt op tijd meldde ik mij zaterdagmiddag om 15.00 uur aan de poort van het Begijnhof in de Rodestraat, alwaar ik twee nachten zou gaan logeren bij auteur & journaliste Diane Broeckhoven (Antwerpen 1946).
Zij was mij in Amsterdam komen interviewen voor de Gazet van Antwerpen - aanleiding mijn boek - en toen ik openlijk uitkwam voor mijn penibele financiële toekomst, opperde zij onmiddellijk dat ik zou optreden in haar Literaire Salon. Een datum was zo geprikt. Dat is nou vrouwensolidariteit!

Diane Broeckhoven op de binnenplaats van haar 17e eeuwse huis op het Begijnhof

In dertig jaar schreef zij dertig boeken waaronder het bekroonde De Buitenkant van Meneer Jules dat tot in het Japans werd vertaald.
Zij ontving mij in haar droomhuis van drie verdiepingen met wijn en hartige koekjes. Ik voelde me zo welkom en thuis, en mocht zelfs mijn auto binnen de poort parkeren! Tegen vijven liet ik mijn gastvrouw alleen, zij ging een bad nemen en ik begaf mij naar Demian op het Conscienceplein om René Franken te zien. Hij nam mij mee naar het beste Griekse restaurant waar ik ooit heb gegeten, ergens aan de Schelde, en ja, er was voor hem nog plaats en ook met hem ging het over de toekomst en die is Hier&Nu.
Voor de zondagmiddag had Diane haar ruime, hoge zitkamer met glas-in-lood-raampjes omgetoverd in een klein theater waar zij 17 mensen kon ontvangen en die waren er dan ook. Guusje, Fientje, Eddie en Marlene, maar ook mijn vrienden Jos Brabants uit Gent en Bert de Keyser uit Brussel, die samen de liefdesgedichten van Simon voor mij tot een mooi geïllustreerd bibliofiel boekje gaan drukken, aardse zekerheden, en mijn mening over een en ander kwamen polsen. Ik mag het voorwoordje schrijven en Joep Bremmers het nawoord, drie tekeningen van Bert, en Jos is Meester-drukker. Ha, dat wordt goed!
En mijn optreden was dat ook. Anderhalf uur kon ik moeiteloos vertellen zonder een boek open te slaan en mijn vrije verhaal werd omarmd door het hele gezelschap. Wonderlijk mooie ervaring.
Als enige roker zat ik na afloop buiten op het bankje van boven en kwamen de bezoekers een boekje kopen - dat ik altijd van hartelijke woorden voorzie - en heerlijk contact maken.
Zo bijvoorbeeld de Vlaamse actrice Guusje van Tilborgh die mij op haar beurt uitnodigde voor een Elsschot bijeenkomst in De Balie, morgen, ik ga ernaartoe, dat heb ik beloofd en ik houd van het onderwerp:

Willem Elsschot: Kunstenaar in zaken

woensdag 19 mei 2010, De Balie, aanvang 20.00 uur

Kleine-Gartmanplantsoen 10, 1017 RR Amsterdam. Reserveren: 020-5535100 (16-17 uur) of www.debalie.nl. Entree: € 10,00; € 8,00 (CJP/Pas65/Stadspas); € 5,00 (Studentenkaart).

Koen Peeters, Thomas Verbogt, Jonathan van het Reve, Arjen Fortuin, Guusje van Tilborgh, e.a.

Op 31 mei is het 50 jaar geleden dat Willem Elsschot (Alfons de Ridder) overleed in zijn geliefde Antwerpen. Elsschot schonk ons onvergetelijke personages als Laarmans en Boorman en de monumentale dichtregels ‘Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg’. Kleine romans als Een ontgoocheling en Kaas staan voor grote thema’s als mislukking en deceptie. Schrijvers Koen Peeters, Thomas Verbogt en Jonathan van het Reve leggen elk op eigen wijze hun oor te luisteren bij een roman van Elsschot en verplaatsen zijn thema’s naar het heden: Wat kunnen Boorman en Laarmans ons nu nog leren over de huidige tijdgeest, waarin schaamteloze graaizucht en ondoordacht winstbejag hun tol eisen? Presentator Arjen Fortuin gaat over dit onderwerp en nog veel meer in gesprek met de schrijvers en met een eigentijdse kunstenaar in zaken. Actrice Guusje van Tilborgh zal enkele stukken uit Dank u heren, vijf vrouwen over Elsschot, geschreven door Erik de Vlaminck, op de plank brengen. Een Nederlandse première!

I.s.m. het Vlaams-Nederlands Huis deBuren (www.deburen.eu)


Edith op Begijnhof tussen haar beschermengeltjes bij de buren

Maandagmiddag terug in Amsterdam het aangename sms-je van Felix von Schmidt van Festina Lente of ik kwam voor de maandelijkse Poëzieslag; de laatste voordat de Grande Finale zaterdag 12 juni om 15.00 uur van start zal gaan tijdens het eerste Lovers Festival op de Looiersgracht.
En dat belooft verschrikkelijk goed te worden, want het niveau is buitengewoon hoog op deze laatste avond. Ik had zin om mijn kameraden weer eens te zien. Simon werd elf jaar geleden jurylid en wij sloegen zelden of nooit over. Ik heb veel mensen gedichten zien voorlezen/dragen, maar niet iedereen die gedichten schrijft is een dichter.
Onze eigen in Vlaanderen uiterst populaire Rick de Leeuw is de nieuwe aanwinst in de Jury en dan merk je hoe ervaren deze zanger zich meteen dwingend als leader of the gang ontpopt, en eigenlijk geen enkele tegenspraak toelaat als hij eenmaal diep onder de indruk is. Nou, vooruit, hij weet er veel vanaf, maar was niet zo hoffelijk om mij mijn eigen plaats aan te bieden; ach, weet hij veel. Mijn favoriet, de veelvoetige Erwin Mulder, kwam niet verder dan de tweede ronde, geen speld tussen te krijgen - ik haakte af . . . Hoe anders was Simon . . .
Voor Rick was de monotone somberte van woedende gereformeerdheid een reden om een buiging voor Marcel van Dijk te maken en hem als onbetwiste winnaar aan te wijzen. Medefinalisten Kira Wuck en Daan Doesborgh kregen een wild card van de bar voor de Grande Finale, en dat was meer dan verdiend.

Een grote gathering together is aanstaande in Ruigoord met Pinksteren, Vurige Tongen, Feest!!!

Zondagmiddag 23 mei mag ik Simon representeren in Theo's Theetuin alvorens de Ruigoordtrofee zal worden uitgereikt aan dichter Hans Verhagen, om 20.30 uur in de kerk. www.ruigoord.nl


 

Hemelvaartsdag, donderdag 13 mei 2010


Mijn neefje Victor - Hemelvaartsdag

Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag lieve zoon Alexander Vinkenoog! Ik had bij jullie moeten zijn, maar zie jullie liever en petit comité. Ik had een weerzien met mijn zusje Fleur, nichtje Julia en neefjes Oscar en Victor vandaag op de Bazaar Beverwijk en nu heerlijk weer thuis. Even bijkomen! Nooit meer.
Mijn jonge familieleden krijgen geen cadeautjes van mij voor hun verjaardag, maar een uitje dat we met z'n allen kunnen delen; alibi om ze vaak te zien. Mijn tienjarige nichtje Julia koos dit jaar voor de Oosterse Bazaar, omdat een vriendinnetje er hoog van had opgegeven. En ze wist wat ze zocht: een tas.
Ik ben totaal geen shopper, maar heb genoten van de sfeer. We waren vroeg en konden elkaar gelukkig snel vinden. Toen begon ons keuren en kijken naar de zaligmakende hoeveelheid nationaliteiten die elkaar in hun heerlijke tokootjes treffen. Werkelijk alles wat je van een oosterse bazaar verlangt was er in persona!
Tot de massa in de middag binnenstroomt en dan is dat beeld verdwenen achter mensen, want dan is het handel drijven. Zowaar wat gekocht, voortreffelijk chinees gegeten en bediend! Klasse, ja het had iets van de kashba waar ik zo zielsveel van houd. Ik heb net Manaraf gelezen van meesterverteller Mohamed Mrabet, zich afspelend in Marokko en ik verlang er hevig naar. Gekregen van een vriend, achtergelaten op de tuin, daarom nu geen details bij de hand. Ik heb me mijn hele leven aangetrokken gevoeld tot landen die het sprookje van Duizend-en-een-nacht voor mij belichamen, van India tot Marokko, en wat zou ik nog graag iets van het oude China zien.



Het Kasteel van Nieuwland - Aarschot, België

Johan Noppen had mij te slapen gelegd op dit fraaie landgoed, waar Simon en ik in 2007 het ontroerend goed ontbijt deelden met Cees Nooteboom en zijn vrouw. Ik kende hen alleen op afstand, maar à quatre stak hij zijn bewondering voor Simon niet onder beeldschone stoelen of banken. Ik was dus aangenaam verrast dat ik daar twee nachten alleen mocht logeren.

Ik leerde Aarschot kennen in 1989, toen Simon mij er voor het eerst mee naartoe nam. Het had een roep in de Lage Landen als je daar werd uitgenodigd, want Johan Noppen verstond de kunst alle 'groten' aan zich te binden - en dus heb ik daar bijvoorbeeld voor het eerst en het laatst Gerard Reve ontmoet. En Jeroen Brouwers, ook een fenomeen.
Op negentienjarige leeftijd wilde poëzieminnaar Johan zijn favorieten ook graag horen en in 1975 nodigde hij hen gewoon uit. En ze kwamen. Ik heb het alleen van horen zeggen - van Remco, van Johnny en Yvonne, van Jules, van Hugo, van Geert, van Gerrit en veel beroemde anderen: dichters en publiek werden ontvangen achterin de zaak van Johans ouders: een banketbakkerszaak! Het moet een feest zijn geweest, want het behoorde vanaf toen tot een voorrecht daar acte de présence te mogen geven. Johan heeft Aarschot jarenlang middelpunt gemaakt van een steeds groter treffen der literaire, nederlandstalige goden. En ik heb daar minstens een zestal keren getuige van mogen zijn. Toen, in 2007 uitte hij zijn zorgen: 'Als deze reuzen wegvallen, hoe moet het dan met de poëzie?'

Op zondagmiddag kwam ik in Aarschot aan - Amsterdam was ik ondanks de Giro d'Italia makkelijk uitgekomen - en installeerde me op het terras, in afwachting van Johan en Katrien die mij kwamen halen om samen te gaan eten - met dit uitzicht

U begrijpt dat zo'n ontvangst zich weerspiegelt in mijn optreden op een school en in een café de volgende dag. Want het is een vervolg op het feest voor de ogen, de reukzin, de oren, de smaak, de tastzin en dus de ziel. De gastvrijheid en vriendschap van mijn gastheer en gastvrouw banen het pad dat goed doet aantreden.
Aangenaam getroffen was ik dus dat de school Sancta Maria in de Kardinaal Mercierstraat te Aarschot een fotoverslag van mijn optreden publiceerde op haar website. Laat het u welgevallen als u de tijd hebt, als diashow! En dat ik 'dichteres' word genoemd vind ik allerliefst.

Google Web-melding voor: edith ringnalda

Instituut Sancta Maria - Aarschot - 10/5/2010: dichteres Edith ...
Schoolactiviteiten arrow 10/5/2010: dichteres Edith Ringnalda op bezoek ... Dichteres Edith Ringnalda (partner van wijlen Simon Vinkenoog) kwam spreken voor ...
www.sanctamaria-aarschot.be/portal/index.php?...id...

Ik hoop dat dit werkt.


 

Zondag 9 mei 2010

Het matte weer had geen invloed op de stemming en de opkomst gisteren. In de hele wereld was 8 mei uitgeroepen tot Cannabis Bevrijdingsdag en wij vierden dat met zo'n duizend mensen. Niet echt veel, maar dat komt omdat het hier niet verboden is. In landen waar dat wel het geval is waren de aantallen zeer veel groter; die moeten hun rechten nog bevechten.


Zanger Armand, inmiddels 100 kilo hasj gerookt in zijn leven,
geflankeerd door zijn vrouw Marrit Dijkstra en Derrick Bergman van de VOC

Een mooi open weitje bij de Westergasfabriek was als locatie gekozen. Wie daar kwam wist waarvoor; dit in tegenstelling tot vorig jaar toen dit feest gevierd werd op het Museumplein waar toevallige passanten geen notie hadden van wat er gaande was.
De Giro d'Italia had ons naar West doen uitwijken. Ongelooflijk veel dranghekken en hermetische afsluiting van verkeerswegen houden Amsterdam drie dagen in een wurggreep.
Heel erg veel poespas voor heel weinig mensen, want na Koninginnedag, na Dodenherdenking en na Bevrijdingsdag hadden we er wel zo'n beetje genoeg van, van die massale bijeenkomsten.
Ik hoop dat ik straks de stad uit kan komen op weg naar Aarschot, België waar ik morgen twee keer mag optreden, 's ochtends op een middelbare school en 's avonds in het café van Johan Noppen, die al meer dan dertig jaar een grote liefde voor literatuur aan de dag legt. Daarover meer als ik dinsdag weer thuis kom, Deo volente.
Gisteren mocht ook ik het woord voeren - overtuigd cannabist als ik ben - en dat deed ik graag:

HET DIEPSTE CONTACT

Lieve Simon,

Ik had muziek opgezet om de lente te vieren en danste alleen door de kamer.
Dj Blue Flamingo, onze dansmuziek bij uitstek, en dan mis ik je het meest.
Jij was mijn ultieme danspartner, baltsend als een zwaan. Wat hebben wij genoten van elkaar.
Geen leider, geen volger, wij waren samen één. Gek hè, jij bent het en je blijft het.
Als ik echt ontroerd ben, ben jij altijd in het spel!

Op uitnodiging van de VOC mag ik vandaag mijn stem laten horen, op de dag van de Vrijheidsroep der Cannabisten, en ik ben er één van.
Lieverd, ook daarin vonden wij elkaar zó totaal.

Marihuana. Waarom houd ik zo zielsveel van Marihuana?

Omdat het mij nog dichter bij mijzelf brengt, de diepte in, ik stel meer en andere vragen.
Omdat het mijn eenzaamheid draaglijk maakt, mij beter doet horen, mij scherper laat zien: oog voor zoveel meer dan de neuslengte.
Het Moeder Gras wakkert mij aan, daar is het voor bedoeld: om de zintuigen te scherpen,
om de verbeelding de vrije loop te laten, om de vriendschap tussen Al en Allen te bevorderen.
Het neemt grenzen weg en doet woorden stromen.

Zorg dat je een deel van de oplossing bent en niet een deel van het probleem, zei je.
En je stapte uit. Op één been kun je de hemel niet bestormen, laat staan de strijd aanbinden en barricaden beklimmen. Mijn liefste schat, ik sta op dezelfde barricade als jij je hele leven hebt gedaan, maar nu alleen. Hier ben ik ons.
Jij gaf het goede voorbeeld je nooit te laten knechten, je nooit te conformeren en je nooit te verschuilen of je te schamen voor je doen en/of voor je laten.
Je eigen goddelijke gang te gaan, was de boodschap.
High, Happy and never in a Hurry - was een van jouw geliefde credo’s.
Schaapjes op het droge hebben wij nooit gehad, maar we leefden wel op de Hoogvlakte van het Geluk, waar het goed grazen was.

Marihuana.
Jouw genotmiddel en medicijn
Jouw bondgenoot in good morning spirits,
Jouw brandstof voor a brand new day.
En je had er altijd zin in, altijd, in het Gras en in het Leven, immers:

One puff of keef in the morning makes a man stronger
than a hundred camels in the courtyard

En wat was je sterk!

Tegen wil en dank ben je verzeild geraakt in de ‘War on drugs’.
Maar - een oorlog hád je al meegemaakt en dat wilde je nooit meer.
Jouw strijd is gestreden, maar wij zetten hem voort, want we blijven erin geloven en wij blijven erop hopen dat die strijd eens gewonnen wordt.
Helaas maak jij dat niet meer mee, maar bevrijding is aanstaande en dat vieren wij vandaag.
Wereld en wetgeving zijn stapelgek om ons nog langer aan het lijntje te houden: willens en wetens weggegooid geld.
Sprakeloos ben ik dat onze club zo klein is, dat zoveel oren doof zijn voor moeder natuur,
dat zoveel ogen zich sluiten voor oude cultuur, rituelen en gebruiken, ons aangereikt door Moeder Gras, dat ons aanraakt, met ons meeleeft, ons doet zinderen van energie.
Leve het eigen genotspatroon!

Lieve mensen, zelfbeheersing is het toverwoord – geef omstandigheden nooit de schuld. Mens ken uw grens. Gebruik met mate, en het paradijs zal u deelachtig zijn.

Preken voor eigen Parochie? Ach, dat doet de dominee toch ook!
Maar naar hém willen wij niet luisteren en hij op zijn beurt niet naar ons, want hij is bang voor onze Vrijheid, bang om zijn greep op de kudde te verliezen. Bang wil hij ons maken met gevang, hel en verdoemenis. Uit eigen belang en dat zit zo diep, zo menselijk diep.
Aan ons de taak om in die diepte af te dalen, de oogkleppen voorzichtig af te doen, mits de blinde bereid is tot overgave en waarlijk wil zien.
De tijd lijkt nabij dat men zich eindelijk laat leiden door gezond verstand.
En wij gaan vrolijk voort met bevrijden, Hier & Nu.

Dank je, Gerd Leers, die niet hardleers wenst te zijn.
Dank je, Dries van Agt, die acht slaat op wat er in de samenleving speelt.
Dank je, Ballonnetje, Ooievaartje, Dampkring, Tweede Kamer, Siberië, Bulldog, Brothers, Trinity en alle anderen.
Dank je, tenslotte, Simon Vinkenoog, die oog had voor alles wat ons bindt!
Simon, die openlijk uitkwam voor zijn liefde voor het Moeder Gras.
Simon, die een leven lang opkwam voor ons Recht op Roes.
Wij zijn je dankbaar, mijn allerliefste schat, en zullen jouw lijfspreuk blijven herhalen:

VERDOM DE OORLOG – BEZIEL DE VREDE

En nog vele sprekers volgden, en muziek, tot diep in de avond. Met een klein glaasje Absinth kreeg de kou op mij geen vat. Het was goed toeven tussen vrienden en gelijkgezinden.


Overal waren hempgerelateerde kraampjes opgesteld


Armand - altijd van de partij


Spinvis sloot de avond af. Hij liet de stem van Simon nog één keer schallen over het veld en dat ontroerde.

Het was een hele mooie dag geweest, het veld werd schoon achtergelaten, ja ook daarin gaven wij het goede voorbeeld. Een tevreden roker is geen rotzooitrapper en geen onruststoker. Bedankt!


 

Maandag 3 mei 2010


www.cannabistribunaal.nl

In Den Haag vond vandaag het tweede Cannabis Tribunaal plaats in café Dudok, gelegen tegenover het Binnenhof waar de Tweede Kamer zetelt. Het was integraal te volgen op internet en ik herinnerde mij hoe Simon en ik op 1 en 2 december 2008 aan de 'buis' gekluisterd zaten te kijken en luisteren naar het eerste Cannabis Tribunaal, zich afspelend in het hol van de leeuw, Nieuwspoort.
Was er iets nieuws onder de zon, vroeg ik mij af en ja, dat was er. Van 11.00 tot 18.00 uur werd ik heden wijzer.
In 2008 waren bijna alle sprekers afkomstig uit de hoek der voorstanders van het opheffen van het verbod op cannabis, van strafpleiter tot politieman, predikers voor eigen parochie zogezegd, die hun wijsheid in dezen met ons liefhebbers kwamen delen. Het Tribunaal duurde twee dagen (zie www.simonvinkenoog.nl), maar de Pers liet het pontificaal afweten: er kwam niemand voor de afsluitende persconferentie; de welpen gaven niet thuis. Vandaag kwam duidelijk naar voren waarom dat het geval was.
Er zou gedebatteerd worden over de volgende stelling:

‘Het verbod op cannabis is schadelijk voor de Nederlandse samenleving en moet zo snel mogelijk opgeheven worden.’


Kopstuk Gerd Leers (CDA), ex-burgemeester van Maastricht, kwam spreken uit ervaring en overtuigde ons dat de tijd er rijp voor is een Europa Conferentie op het hoogste politieke niveau na te streven. Parafraserend:
Ga de confrontatie aan en kom met uitgewerkte plannen hoe reguleren mogelijk te maken. We moeten in Brussel zijn en er moet internationaal politieke moed worden betoond.
Het gaat er niet meer om of cannabis goed of slecht is - het is een niet weg te denken genotmiddel in de samenleving - maar om helder reguleren en organiseren van teelt tot gebruik. Niet verbieden, wel afspraken maken, ieder mens heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Het gaat erom overlast en verslaving te beperken en de kwaliteit te bewaken.
Hij had te maken gehad met de ons omringende landen Duitsland, België en Luxemburg, ieder met een eigen drugsbeleid, waar cannabis niet openbaar te koop is, zoals in onze coffeeshops, maar ook niet strafbaar, mits voor eigen gebruik. Geen wonder dat het dringen is bij de Nederlandse grenssteden waar softdrugs vrij verkrijgbaar zijn. De Achterdeur is het grootste probleem. Het is ronduit hypocriet beleid, wel een vergunning aan de winkelier uitgeven, maar geen aanvoer tolereren.
Hij was van de pragmatiek, volmondig JA! zeggend tegen de stelling, erop wijzend dat wij onze gidslandpositie allang hadden verspeeld. Spanje, Portugal, Tsjechië en zelfs Amerika hadden vraag en aanbod al beter in de hand dan wij. Kortom, het gedoogbeleid is een Europese kwestie, wij moeten ons niet aanpassen, maar zouden moeten overtuigen. Zero tolerance was een ernstige misvatting, want onhaalbaar. Het klinkt goed, maar daar komt niets van terecht. We moeten problemen oplossen in plaats van ontkennen.

Hans van Duijn, ex-voorzitter van de Nederlandse Politiebond, zette een tandje bij.
Ook hij benadrukte geen belanghebbende te zijn als gebruiker, maar als lid van de samenleving. Parafraserend:
Is Nederland veiliger geworden door het Cannabisverbod - Neen.
Politici maken de criminaliteit eromheen. Hij verweet het Binnenhof letterlijk "onverantwoord populisme". Ze liegen en bedriegen of zijn dom. Hij verwees naar de 'drooglegging' in Amerika en het inzicht dat men toen heeft verkregen dat verbieden niet werkt. Maar men wil dat niet toegeven. De politiek maakt Cannabis liever crimineel en haar burgers bang, en dat is sluw en gemeen. De politiek maakt misbruik van de angstgevoelens die ze zelf oproept bij monde van ene Max Daniel, hoofd van de Taskforce drugsbestrijding. En ook de Pers doet mee aan de negatieve berichtgeving rond Cannabis, als ze er al een mondje over opendoet. Ze houdt zich angstvallig op de vlakte om vooral geen stelling te hoeven innemen. Omdat onze politici dat ook niet doen!
En nu zie je de politieke partijen aan de vooravond van de verkiezingen op 9 juni opschuiven naar rechts, om mensen als Rita Verdonk en de PVV de wind uit de zeilen te nemen. Daar wordt de VVD weer groter van. Er wordt sluw gebruik gemaakt van het verbod op drugs om zieltjes te winnen, maar het gevolg is criminaliteit die steeds gewelddadiger wordt, van het afhakken van vingers tot doodgewoon moord. De politieke mening omtrent legalisering van drugs wordt ingegeven door eigenbelang en om macht te verkrijgen.
En verwijt dit niet alleen de christelijke partijen. Ook tijdens Paars zijn we geen stap vooruit gekomen. Want iets niet willen zeggen is ook een vorm van liegen. We kunnen best uit alle internationale conventies stappen waarachter de politiek zich verschuilt. Die mogelijkheid is er in ruime mate. Men zou zijn verantwoording moeten nemen!
Op deze Dag van de Persvrijheid deed Van Duijn een klemmend appèl op journalisten:
"Stel heel lastige vragen - Het wordt tijd dat de journalistiek zijn taak ook hier vervult. Het roer zal omgaan, het kan niet anders". En een lange lijst namen volgde van zogenaamde opponenten die allen niet wilden komen uitleggen waarom zij Cannabis wensen te verbieden; van Rouvoet tot Ter Horst. Want zij weten wel beter: er is geen reden voor een verbod; dit beleid werkt averechts,
willens en wetens weggegooid geld. Ze moesten zich diep schamen.


Dr. Hendrik Kaptein

Er waren meer sprekers op deze memorabele bijeenkomst, en evenals de vorige keer was daar rechtsfilosoof Dr. Hendrik Kaptein - van wie ik intens heb genoten - die de argumentatie der deelnemers telkens onder de loep hield en louter toetste op rechtsgeldigheid. 'Alle criminaliteit wordt door de politiek gemaakt'. 'Ook hier hebben de afwezigen aan het kortste eind getrokken'.

Onder leiding van Frans Weisglas (VVD), van 2002 tot 2006 voorzitter van de Tweede Kamer, vond na de pauze een debat plaats. Politici kwamen de standpunten van hun partij uiteenzetten, opdat er een stemadvies uitgegeven kon worden door de VOC, de Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod, de organisator van dit Tribunaal www.voc-nederland.org.


Vlnr: Michiel van Nispen (SP, plaats 25, aspirant-kamerlid), Fred Teeven (VVD, kamerlid), Ciska Joldersma (CDA, kamerlid, ook aanwezig op het eerste Cannabis Tribunaal in 2008), Frans Weisglas, Jesse Klaver (Groen Links, plaats 7, aspirant-kamerlid) en Boris van der Ham (D66, kamerlid)

Frans Weisglas legde de vraag voor: 'Gaat uw partij zich ervoor inzetten dat discussie in de kamer dualistisch plaatsvindt of moet uw standpunt vastgetimmerd zijn in een mogelijk regeerakkoord?'

SP - voorstander van legaliseren en opheffen van het Cannabisverbod. Voordeel - gezondheid, controle op kwaliteit. Repressie = lucratievere criminaliteit.
D66 - voorstander van legalisering. Zorgen om de illegale dealertjes op het schoolplein, harde criminaliteit, veel cannabis verdwijnt naar het buitenland. Dat werd tegengesproken vanuit de zaal. Er werden getallen genoemd, en een oppervlakte ter grootte van de provincie Utrecht zou voor de hennepteelt nog niet volstaan om daaraan te komen. D66 wil gereguleerde teelt voor de coffeeshops en de rest is crimineel. Alcohol is de grootste drug, benadrukte Boris nog maar eens, alle drugs verdienen hun eigen beleid. Schade voorkomen en mensen wel vrijlaten.
Groen Links - Dualisme zeer belangrijk (partijleider Femke Halsema blijft in de Kamer, als het van regeren komt). Voorstander van legalisering. Tegen een moreel taboe, ieder redelijk argument voor een verbod ontbreekt bij bijvoorbeeld het CDA.
VVD - tegen legalisering van softdrugs. Grote zorgen vanwege de markt-buitenland. Binnenlandse markt - beslotenclubs/lidmaatschap, niet contant betalen, maar met een pinpas om zicht op witwassen te krijgen.
CDA - gewoon tegen drugs, 'want dat is toch niet normaal'. Zero-tolerance.
PvdA - opvallend afwezig.

Het is mijns inziens buitengewoon jammer dat de VVD geen andere woordvoerder heeft dan Fred Teeven, die tegen is. De partij Voor Vrijheid en Democratie is uiterst verdeeld in dezen, en het wringt dat een andere VVD'er een andere, positievere mening naar voren zou kunnen brengen. Deze man is niet vrij, maar kortzichtig en een beetje bekrompen.
De heren Leers (ruimte voor dualisme, niet dichttimmeren, vanwege het 'uitruil' mechanisme) en Van Duijn (het begint bij de vrijheid van de burger) mochten commentaar geven, maar dat laat ik even voor wat het is, en ook de zaal mocht vragen stellen en zich uitspreken. Het was een levendige vertoning en ik weet op wie ik ga stemmen: op Jesse Klaver van Groen Links, aimabel, welbespraakt en veelbelovend.


Onze eigen Dries van Agt, oud-minister van Justitie en ooit minister-president, mocht het slotwoord spreken. Parafraserend:
Het enkelvoudig verdrag laat niet geringe ruimte tot wijziging, zei hij, maar er is een tekort aan politieke moed. Laten we cannabis eindelijk verlossen uit de klauwen van de strafwet. Het staat laag op de lijst van schadelijke stoffen en verandering is onvermijdelijk en zal gebeuren. 'Vrienden ende desespereert niet'. Zo zij het.

Post Scriptum
Zaterdag 8 mei is het Cannabis Bevrijdingsdag 2010 en ik ben 's middags een van de sprekers in de Westergasfabriek.


 

Zondag 25 april 2010

Half negen, de avondhemel kleurde uitzonderlijk mooi en het was buitengewoon stil op straat.
Ik reed van de tuin terug naar de Sarphatistraat. Het was een fantastische dag geweest. Warm!
Ik kwam in een file voor de Coentunnel terecht en toen ik Buitenzorg betrad om een uur of vier werd ik overweldigd door de stilte. Het was windstil en het was of de wereld om ons heen de adem inhield. Mijn vrienden op de tuin zijn mijn familie en die is dus groot. Wij houden van elkaar en zijn met velen. De bar ging open om vijf uur en dat kwamen we met graagte even allemaal vieren, maar wat is allemaal? Een ongelooflijk leuk mannetje of twintig, wij borrelden voor ons clubhuis in een steeds groter wordende kring en vierden onuitgesproken het begin van een heerlijke toekomst, te weten de lente, de zomer en de herfst die we samen gaan doorbrengen. In de winter wordt er geregeld samen gegeten om contact te houden omdat je elkaar zo vertrouwd bent. Ja, het is familie en als je geluk hebt, heb je er meerdere. Ruigoord en aanverwanten: mijn directe familie, ja vanwege waarschijnlijk het hoog in het vaandel hebben van het Recht op Roes.
Ja Hafid, dierbare strijder die eindelijk toekomt aan de idee dat man en vrouw gelijkwaardig zijn. Verliefd, hevig, hou vol! Oh... de liefde is zo mooi...

Ik mocht op deze schitterende lentedag klokslag meridiem acte de présence geven bij Nono Reinhold, van oorsprong grafica kortom kunstenares van groot formaat, die drie boekjes maakte met foto's die zij nam op heilige plekken.

Want daarom ga je daarnaar toe - holy, holy - naar Machu Picchu 2006, Petra 2007 en Bolivia 2008.

 


Een man en een vrouw in dezelfde richting
(mijn associatie)

Zij is even oud als Simon nu geweest zou zijn en bezit een enorme vitaliteit.
Haar grote liefde heeft zij gevonden in Edy de Wilde, directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam van 1963 tot 1985, met wie zij intens gelukkig is geweest en het leven in de Schone Kunsten een leven lang deelde, ja zelf belichaamde. Hij is er niet meer maar zij nog wel en hoe.
De magistrale foto's vroegen om magistrale taal en zij zocht in haar vriendenkring en vond daar natuurlijk Armando, Bert Schierbeek, Remco Campert, Lucebert, Jean-Clarence Lambert en ook Simon.
In eigen beheer, alles zelf in de hand houden op het hoogste niveau: typograaf, vertalers in het Engels en Frans, fotolaboratoria die het belang ervan begrijpen, en Kunst in alle opzichten is het resultaat. Aan weinigen voorbehouden omdat er slechts een bescheiden oplage van is gemaakt. Vijfhonderd voorbeeldigheden.
Zij had mij uitgenodigd voor een lunch om samen met Jan van Adrichem, hoogleraar Kunstgeschiedenis in Urecht en een van de prozaschrijvers (hij koos Petra), en zijn levensgezel Martijn (?, sorry!) conservator in het Stedelijk Museum, de bewijsexemplaren persoonlijk in ontvangst te komen nemen.
Van mijn kant heb ik een diepe band met Nono, omdat zij de foto gemaakt heeft die ik in mijn boek beschrijf en die ik nu weer meeneem naar de tuin als ik daar ga wonen, nog even geduld. De foto van Simon die mij altijd toelacht en die mij moed geeft en vertrouwen.


Het is een schande dat ik geen gewag heb gemaakt van het onlangs verschijnen van JA!
bloemlezing uit Vinkenoog Verzameld, Nijgh & Van Ditmar 2008, vereeuwigd met de laatste 19 gedichten, door Joep Bremmers liefdevol toegevoegd, waaronder het gedicht:

Toen Nono bij ons kwam op de tuin (september 2008) en de foto's-om-een-gedicht-bij-te-schrijven liet zien, vertelde zij ons de geschiedenis die haar verbindt met deze plek op aarde. Simon koos unbedingt voor de Machu Picchu. En Nono maakte mijn laatste lievelingsfoto van hem.


Foto: Nono Reinhold

En dit trof ik aan over Simon in Trouw, zaterdag 24 april, Rob Schouten, een hoogst boeiend stuk naar aanleiding van het boek Roes. Een bloemlezing over drank en drugs in woord en beeld van Hafid Bouazza (Oujda, 1970), Prometheus, 2010.
Simon heeft in Oujda ooit de documentaire Red een kind voor de VPRO gemaakt in, geloof ik, 1959 voor de Nederlandse televisie; opbrengst meer dan acht miljoen gulden; veel in die dagen. Een band dus.
En nu in de krant een mooie trigger: een spetterende foto van Simon (ook in 1959) die meedeed aan een experiment met LSD in paviljoen 3 van het Wilhelminagasthuis (waar ik geboren ben) onder leiding van een drietal hoogstaande professoren, Barendregt, Turing (fonetisch) en Van Ree. Baanbrekende bezigheden.
Op zijn hoofd dat sensorenkapje dat hersenactiviteit meet, neem ik aan.
En wat ik heb met het Arabisch? Een van de sensueelste talen die ik ooit in mijn oren gehoord heb - van Russisch ga ik huilen - in de tijden dat we tien dagen uitgenodigd werden door Poetry International in Rotterdam, toen oprichter en kenner Martin Mooij daar directeur was.
Trouw
dus, gisteren, zou men eindelijk gaan begrijpen? - :

Simon Vinkenoog verwoordde het loskomen van tijd en lichamelijkheid op een andere manier in zijn verslag van een lsd-trip:

Ik ben langzaam gestorven.

Een onmetelijke verveling heeft bezit van mijn ledematen genomen; nauwelijks trager dan mijn alweer allang overtuigde zintuigen heb ik vergeefs de aanval op mijn bloedsomloop, stofwisseling en zenuwstelsel afgeslagen.

Ik ben dood, het leven was een belachelijke en nutteloze verdediging. Omlaagziend, hoofd in handen, een vreemd en onherbergzaam stoffelijk overschot. Als ik opkijk buiten mij de wereld. Alleen; ik ben er niet.

Boeiend, want ik ben niet alleen.

Uw toegenegen Edith Ringnalda en Simon Vinkenoog


 

Zaterdag 17 april 2010

Vandaag de trein naar Antwerpen genomen, een uur later dan gepland; ik blijk een nachtmens te zijn, dus de ochtenduren zijn mij heilig. Ik las de kranten en de tijd vloog voorbij Dordrecht.
Ik hoor een opgewekte stem zeggen: 'En, hebben we daar niet mevrouw Ringnalda?' Ik kijk wezenloos op, recht in het mij zo bekende, lieve gezicht van Derrick Bergman - toeval bestaat niet - op weg naar dezelfde bijeenkomst als ik. Hij door zijn oudste zoon Thijs vergezeld. De laatste keer dat ik dit jongmens had gezien, was het een puistende puber, maar nu werd ik getroffen door zijn Russisch aandoende schoonheid en intelligentie. Mijn Raskolnikow, zal ik maar zeggen.


Wij waren op weg naar een belangrijke gebeurtenis die zich in het leven van onze vriend René Franken - een van de dragers van de kist - ging voltrekken: de officiële opening van zijn nieuwe winkel, antiquariaat Demian, verhuisd van de Wolstraat naar het Hendrik Conscienceplein, een van mijn lievelingspleinen in Europa.


Demian - Conscienceplein 16 - 18


René Franken, Derrick Bergman en zoon Thijs


Moeder en zuster van René en mevrouw Lucy van Dijk, vaste clientèle


Blij elkaar weer te zien

Een weldoener, die rijk was geworden in plastic, hield van papier en hoe René daar zijn leven voor gaf. Hij had twee pandjes gekocht, gelegen tegen de barokke Carolus Borromeuskerk aan, in het hart van Antwerpen. Een mooiere plek is nauwelijks denkbaar en dat voel je meteen bij binnenkomst. De winkel overtrof onze stoutste verwachtingen. Zeventiende-eeuwse balken waren nog zichtbaar, lichtkoepels aangebracht, ja het was uiterst stijlvol gerestaureerd, met centrale verwarming, en dat had de vorige winkel niet. Die had überhaupt geen verwarming, wel een huiseigenaar die de boel liet verkrotten, maar dat kan je bij uitstek niet hebben als je doet in boeken! Zonder een spoor van nostalgie legde ik tussendoor de vorige behuizingen om de hoek nog even vast.


Demian - Wolstraat 9 - de eerste winkel van René Franken - nooit meer iets mee gebeurd


Daar tegenover gelegen Demian - Wolstraat 4 - de tweede winkel - hetzelfde lot beschoren

René is Nederlander van origine, een man met een passie die hij deelt met de fine fleur van de Antwerpse elite, die dan ook acte de présence kwam geven.

Jan Decleir opende staande op een tafel de nieuwe speakeasy met verve, de opkomst was overweldigend en gemêleerd; ik genoot van de oudste vrienden, Mieke (83) en Adriaan de Roover (87), die Simon nog kenden van heel lang geleden. Op het glas van de deur op nummer 16 is een tekst van Jeroen Brouwers gegraveerd

Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt.   

                       

Hij was er ook. Over twee weken viert hij in Demian zijn zeventigste verjaardag (30 april).
Het was heerlijk zoveel mensen terug te zien die ik had leren kennen toen Simon in oktober 2008 bij René exposeerde met Fun in Progress. Wij verbleven toen een week in de vorige winkel waar het een komen en gaan was van interessante mensen; ongekend.
Toen het tijd was om de terugreis te aanvaarden, nodigden Derrick en zijn zoon mij uit met hen te gaan eten, en dat deden wij op een zonnig terras met uitzicht op de voorgevel van de Borromeuskerk, die acht meter hoger is dan de kerk zelf en een machtige kopie van de Gésu-kerk in Rome, op nog geen dertig passen bij Demian vandaan.

Toen ik eens met Simon in Antwerpen was en dit plein voor het eerst betrad, waande ik mij in Italië, en op ongeveer dezelfde plaats waar wij nu neerstreken, zat toen de door mij ooit beminde Julien Schoenaerts, acteur die grote faam verwierf met de Apologie van Socrates van Plato, een monoloog, voorafgaand aan het drinken van de gifbeker. Ik werkte in de jaren zeventig als ouvreuse in het Amsterdamse theater de Brakkegrond waar hij optrad, en hij zei: 'Ik zie U zo geerne' en dat betekende meer dan wat de woorden zeggen in onze taal.


 

Donderdag 15 april 2010

Vanavond mocht ik kennis maken met Ziya Ertekin, alias Blue Flamingo, de man die mij deze winter gelukkig heeft gemaakt. Hij draait als dj alleen maar 78-toerenplaten, maar blijkt ook uitstekend gitaar te spelen en zijn repertoire te kunnen zingen. Hoed uit Londen, schoenen uit Buenos Aires. Mijn gastheer Ferry Roseboom, die ik ken van Spinvis en Excelsior Recordings, stelde mij aan hem voor. Er was een feestje in de bovenzaal van Paradiso ter gelegenheid van zijn nieuwe album Congo Jazz.
Mijn versterker ging stuk in december en ik had nog net geld genoeg om mij een hele goeie nieuwe te kunnen permitteren. Want al draai ik bijna nooit muziek, ik bleek niet zonder te kunnen. En als ik iets opzette dan was het meestal of Nino Rota - de componist van de muziek van de films van Federico Fellini - uitgevoerd door I Compani met bandleider Bo van de Graaf of the good old jazz van Blue Flamingo; beide omdat zij mij uitnodigen tot de dans.
Van bepaalde nummers hoef ik de eerste maten maar te horen of mijn lichaam verheft zich en gaat met mij aan de zwier, en dat heb ik hard nodig.

Het uiterlijk van de nieuwe cd is wit en groen. Vic van de Reijt, mijn uitgever en groot muziekkenner had hem al drie weken in huis en was dol enthousiast. Ferry beloofde hem op te sturen. Ik ben benieuwd of Afrika mij evenzeer zal inspireren.!

Na Ziya Ertekin (Turkse vader) kreeg de Marokkaanse Lelle Fathia de vrije vloer om te debuteren; ook uit de stal van Ferry Roseboom. Zij had een schitterende stem en er zichtbaar zin in. De muzikanten waren, denk ik, professionals die elkaar nog niet zo lang kenden en als begeleidingsband waren geformeerd. Ze hadden te weinig plezier in tegenstelling tot hun Leading Lady, want dat was ze, onmiskenbaar.
Vrijdag 9 april was ik getuige van een feestje in Vathorst. Van de naam had ik nog nooit gehoord, maar het bestaat echt. Een prachtige nieuwbouwwijk in Amersfoort-Noord, en het college aldaar had Erik de Jong, alias Spinvis de opdracht gegeven iets te doen met dit dorp.
Hij had carte blanche, en koos voor het maken van een speelfilm; dus voor een nieuwe uitdaging.
Het vijftig minuten durende Lupo Thomas maakte diepe indruk op mij. Een soort feest der herkenning, en niet alleen omdat ik Saartje, Juul, Lucas en Arjan zag gloriëren - Erik werd slechts als foto verbrand - maar veeleer vanwege de psychedelische, surrealistische sfeer! Heerlijk, pas in laatste instantie een touw aan vast te knopen. Dogtroepiaans dus, meesterlijk verwarrend en meeslepend.


Erik de Jong en regisseur Hans Kok worden bedankt door een hoogwaardigheidsbekleder.

We waren verzocht om in black tie te verschijnen - voor mij betekent dat juwelen - en men had zijn best gedaan in Vathorst. Want het publiek bestond natuurlijk voornamelijk uit alle Vathorsters die mee hadden gedaan aan de film in een slaapwandelscene, buiten op straat, in een ijskoude nacht. Allen waren toen gehuld in het wit, maar op dit feestje niet. Lang niet zulke goedgeklede mensen gezien. Mijn complimenten. Ook aan de makers en aan Saartje van Camp die de hoofdrol speelde maar er niet bij kon zijn wegens het baren van een zoon. Hoe heet hij?


 

Maandag 5 april 2010


Rudy Kousbroek, 1 november 1929 - 4 april 2010

1993. Eindelijk zou ik hem dan ontmoeten: Rudy Kousbroek. En wel in Parijs waar hij toen nog woonde. Samen met Remco Campert en Simon zouden herinneringen worden opgehaald uit de dagen van weleer, op film gezet door cineast/regisseur Hans Keller en zijn technische mannen van de VPRO. De vierdelige documentaire Hotel Atonaal zat in de pijpleiding en ik mocht mee!!!
Mijn hart klopte ervan, omdat ik altijd gevoeld had dat iets tussen Rudy en Simon niet goed zat.
De heren hadden vroeger nogal wat meegemaakt met elkaar en waren als ware opponenten geëindigd. Ze hadden elkaar al vele jaren niet meer gezien. Simon was lichtelijk voor hem bevreesd en dat proefde ik uit de manier waarop hij over Rudy sprak. Ik was dus razend benieuwd naar hoe de ontmoeting zou verlopen met deze rasrationalist, want er waren rake klappen gevallen in het verleden, figuurlijk dan en een beetje letterlijk; zoveel was mij wel duidelijk.
Het was ermee begonnen dat Simon Rudy niet als dichter zag, terwijl ze bevriend waren geraakt in Parijs in de jaren vijftig van de vorige eeuw, en hem dus niet opnam in Atonaal (1951), de beroemde eerste bloemlezing der Experimentelen ofwel de Vijftigers. Dat moet een klap in het gezicht zijn geweest van de jonge Rudy, kan ik mij voorstellen.
Daar bovenop kwam dan nog een mislukte partnerruil waarbij Rudy zich van een bezitterige kant had laten zien, want toen puntje bij paaltje kwam, was hij de grote spelbreker - de andere drie hadden er zin in gehad - Ethel, Simon en Rory. Het spreekt vanzelf dat Rudy deze Parijse herinnering liever wilde verdringen, later een beetje kinderachtig vond van zichzelf, en zich tenslotte lichtelijk schaamde voor zijn burgerlijkheid.
Jaren later - inmiddels was Rudy geliefd als schrijver bij de intellectuele elite in Nederland - sloeg hij genadeloos terug. Simon had zich, onder andere door zijn experimenten met LSD, ingelaten met alles wat zich tussen hemel en aarde bevond - esoterie had zijn grote belangstelling - en Rudy, die daar helemaal niets van moest hebben, schijnt die nieuwsgierige levenshouding meedogenloos te hebben neergesabeld en belachelijk gemaakt in Het avondrood der magiërs (1970).
Voor mij verklaart dat heel veel van het toen partij kiezen tegen Simon door diegenen die zich op secundair niveau een weg wilden invechten in literaire kringen. Het establishment wist zich eenvoudigweg geen raad met "Het zich volkomen onttrekken aan de heersende moraal" zei Aat Veldhoen vanavond, toen ik hem en Hedy d'Ancona uitvroeg over Simon in die tijd, en hoe die stammenstrijd toch was ontstaan.

Simon en Rudy waren dus geen vrienden voor het leven, maar in Parijs in 1993 vonden Rudy en ik elkaar wel. Intelligentie speelt dan een grote rol; ik had het gevoel dat hij mij meteen op waarde wist te schatten en Simon dus ook weer. Heelt tijd niet alle wonden?
Remco Campert, getuige bij ons huwelijk in 1989, zal ongetwijfeld van tevoren een goed woordje voor ons hebben gedaan; Rudy en hij waren immers boezemvrienden vanaf de middelbare school (Het Amsterdams Lyceum) en hadden Simon ooit in café Eylders aangesproken, gestoken in dezelfde rode jasjes. Zij vermoedden vol enthousiasme dat die goedgeklede-blonde-jongeman-met-zegelring wel Simon Vinkenoog, die vanuit Parijs met hen was gaan corresponderen, moest zijn!
Anyway
, 1993, oud zeer was snel de wereld uit, de hemel opgeklaard, misverstanden weggesmolten, waarschijnlijk omdat beide heren privé inmiddels erg gelukkig waren, en dan vervaagt alles wat ooit bittere ervaring was. Zo zag men er toen uit:


Hugo Claus, Gerrit Kouwenaar, Simon Vinkenoog, Bert Schierbeek
Foto: Ad Windig - Parijs, 1953

Als wij elkaar nadien in Amsterdam nog wel eens tegenkwamen op een nieuwjaarsreceptie van de Bezige Bij of op het Boekenbal, vond ik het een bewijs van vriendschap dat Rudy altijd vroeg om een trekje van de joint. En Simon gaf hem dat natuurlijk met graagte.
Een bijzondere man maakt nu voorgoed deel uit van onze voorbije geschiedenis, ons al dan niet collectieve geheugen. We kunnen hem helaas niets meer vragen. Te laat, te laat, te laat ...



Dinsdag 30 maart 2010

Gisteren mocht ik getuige zijn van een bijzondere gebeurtenis in Pakhuis de Zwijger aan de Piet Heinkade in Amsterdam. De laatste man die Simon krachtig heeft omhelsd vlak voor hij stierf vierde zijn 70ste verjaardag: Anthon Beeke, grafisch ontwerper van groot formaat, autodidact.


Zo mocht ik Anthon en Simon fotograferen - juli 2009 - op het dakterrasje van het RCA aan de Overtoom

IJburgtramlijn 26 bracht mij tot voor de deur, het feest speelde zich af op de tweede etage in de Grote Zaal, ik was er nog nooit binnen geweest.
Op enorme beeldschermen was zijn werk te zien, onder andere zijn indrukwekkende alfabet van naakte menselijke lichamen, letter voor letter, liggend op de grond en vanaf een grote hoogte gefotografeerd, zijn antwoord op de bewust bijna onleesbare nieuwe letters die Wim Crouwel van Total Design, opgericht in 1963, het licht had doen zien. Meesterlijk.
Wethouder Carolien Gehrels mocht ook vandaag een prijs uitreiken: de Frans Banninck Cocq penning werd aan Anthon Beeke toegekend, een gemeentelijke onderscheiding voor mensen die zich minstens tien jaar voor Amsterdam hebben ingezet, en dat heeft hij. Op het netvlies van menig Amsterdammer staan zijn affiches gegrift. Het hoofd van Benno Premsela bijvoorbeeld, wit geschminkt - neus, ogen en mond geschilderd in de primaire kleuren, edoch met een groene tulp tussen de tanden! Knipoog op billboardformaat overal in de stad te zien.
Jong en oud kwam voorbij om Anthon toe te spreken, van zijn eerste leermeester Jan van Toorn tot een van zijn talentvolste recente pupillen Jelte van Abbema.
Het meest heb ik genoten van zijn levensgezellin Lidewij Edelkoort die in woord en beeld(schermen) Le grand bébé die Anthon was aan ons openbaarde in unieke liefdestaal.
De kunst van het spreken ligt waarlijk in de gave de toehoorder te kunnen meenemen op een reis, een verhaal, zodanig verteld dat de toehoorder zichzelf vergeet en totaal opgaat in de gedeelde ervaring.
Tijd vliegt dan voorbij en die kunst werd ook verstaan door René Knip, een van Anthons assistent/vrienden, die met hem op Cuba het grootste plezier van de wereld beleefde in het fotograferen van verzamelingen - bij wijze van spreken van vrouw tot vloerkleed - die hij ons liet zien op drie grote beeldschermen die het achterdoek vormden, hilarisch.
Onze zintuigen mochten tussen de sprekers door uitrusten, luisterend naar pianiste Iris Hond, die Frederic Chopin en Franz Liszt deed herleven.
Aan het eind van deze heerlijke hommage werd door de laatste spreker, James Victore, een scheurlint de zaal in gestuurd als een lasso. Ik wist onmiddellijk dat ik zo vrij mocht zijn - denkend aan de brandslang die de Franse happenaar Jean-Jacques Lebel (1936) ooit op Ibiza liet uitrollen en dragen door de licht beduusde bevolking - en scheurde af . . .



Ontwerper James Victore (USA)

De nazit met vrienden en vriendinnen werd hoe langer hoe leuker, en gelukkig heb ik de jarige zelf hartelijk kunnen omhelzen toen de spoeling wat dunner werd, en gefotografeerd tussen Annemiek en Sophie van Kleef met mijn (te) eenvoudige mobiele telefoon. Mijn frustratie is groot dat ik die foto - mijn fototoestel had ik niet bij me - niet naar mijn pc weet te kopiëren. Shame on me, maar dat komt dus nog.
Simons dierbare stiefdochter Talitha Huges - zelf ontwerper - had zich aangeboden als mijn 'chaperonne' en dat voelde goed. Opmerkelijk aan deze avond was dat velen elkaar kenden uit het grafische verleden. School, opleiding, stage, leraren en leerlingen. Men was voelbaar opgetogen elkaar weer te zien en daar zijn zulke feesten immers voor bedoeld! Fijn dat ik erbij mocht zijn, dank jullie.


Uitnodiging feest - foto Corbino

Staat van dienst Anthon Beeke

Foto Corbino en Staat van dienst uit: Amsterdam Bevalt! Uitgeverij Kapstok,
Martijn Jas,
Amsterdam 2008


 

Maandag 22 maart 2010

Ik heb me vandaag als Eenmanszaak laten registreren bij de Kamer van Koophandel. Wie had dat ooit gedacht. Bijna alle pijlen op mijn boog heb ik nu afgeschoten. Het werd de hoogste tijd nu de bodem van de schatkist in zicht is. Dat beangstigt mij nog steeds geenszins, maar waarop ik dat baseer is raadselachtig, ook voor mijzelf. Het leven ontvouwt zich en ik bewandel de weg die voor mij ligt. Ik denk geen kilometer verder dan Vlaanderen bijvoorbeeld. Daar mag ik binnenkort een paar keer optreden en ik spreek de hoop uit dat het daar niet bij zal blijven. Ja, een aardig lijstje van optredens begint zich af te tekenen in de nabije toekomst en ik heb er zin in. Of ik ook de poëzie van Simon zou willen voorlezen vroegen Remco en Johan van Schrijvers School Samenleving mij vanochtend bij het intake-gesprek en mijn antwoord laat zich raden.

Ik bezocht celliste Saartje van Camp vanmiddag - zij wordt binnenkort voor het eerst moeder - die Simon en ik hebben leren kennen als musicus bij Spinvis. Ik mocht haar adviseren over haar tuin en wij bekrachtigden onze afspraak voor 12 september in de Buiksloterkerk. Sebastiaan van Delft bespeelt het orgel, Saartje (ex)celleert en ik mag mijn stem laten horen nu Simon er niet meer is.
Ik zie de baby voor mij in een biezen mandje in een hoekje van de kerk: hij glimlacht als hij zijn moeder hoort spelen. Vader in spe Erik Weeda opperde opgetogen de naam Simon als het een jongetje zou zijn, toen ik vroeg naar mogelijke namen. Dat juichte ik van harte toe. Stoer en zacht tegelijk Simon Weeda; ik kon mij daarin moeiteloos vinden. Heerlijk om te zien hoe supergelukkig mensen kunnen zijn in afwachting van het meest normale ter wereld: het krijgen van een kind. Het grootste wonder is ook de grootste natuurwet en ik zeg daarvan: Als de gelukkige mensen geen kinderen meer op de wereld zetten, dan is de wereld er pas echt slecht aan toe! En wat was ik blij even hun geluk te mogen delen.

Gisteren werd ik een uur lang geïnterviewd door Willem de Ridder voor SALTO televisie en vrijdag kreeg ik bezoek van schrijfster Diane Broeckhoven van de Gazet van Antwerpen. Kortom, het leeft, het is lente en er is een boel te doen. De toekomst lonkt.
Morgen verwacht ik een cameraploegje om een item te maken voor de OBA over het gebruik van genotmiddelen. Het is voor een symposium Kom uit de fles bedoeld. Men had kennelijk één regel uit mijn boek goed onthouden, te weten mijn hoop in mijn eentje geen alcoholist te worden nu er niemand meer is om mij een halt toe te roepen. Niet dat dat ooit gebeurde, maar ik ken mijzelf als een mateloos mens.
Ik wierp nog even tegen dat ik misschien niet de juiste persoon was om iets af te zweren, want dat ben ik niet van plan. En dat was gelukkig ook niet de bedoeling. Wij wachten af. Mijn thema zal zelfbeheersing zijn - want daar gaat het om - en hoe lichaam en geest in mijn geval uiterst plezierig met elkaar omgaan omdat er naar elkaar geluisterd wordt. Van levensbelang.


 

Dinsdag 16 maart 2010

Simon, altijd in de voorhoede, altijd in topvorm
februari 2009
Fotografie Marco Bakker


Vrijdag 12 maart 2010


Een meesterzet in de politiek, dames en heren. Ik had nog maar net het droeve bericht verwerkt dat Hans van Mierlo gisteren 11 maart op 78-jarige leeftijd is overleden of de volgende orkaan brak los.
Ik heb het altijd geweten: Wouter Bos bracht vanmorgen naar buiten dat hij zich terugtrok uit de politiek om meer tijd aan zijn gezin te kunnen besteden. Politiek op dat niveau vreet mensen op, je zag het met hem gebeuren. Drie jonge kinderen, een wijs besluit als je daar bewust voor hebt gekozen. Dan wil je ook van ze kunnen genieten. Menselijk. Camiel Eurlings, kroonprins van het CDA heeft zich kort geleden om dezelfde reden ook teruggetrokken. Jammer, ik heb hem altijd bijzonder graag gemogen.
Maar de grote klap op de vuurpijl was het bericht dat Job Cohen een gooi doet naar het allerhoogste ambt en per direct bburgemeester-afr is!!!!!!!


Lijsttrekker van de PvdA wordt hij en dat is zo'n onoverwinnelijk goede keuze dat iedere andere daarbij verbleekt. Hij als onze minister-president geeft ons weer reden om in een coherente samenleving te kunnen gaan geloven. Ooit was hij de tweede beste burgemeester ter wereld.
De enige op wie heel Nederland kan vertrouwen en die met zijn innerlijke rust en overwicht op alle fronten opponent Wilders de wind uit de zeilen zal blazen, een diepe zucht is eigenlijk al genoeg.
Ik parafraseer - Negen jaar lang is hij met hart en ziel burgemeester van Amsterdam geweest, hij laat met pijn in het hart de lijnen los die hem met al diegenen verbinden die zo hard werken om Amsterdam te dienen. Hij voelde zich diep verwant voor de rest van zijn leven Amsterdammer, zo sprak hij. Na Haarlem, Groningen, Leiden, Maastricht, Den Haag en Amsterdam tenslotte, was dit zijn stad.
Dit is nu wat ik organische groei noem. Hij heeft een visie die wij live op AT5 konden volgen bij de eerste persconferentie. Trots en nieuw elan, waren zijn woorden, binnen Europa kritisch en met open ogen ons mannetje staan, verbonden zijn met de wereld is de grote opdracht die hij zich stelt en Vrijheid is ons hoogste goed.
Opvolgers in Amsterdam kwamen ter sprake. Eberhard van der Laan, Amsterdammer, lijkt mij goed, Guusje ter Horst liever niet, maar Femke Halsema weer dolgraag. Frank de Grave zie ik het liefst op het ministerie van financiën en Boris Dittrich vind ik aan de te zachte kant voor onze rauwe stad, maar wie ben ik.


Hans van Mierlo (1931-2010) in december 2006
Foto: Joost van den Broek/de Volkskrant

Alle aandacht voor deze megasprong van C van A naar D overschaduwt de dood van Hans van Mierlo - misschien wel een zegen voor zijn nabestaanden maar niet voor de partij. Is er iets eigenaardigers dan de samenloop der omstandigheden?
Ik heb mijn eigen herinnering aan de jonge Hans die in 1967 bij mijn vader op bezoek kwam om de passie voor politiek samen te delen. Ik weet nog exact wat ik aanhad, zo gaat dat als iemand zo aantrekkelijk wordt bevonden als hij. "Mooie laarzen heb je aan" zei hij toen ik lichtelijk opgewonden de koffie mocht serveren in de studeerkamer van mijn vader; kniehoog van donkerbruin soepel suede.
9 juni zal het ons leren. Ik voorspel een monsterzege voor de Partij van de Arbeid die een Staatsman naar voren schuift in wie een land weer kan geloven! Het Obama-effect.
Eigenlijk had ik de herhaling op Nederland 2 willen zien van kostuumdrama De Troon, over ons vorstenhuis in vroeger tijden; dan kon ik morgen intunen op deel twee. Bij het aanflitsen van de televisie die ik zelden bekijk, belandde ik meteen op AT5 waar deze nieuwsberichten over elkaar heen rolden. Mijn hart klopte ervan - daar moest ik onmiddellijk lucht aan geven.


Woensdag 10 maart 2010

Het Boekenbal
Vannacht om half vier thuis. Ik was gaan lopen - woon immers vlakbij - maar halverwege verlangde ik zo hevig naar mijn warme nestje dat ik een taxi aanhield.
Voor het eerst in lange tijd weer eens heerlijk gedanst, in mijn eentje en uiteindelijk helemaal alleen in het zaaltje waar de hele avond 'ons soort muziek' werd gedraaid door

Op welke muziek weet ik niet meer, mijn lichaam wilde en dat was genoeg. Ik vroeg Elly de Waard en haar vriendin of ik in mocht tunen, want alleen is wel heel alleen. Dat mocht en op die verrukkelijke, tenslotte lege dansvloer - het was al laat en langzaam druppelt iedereen dan een verdieping lager en nog een - kon ik uit de voeten alsof Simon erbij was. Ik had natuurlijk wel wat op en dat moet ook om mijn lichaam alles te kunnen laten doen waar het zin in heeft. En omdat er verder niemand meer was behalve de disc-jockey en zijn vriendin, leefde ik mij uit.

De avond begon buitengewoon goed. Met zonlicht naar Singel 262 alwaar een lopend buffet werd aangeboden aan de auteurs van de uitgeverijen Nijgh & Van Ditmar, Athenaeum en Querido, de oudste op dit adres. Onmiddellijk raakte ik aangenaam in gesprek met Lynn, de beeldschone vriendin van Robert Vuijsje die mij ooit opbelde op zijn zoektocht naar iemand die de schrijver Samuel Beckett nog een hand had gegeven en of dat Simon misschien was. Neen, wist ik hem te verzekeren; dat heeft niemand in Nederland; Remco Campert had hem naar mij doorverwezen.
Eva Maria Staal (Probeer het mortuarium) en auteur Harry Vaandrager (neefje van CB) nodigden mij uit samen met hen de bordjes vol te scheppen, ik ontmoette Wanda Bommer (Engel), Imme Dros (vele Zilveren Griffels) en haar man Harrie Geelen, Hans Dorrestijn. Kortom, het was fijn. Met Robert en Lynn mocht ik meerijden naar de Stadsschouwburg. Op de rode loper liet ik hen alleen, want voor de tientallen camera's en televisiemakers is dit een droompaar en two is a company ... three is a crowd.
Ik besloot Jackie van de Reijt in de kou gezelschap te houden, die wachtte op Vic en samen zagen we de witte limousine voorrijden met Joost Zwagerman en familie, Harry Mulisch arriveren gearmd met zijn vrouw en zijn uitgever en de balgasten samendrommen in afwachting van hun moment.
Vic vond mij tamelijk naïef. Ik had de hoffelijke geste van de CPNB niet begrepen: twee kaartjes met hetzelfde stoelnummer - dus dat kon niet, was mijn gedachtengang geweest en daarom had ik het tweede kaartje niet meegenomen - maar bedoeld voor gasten voor wie geen plaats is in de zaal maar wel op de dansvloer vanaf een uur of tien. Ik wist dat ik alleen wilde gaan en had dat van tevoren aangegeven.


Volgens Vic was het fighting for the cards en dat is altijd zo geweest, kon ik weten.
Ongelooflijk warme woorden vielen mij ten deel bij het welkom. Scheidend directeur van de CPNB en tevens gastheer Henk Kraima begroet altijd samen met zijn echtgenote iedere gast persoonlijk. Zij omhelsden mij en hij zei: 'Ik heb vanmorgen niet gedacht aan mijn afscheid en ook niet aan dat het de 75ste boekenweek is, ik dacht dit is het eerste boekenbal zonder Simon.' Dank je Henk. Voor alles!
Eenmaal binnen liep ik recht in de armen van graficus Anthon Beeke en zijn gezellin Agnes. Anthon wordt 11 maart zeventig jaar. Ik bleek te zitten in het hooggeplaatst-maar-nu-niet-in-functie vak en voelde mij bevoorrecht. Het programma was goed en in de wandelgangen weet ik mij thuis. Dit is mijn wereld, hier tref ik mijn vrienden, maar wie weet was ik er voor het laatst.
Sommige mensen heb ik ontweken, anderen aangesproken, ach, het zijn er zoveel. Met Tjitske Jansen een echt gesprek gevoerd en dat is zeldzaam op zo'n avond, Willem de Ridder de weg gewezen, hij was er voor het eerst, en van Greetje Heemskerk die ik die dag ten tweeden male tegenkwam symbolisch haar laatste drankmunten gekregen. Ook ik maakte ze niet op.
Eigenlijk gedroeg ik mij precies zoals wij altijd samen deden, Simon en ik, wij dronken veel bier, rookten een stickemannetje en bleven hangen in het zaaltje met de beste muziek. Drie keer had ik het zaaltje al verlaten om mij naar beneden te begeven, maar drie keer hoorde ik in de verte dan weer mijn muziek en keerde ik op mijn schreden terug. Op een bal is mijn body de baas.


 

Woensdag 3 maart 2010

Vanmorgen gaf een folder in de brievenbus de doorslag voor mijn stemgedrag bij de verkiezingen voor de Gemeenteraad en deelraad Centrum in Amsterdam. Met meer dan gewone belangstelling heb ik de afgelopen tijd de politieke debatten gevolgd op de televisie en in de kranten. Wat een landje, wat een volk, wat een eigenbelang. Ik was een zwevende kiezer en besloot dus weer eens het Kieskompas te raadplegen, dat mij altijd weer tot mijn verbazing bij Groen Links doet uitkomen, terwijl ik gevoelsmatig een D '66-er ben. En dat zal op 9 juni weldegelijk mijn voorkeur zijn, want ik houd niet van de Partij van de Arbeid. Alleen op Joop den Uyl, die bevlogen politicus van weleer, stemde ik van harte. Wim Kok, Ad Melkert en zelfs Wouter Bos stonden en staan mij doodgewoon tegen, maar Lodewijk Asscher vind ik wel weer heel erg goed en ik houd van onze burgervader Job Cohen. Ik ben dus duidelijk iemand die op de man/vrouw stemt en niet zozeer op hun programma's die toch allemaal ongeveer op hetzelfde uitkomen als men eenmaal regeert. Zoveel keus als men ons wil doen geloven is er namelijk niet, en dat weet ik uit de tijd dat mijn vader nog secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken was van 1972 tot 1986.
Femke Halsema is trouwens altijd mijn favoriet als ik haar zie en hoor spreken. Een rust en zelfbewustzijn straalt zij uit waar haar mede-debaters wat van kunnen leren. Iedereen luistert als zij spreekt, dit in schril contrast met de nogal schreeuwerige Agnes Kant, die ik om die reden niet vind overtuigen.
Ik haalde dus de krant van beneden en trof daar deze flyer - gisterenavond verspreid - en dacht:

van deze man moeten wij het hebben. Ik houd van Marokko, ben innig bevriend met de Marokkaanse familie Kaddour uit Amsterdam Noord - onze onvolprezen slager en zijn zoon - en iedere hetze moet worden afgestraft. Per e-mail was een verwerpelijk bericht verspreid niet op hem te stemmen.
Zo dom, want ik denk dat velen met mij ineens over een denkbeeldige streep werden getrokken.


de Volkskrant woensdag 3 maart 2010

Dit is een man die zijn best doet en aan wie menigeen een voorbeeld kan nemen. Hij durft naar de toekomst te kijken en heeft kennelijk een ideaal voor ogen. Nou, ik ook! Elkaar accepteren zoals we zijn en trots kunnen zijn op onze kleurrijke samenleving; we kunnen zoveel goeds van elkaar leren. Jammer dat het woord trots zo door het slijk wordt gehaald. Zullen we het woord proud weer eens in ere herstellen? Ook mijn ontmoeting met Gülden Ilmaz en de jonge Isa El Khadar op het Vrouwenboekenbal zal een rol hebben gespeeld in deze op louter intuïtie gestoelde ingeving. Ik ontmoet veel heerlijke medenederlanders in wier land ik dolgraag op vakantie ging.
Nooit één seconde heb ik er tevoren aan gedacht mijn stem uit te brengen op Ahmed Marcouch.

Een andere politieke afstraffing vond ik op zijn plaats in ons stadsdeel Centrum. Onvergeeflijk wat de Partij van de Arbeid ons aandeed met Els Iping; ik kende haar van vroeger. Dat was geen politiek dier; een grote vergissing, want daar gaat het om in Amsterdam en overal ter wereld: een echte passie voor een betere wereld en dat is weinigen gegeven, in dit bijna dierlijk vak. Kemphanen en hennen, laat je niet kennen, wees niet tegen, maar met elkaar, want dan wordt dit sprookje waar: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Zo eenvoudig kan het zijn.


Wie komt er in mijn hokje ...

Dat werden dus Ahmed Marcouch en Olga de Meij - Lijst 2, nummer 2 - van de VVD.
Ik houd niet van betuttelende regelgeving en zij ook niet. Ik had haar mogen ontmoeten op de vijfenzeventigste verjaardag van Theo Heuft, en beloofde op haar te zullen stemmen; dat heb ik dan ook gedaan. Zo meteen lekker televisie kijken, ik begin er zowaar van te genieten en wie niet gestemd heeft, moet vier jaar niet zeuren. Lieve vrienden, op naar de short stay van de lente, die belooft wat ze doet!


 

Donderdag 25 februari 2010

Zoals ik het heerlijk vind om van vooroordelen 'genezen' te worden, zo ben ik ook de eerste om mijn ongelijk te bekennen; daar heb ik volstrekt geen moeite mee. Ja, hier passen excuses aan Manon Uphoff, die ik op het Opzij Boekenbal niet op het podium had zien staan. Lieve Manon, ik was te gefocust op links, en misschien heb ik dan toch eindelijk een brilletje nodig. Je was er, je stond er, ik ken je nota bene, maar had je niet herkend. Neen, je bent geen Houdini en 'hooghartig' (haar twitter) lijk je me allerminst. Dit moest ik even rechtzetten.


Bert Hiddema (midden), zijn vrouw Joan Betlem en een goede vriend


Foto: Jeroen Mantel

Vanavond mocht ik in de Athenaeum boekhandel op het Spui in Amsterdam het eerste exemplaar in ontvangst nemen van het nieuwe boek van Bert Hiddema (1942) Een klein ploegje, uitgegeven bij L.J. Veen. In juni van het vorig jaar was hij Simon in het ziekenhuis komen opzoeken. Hij hield van Simon, die een van zijn helden was, hij was ontdaan door de berichten in de krant over de amputatie en bood toekomstperspectief: of hij Simon het boek waaraan hij werkte mocht aanbieden als het af was: 'Er is maar één Mokum en dat kennen we allebei!' zei hij en zo kwam hij uit bij mij.
Bert had al bejubelde biografieën geschreven over Johan Cruijff, André Hazes en Johnny Jordaan, rasechte Amsterdammers, en nu wilde hij Amsterdam zelf de hoofdrol laten spelen en wel in de jaren vijftig, want daar moest het over gaan. Hij had nog even gedacht aan Rotterdam, maar waarom eigenlijk; over zijn eigen stad was immers meer dan genoeg te vertellen en daar wist hij alles van. Het moest een roman worden en op zoek naar een hoofdpersoon belandde hij uiteindelijk - terecht - bij zichzelf. Op een nacht schrok hij wakker en wist hij de laatste zin:
Ik voel mij volwassen, wat dat ook mag zijn
. Toen kon hij beginnen, want hij voelde dat het goed zat. Hij zou zijn eigen leven als leidraad nemen vanaf zijn eerste herinnering tot aan de schok dat zijn beeldschone, verdwenen vriendin, die hem inwijdde in de liefde, niet vermoord was zoals het gerucht ging, maar achter de roodverlichte ramen zat.
Wie iets van onze stad wil weten in die armoedige jaren na de Tweede Wereldoorlog moet dit boek lezen. Zo verhelderend, ontroerend en zo onvoorstelbaar voor nieuwkomers hier. Wat is er machtig veel veranderd, ten goede en ten kwade. Bert Hiddema neemt ons mee naar een verleden dat zich afspeelt in hetzelfde décor dat ons nog steeds omringt. De Dapperbuurt. U mag uitmaken of wij er gelukkiger op zijn geworden.

Zelf ga ik mij de komende dagen voorbereiden op een optreden in de Meervaart, aanstaande zondagmiddag. Lust en Liefde is het thema van de maandelijkse De Niet-Meer-Zo-Piep-Show.
Ouderen laten zien aan alle leeftijden dat het leven leuk kan blijven. Hetty Blok (1920) en Eli Asser (1922) gingen mij voor. Ik zal in hun ogen een jonkie zijn. Mijn geest is het daarmee eens, maar mijn lichaam weet wel beter. Au!


Clous van Mechelen en Eli Asser
www.parelsvoordezwijnen.com


 

Woensdag 17 februari 2010


Cover van Opzij - Feministisch maandblad, nr 3 maart 2010, 38ste jaargang

Gisterenavond ging ik alleen naar het eerste/laatste Vrouwenboekenbal dat van de CPNB nooit meer zo genoemd mag worden. Ik doe bij dezen een suggestie voor een andere naam, wat dacht u van BabesBall&Books ? En dan graag met veel betere muziek, want daar was geen bal aan. Als mijn grote teen zich niet eens wil bewegen, betreed ik geen enkele dansvloer, hoe graag ik ook zou willen.
Er waren twee danseresjes ingehuurd die iedereen wegdansten met hun opvallend rode jurken, en het zangeresje hield het al snel voor gezien, toen werkelijk niemand reageerde op haar aankondiging nog twee nummers te willen zingen. Daarna nam de discodreun weer zijn aanvang. Waarom niet wat verrukkelijke Braziliaanse muziek of klassiekers uit de sixties waarvan iedereen een warm gevoel krijgt en een onweerstaanbare lust tot dansen zich van je meester maakt?
Neen, degene die hiervoor verantwoordelijk was, verdient een standje.
Ik geloofde mijn oren niet toen ik € 4,-- voor een Beckbiertje moest betalen; wat was ik kennelijk al lang niet meer uit geweest; Panamaprijzen of is dit volstrekt normaal? Gelukkig is er een goede rookruimte in Club Panama, waar ik menigmaal dezelfde leuke mensen aantrof (onder anderen Gülden Ilmaz, de nieuwslezeres van AT5) en zelfs één ander eveneens een stickemannetje heb zien opsteken!
Het was allemaal wat braaf en hoe kan het ook anders als de 'uitloop' is voorzien op 23.00 uur, zoals ik in het losslingerende - en dus à la Simon natuurlijk meegenomen - draaiboek-A4-tje kon lezen. En dan nog twee observaties: bijna iedereen was wel erg casual gekleed, geen glamour te bekennen en dat verwachtte ik niet. Volgende keer dus: dress code: chic - anders wordt het nooit wat. Ik behoorde tot de oudste gasten; ook dat was mij duidelijk
Geen sprake van aanwezigheid van boven afgebeelde (ingebeelde?) dames. Manon Uphoff is misschien nog even komen 'speeddaten' zoals het programma vermeldde, maar stond niet op het podium toen Opzij hoofdredacteur Margriet van der Linden aan Minke Douwesz de Opzij Literatuurprijs 2009 uitreikte voor haar boek Weg; de aanwezigheid van uitgever Wouter van Oorschot sprak natuurlijk boekdelen.
De enige die wél glamour uitstraalde en zo sportief was om hier te verschijnen was Yasmine Allas, op de omslagfoto hierboven in het zwart gekleed en vanavond in weelderig wit. Wij maakten hartelijk kennis, omdat zij mijn liefste buurvrouw in de Sarphatistraat, Annemarie de Jong, aan haar zijde had. Bien étonnés de se trouver ensemble zou Simon zeggen, toen ik ook mijn andere buurvrouw tegen het lijf liep Vroege vogels Andrea van Pol met haar vriendin Yo de Boer. Ik mocht met hen mee naar huis rijden.


Op weg naar huis met wakkere Andrea van Pol en Yo de Boer (foto, ontvangen 03.15 uur).

Het zal u verbazen, maar het langste gesprek dat ik deze avond voerde was niet met journalist Jeroen Wielaert, niet met schrijver/filmmaker Threes Anna (The bird can't fly - 118.000.000 hits op Google) en niet met Margriet van der Linden. Neen, het was met de negentienjarige Isa El Khadar, student autotechniek, die de hele avond op zijn post in een hokje zat, en de sleutels van de lockers uitdeelde en weer in ontvangst nam. Hij was mij - op weg naar de rookruimte - meteen opgevallen vanwege zijn stralende verschijning. Toen ik hem voor de derde keer groette, vroeg hij mij wat deze avond in hemelsnaam behelsde; hij kon de gasten terecht niet plaatsen, gewend als hij was aan het flamboyante volkje dat deze tent doorgaans bezoekt. Hij stelde mij interessante vragen en hij was zo de moeite waard dat ik daar graag op inging. Tientallen sleutels heb ik ingeleverd zien worden en even zovele veelbetekenende blikken, geworpen op hem, een sieraad in deze setting.
Ik heb mij kostelijk geamuseerd en bij het huiswaarts gaan kregen wij allen een 'goodiebag' mee die voor een aangename verrassing zorgde. Nagenietend in bed met mijn reflectiesigaretje inspecteerde ik de inhoud, waaronder de nieuwe Opzij en de Boekenkrant (oplage 21.000), een uitgave van Uphill Battle boekpromotie met medewerking van de boekhandels. Treft mij daar toch mijn eigen profiel! Dat vind ik leuk; dat juist zij mijn boek waarderen.



Boekenkrant voor Nederland en Vlaanderen, jaargang 4, nummer 1, februari 2010
www.boekenkrant.com


 

Maandag 15 februari 2010

Weet u wat dit is?

Dit is het eeuwenoude Potala-paleis, de winterresidentie van de dalai lama in Lhasa, de hoofdstad van Tibet. Hoe lang zal het er nog staan en/of dezelfde kloosterfunctie mogen vervullen? Het staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO, maar dat zegt helemaal niets meer. Herinnert u zich nog hoe enkele jaren geleden die twee reusachtige in rotsen uitgehouwen Boeddhabeelden in Afghanistan door de Taliban werden opgeblazen? Vreselijk, die gapende gaten waar godsdienstfanaten hun slag hadden geslagen. Een klap in mijn gezicht; ik voel hem nog en dan word ik boos en verdrietig. De wereld keek toe maar deed niets.
Gisteren is het Chinese jaar van de Tijger begonnen en opende ik in theater Spant! in Bussum een bescheiden foto-expositie van Ralph Westerman die samen met Gerard Beentjes, dichter en organisator, aandacht vroeg voor het zo bedreigde Tibet.
De huidige dalai lama Tenzin Gyatso (1935) is er weggevlucht in 1959 en leeft sindsdien in ballingschap in Dharamsala, India. Met lede ogen moet hij van grote afstand aanzien hoe de Chinezen zijn land en cultuur verwoesten.
Ralph had met eigen ogen de achtbaanswegen gezien die vlak voor het paleis respectloos zijn neergekwakt. Tientallen benzinestations vervuilen verder het straatbeeld; geen auto te bekennen, maar de bulldozers rukken rücksichtlos op. Ik heb uit betrouwbare bron vernomen dat de Chinezen miljarden hebben gereserveerd om van Tibet een groot Disneyland te maken.
Waarom, waarom, waarom. Waar is men bang voor op vijfduizend meter hoogte?


Foto: Ralph Westerman

Voor hem?

Voor de authenticiteit van dit venster op de wereld? Simon wist er alles van en droeg de Tibetaanse zaak een zeer warm hart toe; drie boordevolle boekenplanken getuigen van decennia lange betrokkenheid. Als hij zich kon inzetten voor deze gemeenschap dan deed hij dat. Niet lang geleden nog - zie Kersvers Archief woensdag 10 december 2008 www.simonvinkenoog.nl - stond hij in de stromende regen 's avonds bij het Ghandi-monument op de Churchillaan het gedicht De zoektocht van Milarepa voor te dragen bij sissend dovende kaarslichtjes. Precies een half jaar later doofde zijn eigen levenslicht.
Een fragment van dit gedicht - dat ik gisteren in zijn geheel mocht voorlezen - hangt tussen andere gedichten van dichters voor Tibet, door Gerard Beentjes bijeengebracht in het boekje

Dit boekje is op 5 juni 2009 aangeboden aan de hier in de Amsterdamse RAI op bezoek zijnde dalai lama. Simon zou het hem hebben mogen geven in de Melkweg, maar met pijn in het hart moest hij verstek laten gaan.
Nooit zal ik vergeten wat Louwrien Wijers teweeg bracht in 1990 met Art meets Science and Spirituality in a changing Economy. Zij wist wereldleiders uit kunst en cultuur bijeen te brengen op dit dagen durende symposium in Amsterdam, www.louwrienwijers.nl. Het Stedelijk Museum was plaats van handeling en in de Luthersekerk naast de UB op de Singel zou de dalai lama spreken. Iedereen wilde daarbij zijn en ik zat dus boven op het balkon en Simon beneden bij de belangrijkste gasten. Na zijn speech begaf de dalai lama, die werkelijk een lichtende aura had, zich naar het achterste gedeelte van deze door de universiteit voor belangrijke gebeurtenissen geconfisqueerde ruimte. Bij het passeren der gasten brak hij los uit zijn escorte, greep Simon bij de schouders en rammelde hem even hartelijk door elkaar! Toen liep hij verder. Simon straalde.

Post Scriptum:
Het boekje Blauwe Boeddha: dichters voor Tibet en de foto's van Ralph Westerman zijn te koop.
De opbrengst is voor Tibetaanse dichters, 'zodat zij meer mogelijkheden krijgen om hun gedichten te laten horen ver over de grenzen heen.'


Donderdag 11 februari 2010


Marte Röling geflankeerd door MuseumGasten, goedgekeurd door Henk Jurriaans
Foto: Saskia Dijkstra

De dwarse psychiater Bram Bakker en ik hadden de eer vandaag de expositie van Marte Röling te mogen bezoeken voor het AVRO programma MuseumGasten: Portretten van een Liefde.
Dat werd een feest!
Een geolied team trad aan en wij naar voren. Redacteur Saskia Dijkstra had een gouden greep gedaan, wij pasten bij elkaar; dat kunt u zien. In Museum de Fundatie aan de Blijmarkt in Zwolle hangen 55 enorme schilderijen van psycholoog levenskunstenaar Henk Jurriaans, haar Grote Liefde. En dat fenomeen hadden zij en ik gemeen. Zij had mijn boek gelezen - dat haar tevoren was toegestuurd - en ik had mij in haar verdiept en ook in hem.
Bram Bakker bleek een heerlijke reisgezel in dit mooie museum - goed bevolkt en van echt mooie kunst voorzien. Er ligt een privé-collectie van een gepassioneerd verzamelaar aan ten grondslag: alles heeft klasse. Zelf ben ik heel erg in de beeldende kunsten opgegroeid omdat mijn moeder daaraan deed - ik weet er wat van en dan is elk museumbezoek de moeite waard.
Kunst doet Leven!

De grote doeken kwamen totaal tot hun recht. Ik had een beetje opgezien tegen de massaliteit van een en dezelfde, maar eenmaal binnen bleek de verzameling zó goed gedoseerd dat je naar meer bleef verlangen. Wij hebben die honger gestild en nóg niet alles gezien, want toen kwam de Maker zelf binnen en raakten wij diep in gesprek.


Bram en ik waren razend nieuwsgierig geworden naar het ontstaansproces, de emoties en gedragspatronen en bij mij bleef uiteindelijk een grote euforie achter. Wat een stralende dag, met stralende mensen in een stralend museum. Iedereen was zo toegankelijk en de mensen van het museum hadden Marte in hun hart gesloten en omgekeerd: tweerichtingsverkeer maakt het leven zoveel leuker. Ik verheug me op de uitzending, zaterdag 6 maart in AVRO's Kunstuur.
Marte Röling heeft onlangs een hoge Koninklijke onderscheiding ontvangen: Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw uit handen van minister van Cultuur Ronald Plasterk.


Henk Jurriaans - 1940 - 2005


Marte Röling - Amaryllis en Fluitenkruid
Museum de Fundatie, Paleis aan de Blijmarkt 20, 8011 NE Zwolle

En over twaalf uur sta ik in de Oudemanhuispoort en ondervraag u over de Liefde . . .


 

Maandag 8 februari 2010

Een paar zwart-witjes haal ik voor u te voorschijn uit mijn bureaula - nog steeds gast op de bank. Er zit zo'n zestig jaar tussen. Drie generaties waarvan ik de eerste niet ken. De vierde staat er niet op: die wordt al jaren vluchtig vastgelegd in kleur, door ons, amateur- nu digi - fotografen.

Dit is mijn grootmoeder Johanna Sara Schuurman, zuster van psychiater C.J Schuurman en getrouwd met Gerben Ringnalda, Fries van origine. Mijn vader zit in het midden en ik schat hem een jaar of vijf. Zijn broertje Marco zit naast hem en zij worden omarmd door hun moeder; zij stierf in de Tweede Wereldoorlog op het eiland Java. Mijn grootmoeder ziet er niet naar uit dat zij al weet heeft van de op handen zijnde scheiding van haar kinderen; die moeten naar Holland voor een gedegen christelijke opvoeding.
Ze zien er gelukkig uit, daar op het eiland Formosa - nu Taiwan - alwaarvandaan mijn grootvader voor Shell in Azië werkte en tevens honorair-consul was; hem heb ik evenmin gekend.
Heeft mijn vader een trompetje in handen en wat is dat linker voorwerp, is hij jarig? 1929?


Mijn vader en moeder op vakantie in Italië, 1962


Mijn moeder met haar vier dochters in de tuin
Van Imhoffstraat - Den Haag 1965


V.l.n.r. Francine Jageneau, Bartho Braat (nu GTST), Maarten van Nispen, ikzelf en Gon Gerritsen

We hebben een eindeloze tijd gehad daar in Parijs! We staan hier voor de Bibliothèque de l'Opéra waar wij onderzoek deden naar iconografisch materiaal. Ik schijn er een vondst gedaan te hebben. De foto is gemaakt door onze docent dr. Rob Erenstein, een Bourgondiër, inmiddels emeritus hoogleraar Theaterwetenschap.
We waren in juni 1978 twee weken op werkcollege Comédiens Italiens onder zijn leiding, en hij wist de weg!!! We waren gehuisvest in de Rue de Lille, Institut Néerlandais. Iedere avond naar het theater, souperen, cultuur opsnuiven in de allerbeste zin des woords. 's Ochtends verscheen iedereen stipt nog dronken aan het ontbijt, want om negen uur was het vertrekken. Alle voor ons interessante bibliotheken bezocht.
Ik heb drie dagen lang samen met Bartho de slappe lach gehad, een onvergetelijke ervaring.
We waren op zoek naar afbeeldingen van de Italianen die de Commedia dell'Arte naar Parijs brachten in de achttiende eeuw; Maarten is hierop afgestudeerd, als eerste van ons klasje.
In onze onnozelheid lieten Bartho en ik in de studiezalen alles uit de magazijnen halen wat ons bruikbaar leek om aan nader onderzoek te onderwerpen.
We waren zeker niet op ons fitst, maar de aanblik van het aangevraagde deed ons de adem in de keel even stokken. We konden hem nog net inhouden, maar toen de vier bibliotheek-kruiers buiten gehoorsafstand waren, lieten we hem gaan. Snikkend van het lachen zagen wij ze staan: twee trolleys van drie meter lang, hoog opgetast. Het was vol van schatten daar . . .


Bruidspaar geeft Jawoord, 1 september 1989
Foto: Koos Breukel

Over de mooiste dag van ons leven en hoe ik aan die schitterende jurk kom, kunt u lezen in mijn boek Heer en Meester, een liefdesverklaring. Huwelijksfotograaf Koos bepaalde mede de datum.

Post Scriptum
Morgen ben ik te zien in het NCRV-programma Het 3e Testament op Nederland 2, 22.50 uur.
En met mij, hoop ik, dat heerlijke klasje van Het Amsterdams Lyceum.


 

Donderdag 4 februari 2010


Eindexamenklassen gymnasium 6 alfa en bèta 1972 - Christelijk Gymnasium Sorghvliet te Den Haag

De laatste dagen word ik overspoeld door e-mailberichten van oud-klasgenoten omdat er een reünie op handen is in de nabije toekomst. Er wordt een lustrum gevierd op onze school en de tijd is er kennelijk rijp voor om de koppen weer eens bij elkaar te steken. Ik ga.
De jongen met het langste haar - achterste rij midden - is mijn alleroudste vriend Johan Havenaar, vanmiddag bij mij op bezoek. Twee dagen na Simons begrafenis belde hij mij op met de mededeling: 'Edith, ik kom je deze week opzoeken, dinsdag of donderdag, zeg maar welk tijdstip je schikt' en sindsdien hebben we weer veelvuldig contact. Hij was niet alleen mijn buurjongen, maar ook degene met wie ik vrijwel als enige op onze school hasjiesj rookte; ik mocht dat van mijn vader, hij eigenlijk niet.
Hij is psychiater geworden en promoveerde cum laude op de kernramp in Tsjernobyl.
Als u hem eens zou horen vertellen met wat voor leugens de Russen toentertijd miljoenen aan slachtofferhulp hebben binnengehaald, slaat u steil achterover. Bijvoorbeeld: Vanuit de hele USSR werden geruisloos alle mismaakte kinderen naar het gebied toe gebracht dat in 1986 werd getroffen door die kernramp. Johan deed onderzoek naar trauma's na een ramp, en Tsjernobyl was de plek bij uitstek. En wat bleek - hij is er talloze malen geweest: niet alleen de natuur is daar mooier dan overal elders omdat geen mens er meer een voet durft te zetten, maar ook de bevolking is er erg goed aan toe! Vooral de gezonde kinderen die destijds naar grotere steden werden geëvacueerd zagen dát als de grootste zegen die hen in hun leven was overkomen. Eigenlijk zijn er maar zo'n dertig doden gevallen, mensen die er pal bovenop zaten toen de ramp zich voltrok, en verder viel het meer dan reusachtig mee, was zijn constatering.
Ook mijn ouders gingen zomer 1986 een reis naar Rusland maken en Kiev stond hoog op de verlanglijst. Gelegen in de nabijheid van het 'nucleair besmette' gebied, verklaarde menigeen hen voor gek, maar ze lieten zich niets wijsmaken en zijn doodgewoon weer heelhuids thuis gekomen. En wat was het er mooi!
Johan was ook degene die kaartjes voor ons had gekocht voor het legendarische, driedaagse popfestival dat in 1970 in het Kralingse Bos werd gehouden. Aanvankelijk mocht ik niet van mijn vader - ik was bijna zestien - maar wij gingen ons melden op Plein 1813, waar het kabinet van de minister-president toen nog gevestigd was en mijn vader als raadadviseur werkte. Johan was vertrouwd terrein dus zwichtte mijn vader en opgetogen begaven wij ons op weg, samen met zijn jongere broertje Pieter en onze klasgenoot Lex Verwoerd. Wie schetst mijn in een slappe lach eindigende gemoedstoestand, toen op een gegeven moment uit de loudspeakers de berichtgeving doorkwam 'Willen Johan en Pieter Havenaar onmiddellijk telefonisch contact opnemen met hun ouders!!!' (bis) Ja, tussen alle fantastische concerten door meldden zich voortdurend via de intercom hopeloze vaders en moeders op zoek naar hun kinderen. Maar ik mocht!!!!!!!!!!
Heerlijk, zulke herinneringen aan vervlogen tijden. Ik hoor en zie het nog voor mijn geestesoog. De massaliteit, 200.000 festivalgangers, ik moet er nu niet meer aan denken, en daaraan merk je dat je - al jaren - ouder wordt. Of heeft een mens gewoon geen behoefte aan een herhaling van zetten? Ik heb de handtekeningen van alle leden van Pink Floyd, die ik later in een grote Amerikaanse slee tegenkwam; David Gilmour was mijn grote favoriet. Nu ga ik Atom Heart Mother opzetten, een grammofoonplaat die ik heb 'stuk' gedraaid, en op zoek in mijn lade naar de foto die van mij in de Nieuwe Revu verscheen, nr 29/18 juli 1970/losse nummers 80cent.


linksonder - voor het hoofdpodium - luisterend naar Canned Heat


 

Dinsdag 2 februari 2010

Erik de Jong, Spinvis, is over een half uur niet meer jarig en ik ben net thuis van dertig uur Den Haag.
Op zoek naar het paspoort van mijn moeder - dat ik in bewaring heb - trok ik de grootste lade van mijn secretaire open.
En ik dacht: ik heb een levenslade opengetrokken. In dit mooie meubel, dat ik al op mijn tiende van mijn moeder kreeg, bevindt zich bijna alles wat mijn leven behelst. In een kleinere lade bevindt zich de inhoud die ik mee zou nemen als mijn huis in brand vliegt.
Ik kon dat paspoort niet zo snel vinden en trok de loodzware lade op mijn schouders en droeg hem snel naar de bank. Laden lichten, dacht ik, en hier ga ik u de komende tijd mee vermaken.

Het gaat terug, denk ik, tot de lagere school waar ik al tekenwedstrijden won, tienen haalde voor artistieke dingen, in het schoolkrantje tekende en schreef. Maar ook alles daarna. En dat is ingrijpend mooi en veel, en ikzelf ben de gene die ik het meest zal verrassen. Zoveel vergeten, maar zoveel beslissend! Hier volgt een voorproefje; het eerste waar mijn oog op viel.


Foto: Clemens Boon - 1976

Toen ik net dramaturgie ging studeren aan de Universiteit van Amsterdam liep daar de fotograaf Clemens Boon rond die mij vroeg voor hem te willen poseren. Het is niet bij één keer gebleven.
Ook in die secretaire bewaar ik de andere fotosessies die men tot vijf maal toe van mij maakte.
Ik had dus die krantenwijk in Den Haag bij Het Vaderland, van mijn dertiende tot mijn zeventiende en werd van de straat geplukt door buitengewoon aantrekkelijke vrouwen die vroegen of ik voor hun mannen - fotografen, al dan niet beroeps - zou willen poseren. Omdat ik later naar de toneelschool in Amsterdam wilde, greep ik die kansen natuurlijk aan en mijn ouders lieten me gaan. Doe maar ervaring op, op allerlei fronten. En dat deed ik.

Ik heb bijna drie jaar in Israël gewoond en daar vond ik mijn selfesteem, gevoel van eigenwaarde.
Ooit doe ik uit de doeken wat dat land voor mij betekend heeft. Mijn dertigste en eenendertigste verjaardag heb ik er gevierd onder volstrekt andere omstandigheden. De eerste keer was in de van oorsprong Hongaarse kibbutz Yad Hanna - tussen de Israëlische badplaats Netanja en het Arabische Tulkarm - een lustoord waar ik heel wat heb mogen leren. En de tweede keer was in een totaal andere vriendenkring in Tel Aviv, waar ik model voor schilders was en 's nachts op het strand werkte als serveerster in een restaurant dat tot het ochtendgloren - en dat was mooi - open was. De eerste avond al kreeg ik een compliment dat alleen mijn rekeningen klopte; niet veel later mocht ik de tent runnen.
Leona & Mayor waren mijn buren in Neve Tsedek, een artiestenwijkje tussen Tel Aviv en Jaffo;
over acht jaar zouden we pas telefoon krijgen en er stond maar één auto. Foto's volgen tzt.


In the beginning

Dit is nog van ver voor de rigoureuze renovatie in 1997. We hadden nog geen weet van de verborgen deur, die de nieuwe eigenaresse Kirsti Järvinen ooit zou ontdekken en in ere herstellen. Zij die nadien wel eens bij ons op bezoek zijn geweest kennen ons huis wel anders.


Anna en Arthur Vinkenoog

Zielsdankbaar was ik dat Simon vier kinderen meebracht in ons huwelijk. Dit zijn de jongste twee; zo jong heb ik ze niet gekend! Deze foto had hij altijd bij zich, en dubbel. Hij ging in mijn la en komt er nu weer uit. Een Godsgeschenk.

 


Bozar Ben Zeev

Dit is mijn verrukkelijke neefje Bozar - de eerste van de volgende generatie in mijn familie - al weer jaren geleden. Hij studeert nu in Delft, architectuur - heeft hij altijd gewild en nu maakt hij zijn dromen waar. Derde geworden van honderden die de opdracht hadden gekregen atelier-woningen te ontwerpen. Hij wist er wel raad mee - dat kan je zo zien. Hij is degene die KERSVERS, Simons dagelijkse weblog, jaarlijks in één exemplaar liet uitprinten tot boeken van meer dan vijfhonderd bladzijden.
Tot gauw, heerlijke knul.


Dinsdag 26 januari 2010

Vandaag een buitengewoon stijlvolle uitnodiging ontvangen voor het Vrouwenboekenbal. Een gouden schoentje sierde de inhoud van dit kleinood; ik wist meteen wat ik aan zou doen die avond, want ik ga natuurlijk!
Het boekje is gebonden met fijn gouddraad en vanmiddag had ik een tweetal nieuwe vrienden op bezoek wier lust en leven het is mooie, met de hand gezette en ingebonden boekjes te maken; een gesprek kwam op gang over de Liefde voor het uitstervend vak. Aanleiding van onze ontmoeting was curieus.
Bijna twee jaar geleden al smeten de erven van uitgever Wim J. Simons (1926-2005) alles wat hun vader achterliet op de markt. Hebzucht viert hoogtij. Vader had de kinderen nauwelijks hoog in zijn vaandel, edoch wel de vrouw met wie hij zijn leven deelde. Ze waren niet getrouwd, Wim Simons en dichteres Carla Dura, maar dreven al wel heel erg lang samen Uitgeverij De Beuk.
De kinderen zetten Carla volledig buiten spel - tot haar grote verdriet, want het was ook haar levenswerk - en zo kwam een ongepubliceerd verhaal van Harry Mulisch boven water en meerdere schatten waaronder gedichten van Simon die hij ooit had aangeboden als dichtbundel, want Wim en Carla waren gespecialiseerd in poëzie.
Onze vriend en literair agent Joep Bremmers had weet van de veiling van 'Beuk-zaken' en ging voor het eerst van zijn leven bieden, met kloppend hart; hij had zich een limiet gesteld, maar telefonisch liep de bieding zo hoog op dat hij af moest haken. Jammer, jammer, jammer. Want. Het waren liefdesgedichten voor mij!!! Geschreven in de twee jaren voor ons huwelijk, toen ik nog met Dogtroep op stap was en Simon al wel bij mij woonde.
Op maandagavonden gaf hij uiteindelijk tien jaar wekelijks een poëzieworkshop in buurthuis De Klus - waarover in mijn boek meer - en als ik er dus niet was, stak hij in zijn gedichten niet onder stoelen of banken dat hij mij miste; dat ik belangrijk voor hem was, zoniet zijn levensvreugde.
Ik heb hier nooit een notie van gehad en was nogal diep ontroerd toen Joep ze me na lang wachten eindelijk kon laten lezen. Het had hem nogal wat moeite gekost om te achterhalen wie die gedichten dan wel gekocht had. Dat bleek Het Letterkundig Museum in Den Haag te zijn; gelukkig bleven ze dus in openbaar bezit.


Schrijver en biliothecaris Jan van Herreweghe


Een poosje geleden kreeg ik een e-mail van Jan van Herreweghe uit Harelbeke, België. In zijn bibliotheek heeft Simon voor het laatst opgetreden op 9 mei 2009 ter gegenheid van een tentoonstelling van zijn vriend Theo Niermeijer, aldaar. Of ik geen ongepubliceerd gedicht had van Simon dat zij als hommage zouden kunnen drukken. Zij - waren deze gepassioneerde bibliofiel en zijn vriend Jos Brabants, ooit leraar Nederlands, maar nu bezig met loden letters en boekdrukpersen die geliefd, maar nauwelijks nog in leven zijn.


Jos Brabants - grafischlevenskunstenaar

Ik verwees ze naar Joep, en aanvankelijk overrompeld door het getal vijftien besloten ze dit kostbaar avontuur toch met ons aan te willen gaan.
De titel hebben we ook: aardse zekerheden, ontleend aan een der eigenschappen die Simon mij toedichtte en waarom hij zoveel van mij hield. Een proeve kwamen Jos en Jan ons laten zien van kaft en lettertype. Beeldschoon, maar ik mag nog niets onthullen. Jos gaat aan het werk. Het worden eenentachtig kleinodiën, die even feestelijk gepresenteerd zullen worden als zij er uit zullen zien. Dank, lieve jongens, dat wordt liefdespoëzie met een lintje.


Joep Bremmers - literair bezorgd en betrokken


 

Maandag 25 januari 2010

voor oud en jong

voor vrouw en man

voor hoog en laag

voor hip en square

geschreven. En dat blijkt uit de lieve reacties op mijn boek Heer en meester, een liefdesverklaring die mondeling of per post en e-mail bij mij binnen druppelen.
Dat doet mij goed, want u bent mijn klankbord nu Simon niet meer met mij klinken kan.


 

Woensdag 20 januari 2010

Als je geen kinderen hebt, weet je niet dat vandaag de Nationale Voorleesdagen zijn begonnen. Op kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en basisscholen wordt de komende tien dagen extra aandacht besteed aan het voorlezen uit boeken. Je zou willen dat alle ouders dat veelvuldig doen, maar er is tegenwoordig zoveel anders waarmee kinderen zich kunnen vermaken, en bovendien zijn vaders en moeders veelal druk, druk, druk! Jammer, want je kunt je kind voorgoed de goede kant op sturen door ze liefde voor lezen bij te brengen. Dat ze zichzelf in hun eentje kostelijk kunnen vermaken is de bedoeling van het motto dezer dagen:

Voorlezen maakt van kleintjes grote lezers.

Een loffelijk streven en ik mocht daar vandaag aan bijdragen. Zelf heb ik nooit een kinderwens gehad, maar ik houd wel zielsveel van ze en gelukkig heb ik toch kleinkinderen.
Ra, ra hoe kan dat?
Alexander Vinkenoog, links in beeld, had mij uitgenodigd op de school van zijn dochtertje Sammy, de Burghtschool aan de Herengracht in Amsterdam. Zij zit in groep 3; dat zijn de zes en bijna zevenjarigen, die een energie en enthousiasme uitstralen om U tegen te zeggen.
Al mijn sprookjesboeken had ik tevoren doorgebladerd, maar niets van mijn gading gevonden. Of te lang, of te breedsprakig of gewoon te ouderwets. Dan maar iets voorlezen uit mijn eigen boek, dacht ik, want er staat een verhaaltje in over hoe wij vroeger kerstmis vierden bij ons thuis.
Kerstmis lag nog vers in het geheugen dus vroeg ik mijn toehoorders: 'Wie van jullie had er een kerstboom staan thuis?' Bijna alle vingertjes omhoog. 'En behalve cadeautjes, wie had er misschien ook een kerststalletje onder de boom?' Een derde. Zo kwam het gesprek soepel op gang en tot mijn verbazing wisten toch heel wat kinderen op deze openbare basisschool af van het kindeke Jezus, God en Jozef en Maria. Toen kon mijn verhaal beginnen en zij begrepen zelfs de clou. Gelukkig - voor oud en jong geschreven dus; dat was mijn wens.
Daarna kwam mijn eigen thema aan bod, waar het allemaal om gaat: Liefde. Alex had mij een heerlijk boekje* toegespeeld dat gaat over het geven en krijgen van kusjes. Het wanneer, waarom en hoe en aan wie!!! Alles kwam voorbij en de kinderen boden tegen elkaar op hoeveel kusjes ze wel niet kregen per dag. Bij het maken van de foto was het fijn dat de kleine meisjes dicht tegen mij aan kwamen zitten. Ik was geen vreemde meer, het voelde vertrouwd.
Dank, lieve juf Maneesha en lieve kinderen dat ik even bij jullie in de klas mocht zijn.
Tot volgend jaar, en dan hoop ik ook schoolbuurtgenoten Hans van Mierlo, zijn echtgenote Connie Palmen en Charlotte Mutsaers weer te zien, die allen eveneens een klas op het goede leesspoor kwamen zetten. Ik hoop dat zij er evenveel van genoten hebben als ik.

Post Scriptum
Dankzij juf Liesbeth: De liefste kusjes zijn voor jou van Harmen van Straaten, Van Goor, 2001.


Zondag 17 januari 2010

 

Ontvangen, gisteren om twaalf uur zevenenvijftig. Ingesloten bij een lange brief van Tom Bouman, een vriend van Simon in de jaren zestig en daarna. Hij had mijn boek 'in enen uitgelezen' en ging er vervolgens behoorlijk diep op in. Hij had al eens te kennen gegeven dat hij zo graag wat meer wilde weten over mij, waarop ik destijds repliceerde 'binnen afzienbare tijd een boekje te zullen opendoen'.
De doolhoftekst hierboven sluit nauw aan bij een passage uit mijn boek. Ik geloof namelijk absoluut dat een mens zichzelf pas volledig kan kennen door de Spiegel die ons wordt voorgehouden door de Wederhelft. En dan nog alleen als je jezelf echt wilt leren kennen. Niet iedereen heeft daar behoefte aan of is zich bewust van die opgave. Ook de omstandigheden spelen een belangrijke rol in het verlangen naar het willen weten wie je werkelijk bent. Voor mijzelf sprekend: vanuit de luxe positie te weten onvoorwaardelijk te worden liefgehad, met al mijn tekortkomingen! Volledige overgave is alleen dan mogelijk als de ander je volledig accepteert zoals je bent. Echt mogen zijn, geen masker hoeven dragen en dat grote geluk is mij ten deel gevallen. Mijn Wederhelft is niet meer lijfelijk aan mijn zijde, maar zijn ziel zit overal.

Op naar de Nieuwjaarsreceptie in Ruigoord waar ik onze vriendenkring liefdevol zal omarmen.


 

Donderdag 14 januari 2010

Het is denk ik zeldzaam mee te maken hoe bereikbaar dromen eigenlijk zijn. Ik heb altijd geweten dat het koesteren van onbereikbare dromen een der grootste bronnen van frustratie van de mens is. Afgunst is het gevolg en daar ga je aan kapot. Hoofdzonde.
Gisteren mocht ik aantreden in het programma OBA live, Openbare Bibliotheek Amsterdam, op de vierde verdieping in een zeer gastvrije setting. Ik was twee uur lang hoofdgast van Mirjam de Winter en mocht in het laatste half uur iemand uitnodigen met wie ik graag zou willen spreken.
Er was er maar één - ik ben een snelle denker - Tom van Veen, leraar Engels en conrector van Het Amsterdams Lyceum. Ik had behoefte aan debriefing; ik had een les over Liefde mogen geven op zijn school. Het was dermate leuk dat ik vergeten ben daar foto's van te maken. Doodzonde, want natuurlijk had ik mijn camera bij me. Tom, Emma, Joost: jullie staan op mijn netvlies gegrift.
Mirjam begreep volkomen dat het mij ging om betrokkenheid van diegenen die de moeite hadden willen nemen om te komen op de fiets door natte sneeuw. Ik had de redactrice van het programma gevraagd of Tom van Veen ook twee leerlingen zou kunnen meenemen, één die het boeiend had gevonden en één die er niets van moest hebben.
Tom nam het woord en maakte mij zielsblij met de boodschap dat iedereen ervan had genoten en hier wel had willen zitten. Ik stralen. Dat ik op de goede weg was met mijn eigen dromen hebben Emma Zuiderveen en Joost Vos mij mogen doen ervaren! Het werd een gesprek, en dat is wat ik wil: wederzijds wijzer worden.

De avond tevoren bracht ik door op Sociëteit De Kring, uitgenodigd door Diana Ozon op het Lustrum van de Dichters Dinsdag. Na een interview met haar en co-presentator Sven Ariaans mocht ik van Diana 'Tien minuten doen wat je wilt', had ze me gezegd. Mooi uitgangspunt, dus dook ik die ochtend onder mijn bed waar mijn gedichten - twintig jaar geleden aan Simons zijde geschreven in buurthuis De Klus - zich op dat moment bevonden. Ik deed een greep en dat viel niet tegen. Ik verraste mijn vrienden en ontroerde wel iemand. Ik bleek niet veel te zijn veranderd vond ik zelf leuk om te constateren.
Het werd een treffen van goede vrienden. Als laatsten verlieten wij de rookruimte in een verder uitgestorven etablissement. We hadden met een man of tien een ongelooflijk interessante discussie gehad over, u raad het, dromen.


Sven Ariaans, Diana Ozon en Yvonne van Doorn


 

Zaterdag 9 januari 2010

 



Foto: mijn nichtje Laura van den Berg op de iPhone van Catherine

Dit zijn ze: Maarten van Nispen, Ross Fraser, Eric Slabbers, Catherine van Woerden en mijn alleroudste vriend en buurjongen Johan Havenaar. Ik had ze bij Jellie Brouwer in één adem genoemd als zijnde mijn dierbaarste vrienden van heel lang geleden en zij hadden elkaar gevonden op het feest dat Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar voor mij gaf bij de presentatie van mijn boek.
Ron Rettich en Ilana Gottesmann - die een hoofdrol spelen in mijn Israëlisch avontuur - pasten er niet op, anders was het plaatje compleet geweest. Het werd een reusachtig fijne gebeurtenis, mensen kwamen van heinde en verre om met mij een mijlpaal te vieren en Simon te eren aan wie ik, en ik niet alleen, zoveel te danken heb. Het was dus heerlijk en meesterlijk in twee woorden.

 

Op dit adres dus, ging de zeventienjarige Simon Vinkenoog werken als jongste bediende bij uitgeverij Querido en hier werd de kroon op zijn werk als dichter gezet met de baksteenzware Vinkenoog Verzameld, een meesterwerk van 1248 bladzijden poëzie. Binnenkort verschijnt een bloemlezing daaruit, samengesteld door Joep Bremmers die Simons laatste vijftien gedichten daar nog aan toevoegt. En hier mocht ik dus debuteren gisteren, op een historische plaats.

Mijn grote favoriet Jesse Dorrestijn zong precies wat ik dolgraag weer wilde horen. Dank je lieve vriend en wat supertof dat je vader en zusje er óók waren. En mijn nieuwe ontdekking Raoul Wijsma had zelf het initiatief genomen om iets voor mij te willen zingen en ook dat viel in zeer goede aarde. Ontroering, ook zo'n belangrijk thema van Simon, dat brachten deze jonge mensen mee. Dank jullie en alle andere lieve vrienden - die mijn leven zo mooi maken als ik maar net durfde dromen - voor een boven verwachting goed geslaagd feest.


Foto: Robert Vinkenoog - Luisterend naar Raoul Wijsma


Foto: Vic van de Reijt

Mark van den Handel, dezelfde als tweeëntwintig jaar geleden, was onze gastheer in café Scheltema waar wij nog tot sluitingstijd zijn blijven nafeesten.


Foto: Mark van den Handel

Mijn uitgever Vic van de Reijt en ik verlieten als allerlaatsten het café. Ik omhangen met een ketting die Xiao Xiao voor mij maakte - een buurmeisje op Buitenzorg - en een bijzonder mooi amulet dat ik kreeg van Jinny Thielsch, vriendin uit de Ruigoordse vriendenkring en echtgenote van schrijver Gerben Hellinga. Wat wist ik mij heerlijk omringd door familie en vrienden deze avond. En iedereen vond elkaar: vrienschap verbindt! Ik ben gelukkig.


CORBINO: Wekelijkse beeldschets in HP/DE TIJD, week 1, 8 januari 2010



Dinsdag 5 januari 2010


Foto: Tom van Veen

Ik heb vandaag een droom mogen waar maken. Dankzij jullie, lieve jonge mensen op de foto! Jullie zijn de toekomst en mijn wens was met jullie te mogen praten over Liefde. Jullie hadden kennelijk belangstelling en ik hoop dat ik aan jullie verwachtingen heb beantwoord.
Zelf was ik lichtelijk geschokt toen ik de Volkskrant vanmorgen las, voordat ik jullie zou gaan ontmoeten. Ja, er wáren gesprekken op scholen in het kader van seksuele voorlichting, maar het woord Liefde viel niet één keer. Leren waar de grens van een ander ligt heette het artikel. Ik vond het tekort schieten.
Wat waren jullie leuk. Zie jezelf hier op de foto staan. Heerlijk zelfbewust. Jullie zijn gelukkige mensen en zo niet, ook goed. Zo af en toe even een depressie is juist heel erg goed. Denk na over het waarom, en je groeit en bloeit weer op. Want het gaat om ervaring opdoen in het leven. Uitvinden wie je bent maakt het leven namelijk zó eenvoudig dat je complexiteit makkelijk het hoofd kunt bieden. Weten wat je niet wilt is zo belangrijk. Het wel is een mysterie, maar droom, droom ...
Ben je bewust dat het feit dát je leeft al genoeg is om doldankbaar te zijn! Wat een mooie wereld waarin wij leven. Draag je steentje bij; dat voelt goed. Beter dan de boel belazeren, want waarom zou je jezelf daarmee voorgoed tot tweederangs mens willen degraderen? En dat doe je als je niet eerlijk durft te zijn.
Durf inderdaad jezelf te zijn, opdat anderen weten met wie zij in zee gaan.
Oh, heerlijk, ontmoetingen met medemensen en voelen hoeveel goed wij delen met elkaar.
Ik wens jullie een mooie, evenwichtige toekomst toe, en wie met mij wil verder praten is natuurlijk van harte welkom. Disponibilité. Hoog in het vaandel. Tot ziens.
Omhelsd, jullie Edith Ringnalda

Post Scriptum
Ik was te gast op Het Amsterdams Lyceum, in het bezit van buitenhuis Wolkenland


Woensdag 30 december 2009

Lieve mensen, wie valt nou zoiets ten deel!? Twee keer in één week in kranten waarop ik zelf geabonneerd ben. Vandaag Het Parool - een interview van Maartje de Gruyter, foto Mark Kohn -

en ik kan u vertellen hoe dat komt. Niet zo zeer mijn verhaal - dat mooi is, maar wie ben ik? - maar mijn onderwerp spreekt tot de verbeelding en dus belangstelling. Wie de naam Simon Vinkenoog niet kent zij van harte geëxcuseerd, maar wie hem wel kent wil weten hoe het nou zo plotseling was afgelopen. Hij was namelijk zo springlevend gebleven, dat mensen haast niet konden geloven dat hij sterfelijk was. Wonderlijk, maar zo voelde het aan.
En dat wij zo zichtbaar gelukkig waren met elkaar maakte indruk, en zo lang al, dat veel jonge mensen die ooit met Simon in aanraking kwamen hem nooit zonder mij hebben gekend. Ja, er wordt me wel gevraagd of ik het niet ook wel vervelend vond om in zijn schaduw te staan, dan zeg ik 'nee', of op de tweede plaats te komen, dan zeg ik 'maar zo voelde dat niet, omdat ik voor hem de eerste plaats bezette' en dat is dus De Grote Liefde mogen zijn, de muze die de dichter uitbundig koestert.'
Als je even kijkt naar de foto valt mij meteen iets op.

Ik zie geen onderbenen. En dat stond Simon in de nabije toekomst te wachten. Liever heel dan half, moet ergens in zijn hoofd een rol hebben gespeeld. O, lieve Simon, wat ben ik je diep dankbaar dat het niet zo ver heeft hoeven komen. Iedereen beseft dat, en daarom is verdriet draaglijk in mijn geval. Hij is niet lijfelijk aanwezig maar zijn geest is overal! Daarom ben ik niet alleen, ook morgenavond niet, en wat ben ik gelukkig met de vliegende start die de aandacht voor mijn boek heeft genomen. Nu komt de feestwens van vorig jaar in beeld. Zoek het verschil op met www.simonvinkenoog.nl Archief 23 december 2008! Zo heerlijk om hem te lezen.


Met dank aan Nick en Brian uit Doetinchem

Fotoshoppen behoort niet tot mijn vaardigheden, dus het is niet het jaartal.
Een heerlijk Oud&Nieuw toegewenst, voor mij de enige ingrijpende gezamenlijke feestdag van het jaar. In mijn buurt zijn de knallen al niet meer van de lucht, maar morgen een spetterend vuurwerk, te zien door drie ramen op het zuiden. Spectaculair. See you in the cosmos tomorrow.


 

Zondag 27 december 2009

Foto: Oscar Keyser - Van onder naar boven Grootmoeder , klein- en kinderen.

Het was weer uitstekend gezelschap waarin ik de laatste paar dagen verkeerde. We hadden een aanleiding: Kerstmis. Ik heb er helemaaldemaal niets mee en dat komt - evenals de Sinterklaasviering - omdat wij dat vroeger thuis zo grotelijks vierden dat ik de hedendaagse verwording veracht.
Het ging ons Godzijdank puur om het samenzijn. De kerstdiners die mijn zusjes hadden voorbereid waren afgestemd op zo min mogelijk keuken en zo veel mogelijk heerlijk praten. De lichtjes van de kunstkerstboom zijn al jaren stuk, maar daar gaat het ons niet om. We zijn al blij dat ie er staat!
Ik heb mijn gewoonte terug om tot diep in de nacht met mijn zwagers te praten, een psychiater en een schrijver/ journalist. En daarna de flessen en glazen te ruimen, als eenieder naar bed is en ik nageniet in het ouderlijk huis. Mijn vader is er niet meer dus de sfeer is veranderd. De stijl en etiquette hebben we terzijde geschoven ten faveure van de kinderen, die zo geweldig zijn dat ik zielsgelukkig ben met het nageslacht. Ik heb misschien mogen helpen vormen en dat is voor mij genoeg. Geen kinderen, nooit gewild, maar familie is essentieel. Mijn jongste neefjes en nichtje dachten lange tijd dat een tante iemand was die geen kinderen had! Boeiend... en dat zijn we allemaal, en daarom is het zo supertof om een paar dagen samen te zijn! Ja, net een stickemannetje opgestoken.

En het vreemde is dat Simons dood mijn eerste kind baart Heer en meester - hij is er !!!!!!!!!!

 


Uit Simons moleskine dagboektotophetlaatst



De Volkskrant 24 december 2009

Ik vermaak me kostelijk. Vanmorgenvroeg heb ik met mijn moeder uren naar de EO kerstconcerten gekeken. Wat een afschuwelijke liederen, maar wat een leuke zangers en zangerinnetjes; lang niet gezien!
Wij genoten samen, maar dachten ieder onze eigen dingen - of niet...
Veel gebeurd maar dat laat ik in het midden. I am overwelmed by all the positive reactions.
Ja, ik heb iets heeeeeeeeel erg groots mogen beleven en daar getuig ik graag van.
Kijk nog even naar Donkere Dagen - met Theo Heuft, de creator van Yab Yum - over sex en liefde.


 

Zaterdagnacht 19 december 2009

Het was weer heerlijk op de Winterparade op het Westergasfabriekterrein in Amsterdam. Vanmiddag werd ik gebeld door Terts Brinkhof - min of meer afgesproken - of ik zou komen vanavond. Ja natuurlijk, zeker zelfs, omdat ik gehaald en weer thuis gebracht zou worden door zijn bijzonder fijne zoon Luuk. Vorig jaar was Simon Aartsengel op de Winterparade - die hij dan opende met een gedicht - en wat hebben we genoten van de ambiance, het theater en de verrukkelijke gerechten van de mobiele keukenwagens van André Amaro!
Simon had Terts toen zijn Vinkenoog Verzameld cadeau gedaan en dit jaar heette het als eerbetoon de Vreugdetaal van Simon Vinkenoog en ik mocht een keuze maken uit die zestig jaar poëzie, zelfs vanavond daar iets uit voorlezen. Het werd het gedicht Welkom en ik deed het graag!


Ik begon als vanouds met een heerlijke cocktail


begaf me daarna naar de rookruimte Café IK

waar Raoul Wijsma de sterren van de hemel zong.

Vorig jaar ontdekten we daar wiskundestudent Jesse Dorrestijn, die gedichten van Hans Lodeizen en de stelling van Pythagoras op muziek had gezet. Deze avond was Raoul Wijsma van eenzelfde kaliber. Tweedejaars conservatorium zang/jazz. Hij was geweldig en vulde de rookruimte met een stem om U tegen te zeggen. Die zullen we in de toekomst nog wel tegenkomen in wat voor setting dan ook! IamRaoul.nl Aimabel en getalenteerd jong mens.
Jules Deelder - vergezeld door dochter Ari en Benjamin Herman - trad aan met een voor de gelegenheid geschreven kerstlied, een hartelijk weerzien met pianiste Iris Hond vond plaats, Jacob Rens en zijn koe Helena vertelden opgewonden over het Paradeavontuur in New York, en André Amaro kwam mij laten proeven van zijn 65 kilo wegende Madonna van pure chocolade. De tijd vloog voorbij. Silent disco blijft hilarisch en de sfeer hartverwarmend. Ik heb te weinig gezien deze avond, omdat het zo oergezellig was om met iedereen te praten. Maar U, grijp uw kans.


André Amaro in actie


Vrijdag 18 december 2009

Vanmiddag werden Theo Heuft - oprichter van Yab Yum (Sanskriet voor 'de eenwording tussen man en vrouw'), de eerste en enige topsexclub die Amsterdam ooit gekend heeft - en ik geïnterviewd door Marien van der Kooij bij AT5 (uitzending 24 december). We hadden alletwee een boek geschreven en pasten wonderwel bij elkaar.
Het was zo dermate gezellig dat na de opname nog een fles champagne (lees prosecco) werd opengetrokken. De redactie kon geen genoeg van ons krijgen en wij praatten lustig door over ons verleden.
Theo had zijn Zwitserse vrouw Monique bij zich, die net als ik met Simon haar man altijd vergezelt. Dat zijn de beste huwlijken! Van zijn boek waren al 50.000 exemplaren verkocht, dankzij De Telegraaf, en Henk van der Meyden gaat er een musical van maken. Wat een leuke mensen. Bescheiden maar met een immense wereld aan ervaring achter zich. Nou, ik ook.
Hij had zich vijfendertig jaar geleden met de meisjes ingelaten en ik met de hasjiesj, waar hij weer niets van moest hebben, maar die wél zijn ondergang inluidde. De dealers dan. De scene werd namelijk heel erg gewelddadig en daar kon ik over meepraten.
Ik had destijds een vriendin die in zijn eerste club werkte, de Bayadera (Sanskriet voor 'meisje kopen') aan het Westeinde. Thuis was zij een gewoon, onopvallend meisje met een bril, maar als zij zich opmaakte om naar haar werk te gaan kwam er een schoonheid te voorschijn, gehuld in zeegroene organza, die er gewoon zin in had om het oudste beroep van de wereld te gaan uitoefenen. Ze had ook een vriend, maar die had geen enkel bezwaar tegen haar luxe bezigheden, omdat zij een fortuin binnenbracht per maand.
Theo vond dat ik iets had misgelopen toentertijd, waarop ik repliceerde dat ik een vader had die ik dat niet kon aandoen, afgezien van het feit dat ikzelf een jager was en totaal terugschrok voor op verzoek dingen doen met mensen die ik misschien niet zag zitten. Hij: "Maar wij mannen doen toch alleen maar wat jullie willen!' Ja, ja. In ieder geval vond hij praten over wat je wel en niet van een partner verwacht essentieel voor een gelukkig huwlijksleven. En dat is zo.
Saskia Fris, de redactrice, had zo van mijn boek genoten (zij had het digitaal tot zich kunnen nemen) dat zij het aan haar vierennegentigjarige grootvader wil geven. Die had ook liefdesverdriet omdat zijn derde vrouw hem onlangs ontvallen was, maar gedroeg zich als slachtoffer, terwijl ik vreugde uitstraalde om wat geweest was. Ik ben gelukkig omdát ik De Grote Liefde heb mogen beleven. Kijken naar wat je wél hebt (gehad) en niet naar wat je niet hebt; dat is het grote verschil. Mijn zilvergrijze boek had ik niet bij me, want Pauw en Witteman krijgen de primeur op 6 of 7 januari 2010.
Intussen geniet ik van allerlei foto-sessies, interviews en televisie-opnames. Never a dull moment.
Op 24 december ligt mijn boek Heer en meester, een liefdesverklaring in de winkel. En over drie dagen is het alweer de kortste dag en begint het verlangen naar de lente zijn kop op te steken. Ondanks alles gaat de tijd toch bliksemsnel voorbij. Voor mij geen zwarte gaten en voor Theo Heuft ook niet!


 

Donderdag 17 december 2009

Belangrijke dag. Een uur voordat fotografe Keke Keukelaar haar gasten verwachtte in de OBA kreeg ik een telefoontje van mijn geweldige redactrice Vivian de Gier: 'Edith! Je boek is er! Het werd pas maandag verwacht, dus ik had daar niet op gerekend. Ik kon dan ook niet opgewonden in een taxi springen, al ware het maar omdat ik met Simons oudste zoon Robert eindelijk de DVDrecorder aan het installeren was en Keke mij verwachtte.
Hele belangrijke levensles: als ik iemand toezeg dat ik er zal zijn, dan bén ik er; ongeacht 'belangrijker' zaken; mensen gaan daar vaak te luchthartig mee om. Ik vroeg dan ook om bezorging per koerier, want ik was wel heel erg nieuwsgierig natuurlijk.

Ik ging dus kijken bij Keke, die schrijversportretten exposeerde in onze steengoede Openbare Bibliotheek aan de Oosterdokskade. Hooligans op weg naar de Arena zorgden voor onrust in de metro, treinen reden niet vanwege de sneeuw, net aangekomen New Yorkers dachten dat het om 7.30 pm begon omdat zij 17.30 uur niet kennen; kortom: ik was de eerste die er was en had alle rust en ruimte om de geportretteerden al dan niet in de ogen te kijken:


de allerliefste


de allerbeste


de alleraantrekkelijkste

Ik heb in 1979 een paar maanden in New York doorgebracht, wonend op 6th Avenue tussen de 21ste en 22ste straat, maar van dit driedaagse Festival dat morgen begint had ik geen notie! Wat gebeurt er toch waanzinnig veel in Amsterdam en hoe kom je daar bijtijds achter. Voorpret en je verdiepen in wie of wat je gaat zien vind ik essentieel voor een optimale beleving. www.slaa.nl


Keke Keukelaar in de OBA met op de achtergrond haar dertigtal indringende portretten

Op de zevende verdieping werd de borrel geserveerd in uiterst aangenaam gezelschap en daarna ging ik op huis aan. Ik was benieuwd naar mijn boek. Boeiend dat ik dan eerst alle andere post ga lezen en zelfs een blik werp in de krant alvorens de enveloppe open te scheuren. De verpletterende foto vond ik iets te grijs afgedrukt, jammer, maar toen ik ging lezen beleefde ik voor de zoveelste keer alles, van begin tot einde, onze laatste maand, en weer moest ik huilen om wat voorbij is, voorgoed voorbij...


 

Woensdag 16 december 2009

Vanavond heb ik café Scheltema bezocht - waar Simon en ik elkaar op een vrijdag hebben leren kennen - om aan te kondigen dat er een groot, bij hen bekend gezelschap gaat komen op vrijdag 8 januari 2010. Ik werd vergezeld door de stamoudsten van Ruigoord. We waren verenigd in het AHM voor een intieme borrel bij de twee grote naaktportretten van Simon en Robert Jasper Grootveld, recent (2007, 2008) door Aat Veldhoen geschilderd, en daarna gingen zij spontaan met mij mee.

Onze jongens hangen in de voormalige museumwinkel en de directeur heeft besloten dat 's avonds het licht aan blijft, zodat voorbijgangers en mensen in de tram ervan kunnen genieten.

Wij voelden ons meteen weer thuis in onze stamkroeg van weleer. We zagen het voor ons.
Op vrijdag 8 januari zetten wij daar door, want ik verwacht veel mensen. Menigeen laat nu al weten te komen, en niet alleen. Ik voel me natuurlijk ontzettend diep dankbaar dat zoveel mensen met mij meeleven, dus daar moet ik op anticiperen. Men komt van verre, ook al zeg ik dat het echt niet hoeft. Ik heb mensen een uitnodiging gestuurd om hen te laten weten dat het geen pipedream was maar menens. Iedereen heeft er kennelijk zin in. En niemand is dan ook te laat, want na de presentatie op Singel 262 feesten we gewoon door in Scheltema. Daar betaal ik de hapjes en ieder voor zichzelf de drank.
Ja, die respons is evenredig aan het idiote aantal belangstellenden in de media. Is mijn boek zo goed of is dit hyperig? Nou ja, ik moet de kost verdienen en doe dat in de geest van onze Simon: eerlijk en enthousiast! "Ik timmer niet aan de weg, de weg timmert aan mij" zei hij, en zo was het. Ook ik heb wat te vertellen. Heel eenvoudig, maar voor velen onbereikbaar.


Aat Veldhoen en Robert Jasper Grootveld met de rotaprenten - 1964

Aat Veldhoen en dochter Gala


 

Zondag 13 december 2009

Neen, hij werd het niet en ook niet de jongen naast hem. Die had ik in de gang druk als een zakenman horen telefoneren in de pauze en ik dacht meteen: dit is business, biznis.

Het erge is dat ik hun namen al niet meer aan een fysiek kan koppelen, want ik kende ze geen van allen op een uitzondering na: Jeroen Naaktgeboren die er na de eerste ronde al uit lag. Ik kon hem troosten met de woorden: 'Jeroen, jij bent natuurlijk alles behalve een absolute beginner dus je bent eigenlijk hors concours.' Hij is namelijk stadsdichter van Rotterdam geweest en stond daardoor zo sterk in zijn schoenen dat hij daarom afviel; te betreuren maar te begrijpen. Dit is een debutanten kampioenschap en als je in het circuit al vele prijzen gewonnen hebt, moet je eigenlijk niet meer mee willen doen. Grenzen verleggen, dames en heren.
En dat deden we.


Jeroen Naaktgeboren met op de voorgrond de wisseltrofee, die ik De Gouden Vink mocht dopen.



Had Giel griep? Jacques Klöters was een waardige vervanger.

Vorig jaar won de Rotterdamse schoonheid Najiba Abdellaoui (waar is zij gebleven?) van Gijs ter Haar (de applausmeter was hem niet gunstig gezind, tot ieders verbazing) en 2009 werd eveneens bekroond door een juweel van een vrouw: Ellen Deckwitz was de onbetwiste winnares. Elf deelnemers onder wie één vrouw, Ellen, en zij stond haar mannetje, zij was zichzelf, de vlag dekte de lading en dat werd gehonoreerd.
De poëzie stond zichzelf in de weg deze avond, want de mannetjes waren zichzelf niet tot nauwelijks. Het zijn géén acteerprestaties waarvoor wij komen, jongens; we willen wijzer worden. Ik tenminste wél. Als je werkelijk iets te vertellen hebt, hoef je niet op te zwellen. Persoonlijkheid doet de rest.
Slamdichter zijn werd te vaak opgevat als de tekst gevat brengen, maar daarmee verdring je het woord. Want de toeschouwer wordt dan welhaast gedwongen eerst aan de buitenkant te wennen, en komt daardoor aan de inhoud niet echt toe; waar gáát zo'n welgemikte voordracht nou eigenlijk over? De kleren van de keizer. Een van de mannetjes overschreeuwde zich dermate dat hem dat op slag ongeloofwaardig maakte. Ja, het waren veelal maaksels met oog op succes die de heren ten gehore brachten, zo weinig echt van binnen of met een visie.
Maarten Das en Sven Ariaans hadden dat wél al jong van nature. Die hoefden geen pose aan te nemen om indruk te maken en daarom drongen hun woorden zo diep door. Zij waren betrokken. En dát miste ik gisterenavond het meest: niets raakte mijn ziel! Bijna iedereen droeg een masker, behalve Ellen en Jeroen.
Vandaag besef ik dat mijn gevoel teleurgesteld is, en dat komt omdat ik natuurlijk ongelooflijk verwend ben geweest met een man als Simon Vinkenoog te mogen leven. Een dichter, denker en taalvirtuoos. Daar mag ik deze jonge dichters toch niet mee vergelijken? Nee, maar het gebeurde en ontlokte mij wat harde woorden. Anna, Simons dochter die mij vergezelde, uitte terecht de kritiek: 'je bent zo bloody honest.' Ja, daar sta ik om bekend. Misschien ging ik iets te ver. Vergeef me.
Er was mij die avond pas gevraagd of ik de prijs, na doping, ook wilde uitreiken. Wel, met graagte.
Ik werd een beetje handtastelijk, maar zo ben ik altijd geweest. Ik was blij verheugd dat een vrouw gewonnen had. Gewoon omdat zij de beste was.


Hartelijke groeten


 

Donderdag 10 december 2009

Er is een heleboel gebeurd deze laatste weken, maar het belangrijkste is dat mijn zuster Else Ringnalda op 30 november de grafheuvel van Simon vorm heeft gegeven. In drie uur tijd maakte zij een compositie van rivierkeien, die zij met vrienden op een strand in Normandië bijeen had gezocht afgelopen zomer. De regenboog, die wij als familie een treffend symbool voor Simon hadden gevonden, verbeeldde zij door een vrouwenfiguur koesterend over hem heen te laten buigen. Hij wordt beschermd nu, dat is voelbaar.


Else Ringnalda - grafheuvel
Simon Vinkenoog 18 juli 1928 - 12 juli 2009

Zij wist precies wat zij wilde





En het mooie is dat als het regent de grafheuvel donker wordt als de wolken

In de tijd die vooraf ging aan dit ontstaansproces heeft Diana Ozon voor Simons graf gezorgd: altijd een mooi boeket uit haar volkstuin, die in de buurt van Begraafplaats Sint Barbara gelegen is; ik herken haar signatuur! En zij zag erop toe dat bladeren werden weggeharkt van het kleurloze zand dat de kist bedekte. Er moest nog iets komen, was de boodschap, dat werd eenieder duidelijk die er zijn schelpen en knikkers talismannetjes en andere totemhebbedingetjes (vergeef me) in de geest van Simon achterliet. Ik heb alles meegenomen om er op mijn tuin op Buitenzorg een altaartje mee in te richten, op zijn eigen plek, onder de clematis, van Eden naar Morgenland. Hij was de homo ludens bij uitstek.



Dinsdag 24 november 2009

Het werd een hartelijk warm weerzien. Een voorbeeldige ontmoeting in een perfecte setting. En in ons midden bevond zich oud-minister president Dries van Agt. De man heeft nog niets van zijn charme en scherpzinnigheid verloren, een man van de wereld die zich overal thuis voelt. Een man die open is blijven staan voor wat er in onze samenleving gebeurt en die de arena betreedt als zijn geweten en gevoel dicteren dat hij onrecht te lijf moet gaan.
Hij werd graag herinnerd aan de dagen van weleer, toen hij onverschrokken de uitgezette lijn voortzette om te komen tot legalisering van Marihuana (Cannabis zal ik zelf niet gauw zeggen).

Mijn vader heeft daar een belangrijke rol bij gespeeld als secretaris-generaal van het Ministerie van Algemene Zaken (1972-1986).
Toen hij nog raadadviseur van de minister-president was, in de jaren zestig, en met mijn neef Edzard menig chillum had gerookt in de weekends dat er samen geschaakt werd, wist hij uit eigen ervaring dat hash een genotmiddel was zoals alcohol en tabak.
Men had het in de politiek achter de schermen al gauw over 'het duiven verhaal van Ringnalda' (in tegenstelling tot de haviken), wat betekende: laat alles wat er in onze samenleving gebeurt gewoon gebeuren, out in the open, niets verbieden; en wat er niet in thuis hoort selecteert zichzelf uit. Ja, zo eenvoudig was het vroeger en zo progressief was men in die dagen. Mijn vader en Dries van Agt waren bondgenoten. Dries stak zijn vreugde niet onder stoelen of banken dat hij een dochter van 'onze Derk' in de armen mocht sluiten; wij haalden herinneringen op.


Met psychiater Freek Polak (links) vóór de persconferentie
foto: Derrick Bergman

Mijn grote bewondering gaat uit naar Shiva Spaarenberg - dochter van gastheer Ben Dronkers -
die dit evenement vlekkeloos heeft georganiseerd. Niemand stak een ongeoorloofde sigaret op in dit mooie Bethaniën klooster, de Media waren dit keer volop aanwezig en deden verslag in kranten en op televisie (een jakhalsje van DWDD werd door Van Agt liefdevol afgewezen) en de stemming was serieus uitgelaten, zoals dat hoort bij een gelegenheid als deze.


V.l.n.r. Ben Dronkers, Edith Ringnalda, Dries van Agt, Freek Polak en Koos Zwart
foto: Derrick Bergman


Na de persconferentie die door Dries van Agt superieur werd geleid en de sprekers Freek Polak en Koos Zwart van de 'beursberichten' van vroeger, was het mijn beurt om de prijs uit te reiken.

 


Amsterdam, 23 november 2009 - Uitreiking van de Cannabis Cultuurprijs 2009
foto: Derrick Bergman


Meneer van Agt,

Wij kennen u al bijna veertig jaar als een stoutmoedig mens.
U durfde - en durft nog steeds - barricaden te beklimmen vanuit een diepe overtuiging:
alle mensen ter wereld zijn gelijkwaardig.

Voor mij als vrouw is zo’n uitspraak dubbel doorslaggevend
om van u te houden.

U weet alles van Recht en Onrecht en hebt uw gevoel laten meespreken in uw werk.
U begrijpt de tijdgeest, toen en nu, en bent nooit opgehouden zich in te zetten voor
de goede zaak. U heeft een visie, een zeldzaamheid in deze wereld, en die hebt u gezien;
van Tokyo tot Washington, als ambassadeur van de Europese Gemeenschap, en daarvoor als minister van Justitie en Minister President van ons land. Toen heeft u een fakkel ontstoken - u gaf de burgers de vrijheid zelf te beslissen wat goed voor ze was – en wij houden die fakkel hoog.

Meneer van Agt, u bent ongetwijfeld een poëzieliefhebber, mijn echtgenoot Simon Vinkenoog was dichter, en mijn vader stond destijds als secretaris-generaal dicht bij u. Een gedicht is dan ook een passende afsluiting, een Navaho traditional,
en dat opdragen aan u en aan alle mensen met een visie.

Trust your vision
make it whole
hold it like the Navaho
his solemn desert oracle
in quest of shaman passage
gaining his healing chant
guiding him through life.
Hold the vision
constantly rising
it is the way nature works
through you
it is the only self
an ever changing underdream
a vision (if you see it)
up to you
to make real.
Act on your vision
And pray that you are blessed.

Het is een eer u de Cannabis Cultuurprijs 2009 te mogen uitreiken, namens ons allen,
van harte gefeliciteerd.


foto: Derrick Bergman GONZO Media


Zondag 22 november 2009

Morgen mag ik een rol vervullen en daar verheug ik me op! Een kleine speech heb ik al op papier gezet en zal die tzt afdrukken tezamen met een verslag van de middag. Ik voel me vereerd en gelukkig dat ik in Simons voetspoor mag treden. Zo luidt het persbericht dat 20 november door de organisatie is verzonden.

PERSBERICHT

Wegens sleutelrol gedoogbeleid

CANNABIS CULTUURPRIJS VOOR DRIES VAN AGT

AMSTERDAM, 20 november – Oud-premier Dries van Agt ontvangt maandag de Cannabis Cultuurprijs 2009 uit handen van Edith Ringnalda. Van Agt krijgt de prijs voor zijn sleutelrol bij de totstandkoming van het gedoogbeleid voor cannabis in de jaren zeventig.

In 1976 sleepte Van Agt een wijziging van de Opiumwet door de Eerste en Tweede Kamer, waarin het onderscheid tussen soft- en harddrugs werd vastgelegd. Van Agt was in 1980 minister-president toen nieuwe 'richtlijnen op het gebied van de kleinhandel in cannabis' het gedogen van commerciële coffeeshops mogelijk maakten.

Edith Ringnalda is de weduwe van dichter Simon Vinkenoog, winnaar van de Cannabis Cultuurprijs in 2008. Vader, D.M Ringnalda, was van 1972 tot 1986 secretaris-generaal op het ministerie van Algemene Zaken en diende onder anderen Van Agt toen deze premier was. D.M Ringnalda: 'Regeren is niet vooruitzien, maar weten wat er in de samenleving speelt.'

De Cannabis Cultuurprijs is een eerbetoon aan personen die een uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan de acceptatie van cannabis en hennep. Aan de prijs is een bedrag van € 3.000 verbonden. Bovendien krijgt de winnaar een portret in het Hasjmuseum met een toelichting op zijn of haar verdiensten voor de acceptatie van cannabis en hennep.

De uitreiking van de Cannabis Cultuurprijs 2009 vindt plaats in het Bethaniënklooster in Amsterdam op maandag 23 november 2009 van 16.00 – 18.00 uur.

Voorafgaand aan de uitreiking verzorgen twee sprekers een inleiding over nationaal en internationaal cannabisbeleid; Dr. Freek Polak, bestuurslid Stichting Drugsbeleid, en Koos Zwart, bekend uit de jaren zeventig van de ‘beursberichten’ in de Rooie Haan.

www.hashmuseum.com/cannabis-cultuurprijs


Dinsdag 17 november 2009


Iedereen die Simon heeft gekend weet van zijn tas - formaat postbode. Kilo's poëzie gingen mee op stap naar optredens; geen wonder dat hij lichtgebogen liep. Het liefst had hij die honderden gedichten gebundeld gezien, dik als een telefoonboek, maar bescheidener kon natuurlijk ook. Zondag 15 november mocht ik in Ruigoord - op de maandelijkse literaire middag - de tweede druk in ontvangst nemen van Goede raad is vuur, een poëtische handreiking. Simon noemde het zelf een Fundgrube, een schatkamer voor iedereen die zich serieus als dichter zou willen ontwikkelen. Zijn eigen poëtische Werdegang wordt erin beschreven, de ontwikkeling van zijn eigen smaak en voorkeuren: wereldpoëzie, van Jalal Al-Din Roemi (1207 - 1273) tot vriend en tijdgenoot Hans Verhagen (1939 - ), ingebed in voor Simon belangwekkende prozateksten over poëzie, en met achterin een bibliografie van zo'n honderd titels. In april van dit jaar heeft Simon er zelf nog een voorwoord bij geschreven.
Zaterdag zat het bij de post en ik heb bijna de hele dag gehuild met dit boekje in handen. Geen gedicht kon ik hardop lezen zonder in tranen uit te barsten. Ik mis hem met de dag meer.
Ik weet hoe, wanneer en waar Simon dit boek geschreven heeft: tijdens het ziekbed van mijn vader. Ze zijn er allebei niet meer, maar Goede raad is er gelukkig - weer - wél!
Op zoek naar mijn favoriete gedichten schrok ik want ik kon ze niet vinden! O LIED! o Lied van Guido Gezelle en Trust your vision, een Navaho traditional waren verkeerd terecht gekomen.
Ik stuitte op prozateksten die zo mooi waren dat ik ze in Ruigoord heb voorgelezen. Brieffragmenten van Arthur Rimbaud, een kostelijke tekst van Paul Rodenko en een citaat uit Jeannette Winterson's Art Objects dat ik graag met u deel.

'The healing power of art is not a rhetorical fantasy. For some music, for some pictures,
for me primarily poetry, whether found in poems or in prose, cuts through noise and hurt,
opens the wound to clean it and then gradually teaches it to heal itself. Wounds need to be taught to heal themselves.'

Ik mocht het aan den lijve ondervinden: sommige poëzie vindt regelrecht de weg naar de ziel.
En hier zit ik dan, alleen, aan zijn bureau, met zijn boeken en papieren om mij heen precies zoals hij ze hier heeft achtergelaten. Niet omdat ik er een museum van wil maken, maar omdat we eenvoudigweg geen ruimte meer hadden om alles een eigen plaats te geven. Het is alsof Simon ieder moment binnen kan komen - oh, was dat maar waar - en ik zei tegen zijn kinderen: 'Dit is het huis waar jullie je vader kunnen blijven ontmoeten.' Zo voel ik het tenminste.
En dit is een voorzichtig begin van een eigen webstek; goed voorbeeld doet goed volgen.
Eén ding is zonneklaar: www.simonvinkenoog.nl is volstrekt uniek en wordt nog dagelijks door honderden mensen bezocht. Het was Simons testament! Zo zij het.
Uw Edith Ringnalda, debutante